pi
MENG ELM A i:
VERDWENEN
Ooppe
jLïï
U
i f
moeskroen
Goed. meester er 11
1
1 'i V'i
Ziehier de toelichting door de heeren
Colaert et An gegeven bij hun wetsvoorstel
over de hommel.
Mijne Heeren
Sedert lang vragen de landbouwers dat er
eene belasting op den invoer van uitlandsche
hop worde gelegd.
Ter vergadering van ign Februari 1902,
trad de Centrale Landbouwmaatschappij van
België, na het verslag van Baron L. de
Bethune over het vraagstuk te hebben ge
hoord, eenparig toe tot de navolgende beslui
ten samengevat door den heer prof. Leplae
De Centrale Landbouwmaatschappij van
België
Gezien den zeer ongunstigen toestand
der hopteelt in België uit hoofde van den
volstrekt vrijen invoer der uitlandsche hop
Gezien de groote kosten verwekt door
de hopteelt en de pogingen in aide hopstre-|is belast.
't Valt ons moeilijk te gelooven dat Duitsch-
land, dat schier nagenoeg al de hop invoert
die in België komt, op onzen invoer ten
zijnent een verbodsrecht zou willen leggen,
nagenoeg gelijk staande met de waarde van
het getroffen voortbrengsel welnu, er dient
opgemerkt dat het in Duitschland aangeno
men tarief geen minimum is en niet verhin
deren zou dat er overeengekomen werd voor
een lager tarief.
Niet in den zin ten voordeele van be
lasting bij den invoer in België, maar wel in
de meening dat de Regeering de grootste
pogingen dient aan te wenden om in Duitsch
land vrijen invoer van Belgische hop te
verwerven, doen wij u het voorstel om de
ons voorgelegde verzoekschriften te verzen
den naar den heer Minister van Financiën en
den heer Minister van Landbouw.
Ter vergadering van 22 Mei 1903 werd
door de heeren De Backer en Daens een
wetsvoorstel ingediend, bepalende dat op
vreemde hop een rechuwordt geheven gelijk
staande met dit waarmede de Belgische hop
ken van België aangewend tot verbetering
der hopteelt
Gezien het aanzienlijk bedrag van de
loonen door de hopteelt betaald en die ruim
schoots ten goede komen aan de arme ar
beidersbevolking der hopstreken
Gezien zeer weinig belgische biersoorten
uitlandsche hop vereischen bij 't brouwen
i) Gezien de Regeering, de rechten, bij
voortkomend geval te leggen op hop en
mout, gemakkelijk kan vergoeden door het
invoerrecht op uitlandsch bier te verhoogen;
Gezien vooral de hooge rechten waar
mede de hop werd getroffen in Frankrijk, en
het nog hooger recht waarvan de stemming
in Duitschland gevraagd wordt
B Verzoekt de Regeering over te gaan tot
de herziening van de bestaande wetten die
de hop vrij van rechten in België laten
binnenkomen, en een voldoende recht te
leggen op de uitlandsche hop.
Het verslag van den Hoogeren landbouw
raad, die het vraagstuk onderzocht in den
loop van den zittijd van 1902, komt insgelijks
tot het besluit dat een invoerrecht van ten
minste a5frank per 100 kilo op de hop worde
gelegd.
Anderzijds, werd in zeer talrijke tot de
Wetgevende Kamers gerichte verzoekschrif
ten vrijen invoer van onze hop in de vreemde
landen gevraagd of, bij gebrek aan dien vrijen
invoer, de instelling van een invoerrecht op
uitlandsche hop.
In een verslag, de Kamer aangeboden over
een verzoekschrift van inwoners van Assche,
gedagteekend i5 Mei 1901, om namelijk
vrijen invoer voor de belgische hop in de
naburige landen te verkrijgen, zegde de
achtbare heer Feron den 8" Augustus 1901
Het ware te wenschen dat men het ver
zoek van het Landbouwcomice van Assche
kon inwilligen. De hopteelt in België ver
keert immers in uitzonderlijke nadeelige
omstandigheden
Terwijl uitlandsche hop vrij van rechten
in ons land binnenkomt, is de belgische hop,
bij den invoer in Duitschland belast met een
recht van 14 mark of fr. 17.50 de 100 kilo.
Het invoerrecht in Frankrijk bedraagt
3o frank.
Dat is eene schreeuwende ongelijkheid.
