OPGEPAST DAAR! 2 MENGELMAREN 2 Akte van Berouw Geboorte van eenen Prins van België De werkstakingen in het Noorden van Frankrijk en wat er uit te leeren is. Een vriend van den werkman Nog een werk! Geene kiezing te Poperinghe Nieuwe strijking Nieuwe onlusten te Armentiers M. Vermeuien zeiwij hebben maar? 3 standvastige bnevendragers voor Yper.Yper krijgt niets. En op dien oogenblik had de bevoegde Minister Mijnheet Colaert's vraag ingewil ligd, en beslist dat Yper weldra 4 stand vastige briefdragers in plaats van 3 en eene hulp zou hebben. M. Vermeulen zei nog dat de buitenlieden moeten betalen voor het water der steêlie den 't is waar maar de steêlieden betalen ook voor de besteeniging der buitenwegen hoe anders M. Brunfaut zei 't Is waar dat het liberaal bestuur, toen het aan 't bewind was, het werk van stad en weldadigheidsbesturen niet aan alle werk lieden zonder onderscheid van denkwijze gegeven heeft. En hij voegde er bij 't Is een ongelijk dat het gehad heelt, ik moet het hier bekennen Ziedaar het schoonste bewijs van de par tijdigheid van het vroeger liberaal bestuur, van zijnen haat en zijne vervolgingen, die zoovele Yperlingen hebben doen lijden. M. Brunfaut zegt dat het niet meer zal gebeuren 1 Neen 't, want de Yperlingen zullen voor u niet stemmen, om zich geen twee maal te laten foppen. M. Brunfaut zei nog, even als M. Nolf het vroeger had laten hooren, dat hij de zusters van liefde eerbiedigt zoolang als zij het ge weten van den zieke, dien zij weten vrijden ker te zijn, niet doorsnuisteren, en hem niet verplichten een scapulier te dragen of eenen paternoster in zijne handen stoppen vooral eer hem ter hulp te komen. Verstaat gij daarmeê niet, gelijk iedereen, dat die Mijnheeren van de Zusters van Liefde niet moeten weten omdat zij allen van geene scapuliers en paternosters willen weten En dat zij, waren zij meester, overal de scapu liers en paternosters zouden buiten steken met de zusters mee M. Brunfaut heeft,na 't Weekblad herhaald dat de rekening van 1902 sluit met 5,173fr. in plaats van met 89,859 fr. Het Nieuwsblad beeft op voorhand M Brunfaut weerleid met zijne antwoord aan 't Weekblad dat niet meer gespreken heeft. M. Brunfaut is tegen 't reglement op de orgels, dat tegen het zedenbederf der jeugd en de nachtruststoring der inwoners gemaakt wierd, en dat door eene meerderheid van 625 kiezers in 1899 goedgekeurd wierd. Hij blijve er tegen I Wij zijn er voor. Wij hebben ook reeds geantwoord op zijn verwijt dat er nog geen stand voor de Bur gerwacht gemaakt wierd. Hij zou das ook liever hebben dat de stad 3/4 betaald in plaats van den 1/2der kosten. Hij wil water geven aan 't Hoornwerk. Wij ook, maar goedkooper en deugdelijker dan hij, die daar het water van Dickebuschvijver wil brengen. M. de Burgemeester werkt om de Verbe teringschool en 't Hoornwerk te spijzen met het water van Zillebekevijver dat is beter. Ste Pieternaars Het Weekblad is tegen de feesten die deor uwe vrienden in uwe wijk gegeven wierden Het is tegen de genegenheid en de mildheid die leven en nering in uwe herbergen bren gen. Het overjeunt u uw profijt. Zult gij stemmen voor de liberalen door 't Weekblad aangeprezen 't Is waarlijk treffend te zien hoe al de katholieken eendrachtiglijk werken voor al het algemeen welzijn, hoe zij allen, met de zelfde gevoelens bezield, eens zijn om het zedelijk en stoffelijk welzijn der bevolking te betrachten, terwijl de liberalen, alreeds van vóór de kiezing, volgens hunne eigene ge tuigenisse, van gedacht verschillen nopens belangrijke punten van hun programma M. Brunfaut heeft in de liberale vergadering een akte van berouw ver wekt in dezen zin Kiezers, het zal onze eerste plicht zijn, indien gij ons wilt naar het Stadhuis zendeD, te zorgen dat al de arbeiders en handelaars, van 't is gelijk welke denkwijze, hun deel hebben in de uitgaven die door de stad daan worden. Ik herhaal het, Mijnheeren, het werk der stad en der weldadigheidsbe sturen zal gegeven worden aan al de wer kers zonder onderscheid. 