pi MENG ELM A i: VERDWENEN Ooppe jLïï U i f moeskroen Goed. meester er 11 1 1 'i V'i Ziehier de toelichting door de heeren Colaert et An gegeven bij hun wetsvoorstel over de hommel. Mijne Heeren Sedert lang vragen de landbouwers dat er eene belasting op den invoer van uitlandsche hop worde gelegd. Ter vergadering van ign Februari 1902, trad de Centrale Landbouwmaatschappij van België, na het verslag van Baron L. de Bethune over het vraagstuk te hebben ge hoord, eenparig toe tot de navolgende beslui ten samengevat door den heer prof. Leplae De Centrale Landbouwmaatschappij van België Gezien den zeer ongunstigen toestand der hopteelt in België uit hoofde van den volstrekt vrijen invoer der uitlandsche hop Gezien de groote kosten verwekt door de hopteelt en de pogingen in aide hopstre-|is belast. 't Valt ons moeilijk te gelooven dat Duitsch- land, dat schier nagenoeg al de hop invoert die in België komt, op onzen invoer ten zijnent een verbodsrecht zou willen leggen, nagenoeg gelijk staande met de waarde van het getroffen voortbrengsel welnu, er dient opgemerkt dat het in Duitschland aangeno men tarief geen minimum is en niet verhin deren zou dat er overeengekomen werd voor een lager tarief. Niet in den zin ten voordeele van be lasting bij den invoer in België, maar wel in de meening dat de Regeering de grootste pogingen dient aan te wenden om in Duitsch land vrijen invoer van Belgische hop te verwerven, doen wij u het voorstel om de ons voorgelegde verzoekschriften te verzen den naar den heer Minister van Financiën en den heer Minister van Landbouw. Ter vergadering van 22 Mei 1903 werd door de heeren De Backer en Daens een wetsvoorstel ingediend, bepalende dat op vreemde hop een rechuwordt geheven gelijk staande met dit waarmede de Belgische hop ken van België aangewend tot verbetering der hopteelt Gezien het aanzienlijk bedrag van de loonen door de hopteelt betaald en die ruim schoots ten goede komen aan de arme ar beidersbevolking der hopstreken Gezien zeer weinig belgische biersoorten uitlandsche hop vereischen bij 't brouwen i) Gezien de Regeering, de rechten, bij voortkomend geval te leggen op hop en mout, gemakkelijk kan vergoeden door het invoerrecht op uitlandsch bier te verhoogen; Gezien vooral de hooge rechten waar mede de hop werd getroffen in Frankrijk, en het nog hooger recht waarvan de stemming in Duitschland gevraagd wordt B Verzoekt de Regeering over te gaan tot de herziening van de bestaande wetten die de hop vrij van rechten in België laten binnenkomen, en een voldoende recht te leggen op de uitlandsche hop. Het verslag van den Hoogeren landbouw raad, die het vraagstuk onderzocht in den loop van den zittijd van 1902, komt insgelijks tot het besluit dat een invoerrecht van ten minste a5frank per 100 kilo op de hop worde gelegd. Anderzijds, werd in zeer talrijke tot de Wetgevende Kamers gerichte verzoekschrif ten vrijen invoer van onze hop in de vreemde landen gevraagd of, bij gebrek aan dien vrijen invoer, de instelling van een invoerrecht op uitlandsche hop. In een verslag, de Kamer aangeboden over een verzoekschrift van inwoners van Assche, gedagteekend i5 Mei 1901, om namelijk vrijen invoer voor de belgische hop in de naburige landen te verkrijgen, zegde de achtbare heer Feron den 8" Augustus 1901 Het ware te wenschen dat men het ver zoek van het Landbouwcomice van Assche kon inwilligen. De hopteelt in België ver keert immers in uitzonderlijke nadeelige omstandigheden Terwijl uitlandsche hop vrij van rechten in ons land binnenkomt, is de belgische