Ter zitting van 7 Mei igo3 bracht ons
betreurd medelid, de heer Beauduin. namens
de bestendige Commissie voor de Nijverheid
insgelijks verslag uit over talrijke verzoek
schriften aan de Kamer der Volksvertegen
woordigers gezonden door de belanghebben
de landbouwers en de landbouwcomicen,
vragende dat een invoerrecht worde gelegd
op uitlandsche hop, en terzelfder tijd over de
verzoekschriften van brouwers opkomende
tegen datzelfde invoerrecht. In dat verslag
besluit de heer Beauduin als volgt
Dus is het eindbesluit dat, moeten onze
hopvoortbrengers trachten hunnen toestand
zeiven te verbeteren door verbetering van
hun voortbrengsel, en aldus te herwinnen de
vrije markten die zij verloren, de Regeering
evenwel tot plicht heeft om, bij onderhande
ling over onze handelsverdragen, krachtda
dig de belangen der hopteelt te verdedigen
Mengelwerk van 7 Nieuwsblad van Yper, Nr 2
door HENDRIK DE ZEINE
DERDE DEEL
Een noodlottige getuige
III
Waar een booswicht overwon
Daar Alle duivels nu meent hij mij
geneesheer Wat gemeens heeft uwe Ho
mceopathiemet mijn neef en zijn huwelijk
Zeer veelImmers, wat zeggen d
geneesheeren? nSim.ilia similibus curantur
En zoo beweren zij eene kwaal door deze-
kwaal zelve te kunnen genezen.
De huisheer hief de schouders op.
[Jw neef wil trouwen eu dit wordt uw
verderf. Welnu, doe gij hem trouwen en
't is uwe redding 1 Gij moet van twee kwalen
de minste kiezen. Diensvolgens zult gij
De middenafdeeling, die dat wetsvoorstel
onderzocht, verwierp heten het Verslag van
den achtbaren heer Verhaegen besluit nage
noeg in dezelfde bewoordingen als dat van
den heer Beauduin.
Wat het aanstaande handelsverdrag met
Duitschland betreft, drukt de middenafdee
ling den wensch uit dat het vraagstuk dei-
rechten op hop voorbehouden worde en het
onderwerp zij van latere bijzondere schikkin
gen tusschen de twee landen. Zij hoopt
daarenboven dat de Regeering, gesterkt door
de billijkheid van dergelijke vraag, er in zal
gelukken onze machtige naburen te doen
afzien van alle invoerrechten op Belgische
hop.
Daar Duitschland hopsoorten voorbrengt
die over 't algemeen beter zijn dan de Bel
gische, heeft dat land onze mededinging niet
te duchten noch hinderpalen op te werpen
tegen de overrompeling van zijn grondgebied
door onze hop.
De middenafdeeling acht dat, indien het
vraagstuk der invoerrechten op Belgische hop
in Duitschland afzonderlijk kan afgehandeld
v/orden en geen deel uitmaken van eene
algemeene overeenkomst, die ten koste onzer
hopteeiers zou gesloten zijn of schijnen, de
toestand der onderhandelaars van Belgische
zijde sterker zon wezen tegenover de onder
handelaars van Duitsche zijde.
De vrees dat Belgie een tolstelsel van
wederkeerigheid kan aannemen, zou mogelijk
tot de afschaffing leiden van de invoerrechten
op Belgische hop in Duitschland.
Als gevolg op het voorstel van den heer
Woeste, ter Kamerzitting van 8 Juli 1903,
werd door den Minister van Landbouw, bij
besluit van 28 December igo3, eene commis
sie aangesteld, hebbende tot opdracht uit te
zien naar alle maatregelen van aard om den
toestand der hopteeiers te verbeteren. Deze
Commissie, voorgezeten door den heer De
Bruyn, verrichtte uitmuntend werk, inzon
derheid met het oog op het verbeteren van
de teelt, de rangschikking onzer inlandsche
hop en het verwekken van nieuw vertrouwen
onder hopteeiers en brouwers,
Het Verslag, op 3o November 1904 door
de Commissie aangeboden, verklaart de tol-
quaestie voor te behouden.
Het Verslag stelt echter vast dat, bij het
onderzoek in de hopstreken, de landbouwers
den vrijen invoer voor onze hop in de vreem
de landen, of ten minste vermindering van
de rechten door die landen geheven, zooniet,
de wederkeerigheid hebben gevraagd.