't Is waar dat het liberaal bestuur, toen het aan 't bewind was, zulks niet gedaan heeft, is een ongelijk dat het ge had heeft'k moet het hier beken nen, maar dat zal voortaan niet meer gebeuren. Wij zullen iedereen op denzelfden voet stellen, zoowel klerikalen als liberalen, en hun al het werk geven dat mogelijk is. Dit is geene ijdele belofte, Mijn heeren, het zal waarheid zijn. In de koninklijke familie is nogmaals eene blijde gebeurtenis voorgevallen H. K H. prinses Elisabeth, echtgenoote van Z. K H prins Albert, is gelukkiglijk van eenen twee den zoon moeder geworden. Gansch het land door zal dit goede nieuws met vreugde ont haald worden. De nieuwe prins is Zaterdag avond om 11 ure 5 miuuten geboren. Prins Albert verhaastte zich het gelukkig nieuws te melden aan generaal Jungblutb, zijne aide-de camp, die in eene aanpalende plaats wachtte. In het paleis heersehten de zelfde vreugde en de zelfde ontroering, die iedereen vervulden op 3 november 1901, bij het vernemen der geboorte van het eerste kind prins Leopold. Het nieuws der gelukkige gebeurtenis werd zonder twijfel naar het koninklijk «as- teel van Laeken getelefoneerd, om aan den koning en prinses Clementine medegedeeld te worden. De graaf en de gravin van Vlaanderen werden eveneens aanstonds verwittigd.Rond middernacht kwam de gravin alleen in bet paleis der Wetenschapstraat aan en na een kort onderhoud met haren zoon, werd zij bij hare schoondochter binnengeleid, welke zij langdurig omhelsde. De ouders van prinses Elisabeth ontvingen per telegram het vreugdig uieuws. Gelijk wij het vroeger reeds meldden, zal de hertog Karel-Theodoor van Beieren petei zijn en de gravin van Vlaanderen meter. Al de leden der koninklijke familie, de vorsten en staatsoversten zijn van de heuge lijke gebeurtenis ingelicht geworden door prins Albert, bijgestaan door generaal Jung blutb en M. Godefroid, zijn geheimschrijver. Om 2 ure des nachts verzond men nog altijd telegrammen. De geboorteakte Zondag morgend werd door 101 kanon schoten het nieuws der geboorte van den prins aan de Brusselsche bevolking bekend gemaakt. De geboorteakte werd Zondag voormiddag opgesteld door den minister van Justicie, M. Vandenheuvel, in tegenwoordigheid van de ministers, van de voorzitters van Senaat en Kamer, den gouverneur van Brabant, den burgemeester van Brussel, den procureur- generaal bij het Verbrekingshof, den groot maarschalk van 't hof, enz. De nationale driekleur werd te dezer gele genheid aan alle openbare gebouwen uitge hangen. Bezoek des konings en doop Zondag morgend zijn de graaf en de gra vin van Vlaanderen hunne schoondochter een bezoek komen brengen. Daarna kwam de koning aan in automobiel en gekleed in kleinen tenue van generaal. De vorst werd geestdriftig door het volk begroet en bleef een kwartier uurs bij zijne nicht. Z. M. wenschte prins Albert hertelijk geluk en zag er uiterst gelukkig uit. In zijne tegenwoordigheid werd prins Karei voorloopig gedoopt door den zeer eerw. heer kanonik Evrard, deken van Ste Goedelekerk, met water van den Jordaan