hop, bij den invoer in Duitschland belast met een recht van 14 mark of fr. 17.50 de 100 kilo. Het invoerrecht in Frankrijk bedraagt 3o frank. Dat is eene schreeuwende ongelijkheid. Ter zitting van 7 Mei igo3 bracht ons betreurd medelid, de heer Beauduin. namens de bestendige Commissie voor de Nijverheid insgelijks verslag uit over talrijke verzoek schriften aan de Kamer der Volksvertegen woordigers gezonden door de belanghebben de landbouwers en de landbouwcomicen, vragende dat een invoerrecht worde gelegd op uitlandsche hop, en terzelfder tijd over de verzoekschriften van brouwers opkomende tegen datzelfde invoerrecht. In dat verslag besluit de heer Beauduin als volgt Dus is het eindbesluit dat, moeten onze hopvoortbrengers trachten hunnen toestand zeiven te verbeteren door verbetering van hun voortbrengsel, en aldus te herwinnen de vrije markten die zij verloren, de Regeering evenwel tot plicht heeft om, bij onderhande ling over onze handelsverdragen, krachtda dig de belangen der hopteelt te verdedigen Mengelwerk van 7 Nieuwsblad van Yper, Nr 2 door HENDRIK DE ZEINE DERDE DEEL Een noodlottige getuige III Waar een booswicht overwon Daar Alle duivels nu meent hij mij geneesheer Wat gemeens heeft uwe Ho mceopathiemet mijn neef en zijn huwelijk Zeer veelImmers, wat zeggen d geneesheeren? nSim.ilia similibus curantur En zoo beweren zij eene kwaal door deze- kwaal zelve te kunnen genezen. De huisheer hief de schouders op. [Jw neef wil trouwen eu dit wordt uw verderf. Welnu, doe gij hem trouwen en 't is uwe redding 1 Gij moet van twee kwalen de minste kiezen. Diensvolgens zult gij De middenafdeeling, die dat wetsvoorstel onderzocht, verwierp heten het Verslag van den achtbaren heer Verhaegen besluit nage noeg in dezelfde bewoordingen als dat van den heer Beauduin. Wat het aanstaande handelsverdrag met Duitschland betreft, drukt de middenafdee ling den wensch uit dat het vraagstuk dei- rechten op hop voorbehouden worde en het onderwerp zij van latere bijzondere schikkin gen tusschen de twee landen. Zij hoopt daarenboven dat de Regeering, gesterkt door de billijkheid van dergelijke vraag, er in zal gelukken onze machtige naburen te doen afzien van alle invoerrechten op Belgische hop. Daar Duitschland hopsoorten voorbrengt die over 't algemeen beter zijn dan de Bel gische, heeft dat land onze mededinging niet te duchten noch hinderpalen op te werpen tegen de overrompeling van zijn grondgebied door onze hop. De middenafdeeling acht dat, indien het vraagstuk der invoerrechten op Belgische hop in Duitschland afzonderlijk kan afgehandeld v/orden en geen deel uitmaken van eene algemeene overeenkomst, die ten koste onzer hopteeiers zou gesloten zijn of schijnen, de toestand der onderhandelaars van Belgische zijde sterker zon wezen tegenover de onder handelaars van Duitsche zijde. De vrees dat Belgie een tolstelsel van wederkeerigheid kan aannemen, zou mogelijk tot de afschaffing leiden van de invoerrechten op Belgische hop in Duitschland. Als gevolg op het voorstel van den heer Woeste, ter Kamerzitting van 8 Juli 1903, werd door den Minister van Landbouw, bij besluit van 28 December igo3, eene commis sie aangesteld, hebbende tot opdracht uit te zien naar alle maatregelen van aard om den toestand der hopteeiers te verbeteren. Deze Commissie, voorgezeten door den heer De Bruyn, verrichtte uitmuntend werk, inzon derheid met het oog op het verbeteren van de teelt, de rangschikking onzer inlandsche hop en het verwekken van nieuw vertrouwen onder hopteeiers en brouwers, Het