Het handelstractaat van 22 Juni 1904,
gesloten tusschen Belgie en het Zollverein
schenkt gedeeltelijk voldoening aan de hier
boven uitgedrukte wenschen. Terwijl het
tractaat van 6 December 1891 verdragsgewijs
de heffing huldigde van een recht van fr 17.30
op onze hop bij den invoer in Duitschland,
en den vrijen invoer van de Duitsche hop in
Belgie, wordt in het nieuw tractaat van 22
Juni 1904 de vrijheid van beide landen voor
oehouden, hun wederkeerig het voordeel
verzekerende vari het beding der meest begun
stigde natie.
Uit dat alles blijkt, eenerzijds, dat de Bel
gische hop bij den invoer in Duitschland,
niet het recht van het algemeen tarief zal
betalen, maar bet verlaagde recht van het
conventioneel tarief toegestaan aan de meest
begunstigde natie, dat is, in deze, Oostcnriik-
Hongarije, dus 20 mark of 25 frank ander
zijds, dat het invoeren van een eenvoudig
wederkeerig tarief, zooals dar. voorgesteld
door de heeren Daens en De Backer, al ware
het nog toepasselijk in beginsel, feitelijk zou
leiden totde bevestiging van algeheeien vrijen
invoer voor uitlandsche hop, juist omdat het
samengaat met het beding der meest bei oor
deelde natie.
Wil men eene ernstige voldoening schen
ken aan de eischen der hopteeiers, dan is
het dus onontbeerlijk een vast invoerrecht te
heffen op de hop en de lupuiine, die er een
surrogaat van is.
Dat wordt bedoeld door het onderhavig
wetsvoorstel.
Na rijpe beraadslaging, denken de onder-
geteekenden vrede te mogen hebben met het
bedrag van 2.5 frank per honderd kilo voor
de hop, bedrag gelijkstaande met dit van het
conventioneel tarief in Duitschland, en 5 fr.
lager dan het recht van 3o fr.dat in Fran
krijk wordt geheven. Laten wij zeggen, als
punt van vergelijking, dat de invoerrechten
85 fr. bedragen, in Rusland, en 140 fr. in de
Vereenigde Staten.
Is het wel noodig te zeggen, dat de onder
teekenaars van het wetsvoorstel, dat voorstel
doende, geenszins ten doel hebben de brou
werij te treffen
Alwie invoerrechten op de hop voorstond,
bekreunt zich om de zaak te weten op wie
het recht zou drukken.
Het Verslag door de provinciale Land-
bouwcommissie voor Oost-Vlaanderen op
gemaakt over den toestand van den handel
in landbonwvoortbrengselen, door deze Ver
gadering eenparig aangenomen in 1902, acht
dat vermits er niet meer dan 3oo tot 400
grammen hop per hectoliter wordt gebezigd,
een recht van fr. 0.20 per kilo; de voortbren
gingskosten met fr. 0.06 per hectoliter zou
vergrooten, wat onbeduidend is, gezien den
hoogen verkoopprijs van de zoogenaamde
Duitsche biersoorten
Het verzoekschrift op 22 April 1903 aan
de Kamer gestuurd door de Commissie te
Aalst aangesteld met het oog op het verbe
teren van de hopteelt en den hophandel en
namens deze instelling onderteekend door
de heeren Geeraerts, voorzitter, en Reyniers,
secretaris onderzoekt dat punt meer omstan
dig en besluit als volgt
De brouwerijen met lage gisting bezigen
gemiddeld 400 grammen hop per hectoliter
bier. Een recht van 25 frank de 100 kilo
zou dus een hectoliter bier treffen met fr. o. 10.
De brouwerijen met hooge gisting bezi
gen gemiddeld, voor bier met 3ü.2°(densiteit)-
3 kilo inlandsche hop Petit Journal du
Brasseur, 1901, bl. <56), per 100 kilo gestort
mout, of 280 gram per hectoliter het recht
zou dus den hectoliter bier treffen met fr. 0.70
in geval het invoerrecht den prijs der hop
met 25 frank doet stijgen.
Die cijfers, gesteund op de inlichtingen
gegeven door de brouwerij, werden nooit
ernstig betwist.
Zij bewijzen op on wederlegbare wijze dat
een invoerrecht van 25 frank geen nadeel kan
berokkenen aan de brouwerij, noch den prijs
van 't bier per ton of per glas doen opslaan.