dat aan prinses Elisabeth gezonden was door eene belgisctie dame die zich in Palestina bevindt. De plechtige doop zal eerst bij eene maand plaats hebben in de kerk van Sint-Jaak, op Caudenberg. De jonge prins is een zeer kloeke en levenslustige jongen van wondersterk gestel. Hij weegt meer dan zijn broertje prins Leopold bij zijne geboorte woog, en is blond gelijk zijn vader, met blauwe oogen gelijk zijne moeder. Volgens het eerste bulletin, dat door den dokloor Kufterath afgekondigd is, stelt het prinses Elisabeth zeer goed. Haar toestand is volstrekt bevredigend. De kleine prins zal eene voedster hebben geboortig van Laerne, in Oost-Vlaanderen. Overvloedige telegrammen van gelukwen- schingen en bloemtuilen komen in het paleis der prinsen toe, en menigvuldige hooge personen doen er zich inschrijven. De troepen gingen Zondag in de hoofdstad uit in groot uniform. niet voorspeld geweest door de katholieke pers en door de omwentelaarspers zelve want het is eeu recht dat aan de socialisten moet gegeven worden, zij hebben het nooit weggesteken dat de oorlog tegen de katho lieken gevoerd, in hunne oogen maar eene inleiding is, een boonekampke vóór het noenmaal, terwijl de oorlog tegen eene sa menleving gesteund op het capitaal en den eigendom hun waar programma uitmaakte- en het einddoel van hunne politiek. Men kan nu zien dat zij aan hunne grondbeginselen getrouw zijn en dat, wanneer het geval zich voordoet, zij werkende logiek weten te ma ken Ook schijnt het ons toe dat de gebeur tenissen welke zich in Frankrijk voordoen, van aard zijn om een groot getal belgisoht liberalen te doen nadenken, zij die te zeer geneigd zijn om met het socialismus meé te loopen en zelfs om ermede kiesverbonden aan ie gaan. Zien wij niet, op dezen oogenblik zelfs, op de zelfde lijst staan, in vele ge meenten van belang, liberale gemeente raadsleden, tol liberale burgemeesters toe, nevens socialisten van het schoonste rood, met straatleuren die hunne proeven gedaan hebben met hervallene oproermakers, die kunnen wedijveren met hunne broeders en vrienden uit Frankrijk Gelooft men dat het slim handelen is en wel vooruitziende is alzoo den weg te banen aan de socialisten, hunnen politieken invloed te vermeerderen en hun, wetens en willens, deze stadhuizen te openen, waarvan zij zich vleien, in hunne druksels en in hunne meetingen, welhaast de mees ters te zullen worden Zonder twijfel, de wind waait naar de democratische gedachten en wij zijn van oor deel, voor ons deel, dat de beste middel om dwaze of gevaarlijke eischen te ontwapenen bestaat in praktische hervormingen op ge- pasten tijd in te voeren, waarlijk nuttig aan de werkende klassen. Het is de politie» ge voigd, niet zonder goeden uitslag, door het belgisch Staatsbestier. Maar van daar tol zich te verbinden met overtuigde collectivi sten, met wereldbekende vijanden van enzt politieke instellingen en van de maatschap pelijke orde zelts, is er een overgroote af stand welke de eenvoudige goede zin kan afmeten. Wat vooral onvoorzichtig is, het is te trachten in het volk de godsdienstige en zedelijke begrippen geheel en gansch uit te roeien, welke het nog bevrijden van de op roerige dwalingen. Eeu ongeloovige en godloochenende liberaal kan zich nog bedwin gen ten aanzien van zijn eigen belang maar een proletaar, die in God niet meer gelooft, is gereed om de eerste de beste kwakzalvers te gelooven die hem het paradijs op aarde beloven en wordt het voorbeschikte offer van de socialistische hersenschimmen. Be richt aan dezen die gelooven