Verslag, op 3o November 1904 door de Commissie aangeboden, verklaart de tol- quaestie voor te behouden. Het Verslag stelt echter vast dat, bij het onderzoek in de hopstreken, de landbouwers den vrijen invoer voor onze hop in de vreem de landen, of ten minste vermindering van de rechten door die landen geheven, zooniet, de wederkeerigheid hebben gevraagd. Het handelstractaat van 22 Juni 1904, gesloten tusschen Belgie en het Zollverein schenkt gedeeltelijk voldoening aan de hier boven uitgedrukte wenschen. Terwijl het tractaat van 6 December 1891 verdragsgewijs de heffing huldigde van een recht van fr 17.30 op onze hop bij den invoer in Duitschland, en den vrijen invoer van de Duitsche hop in Belgie, wordt in het nieuw tractaat van 22 Juni 1904 de vrijheid van beide landen voor oehouden, hun wederkeerig het voordeel verzekerende vari het beding der meest begun stigde natie. Uit dat alles blijkt, eenerzijds, dat de Bel gische hop bij den invoer in Duitschland, niet het recht van het algemeen tarief zal betalen, maar bet verlaagde recht van het conventioneel tarief toegestaan aan de meest begunstigde natie, dat is, in deze, Oostcnriik- Hongarije, dus 20 mark of 25 frank ander zijds, dat het invoeren van een eenvoudig wederkeerig tarief, zooals dar. voorgesteld door de heeren Daens en De Backer, al ware het nog toepasselijk in beginsel, feitelijk zou leiden totde bevestiging van algeheeien vrijen invoer voor uitlandsche hop, juist omdat het samengaat met het beding der meest bei oor deelde natie. Wil men eene ernstige voldoening schen ken aan de eischen der hopteeiers, dan is het dus onontbeerlijk een vast invoerrecht te heffen op de hop en de lupuiine, die er een surrogaat van is. Dat wordt bedoeld door het onderhavig wetsvoorstel. Na rijpe beraadslaging, denken de onder- geteekenden vrede te mogen hebben met het bedrag van 2.5 frank per honderd kilo voor de hop, bedrag gelijkstaande met dit van het conventioneel tarief in Duitschland, en 5 fr. lager dan het recht van 3o fr.dat in Fran krijk wordt geheven. Laten wij zeggen, als punt van vergelijking, dat de invoerrechten 85 fr. bedragen, in Rusland, en 140 fr. in de Vereenigde Staten. Is het wel noodig te zeggen, dat de onder teekenaars van het wetsvoorstel, dat voorstel doende, geenszins ten doel hebben de brou werij te treffen Alwie invoerrechten op de hop voorstond, bekreunt zich om de zaak te weten op wie het recht zou drukken. Het Verslag door de provinciale Land- bouwcommissie voor Oost-Vlaanderen op gemaakt over den toestand van den handel in landbonwvoortbrengselen, door deze Ver gadering eenparig aangenomen in 1902, acht dat vermits er niet meer dan 3oo tot 400 grammen hop per hectoliter wordt gebezigd, een recht van fr. 0.20 per kilo; de voortbren gingskosten met fr. 0.06 per hectoliter zou vergrooten, wat onbeduidend is, gezien den hoogen verkoopprijs van de zoogenaamde Duitsche biersoorten Het verzoekschrift op 22 April 1903 aan de Kamer gestuurd door de Commissie te Aalst aangesteld met het oog op het verbe teren van de hopteelt en den hophandel en namens deze instelling onderteekend door de heeren Geeraerts, voorzitter, en Reyniers, secretaris onderzoekt dat punt meer omstan dig en besluit als volgt De brouwerijen met lage gisting bezigen gemiddeld 400 grammen hop per hectoliter bier. Een recht van 25 frank de 100 kilo zou dus een hectoliter bier treffen met fr. o. 10. De brouwerijen met hooge gisting bezi gen gemiddeld, voor bier met 3ü.2°(densiteit)- 3 kilo inlandsche hop Petit Journal du Brasseur, 