Niettemin, daar de ondergeteekenden vurig
verlangen aan de brouwerij een afdoend
bewijs te leveren van de rechtschapenheid
hunner inzichten, verklaren ze, dat zij zich
geerna willen aansluiten bij eiken accijns-of
solidariteit onder brouwers en hopkweekers, j
om de hoop uit te drukken dat zij dei
beteekenis niet zullen overdrijven van een
wetsvoorstel, dat met aandrang door den
Landbouw wordt gevraagd en ruimschoots
is gerechtvaardigd èn door den bêdenkelijken
toestand waarin de hopkweekers zich bevin
den èn door de toltarieven van landen als
Duitschland en Frankrijk.
Het wetsvoorstel voorziet dat het invoer
recht op de hop en de lupulsn- slechts k
rekenen' van 1 Maart 1900 zal won! u
geheven, omdat de Regeering dien datum
heeft aangewezen als zijnde de datum waarop
het toltarief, gehuldigd door liet hamJdsw»
drag van 22 Juni 1904, waarschijnlijk m
werking zal treden.
tooi in Hen i'iig dat de kornniissaris ten gronde
tel leizelVi mijfl bracht een ander lieni" y0„.
aftip'-li toe. !)e pólici'e "gelukl'e er toch in al
v-oesuards te overmeesteren en in't droog i«
et ten cie kerels waren drag.-rs van haodui«s.
en en t.-iMiers,onder de ttle< ren verborgen.'t j>
•t b(t|n-:i «ui rene voorbeeldige straf dit gespui»
ooriansi ur lust zal ontnemen in 't vurvc
ug or. ui-aie rust te sioonri.
volg
Maa,.d.i
UIL'luk Oj>
i' I: ticII
Min'! 2-i
R. COLAliRT,
L. de Bethune,
L. De Coster,
J Van Der Linden,
F. VAL M ER RIS,
Ch. Woeste.
YP
Sj)OOI'\Y(irr_
t ge;, .cru Mont a-Lsux. ila sl;i T
\w.rkui.iii vau Mwskroen, Kiebard
ut 20 jaar oud; ti;.i werd door d-,n
oi 11 uaaf Frankrijk,die rood 8 ure langs Mom
i L uN vvniroiistoomi,vci'ra;t en beetu-n i0
Rni« ün algfeden. Een baanwachter
slaoiitollur eeuige minuien ian-r i|.,„
aan
v') mi
'1.-11 o
Hindi
Talie
,.iar
ulo'ti
iplt; del)
lokouioiief en
vuil Mocskfoen
gekwetste Op cen.i voui-;.,jjSju0"
voeule, het» naar m.
r<U wmtI vei-vuis,.,
giisrows overgebraciii. Iii u de
e,- lo; en heelt. vretM men dat hij i,i7i
■uig meer leven /.al. M-u w..-a ui, t iioe
.M&fclUK g' bnif'd i:>.
tl't
tolmaatregel die voor gevolg zou hebben de
brouwers te bevoordee.en in de geringe mate
waarin de stemming van onderhaving wets
voorstel ze zou kunnen treffen.
Het Verslag van de Commissie voor de hop,
ingesteld bij besluit van 28 December igo3,
levert overigens het bewijs van de pogingen
sedert eenige maanden door de brouwerij
aangewend om bij te dragen tothet verbeteren
van de hopteelt, en het tastbaar bewijs van
de innerlijke, wezenlijke waarde onzer
inlandsche hop, waarde die steeds meer zal
blijken, dank zij de hartelijke samenwerking
van brouwers en hopkweekers.
Wij doen een beroep op het aloude gezond
verstand van brouwersambacht en op de
mijnen brief iets verklaren
Neen, maar zeg hem alles te zullen
mededeelen als hij in uwe tegenwoordigheid
zal zijn.
Maar... zal Fritz hem niets openbaren.
Geen nood,indien gij hem eveneens een
briefje stuurt, uwe onderrichtingen diens-
aangaande bevattende.
Ik begrijp. Welnu, ik zal aan... Carl
schrijven en als hij hier zijn zal rnaak ik
hem met zijne ware afkomst bekend, alsook
met zijnen waren naam. Ik stel bemin het
bezit van zijn erfdeel...
Doch behoudt voor u de duizenden
weike hetzelve u heeft bezorgd, want gij
hoeft u niet te ontblooteri, heer. Carl heeft
enkelijk recht aan de som, welke gij van
uwen broeder hebt geërfd.Is dit kapitaal nu
bijna verdubbeld, dat doet er niets toe. Ai
het overige is het uwe.
oogenblikkelijk aan uwen neef een teederen
briefschrijven.
