Wat zegt dat
Een pot
'k en kan liet niet vergeten Neemt de chefs
van de partij en de herbergiers weg, wat
blijft er nog over
Geen kunste of trokken de manifestanten
zulk een raren smijkel.'t Zal een ander paar
mouwen zijn daags na de kiezing. Dan zul
len er bij honderden uitsteken om den katho
lieken zegepraal ie vieren.
Reusje. En om u te toonen dat Reusje
alles bemerkt heeft, weet ge hoeveel vendels
er waren met eene blauwe slunse
Yperman. Neen ik.
Reusje Twee 't Vendel van 't Tramtje
en dat van.... Monsieur le commandant.
Yperman. Tiens, dat en was wel zoo
danig slecht niet gepast, Reusje.
Reusje. 'k Vinde 't ook, Yperman.
Onze knappe katholieke turners zijn zon
dag 11. eene vertooging gaan geven in den
Jongelingskring van Poperinghe.
Onnoodig te zeggen voor wie onze Turners
kent, dat zij een bijval genooten zonder
weerga
Maar wat er dient bemerkt en besproken
te worden, dat is de triomfantelijke terug
komst van Sint Michiels-Turners.
Ja, zonder overdrijven het was een zege
tochtx b
De Turners zijn wedergekeerd om 7 1/2
ure in de statie te Yper. Daar stonden een
tiental fakkeldragers en honderde nieuws
gierigen hen af te wachten.
Dat egt iets.
Jamaar de liberalen van Meenen,Wervick
en... Yper, natuurlijk, ingezien hunne ver
draagzaamheid, begonnen te tieren van
a bas la calotte Vivent les gueux Zij
kenden onze Turners nietDeze vielen niet
slinks, en in een haai en een draai heften zij
Den Vlaamschen Leeuw op, dat het
dreunde in de lucht.
En al het volk al klakken en toejuichen
Dat yegt meeb.
t En is niet uit. Daarna trokken onze
flinke schermknapen in zegetocht de straten
door, gevolgd en toegejuicht door honder
den vrienden.
Of ze fier stapten door de straten die
knappe jongelingen, geestdriftig zwaaiend
hun ypersche kleuren hoog in de lucht
Och zwijgt, zei er een oud moederke, die
jongens zijn toch zoo wel gedaan, eneè En
ze zijn toch zoo knoddig en zoo rap
Dat \egt veel meeb
Zoo trokken onze Turners naar het
katholiek Volkshuis te midden eene geest
driftige menigte.
Als zij het lokaal der liberalen Het Zil
veren Hoofd voorbij waren, wierden zij
door eenige heethoofden en snotneuzen
uitgejouwd. Er zijn van die honden die
maar en bassen als de voetgangers voorbij
zijn!., 't Is heel deftig
In 't Volkshuis onbeschrijvelijke geest
drift. M. Colaert stuurt een hertelijken dank
aan de Turners om hunne deftigheid en hun
nen geestdrift. Op zulke jongelingen mag
de katholieke partij staat maken
Wat \egt dat
Dat zei er een werkman dat zegt dat
de kalotjes in October de liberalen zullen
plat slaan
Leven onze katholieke Turners
Zondag 30° oogst, 10 uie 's avonds. Op
de leet, tusschan Reusje, Alfons en Henri.
Vertrouwelijk oorcgevezel.
Henri. (Na geblazen te hebben Hoe
hebt ge do vaandelwijdinge van vandage
gevonden, Alfons
Alfons. Vaandelwijdinge Gö zijt
nog van den ouden tijd, Henri; 1842 ligt
reeds verre achter ons.
Henri. 'T is waar, maar 't en belet niet
te vragen hoe...
Alfons, Hoe dat ik het gevonden hebt?
och Heer geheel die mmifestatie heeft mij
doen mijne kinderjaren herdenken. De kin
ders, als zo opscbotelingea werden, zelfs
ouder, en nog ouder, herleven geern
hunne kinderjaren... Ze halen geern hua
oud speeldingen voor den dag,., preuve
mijne wiege... en ze toogen het geer tAl
die blauwe bloemsjes... bestoven en sedert
jaren in eene oude mutsedoze bewaard...
die eenige... weinige blauwe vendels... al
oud speelgoed Ns keer met kinderlijk
genot geloogd en rondgewandeld en mor
gen vergeten... ja, vergeten
Henri. (nageblazcnte hebben, en treurig.)
Z'e'n bobben u toch niet vergeten Alfons,
pr-uve die twee prachtige bloemtuilen die
aan uwe voeten liggen, terwijl fit... Alfons.
L'! D.! zijt ge nog altijd ziek aan dien arm
zaligen ik Luistert Henri, 't is dien ik dien
ons plat geleid heeft en sedert toen is ik
dood, morsdood! Onthoudt dat! En voor wat
die bloemen betreft, borkt Henri, ware
mijnen steenen voet zoo vaste aan zijnen
voetzuil niet geplak', 't ware lange reeds
dat zij rechtover 't ganzeke in de riole zouden
liggen
Henri. Stille A'fons, 'k komt daai
iemand,... God den heere, wat groote vent'
Reusje. bijkomendegrijpt de bloem
tuilen.)
Henri Reusje, wit doet ge daar V...
Alfons. Laat zijn Henri... G'en moe
voor dia arme bloemen niet jaloerse!), zijn
Neen,., andere tijden andore zeden... en di
eeuwigheid heeft me doen overdenken..
Reusje, draag die bloemen naar onze Vrouw-
ke, op den autaar die ik haar geschonken
he.b, 't is nog daar dat ze zullen best zijn!
Henri. (met gesmoorde stemme) Atnen.,
ri'avond Alfons
Reusje. Elkeen
Louis. Maar zegt,Karei, 'k heb al ver
scheidene malen hooren ronken van eenei
pot.
Karei. Van eenen pot, Louis 1 En wa
zei men van dien pot.
Louis. Niets duidelijks, Karei e
schuilt daar een geheim onder.
KareL 't Is 't eerste woord dat ik e
over verneem. Maar 'k zie ginder on
maatje Jan opkomen.
Louis.Jan Zegt, hebt gij niets vei
nomen over dien pot.
Jan. Over eenen pot kwestie vai
eenen pot Is het een pot dat men uitgedol
ven heeft wel voorzien van oude kroon
stukken.
Louis. Mochte het zoo zijn En wan
die pot door eenen onzer vrienden gevon
den, hij zoude trakteereu
Jan. Met een montje na de kiezing
En, zijt gerust, maatjes,Karei zou erbij zijn
Louis. Pieren komt op misschiei
weet hij meer als wij.
Karei.Ja! Dien Pieren is nog al oolijk,
Louis. Dag Pieren Weet gij niets
over dien pot.
Pieren. Wat vervlekt is dat met dien
pot 1 'k Kome daar bij Sissen en hij stelt
mij dezelve vraag. Geen nieuws over dien
pot... zegt hij
Jan. Dat is eene zaak die moet klaar
getrokken worden. Wij moeten weten van
welken pot er spraak is. 'k Doe een voorstel
maatjes Zondag avond zullen wij elkander
Yinden in 't gewoon lokaal der kaarters.
Karei. En van nu tot dan, de ooren
openWij moeten weten van welk voor
eenen pot er kwestie is Al 't akkoord
Allen gelijk 't Akkoord, en tot zon
dagavond.
Druk Callewaert-De Meulenaere, Yper.