1901, bl. <56), per 100 kilo gestort mout, of 280 gram per hectoliter het recht zou dus den hectoliter bier treffen met fr. 0.70 in geval het invoerrecht den prijs der hop met 25 frank doet stijgen. Die cijfers, gesteund op de inlichtingen gegeven door de brouwerij, werden nooit ernstig betwist. Zij bewijzen op on wederlegbare wijze dat een invoerrecht van 25 frank geen nadeel kan berokkenen aan de brouwerij, noch den prijs van 't bier per ton of per glas doen opslaan. Niettemin, daar de ondergeteekenden vurig verlangen aan de brouwerij een afdoend bewijs te leveren van de rechtschapenheid hunner inzichten, verklaren ze, dat zij zich geerna willen aansluiten bij eiken accijns-of solidariteit onder brouwers en hopkweekers, j om de hoop uit te drukken dat zij dei beteekenis niet zullen overdrijven van een wetsvoorstel, dat met aandrang door den Landbouw wordt gevraagd en ruimschoots is gerechtvaardigd èn door den bêdenkelijken toestand waarin de hopkweekers zich bevin den èn door de toltarieven van landen als Duitschland en Frankrijk. Het wetsvoorstel voorziet dat het invoer recht op de hop en de lupulsn- slechts k rekenen' van 1 Maart 1900 zal won! u geheven, omdat de Regeering dien datum heeft aangewezen als zijnde de datum waarop het toltarief, gehuldigd door liet hamJdsw» drag van 22 Juni 1904, waarschijnlijk m werking zal treden. tooi in Hen i'iig dat de kornniissaris ten gronde tel leizelVi mijfl bracht een ander lieni" y0„. aftip'-li toe. !)e pólici'e "gelukl'e er toch in al v-oesuards te overmeesteren en in't droog i« et ten cie kerels waren drag.-rs van haodui«s. en en t.-iMiers,onder de ttle< ren verborgen.'t j> •t b(t|n-:i «ui rene voorbeeldige straf dit gespui» ooriansi ur lust zal ontnemen in 't vurvc ug or. ui-aie rust te sioonri. volg Maa,.d.i UIL'luk Oj> i' I: ticII Min'! 2-i R. COLAliRT, L. de Bethune, L. De Coster, J Van Der Linden, F. VAL M ER RIS, Ch. Woeste. YP Sj)OOI'\Y(irr_ t ge;, .cru Mont a-Lsux. ila sl;i T \w.rkui.iii vau Mwskroen, Kiebard ut 20 jaar oud; ti;.i werd door d-,n oi 11 uaaf Frankrijk,die rood 8 ure langs Mom i L uN vvniroiistoomi,vci'ra;t en beetu-n i0 Rni« ün algfeden. Een baanwachter slaoiitollur eeuige minuien ian-r i|.,„ aan v') mi '1.-11 o Hindi Talie ,.iar ulo'ti iplt; del) lokouioiief en vuil Mocskfoen gekwetste Op cen.i voui-;.,jjSju0" voeule, het» naar m. r<U wmtI vei-vuis,., giisrows overgebraciii. Iii u de e,- lo; en heelt. vretM men dat hij i,i7i ■uig meer leven /.al. M-u w..-a ui, t iioe .M&fclUK g' bnif'd i:>. tl't tolmaatregel die voor gevolg zou hebben de brouwers te bevoordee.en in de geringe mate waarin de stemming van onderhaving wets voorstel ze zou kunnen treffen. Het Verslag van de Commissie voor de hop, ingesteld bij besluit van 28 December igo3, levert overigens het bewijs van de pogingen sedert eenige maanden door de brouwerij aangewend om bij te dragen tothet verbeteren van de hopteelt, en het tastbaar bewijs van de innerlijke, wezenlijke waarde onzer inlandsche hop, waarde die steeds meer zal blijken, dank zij de hartelijke samenwerking van brouwers en hopkweekers. Wij doen een beroep op het aloude gezond verstand van brouwersambacht en op de mijnen brief iets verklaren Neen, maar zeg hem alles te zullen mededeelen als hij in uwe tegenwoordigheid zal zijn. Maar... zal Fritz hem niets openbaren. Geen nood,indien gij hem eveneens een briefje stuurt, uwe onderrichtingen diens- aangaande bevattende. Ik begrijp. Welnu, ik zal aan... Carl schrijven en als hij hier zijn zal rnaak ik hem met zijne ware afkomst