dat het libera- lismus niets beters te doen heeft dan de jonge opkomelingen te onskristenen, en dat, op den dag wanneer er in België geene kristenen meer zouden zijn, het volk meer te vreden zou zijn met zijn lot, eerbiediger jegens de openbare machten en gemakkelij ker te bestieren. Niet te stemmen nevens den Inaam van eenen kandidaat masr VAN BOVEN onder nummer Jammer dat de kiezers met geen beloften meer te paaien zijn, en dat ze August niet meer en gelooven, als hij zegt dat hij de Dunnetjes zoo geerne ziet, dan als hij belooft j aan de kaloten werk te geven. Dat zijn beloften acht dagen vóór de kie zing, die daags daarna reeds vergeten zijn. Ten anderen, gij bekent het zelve, uwe werken spreken luider als uwe woorden gij deedt vroeger nooit niets voor de katho lieken, zij wierden zelfs uit Pompierskorps en stsdsmuziek verbannen door u M. Brunfaut en ge zoudt ze nu komen lamoe- zen en flikflooien en zeggen dat gij voorl eikendeen zult gelijk handelen, dat het u| spijt vroeger niet wel gedaan te hebben De kiezers en gelooven u niet Beloften en vorte appels De werkstakingen welke in het Noorden van Frankrijk ontstaan zijn, gevolgd van zware wanorders te Halewijn, Toerkonje.Ro- baais enz., hebben stof gegeven aan Le Bien Public, van Gent, om eeu artikel te drukken welke onze medeburgers wel zullen doen zeer grondig te overwegen, vooraleer ter kiezing te gaan den Zondag 18 October. Zie hier hoe dit uitmuntend blad zich uit drukt Indien het meerendeel van onze liberalen geene kortzichtige lieden waren, gedurig geduiveld door het tegeugodsdieustig voor oordeel, zij zouden geenzins verwonderd zijn over deze wending der gebeurtenissen en zij zouden er toe geraken te begrijpen dat het socialistisch gevaar, waarover zij zich zoo weinig bekommeren, wel ar.derzins te duch ten en nakende is dan het clericaal gevaa waarvan zij zich een schrikbeeld maken Ten anderen, hoeveel maal reeds is de wending welke zich heden ten dage afteekent, hun t Was een 4 October 1890 in de zitting van den gemeenteraad, M. Colaert, onze achtbare Burgemeester van heden, was door de Kiezers sedert drie jaar naar 't stadhuis gezonden, om den toestand te onderzoeken en de rechten der katholieke bevolking te verdedigen. Hij deed dit op krachtdadige wijze, te zelvertijde den eerbied en de achting zijner medeambtgenoten verwervende. Meer dan eens gebeurde 't dat de bespre kingen niet al te kalm voorbij en gingen, maar steeds wist M. Colaert op gematigden toon, met die deftigheid hem eigen aan de anderen hoofd te bieden. Nu, in de zitting van 4 octeber stond er aan 't dagorde: TOELAGEN VAN DEN D1SCH VOOR HET LAGER ONDERWIJS. Om te voldoen aan de wet, stelde het libe raai sohepenkollegie voor de hulpgelden van den Diseh to aanveerden voor het onderwijs der arme kinders in de stadsscholen, maai niets te geven aan de katholieke scholen. Colaert verdedigde de rechten der ka tholieken en hield st3ande dat de schepen raad niet redelijk en handelde met den Discb te doen betalen voor 't onderwijs oer arme kinders, als men de kinders van rijke bur gers voor nieten de betalende scholen liet bijwonen. Gedurig wierd de achtbare spreker onder broken door M. Vermeulen, die M. Colaert verweet voor controleur, inquisiteur, enz. Maar laten wij 't woord aan de sprekers zelve. (Wij schrijven letterlijk uit het verslag van den gemeenteraad Nieuwsblad van 11 October 1890.) M Colaert, voortsprekende. Ik voeg erbij dat, onder een ander op zicht, gij nog min logiek zijt, met toe te laten dat een groot getal kinders, wier ouders een zeker schoolgeld kunnen betalen, kosteloos de betalende scholen bijwonen. Ik heb verscheidene keeren geprotesteerd tegen deze handelwijze, die gij van jaar tot jaar uitbreidt. M. Vermeulen. 