DIT IS
9
De Rooversbende
van Hazebroek
TELEFOON 52 E N OMMELANDS,
Op Zaterdag 21» Juli 1906.
41sU jaar. Talmerk 3016
Kiezerslijsten
Fanfare Royale
ROND DE WERELD
Vrankrijk
Transvaal
Rusland
«ome
Rechtbanken
Eene Genezing te Oostakker
e trekken bij den Uitgever, Tk 30, in de Boter sir ate, te Yper, en bij 's land boodschctpwesen ofte post, tegen 3 frank 's jaars.
t Nieuwsblad van Yper verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na
de markt, tegen 3 f. 's jaars; 3 f. en den vrachtloon buiten Belgenland.
Het blad en is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt
op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de Boterstrate,
Tk S6, te Yper.
Echt en recht, 't oud Volk indachtig;
Kinderlijk, niet kinderachtig;
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten 0,fr.l5 de reke binnen 't blad is 't
ö,f.30 van 's Rechters wegen f. 1; overdruk, 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Keeren van de Agence Havas, Je Brussel, Tk,34, in de Zilver-
strate, en te Parijs, n" 8, Place de la Bourse, ontvangen bekendma
kingen voor 't Nieuwsblad van Yper, van al die buiten Oost-
Westvlaanderen wonen.
Bij elke kiezing zijn er talrijke per
sonen ilie klagen dat ze niet opgeschre
ven zijn op de kiezerslijsten of nog dat
ze het noodig getal stemmen niet heb
ben waarop zij meenea recht te heb
ben.
Als de kiezing daar Is, helpt geen
reklameeren meer. Nu worden in alle
stede en gemeenten de lijsten herop-
gem&.kt, die zullen dienen voor de
gemeentekiezing van toekomende jaar.
Indien gij zelf, of uwe vrienden en
kennissen, het getal stemmen niei
bezit, waarop gij denkt recht te heb
ben, doet uwe rechten gelden bij den
heer secretaris uwer gemeente of
vraagt raad en inlichtingen bij ver
trouwbare mannen. Nu is 't het ge
paste oogenblik.
Dimanche 22 Juillet, a 8 1/2 du soir,
sur le kiosque de la Grand'Place
PROGRAMME
1. Le cri du cceur,
par redouble ANT. HOSTELET
2. Marche aux Flambeaux N° i
G. Meyerbeer
3. Czardas N'i G. MICHIELS
4. FidelioFantaisie L. V. BEETHOVEN
5. Marche Indienne HENRI Van Gael
Tijdens de kiezing hebben de Ypersche
liberalen meermalen gezeid dat wij overdre
ven, wanneer we schreven dat men de kerken
in danszalen zou herscheppen in Vrankrijk
zij beweerden dat er geen sprake was van
kerken sluiten, alleenlijk wilde men door de
inventarissen beletten dat het kerkegoed ver
loren ging, kortom de inventarissen waren
eerder gedaan in 't voordeel van den gods
dienst.
Sommige katholieken geloofden ook aan
overdrijving.
Hetgeen wij vroeger voorzeiden is reeds
gebeurd.
De kerk der Dominikanen in de voorstad
St Honoré te Parijs is verhuurd door den
uitverkooper aaneenuitbatervan dansfeesten.
Daar, waar voorheen het kerkorgel zoo
statig de gewelven deed weergalmen door
zijne gewijde melodie, hoort men nu het
straatmuziek in allerlei driftige dansliederen.
Daar, waar het Allerheiligste Offer werd
opgedragen, draaien nu, in wilden zwier, bij
oorlof der Republiek, de afgeleefde dansers
en danseressen.
De eeredienst der lostbandigheid heeft de
plaats ingenomen van den eeredienst van den
Almogende.
In plaats van kerkgezangen stijgen nu
naar het gewelf, waarop de Christus nog
geschilderd staat, van die gemeene liederen
welke de wet in beschaafde landen, in het
openbaar niet zou toelaten. De biechtstoelen
zijn in schouwburgzetels veranderd en de
toeschouwers juichen om die spitsvondige
verandering.
Indien de kerken, die vroeger konkordaat
kerken genoemd werden, nog in de handen
der priester blijven, het zal voor niet lang
meer zijn. Weldra zal men in de hoofdkerk
van Parijs ergens eene teugellooze Matchi-
che dansen bij het spelen van een teugeloos
orkest 1...