bekend, alsook met zijnen waren naam. Ik stel bemin het bezit van zijn erfdeel... Doch behoudt voor u de duizenden weike hetzelve u heeft bezorgd, want gij hoeft u niet te ontblooteri, heer. Carl heeft enkelijk recht aan de som, welke gij van uwen broeder hebt geërfd.Is dit kapitaal nu bijna verdubbeld, dat doet er niets toe. Ai het overige is het uwe. oogenblikkelijk aan uwen neef een teederen briefschrijven. Ik? Hem schrijven? Ja, waarin gij hem bericht met Ver stemming en hoogste geluk vernomen t hebben dat hij, uw neef, geenszins dood i. zooals geboekt staat.... Gij moet aan de zoon uws broedejs een goed verzonneu sprookjen opdisschen, welkik u zal mededeelen. Ha zoo gij nu eens de rol van edelen weldoener wilt vervullen, zal u dit mogelijk zijn. Gij .ontbiedt den jongen man naar Keulen. Ik ontbied dus mijnen neef naai Keulen Ja, en gij maakt hem in een feedei onderhoud, och ja, zijne ware afkomst be kend. Gij geeft hem zijnen echten naam.... En ook de fortuin zijns vaders Juist, gij begrijpt! Ja dit ware het eenige middel om mijne gerustheid terug te krijgen dacht de erfe- nisdief. Hij .bezag zijnen hofmeester vlak in het gelaat en spr.ak beraden Welaan, 't is beslistIk zal oogen blikkelijk naar mijnen neef te Antwerpen ■schrijven, om hem naar Keulen te roepen. Ja, teneinde er hem eene hoogst be langrijke mededeeling te doen, heer. Moet ik aangaande zijne afkomst in Het mijne maar. Ochhoe laug nog zult gij bet bezitten! gromde de fielt hardvochtig, gij zijt reeds bejaarden meteen voet in tgraf.... Inderdaad en zoo kan ik ook maken dat de arme jongeling, dien ik zoo erg heb verongelijkt, met de uitverkorene zijns uerten kunne huwen. Marcus meesmuilde schamper -- Hum met zijne uitverkorene of... eene andere Uw neef moet hier te Keulen in het huwelijk treden. Hier,maar met wie? Yoet hij misschien zijne geliefde medebrengen, man Volstrekt metHier zijn meisjes ge noeg die huwbaar zijn. Natuurlijk, doch wie zou aan mijnen neef wel passen Wie Och ik ken een meisje. Gij 't zal wat zijn Mag men weten, wie zij is Gewis,heer,'t is mijn dochter Gretcken. Nu schoot de huisheer in een luiden lach. Ha, ha, ha, dat is wat moois riep hij uit. Weihoe, gij durft he't uitspreken, man Mijn neef, .een frupgche jongen, zou de man moeten worden van uwé le.eiijke deern Och kom gij zijt zot, mensch, ha, ha, ha En de huisheer lWk dat hij r -bohlff Edoch rap verzwond zijn M'Vl' want Marcus weêrvo1' m. et i t woord dat zegt Die lest lacht, Best lacht Naar den duivel met uwe spreek woorden gromde de andere dof, want de kille toon zijns tegensprekers deed hem eene gewaarwording ondervinden, alsof koud water over zijnen rug werd ui gestort. Hameester, gij lacht niet meer, hernam de plaaggeest sarrend. Ook hebt gij gelijk weder ernstig te worden want de zaak is wel waard. Een huwelijk van uwe dochter Gret chen Gij wilt mijnen neef met haar doen trouwen Alle bliksems dat kan niet zijn Zeer we! gij zweert en windt u op. Zoo heb ik u liefst I Neen kerel, nu hebt gij het erg mis? Mijn neef' zal trouwen, ja, met de vrouw zijner keuze. Ik wil hem gelukkig maken, ah ware 't maar om eenigszins te vergoeden wat ik hem heb misdaan. Gij weigert dus - Ik weiger vast Marcus Reyndel stond op. Zoodat gij niet wilt dat mijne dochter, die toch een eerlijk meisje is, met uwen neef trouwe Volstrekt nipt i Dat is mij nu al te gek! Wat denkt gij wel Neen man uwe dochter huwt niet met mijnen neefVerstaat gij dat? Zeer duidelijk en 't schijnf mij ook voor wat er mij te doen staat. En Marcus stapte naar de