't Is dat, de controle, de controleur M. Colaert. Ja, controleur; 't is daarom dat de kiezers mij hier gezonden hebben maar wacht maar, er zullen allicht nog acht nieuwe controleurs zijn. M. Vermeulen. En ge zult gaan zien wat de werklieden winnen,wat zij eten, enz Een hoop inkwisiteurs eeuwige vijanden van licht en vrijheid M. Colaert. Ik heb het eertijds meer maals gezeid, en ik herhaal het vandaag opent de deuren der scholen zoo wijd als gij kunt; aanveerdt er al de kinders en de ouders die geen schoolgeld en kunnen betalen.Maar en roept het princiep der geheele kosteloos beid niet uit, volgens hetwelk gij in uwe gemeentescholen aanveerdt... ti. Vermeulen. Gij hebt ook met het geld van anderen gestudeerd. (Gerucht onder 't publiek). M. Colaert. Wat zegt gij Met wiens geld, als 't u belieft M. Vermeulen. Gij hebt beurzen gehad om studiën te doen.(Teekens van verentweer diging onder het publiek en onder de raads heeren.) M. Colaert. Hadde ik beurzen gehad, 'k geloove dat ik er niet en zou moeten over Dlozen, want ik zou ze waarschijnlijk ver diend hebben, en ik zou mij dankbaar ge toond hebben jegens mijne weldoeners. [Bravo Bravo in't publiek Maar ik ben onder dit opzicht alleenlijk dankbaarheid verschuldigd aan mijne ouders, tot op den dag dat ik de leergangen der hoo geschool heb kunnen volgen. Daar en had ik niemand noodig na een jaar studie, dank aan vele repetitiën, dank aan mijre z°ven of acht uren lesss per dag, gegeven na de ieergan gen die ik zelve gevolgd had, hsb ik mij zeiven kannen ontdragen en nog meer. Kunt gij dit ook zeggen? Toejuichingen in 'tpu bliek leekens van goedkeuring in den raad.) En zoo gij aan mijne woorden twijfelt, ik beroep mij op de getuigenis van mijnenacht- baren kollega M. Poupart, mijn boezemvriend van eertijds. (M Poupart doet teeken van be vestiging het publiek juist driftig toe.) M. Poupart zal u zeggen, zoo gij eenig belang hebt om het te weten, dat ik geene beurzen noodig gehad heb, en ik daag u uit te bewijzen dat ik er eens gehad hebbe (Bravo.) M. Beaucourt. 't Is onweerdig zulke tooneelen te veroorzaken. M. Vermeulen (geheel beteuterd, lijk een katte die mostaard gelekt heeft.) 't En is geene' oneere.... M. Colaert. Als 't geeagij komt ie zeg gen niet onteerend en is, waarom het mij verwijten Gaat gij mij uwewoorden als een kompliment doen aannemenen Ik en heb nooit beschaamd geweest van uit de burgersklasse gesproten te zijn. En 't is gij die het mij verwijt, gij, de rijkgewor den burger de vriend van den werkman (Toejuichingen. M.Vermeulen buigt hei hoofd, hij is geheel t'einden zijn latijn.) M. Colaert vervolgt En vermits gij mij verscheidene keeren onderbroken hebt, binst deze bespreking, om mij het woord controleur toe te werpen, zal ik u antwoorden dat mijne geheele controle bepaald was in het uitoefe nen van het mandaat, dat mijne lastgevers mij opgeleid hadden. Hebben mijne kollsgas ooit te klagen gehad over mijne houding in den gemee te- raad Heeft het mij ooit ontbroken aan eerbied en weerdigheid ten hunne opzichte Controleur. Ja Inquisiteur, gelijk gij het komt te zeggen, nooit Heb ik ooit gedachtte onderzoeken wat er bij de anderen gebeurt Heb ik u ooit verweten, gij die daar nog de katholieken beschuldigde', van de «eeuwige vijanden des lichts en der vrijheid» te zijn, heb ik u ooit verweten, zeg ik, dat gij uwe kinders bij de Broeders ter schole zendt?... M. Vermeulen. 