Ik? Hem schrijven?
Ja, waarin gij hem bericht met Ver
stemming en hoogste geluk vernomen t
hebben dat hij, uw neef, geenszins dood i.
zooals geboekt staat.... Gij moet aan de zoon
uws broedejs een goed verzonneu sprookjen
opdisschen, welkik u zal mededeelen. Ha
zoo gij nu eens de rol van edelen weldoener
wilt vervullen, zal u dit mogelijk zijn. Gij
.ontbiedt den jongen man naar Keulen.
Ik ontbied dus mijnen neef naai
Keulen
Ja, en gij maakt hem in een feedei
onderhoud, och ja, zijne ware afkomst be
kend. Gij geeft hem zijnen echten naam....
En ook de fortuin zijns vaders
Juist, gij begrijpt!
Ja dit ware het eenige middel om mijne
gerustheid terug te krijgen dacht de erfe-
nisdief.
Hij .bezag zijnen hofmeester vlak in het
gelaat en spr.ak beraden
Welaan, 't is beslistIk zal oogen
blikkelijk naar mijnen neef te Antwerpen
■schrijven, om hem naar Keulen te roepen.
Ja, teneinde er hem eene hoogst be
langrijke mededeeling te doen, heer.
Moet ik aangaande zijne afkomst in
Het mijne maar.
Ochhoe laug nog zult gij bet bezitten!
gromde de fielt hardvochtig, gij zijt reeds
bejaarden meteen voet in tgraf....
Inderdaad en zoo kan ik ook maken
dat de arme jongeling, dien ik zoo erg heb
verongelijkt, met de uitverkorene zijns
uerten kunne huwen.
Marcus meesmuilde schamper
-- Hum met zijne uitverkorene of... eene
andere Uw neef moet hier te Keulen in het
huwelijk treden.
Hier,maar met wie? Yoet hij misschien
zijne geliefde medebrengen, man
Volstrekt metHier zijn meisjes ge
noeg die huwbaar zijn.
Natuurlijk, doch wie zou aan mijnen
neef wel passen
Wie Och ik ken een meisje.
Gij 't zal wat zijn Mag men weten,
wie zij is
Gewis,heer,'t is mijn dochter Gretcken.
Nu schoot de huisheer in een luiden lach.
Ha, ha, ha, dat is wat moois riep hij
uit. Weihoe, gij durft he't uitspreken, man
Mijn neef, .een frupgche jongen, zou de man
moeten worden van uwé le.eiijke deern Och
kom gij zijt zot, mensch, ha, ha, ha
En de huisheer lWk dat hij r -bohlff
Edoch rap verzwond zijn M'Vl'
want Marcus weêrvo1' m. et i t
woord dat zegt
Die lest lacht,
Best lacht
Naar den duivel met uwe spreek
woorden gromde de andere dof, want de
kille toon zijns tegensprekers deed hem eene
gewaarwording ondervinden, alsof koud
water over zijnen rug werd ui gestort.
Hameester, gij lacht niet meer,
hernam de plaaggeest sarrend. Ook hebt gij
gelijk weder ernstig te worden want de zaak
is wel waard.
Een huwelijk van uwe dochter Gret
chen Gij wilt mijnen neef met haar doen
trouwen Alle bliksems dat kan niet zijn
Zeer we! gij zweert en windt u op.
Zoo heb ik u liefst I
Neen kerel, nu hebt gij het erg mis?
Mijn neef' zal trouwen, ja, met de vrouw
zijner keuze. Ik wil hem gelukkig maken, ah
ware 't maar om eenigszins te vergoeden wat
ik hem heb misdaan.
Gij weigert dus
- Ik weiger vast
Marcus Reyndel stond op.
Zoodat gij niet wilt dat mijne dochter,
die toch een eerlijk meisje is, met uwen
neef trouwe
Volstrekt nipt i Dat is mij nu al te gek!
Wat denkt gij wel Neen man uwe dochter
huwt niet met mijnen neefVerstaat gij dat?
Zeer duidelijk en 't schijnf mij ook
voor wat er mij te doen staat.
En Marcus stapte naar de deur.
Firstman sprong hem achterna en weer
hield hem bij den arm, uitroepende
Ho wat hebt gij voor, kerel
De fielt keerde zich om.