deur. Firstman sprong hem achterna en weer hield hem bij den arm, uitroepende Ho wat hebt gij voor, kerel De fielt keerde zich om. Gij wilt het weten, morde hij bedrei genei, welnu ik ga van hier en wel zoo recht waar 't behoort En waarheen is dat Naar 't gerecht Firakman sloeg de handen aan de slapen en,s>^ende hartscheurend. JE Godwaar ben ik toch gekomen Ik ut noodlottig geprangd in de snoode handen van een gewetenloozen schurk. Marcus liet een scherp gelach hooren. Firstmah was geweldig getroffen. Gij wreef' met de vlakke hand over het voorhoofd en zuchtte onhoorbaar Maandag morgen, kwam bij d^n E. II. lM«n De Brouwer, een onbekende, zeggeu(Se M Wilmot van Kortrijk te noemen, en van M Uveitis, wiens moeder men verleden wm-k be graven bad, als gelastigde aangesteld te zijn met de /.alien van de familie Iwei-ns- du Cluuel de la Housvardciie. Hij vroeg eerst wat de verschillende jaarge tijden moesten kosten, zegde dat de la-nuli» Uveitis haastig was 0111 alles te vereffenen eu vroeg of men reeds de rekening der begrafenis kosten had ontvangen. De E. li. Deken ani woordde dat de rekenjng gemaakt was, maar dal hij niet wist als de koster M. Vaudromine, te reeds had ontvangen. Op di! zeggen, begaf zich dt; gewaande v.-ref- fenaar bij den koster. Hier herhaalde bij nor maals zijrm beweringen, naam en hoedanigheid en vroeg den koster of hij zien reeds met de rekening aangeboden had. Deze antwoordde bevestigend, maar voegde erbij dat niet een lid der familie t'huis w:.s en dat bij moest ues anderdaags terugkecren. De. at'iruggelaar vroeg dan de rekening en beloofde het geld Seffens U bezorgen. De koster weigerde, omdat hij hem niet kende. De onbekende vroeg dun om de rekenig te mogen zi -n. omdat, zeide hij, bondig mui het bedrag te kennen voor den inventaris op ie maken. L)e koster loonde de rcMkuiug. b> dftruggelaar zei alsdan dat de koster zich in het doodenhuis met. meer moest aanbieden, maar wel bij den Notaris Luuwers, die mei de schuldvereffening gelast was. De onbekende vertrok. Do valsche Wilmot, begaf zich bij M. Iwein.s kapitein-bevelhebber her Gidsen. Daar zeide hij dat hij een kerkbediende was en gekomen om de uren der gevraagde missen l.e wijzigen. Na dit gedaan te zijn, zeide ni-j bet antwooid van den E. II. Deken Ie brengen. Wat later, kwam uij eigentlijk terug, zeggende dat bel' wel was en dat de E. H. Deken le /elfder tijde gevraagd bad om ut: rekening eer begratVuiskosten te vereffenen. Hij haalde uit zijne beurs een kwijt schrift door hem zelf gemaakt, mei van ondei een valsch baadlcesen van den E. H. Deken. Mijnheer Ivveins betaald Deze bedriegerij wierd Dinsdag morgen ge kend, toen de koster aan M. I wei us vroeg, als het eigentlijk waar was, dat bij de rekening bij den Heer Notaris Lauwers mocht ontvangen. De aftruggelaar is onbekend in Yper, hij is vau middelmatige grootte,met grijsachtig haar, kort afgesneden, zwarte knevels, neerliggende kol, donker grijze frak hij gaat met gebogen rug en schijnt van 50 tot 55 jaar oud. KOMEN Zondag had een bal plaats ter gelegenheid van halfvasten, in de herberg Sle-Anne. Drie dronken kr-reis vielen er aau 't vechten d- policie en de gendarmerie moesten tusschen somen een der gendarmen bekwam stampei) en vuistslagen. De drie woetftaards werden in 't droog gezet en proces-verbaal ten hunnen laste werd opgemaakt. Een hunner werd in h oezit gevonden vau een en hamer dien bij op de bor.