En sprekende van Vrankrijk, voor onze
liberalen, socialisten en andere kwakzalvers
het luilekkerland voor dat volk,in dat Vrank
rijk zijn liberalen en socialisten meester.
Welnu, als de fransche werkman des
morgens opstaat en dat hij eensulfertje neemt
om zijne lamp of zijn stove aan te steken,
dan betaalt hij belastingde luciferkens
kosten 10 centiemen het doosken en ze n
branden bijna nooit, in België i« cent. voor
een dozijn dooskens, en 't zijn bijna al goê.
Als hij dan water kookt, op een petrolvuur
voor koffie, betaalt hij belasting, want de
petrol is belast met 7 cent per liter.
Wanneer gij koffie opschenkt betaalt hij
belasting, iedereen weet hoe duur de koffie
in Frankrijk is.
Voor zijne boterhammen betaalt hij belas
ting, de tarwe is belast per 6 fr. de honderd
kilos.
En als de werkman naar zijn werk gaande
of na het eten een pijpke smooren wilt, dan
betaalt hij wederom belasting, want goên
tabak en is in Vrankrijk niet koopelijk, zoo
duur is hij.
Is het dan te verwonderen dat onze brave
werklieden over een paar maanden zoo een
parig voor het katholiek ministerie gestemd
hebben
Den 5" April gingen drie benedictijnen te
Antwerpen op 't schip om eene zending te
stichten bij onze taalgenooten van Transvaal
De reize is gunstig afgeloopen. Weinig of
niets hebben de paters geleden van zeeziekte
en ze zijn gave en gezond te Durban aange
komen den 27 April.
M. Millner heeft aan de benedictijner
monikken een deel land afgestaan vier maal
zoo groot als Belgenland. Zij hebben reeds
ook eene houten kerk te Pietersburg,en eene
pastorij nevens het kerkje.
God zegene hunnen arbeid en zende hun
talrijke medewerkers bij de zuid-afrikaansche
boeren.
Nog altijd oproer, moord, revolutie is 't
dat de klok slaaat.
De Doema verricht weinig nuttig werk en
Tolstoï, de beroemde russische schrijver,
hekelt ferm de handelwijze der russische
kamerheeren, die veel babbelen maar weinig
praktijk werk verrichten.
't Is nogthans waar dat Tolstoï zelve
weinig nuttige raad heeft gegeven in zijne
boeken en schriften.
In alle geval, er is meer en meer spraak
van gewapende tusschenkomst van Duitscbers
en Oostenrijkers, want beider keizers zijn er
weinig meegediend bij hunne naaste geburen
gedurig opstand te hebben.
Dat voorbeeld kan soms nadeeligen
invloed uitoefenen op de beide volkeren.
De brief van Z. H. den Paus aan de
fransche bisschoppenzal binnen eenige dagen
verschijnen. De brief is geheel opgemaakt.
Het Concordaat wordt erin besproken,
alsmede de scheidingswet, die veroordeeld
wordt.
Z. H. de Paus raadt de katholieken aan in
overeenstemming met hunne bisschoppen
plaatselijke of parochiale comiteiten in te
richten onder toezicht der bisschoppen.
Dat nieuws komt van de «Agence Havas»
en dient bijgevolg nader bevestigd te worden.
Dinsdag laatst had op den Abeele, op
dezelfde plaats als verleden week,eene tweede
bijeenkomst plaats. De parketten van Kor-
trijk, Yper, Bethune en Hazebroek waren er
aanwezig, alsmede een dertigtal gendarmen
van beide landen.
Van de fransche aangehoudenen waren
aanwezig De kapitein Abel Pollet en Theo-
phiel Deroo en uit België Gamiel Guyard,
gezegd LaparJeroom Decocker, vrouw
Brabants en Jules Monteyne, 21 jaar,
metsersgast te Wevelghem.die verleden week
aldaar aangehouden wierd, als zijnde de
j kleine blonde waarvan Pollet tijdens de
onderhooring van verleden week sprak.
Jules Monteyne
Pollet verklaart dat hij Jules Monteyne
wel verkent, als met hem deel genomen te
hebben aan dieften, enz.
Pollet beweert dat Jules Monteyne blauwe
oogen heeft, blond haar en een pleksken op
zijne kaak.