Gij wilt het weten, morde hij bedrei
genei, welnu ik ga van hier en wel zoo recht
waar 't behoort
En waarheen is dat
Naar 't gerecht
Firakman sloeg de handen aan de slapen
en,s>^ende hartscheurend.
JE Godwaar ben ik toch gekomen Ik
ut noodlottig geprangd in de snoode handen
van een gewetenloozen schurk.
Marcus liet een scherp gelach hooren.
Firstmah was geweldig getroffen.
Gij wreef' met de vlakke hand over het
voorhoofd en zuchtte onhoorbaar
Maandag morgen, kwam bij d^n E. II. lM«n
De Brouwer, een onbekende, zeggeu(Se M
Wilmot van Kortrijk te noemen, en van M
Uveitis, wiens moeder men verleden wm-k be
graven bad, als gelastigde aangesteld te zijn
met de /.alien van de familie Iwei-ns- du Cluuel
de la Housvardciie.
Hij vroeg eerst wat de verschillende jaarge
tijden moesten kosten, zegde dat de la-nuli»
Uveitis haastig was 0111 alles te vereffenen eu
vroeg of men reeds de rekening der begrafenis
kosten had ontvangen. De E. li. Deken ani
woordde dat de rekenjng gemaakt was, maar
dal hij niet wist als de koster M. Vaudromine,
te reeds had ontvangen.
Op di! zeggen, begaf zich dt; gewaande v.-ref-
fenaar bij den koster. Hier herhaalde bij nor
maals zijrm beweringen, naam en hoedanigheid
en vroeg den koster of hij zien reeds met de
rekening aangeboden had. Deze antwoordde
bevestigend, maar voegde erbij dat niet een lid
der familie t'huis w:.s en dat bij moest ues
anderdaags terugkecren. De. at'iruggelaar vroeg
dan de rekening en beloofde het geld Seffens U
bezorgen. De koster weigerde, omdat hij hem
niet kende. De onbekende vroeg dun om de
rekenig te mogen zi -n. omdat, zeide hij, bondig
mui het bedrag te kennen voor den inventaris
op ie maken. L)e koster loonde de rcMkuiug. b>
dftruggelaar zei alsdan dat de koster zich in het
doodenhuis met. meer moest aanbieden, maar
wel bij den Notaris Luuwers, die mei de
schuldvereffening gelast was. De onbekende
vertrok.
Do valsche Wilmot, begaf zich bij M. Iwein.s
kapitein-bevelhebber her Gidsen. Daar zeide hij
dat hij een kerkbediende was en gekomen om
de uren der gevraagde missen l.e wijzigen. Na
dit gedaan te zijn, zeide ni-j bet antwooid van
den E. II. Deken Ie brengen. Wat later, kwam
uij eigentlijk terug, zeggende dat bel' wel was en
dat de E. H. Deken le /elfder tijde gevraagd
bad om ut: rekening eer begratVuiskosten te
vereffenen. Hij haalde uit zijne beurs een kwijt
schrift door hem zelf gemaakt, mei van ondei
een valsch baadlcesen van den E. H. Deken.
Mijnheer Ivveins betaald
Deze bedriegerij wierd Dinsdag morgen ge
kend, toen de koster aan M. I wei us vroeg, als
het eigentlijk waar was, dat bij de rekening bij
den Heer Notaris Lauwers mocht ontvangen.
De aftruggelaar is onbekend in Yper, hij is
vau middelmatige grootte,met grijsachtig haar,
kort afgesneden, zwarte knevels, neerliggende
kol, donker grijze frak hij gaat met gebogen
rug en schijnt van 50 tot 55 jaar oud.
KOMEN
Zondag had een bal plaats ter gelegenheid
van halfvasten, in de herberg Sle-Anne. Drie
dronken kr-reis vielen er aau 't vechten d-
policie en de gendarmerie moesten tusschen
somen een der gendarmen bekwam stampei)
en vuistslagen. De drie woetftaards werden in
't droog gezet en proces-verbaal ten hunnen
laste werd opgemaakt. Een hunner werd in h
oezit gevonden vau een en hamer dien bij op de
bor.-.t verborgen bad.