-.t verborgen bad. Maandag liepen in de Statiestraat alhier nog t-enme grensschuimers rond, nog niet ontnuch lerd van den zondag, en stichtten er schandaal, üe ieverige poticiekommissaris, geholpen d >01 twee gendarmen, zag ziet* verplicht de woel- maket s naar 't gevang te leiden, doch de kerels boden hevigen tegenstand. Een hunner gaf oen policiekornmissaris zulken geweldigen hoofd Ach 't is waar,de schelm heeft gelijk. Marcus zag zijnen meester met helsch genoegen. Welnu, moet ik uw verklikken grijnsde bij. Zal mijn neef' tevreden zijn met hetgeen gij voorstelt Zal hij niet halsstarrig wei geren een ander meisje dan zijn gelietde te huwen O wees gerustIk zal uw wel het middel aan de hand doen om hem te over halen. Wees gerust, hij zal aannemen eu zeer geredelijk. Wat kan die geliefde uit Antwerpen wel zijn Een arme eenvoudige deern. Stem toe in hetgeen ik vraag dan zal ik verder voor ailes zorgen eu gij blijft de alomgekende heer Rudolf Firstman, want niemand zal iets weten en men zal u ten hoogste prijzen om zoo onbaatzuchtig de fortuin uws broeders aau zijnen weerge vonden zoon teruggeschonken te hebben. De gansch overwonnen man boog het hoofd, liet de armen slap nederhangen en morde dof Helaas ik kan niet verder... Dat uw wil geschiede Gij zegepraalt, ellendige Marcus Reyndel werd door een onzalige vreugde vervoerd. Hij greep de hand van zijn zuchtenden meester en riep uit Gij stemt dus toe in het huwelijk van uwen neef met mijne dochter Kan ik anders, boef Ha Goed heer, gij zult het niet te beklagen hebben. Doe nu oogenblikkelijk den jongeling hier komen, om hem eene hoogst belangrijke mededeeling te doen doch zonder hem vooralsnu te laten weten dat gij zijn oom ?ijt of iets anders. De huisheer was terug in zijn zetel gaan zitten. Laat mij, steende hij schor, ik zal alles doen wat gij wilt, doch laat mij aileen. Ik gehoorzaam. Tot weldra meester. En de deur geopend, verliet de snoode holmeester de plants. Als hij buiten dezelfde was, wreef hij zich de handen en mompelde vervoerd 't ls geluktHo nu zal mijne dochter huwen om rijk te worden. Zou hij zich niet schrikkelijk bedrogen vinden?... Zffmi ik morgen, ffnd 10 1/2 ntv, werklieden vanden ijzeren weg vlammen'opslaan .111 Ilr-IMI'OOICU .i.<k Vdtl i'CI) OuÜüW-OuilU 11111,',.. '•«ui, Bonmviiiesiraj', -ii. lb-i noodsein uvrj ■eueven bij uuduel van de stoomfluit van eéne mkoniólief. Men beeft de naburige huizefcéas 5UUnou vrijwaren. Vau het liuizekeu schiet Mechls ecu puinhoop over. Er beslaat Vennr ring. M 11 deukt dat er kwaüdwffUghe.d iu iut S|H 1 iS. WYTSC1JAETE Zondag «ach! hebben verscheidene jongeiiQ. gen dezer geiueeute, up het gebuchi'üe Kruisstraat lievig gevoc; ten. Zekere Eiuict BeGjhe,kreeg zulk eea geweldigen schop ü;'u zijn been gebroken werd. Er is tegen dsn dader proc/s-verbaal opgemaakt. Bij Leopold Verhuile zijn dieven ingebroken en hebben er al gestolen wat zij konden, zooals t.lettieren, scho.-.n.en, enz. De diefstal gebeurde, 's voormiddags. Toen de man 's middags thuis ■kwam eu zag wat er gebeurd was, verwittigde hij seffens d i policie. Tot biertoe is de dief nog niet gekend. BLANKENBERG IIE Maandag avond had er in de hérberg op don hoek der West- en Kleine Weststraat, een lievig gevecht plaats, tusschen een tiental per sonen, wuroudt-r d ij vrouwen.' üe mannen waren allen bedronken. Stoelen eu tafels wer den naar elkanders hoofd geworpen, waardoor de vechters nog at zwaargewond werden; ue toog, welke vol glazen eu flesscben stond,werd gansch leeg gevaagd en eenige ruiten der glazendeur vlogen ook aan stukken. Eindelijk, de vechters buiten geraakt zijnde, was bel. vreeselijk om zien, boe de mannen en vrouwen elkander afsloegen zelfs werden de messen getrokken en werde i er twee mannen gestoken Edmond A- rents, visscber,wonende boek der Smcde en fluyrslraat, bekwam drij vreeselijk" messteken. Naar het schijnt, zou de dader gevlucht zijn. JABBEKE Over eenige weken bad, zooals men weet, te Jabbefce eene ontmoeting plaats tusschen een jachtwachter en drie wildstr.oopers.Deze losten hunne geweeren op den jachtwachter, die in staat van we tig».