't En zou maar dat meer ontbreken! M. Colaert. Juiste, en 't is omdat ik het recht niet heb dg daden van uw bijzonder ieven te onderzoeken, dat ik mij met u niet bezig en houde. Langdurige toejuichingen die de heer Voorzitter niet en meent te moeten beletten.) Poperinghe heeft 3s,ne bevelen te ont vangen van de Yperlingen. Ten anderen, waarvoor strijden Te Yper, waar Francmapons te vinden zijn mannen die niet alleen den godsdienst afgezworen hebben, maar nog den zelfden haten, bestrijden en bevechten te Yper, waar de liberalen van hetzelfde deeg zijn als de fransche rt.dikalen, die psteis en nonnen wegjagen en het slechtste gespuis alleen vorenstaan te Yper, verstaan wij dat er strijd weze. Wij zijn zeker nochtans dat het meesten- deel der Ypersche kiezers van dit gedacht niet zijn en zulke mannen niet zullen vo renstaan. Maar te Poperinghe bestaan er geene zub e mannen te Poperinghe is er niemand die begeert dat de godsdienst bestreden worde; niemand die goedkeurt dat paters en nonnen uit de scholen zouden gejaagd worden, noch uit de gasthuizen, noch uit hunne kloosters waar zij bidden en iedereen gerust laten. Dat er in Yper zulk volk gevonden wordt, dat is anders, men moet ze maar beletten van hun kwaad uit te voeren en tegen hunne lijste stemmen. Te Poperinghe zijn zulk geene francmu- pons, zulk geen godsdienstvervolgers, zulk geen fransche naapers; en, nog eons, nie- raand in Poperinghe en heeft van hen lessen of bevelen te ontvangen. Qu'on se le dise. Gaat zien naar de Maloulaan welke schoone voorlanden de stad daar geleid heeft Dat is beter dan liberale b lof- ten en rotte appels M. Bossaert,Voorzitter. Enwataangaat de kinders van werklieden en kleine ambte naars die kosteloos de betalende scholen bijwo nen, wij moeten het laten lij het is. 't Zal de eeuwige glorie der werklieden en der bur gers zijn, uit hun midden de groute mannen onzer eeuwe te hebben zien opgroeien, de mannen die meest diensten aan de samenie ving bewezen hebben. (M. Vermeulen juicht toe.) M. de Voorzitter. Ik en heb uwe toe juichingen niet noodig. De betoogingen zijn nier oi der alle opzichten verboden. Indien ik ze daar zoo aanstonds niet tegengehouden en heb, 't is omdat M. Vermeulen mij in de onmogelijkheid gesteld heeft het te doen (Zeer welin 't publiek.) Wij verdedigen hier onze meening wi, doen het met overtuiging, de eene gelijk de anderen. En 't en zou niet mogen zijn dat voorvallen gelijk hetgeen waarvan ik kom te spreken aan onze beraadslagingen de weerdigheid ontnemen, die er moet heer schen. (Zeer wel.) M. Vermeulen. Ik en heb aan M.Coiaer niet willen onaangenaam zijn. Maar na de pleidooien die wij komen te hooren, en die toch maar vaderlandsche zagerijen en zijn (MM. Bossaert en Colaert groeten.) en kost ik mij niet meer inhouden. Men zegt dan dingen die... dat.... M. Voorzitter. Nemen wij aan dat uwe woorden uw gedacht overtroffen hebben (Ge lach), Kiezers, hoe vindt gij de handelwijze van dien zoogezeiden vriend van den werkman en kleinen burger Zondag zult gij de gelegenheid vinden om de doening van M. Vermeulen te beoor deelen. De volgende heeren zijn, zonder strijd gekozen verklaard Vandenberghe Stanisla Lebbe Etienne, Devos R mé, Dequeker Louis Bouquey Emile, Vancaeyseele Jules, Desmy ter Emile, Vandenberghe Hector. Geen strijd dat is geen ruzie, geen ge weid, geen twist en tweedracht. Poperinghe is voor de gerustheid. Te vergeefs hebber de Ypersche ruziemakers hier den strijd