Maandag liepen in de Statiestraat alhier nog
t-enme grensschuimers rond, nog niet ontnuch
lerd van den zondag, en stichtten er schandaal,
üe ieverige poticiekommissaris, geholpen d >01
twee gendarmen, zag ziet* verplicht de woel-
maket s naar 't gevang te leiden, doch de kerels
boden hevigen tegenstand. Een hunner gaf oen
policiekornmissaris zulken geweldigen hoofd
Ach 't is waar,de schelm heeft gelijk.
Marcus zag zijnen meester met helsch
genoegen.
Welnu, moet ik uw verklikken
grijnsde bij.
Zal mijn neef' tevreden zijn met hetgeen
gij voorstelt Zal hij niet halsstarrig wei
geren een ander meisje dan zijn gelietde te
huwen
O wees gerustIk zal uw wel het
middel aan de hand doen om hem te over
halen. Wees gerust, hij zal aannemen eu
zeer geredelijk. Wat kan die geliefde uit
Antwerpen wel zijn Een arme eenvoudige
deern. Stem toe in hetgeen ik vraag dan zal
ik verder voor ailes zorgen eu gij blijft de
alomgekende heer Rudolf Firstman, want
niemand zal iets weten en men zal u ten
hoogste prijzen om zoo onbaatzuchtig de
fortuin uws broeders aau zijnen weerge
vonden zoon teruggeschonken te hebben.
De gansch overwonnen man boog het
hoofd, liet de armen slap nederhangen en
morde dof
Helaas ik kan niet verder... Dat uw
wil geschiede Gij zegepraalt, ellendige
Marcus Reyndel werd door een onzalige
vreugde vervoerd.
Hij greep de hand van zijn zuchtenden
meester en riep uit
Gij stemt dus toe in het huwelijk van
uwen neef met mijne dochter
Kan ik anders, boef
Ha Goed heer, gij zult het niet te
beklagen hebben. Doe nu oogenblikkelijk
den jongeling hier komen, om hem eene
hoogst belangrijke mededeeling te doen
doch zonder hem vooralsnu te laten weten
dat gij zijn oom ?ijt of iets anders.
De huisheer was terug in zijn zetel gaan
zitten.
Laat mij, steende hij schor, ik zal alles
doen wat gij wilt, doch laat mij aileen.
Ik gehoorzaam. Tot weldra meester.
En de deur geopend, verliet de snoode
holmeester de plants.
Als hij buiten dezelfde was, wreef hij zich
de handen en mompelde vervoerd
't ls geluktHo nu zal mijne dochter
huwen om rijk te worden.
Zou hij zich niet schrikkelijk bedrogen
vinden?...
Zffmi ik morgen, ffnd 10 1/2 ntv,
werklieden vanden ijzeren weg vlammen'opslaan
.111 Ilr-IMI'OOICU .i.<k Vdtl i'CI) OuÜüW-OuilU 11111,',..
'•«ui, Bonmviiiesiraj', -ii. lb-i noodsein uvrj
■eueven bij uuduel van de stoomfluit van eéne
mkoniólief. Men beeft de naburige huizefcéas
5UUnou vrijwaren. Vau het liuizekeu schiet
Mechls ecu puinhoop over. Er beslaat Vennr
ring. M 11 deukt dat er kwaüdwffUghe.d iu iut
S|H 1 iS.
WYTSC1JAETE
Zondag «ach! hebben verscheidene jongeiiQ.
gen dezer geiueeute, up het gebuchi'üe
Kruisstraat lievig gevoc; ten. Zekere Eiuict
BeGjhe,kreeg zulk eea geweldigen schop ü;'u
zijn been gebroken werd. Er is tegen dsn
dader proc/s-verbaal opgemaakt.
Bij Leopold Verhuile zijn dieven ingebroken
en hebben er al gestolen wat zij konden, zooals
t.lettieren, scho.-.n.en, enz. De diefstal gebeurde,
's voormiddags. Toen de man 's middags thuis
■kwam eu zag wat er gebeurd was, verwittigde
hij seffens d i policie. Tot biertoe is de dief
nog niet gekend.
BLANKENBERG IIE
Maandag avond had er in de hérberg op don
hoek der West- en Kleine Weststraat, een
lievig gevecht plaats, tusschen een tiental per
sonen, wuroudt-r d ij vrouwen.' üe mannen
waren allen bedronken. Stoelen eu tafels wer
den naar elkanders hoofd geworpen, waardoor
de vechters nog at zwaargewond werden; ue
toog, welke vol glazen eu flesscben stond,werd
gansch leeg gevaagd en eenige ruiten der
glazendeur vlogen ook aan stukken.