- verdediging verkeerende, op zijne bi urt op de aa valiers schoot. Een dezer laatsteri, zekere Vermoortel, werd getroffen en uoodelijk gekwetst. Ver moortel die in dienst was bij de lansiers t<- Brugge, werd naar het krijgsgasthuis gebracht, waar hij eenige dagen later overleed. Zaterdag nu, rond 4 ure 's morgens, werd de genaamde Ivo Van Troyni, een jongeling van 18 jaar, door den veldwachter Anihierens, vanJabbeke, vergezeld van genaarmen, aange houden. De aangehoudene word beticht van moordpooging. Oumiddelijk na de ontmoeting met dm jachtwachter was Van Troyen met een der wiidsiruopers weggevlucht. Men ver wacht zich aan de aanhouding van deze laatste. BOSSUYT In deze gemeente woont een 72 jarige man, H. üefrenne, gansch alleen hij heeft den naam geld te bezitten. Zaterdag avond rond 10 1 2 ure drongen verscheidene bandieten in zijne woning, grepen den ouden man vast en dwon gen hem de plaats aan te duiden waar het geld lag. Daar hij weigerde en weerstand bood, kloof een der bandleden het slachtdier den schedel, bij middel van eene bijl. Op't zelfde (Ogenblik hoorde de bende buiten geruchten nam de vlucht. De toestand van het slachtoffer is zeer erg. IV Boven goud en schatten De kunstschilder Johan Lundig CarJ weinig verwonderd Firstman was niet toen hij eenen brief ontving, uit Keulen naar hem gericht, en waarin hij dringend werd uitgenoodigd de reis naar de duitschestad te ondernemen, om aan de schrijver een bezoek te brengen,tijdens hetwelk de vreem de, die met den naam van Rudolf Firstman teekende, aan den jongeling een hoogst belangrijke mededeeling zou doen. Die brief werd hem overhandigd door zijn gewaanden vader, die er nu zoo onverklaar baar zonderling uitzag, alsof ware er hem een groot ongeluk geschied. Ha de handlager van den erf'enisroover had van dezen eveneens een brief ontvangen waarin Firstman hem geruststelde en de verzekering gaf zelf alle moeilijkheid en bezwaren uit den weg te ruimen, zoodat de gewezen koetsier geene vrees meer moest hebben en diensvolgens zoo verblijd werd als een kermisvogel. Edoch, Johan sloeg geen acht op 's mans ongewone vreugde, daar hij te veel bezig was met die buitengewone nieuwstijding hem uit den vreemde toegekomen. Fritz Heimer had reden om verblijd te zijn. Hij ontving van zijnen medeplichtige tevens ook de aanmaning aan zijnen pleeg zoon de reis naar KeuFn sterk aan te raden, zonder hem nochtans het minste te verhalen wat zijn verleden betrof, en wanneer de jonge kunstenaar den brief toonde, door Firstman gestuurd, dan gebaarde de fruit koopman van niets, maar wakkerde den jongeling aan, er den heer te gaan vinden, die zijn thuiswijs nauwkeurig had gegeven- Jongen, had Fritz Heimer gezegd, wie weet waarom dat is. Misschien moet gij een portret of een ander schilderij vervaardigen die u tegen hoogen prijs zullen betaald worden De jeudige kunstschilder had het hoofd twijfelend geschud. Ach I mompelde hij, denkt pij dan, vader, dat mijne faam reeds zoo groot is, dat zij zich tot in Duitscklaud uitstrekt. Vervolgt

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1905 | | pagina 2