komen aanpreken. Dinsdag nuchtend was de deure van da terskerke in de raondstrate herschiiderd. Is dat misschien een nieuw examen Wanneer zal de policie een van die pro pere vuilaards bij de lepels kunnen pakken en voor eeuige maanden doen in 'udrooge steken Woensdag was de stad Armentiers in staat an beieg. De bevolking is ten uiteiste ver schrikt. Dinsdag werden twee en twintig huizen verwoest, tien branden gesticht en een groot getal personen gekwetst. Woensdag voormiddag heeft men de bar- rikaden afgebroken, die de oproermakers bij middel van ijzeren bedden, meubelen uit de huizen gestolen, metalen puntdraden en scherven van flessehen opgericht hadden. De werkstakers hebben een manifest doen aanplakken waarbij zij verklaren dat, aange zien dat de bazeu weigeren hunne voorwaar den aan te nemen, de kwestie aaneen refe rendum moet onderworpen worden. Ten 10ure 's morgens zijn de werkstakers aan het Maison du Peupie bijeengekomen. De plaats was opgekropt met volk. De oproermakers braken de omliggende straten op, om met de kasseien barrikaden op to werpen. Er werd met steenen geworpen naar de officiers der troepen, gekist met de beteu- eling der onlusten. Na eene vergadering in het lokaal der so cialisten herbegonnen de woelingen. De werkstakers trokken de stad in onder het zingen der Internationale. Op hunnen weg ontmoetten zij den pastoor en den onderpa stoor der St-Caroluskerk zij sloegen deze priesters half dood. De prokureur der Republiek bevool san tiet gepeupel uileen te gaan en deed de som- malies doen. De ruiterij chargeerde. De werkstakers boden weerstanden huilden, dol van azernij Weg met de officiers Een luitenant der kurassiers werd erg gekwetst. Eene tweede charge had plaats en ditmaal werden talrijke werkstakers gekwetst. Op 't oogenblik dat de laatste berichten uit Ar mentiers ons toekwamen, was de oproer wederom in vollen gang en heerschte de grootste opschudding in de stad. YPER Zaterdag morgend, stond de wagen van den ijzerenweg op de Groote Markt. Gedurende eene korte afwezigheid van den geleider, die eenen pak te huis bestelde, heeft een behendige gauw dief erin gelukt eenen pak, sloften inhoudende, hebbende eene weerde van 48 franken, te ont nemen. Zondag avond rond 8 1/2 ure, is een begin van brand ontstaan in het huis van Dubois, kleermaker in de Goudepoortestraat. Gedurende de afwezigheid der echtgenooten was de lamp blijven branden. Bij de terugkomst der vrouw, wilde zij de lamp uitdraaien, die al met eens ontplofte en brand stichte aan eenige stoffen die zich op de tafel bevonden. Voorbijgangers ge lukten erin het begin van brand te blusschen, waarvan de schade zeer gering is. Maandag namiddag omtrent ten i 1/2 ure, heeft een hevige rukwind zich hier doen gevoe len op eene streep grond langs den Rijselschen steenweg. Verscheidene boomen werden ont worteld en een eind ver geslingerd. Aan het kasteel van M. Janson is eene gansche rei boo men uitgerukt. Langs den weg staan twee windmolensde eene is gansch ten gronde geslegen en van den tweede is eene wiek afgerukt. De molenaar van den eersten molen, den rukwind voelende na deren en niet meer kunnen stil leggen, was be neden gekomen, en bevond zich juist buiten, toen de molen omgeworpen werd. Deze hoort toe aan De Coninck en was in pacht bij Mespe- lon, aan wien de tweede molen toehoort. Het was slechts sedert eenige dagen dat Mespelon eigenaar van dezen laatsten molen geworden was en voor zijn eigen werkte. ft V V

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1903 | | pagina 2