Eindelijk, de vechters buiten geraakt zijnde,
was bel. vreeselijk om zien, boe de mannen en
vrouwen elkander afsloegen zelfs werden de
messen getrokken en werde i er twee mannen
gestoken Edmond A- rents, visscber,wonende
boek der Smcde en fluyrslraat, bekwam drij
vreeselijk" messteken. Naar het schijnt, zou de
dader gevlucht zijn.
JABBEKE
Over eenige weken bad, zooals men weet, te
Jabbefce eene ontmoeting plaats tusschen een
jachtwachter en drie wildstr.oopers.Deze losten
hunne geweeren op den jachtwachter, die in
staat van we tig».- verdediging verkeerende, op
zijne bi urt op de aa valiers schoot. Een dezer
laatsteri, zekere Vermoortel, werd getroffen en
uoodelijk gekwetst. Ver moortel die in dienst
was bij de lansiers t<- Brugge, werd naar het
krijgsgasthuis gebracht, waar hij eenige dagen
later overleed.
Zaterdag nu, rond 4 ure 's morgens, werd
de genaamde Ivo Van Troyni, een jongeling
van 18 jaar, door den veldwachter Anihierens,
vanJabbeke, vergezeld van genaarmen, aange
houden. De aangehoudene word beticht van
moordpooging. Oumiddelijk na de ontmoeting
met dm jachtwachter was Van Troyen met
een der wiidsiruopers weggevlucht. Men ver
wacht zich aan de aanhouding van deze laatste.
BOSSUYT
In deze gemeente woont een 72 jarige man,
H. üefrenne, gansch alleen hij heeft den naam
geld te bezitten. Zaterdag avond rond 10 1 2
ure drongen verscheidene bandieten in zijne
woning, grepen den ouden man vast en dwon
gen hem de plaats aan te duiden waar het
geld lag. Daar hij weigerde en weerstand bood,
kloof een der bandleden het slachtdier den
schedel, bij middel van eene bijl. Op't zelfde
(Ogenblik hoorde de bende buiten geruchten
nam de vlucht. De toestand van het slachtoffer
is zeer erg.
IV
Boven goud en schatten
De kunstschilder Johan Lundig CarJ
weinig verwonderd
Firstman was niet
toen hij eenen brief ontving, uit Keulen naar
hem gericht, en waarin hij dringend werd
uitgenoodigd de reis naar de duitschestad
te ondernemen, om aan de schrijver een
bezoek te brengen,tijdens hetwelk de vreem
de, die met den naam van Rudolf Firstman
teekende, aan den jongeling een hoogst
belangrijke mededeeling zou doen.
Die brief werd hem overhandigd door zijn
gewaanden vader, die er nu zoo onverklaar
baar zonderling uitzag, alsof ware er hem
een groot ongeluk geschied.
Ha de handlager van den erf'enisroover
had van dezen eveneens een brief ontvangen
waarin Firstman hem geruststelde en de
verzekering gaf zelf alle moeilijkheid en
bezwaren uit den weg te ruimen, zoodat de
gewezen koetsier geene vrees meer moest
hebben en diensvolgens zoo verblijd werd
als een kermisvogel.
Edoch, Johan sloeg geen acht op 's mans
ongewone vreugde, daar hij te veel bezig
was met die buitengewone nieuwstijding
hem uit den vreemde toegekomen.
Fritz Heimer had reden om verblijd te
zijn.
Hij ontving van zijnen medeplichtige
tevens ook de aanmaning aan zijnen pleeg
zoon de reis naar KeuFn sterk aan te raden,
zonder hem nochtans het minste te verhalen
wat zijn verleden betrof, en wanneer de
jonge kunstenaar den brief toonde, door
Firstman gestuurd, dan gebaarde de fruit
koopman van niets, maar wakkerde den
jongeling aan, er den heer te gaan vinden,
die zijn thuiswijs nauwkeurig had gegeven-
Jongen, had Fritz Heimer gezegd, wie
weet waarom dat is. Misschien moet gij een
portret of een ander schilderij vervaardigen
die u tegen hoogen prijs zullen betaald
worden
De jeudige kunstschilder had het hoofd
twijfelend geschud.
Ach I mompelde hij, denkt pij dan, vader,
dat mijne faam reeds zoo groot is, dat zij
zich tot in Duitscklaud uitstrekt.
Vervolgt