Monteyne protesteerd krachtdadig, zegt
dat hij Pollet en Guyard nooit gezien heeft,
dat hij nooit Wevelghem verlaten heeft en
dat zal bewijzen door zijne werkgezellen.
Hij heeft ten anderen geen blauwe oogen,
noch blond haar en in plaats van een
pleksken heeft hij een lang lidteeken over de
wang.
Lapar die bijgeroepen wordt,scheldt Pollet
uit voor leugenaar, 't en was den dien niet
hij was een half voet grooter.
Daar Pollet zijn gezegde staande houdt en
Lapar het tegendeel beweert, beginnen de
twee betichten malkaar uit te schelden voor
moordenaars, lafaards, leugenaars en meer
andere liefelijke benamingen.
Pollet zegt nog dat Monteyne en Altons
Verbeke bij Lapar geslapen hebben, in den
nacht der misdaad van Laventie, maar
Monteyne beweert nogmaals er nooit ge
weest te zijn en nog Pollet nog Lapar te
kennen.
Een Kortrijksche getuige komt verklaren
dat hij Pollet goed verkent als te Kortrijk
werkzaam geweest te zijn.
Te Dadizeele
Te Dadizeele is 't Pollet en Lapar geweest
die inbraken en eene vrouw aan den stoel
bonden binst dat ze overal rondzochten en
1200 fr. stolen.
Pollet herinnert hem goed die omstandig
heid maar 'n kan niet meer zeggen in welke
gemeente het was. Hij heeft ten anderen zegt
hij, in de Belzieke» zooveel dieften begaan
alleen en in gezelschap, dat hij onmogelijk
ze allen zoude kunnen opnoemen.
Te Oostvleteren
Pollet bekent ook dat hij bij de echtge-
nooten Baillieu te Oostvleteren gestolen
heeft met Lapar en Deroo. Onder andere
een blauwen rok en nog een anderen,alsmede
eiers en vleesch, maar geen brood. Een van
die rokken heeft hij aan zijne vrouw gegeven
en de anderen aan Louise Matoret.
Te Elzendamme
Bij de weduwe Verlende is Lapar twee
maal geweest, eerst met twee Clerkenaars en
dan met Deroo en Pollet. De eerste maal
was het totaal mislukt, maar den tweeden
keer was Pollet reeds bezig met alles te
doorsnuisteren binst dat Lapar voor de
weduwe zorgde en dat Deroo bij het
meisje bleef en deze liet wegloopen en moord
schreeuwen.
Als ik hoorde roepen, zegt Pollet, 'k ben
in éenen sprong naar beneden gekomen zonder
een enkelen trap te genaken.
Te Watou
Pollet geeft inlichtingen nopens de diefte
bij M. Gustaaf Corteel. Hij was ingelicht
door vrouw Parret, want ik en kenne ik de
Belzieke nie. Om min of meer den weg te
vinden had ik een tijdeken rondgeleurd met
plaasteren beelden, ten einde alzoo de
huizen te bespieden. Poliet zegt dat hij zelf
van de vrouw Parret een briefken ontvangen
heeft waarin deze een slag aanduidt, die te
doen was. Gevraagd naar dat briefken zegt
Pollet dat hij het later gescheurd heeft.
Lapar kent Watou sedert vijf en zelfs sedert
10 jaar hij beweert dat vrouw Parret geen
inlichtingen aan Pollet gaf, dat hij het zelf
gedaan heeft,en nog eens uitschietende tegen
den kapitein der bende, verwijt hij dezen
voor nietweerd, valschaard, leugenaar, moor
denaar en andere schoone dingen. Hij trekt
nu een schijnheilig gezichte aan en ge
zoudt hem Ons Heere geven zonder biech
ten 1
Te Crombeke
Den i2n december zijn Pollet en Lapar
ingebroken bij M. Derycke te Crombeke,
binst dat andere elders eene moord gingen
bedrijven. Daar Pollet nog eens beweert
ingelicht te zijn door Parret's wijf, scheldt
Lapar dezen nogmaals uit.
Ik en heb nooit geen moord gedaan,
antwoordt Pollet
Gij bekent alles voor een ander maar
verzwijgt het uwe
Ja, en gij hieldt nog de gestolene bank-
brieven achter, bewerende ze te geven aan
vrouw Parret.
'k En heb toch nooit geen mantels
gestolen, noch moorden bedreven gelijk gij 1
En zoo gaat de samenspraak een tijdeken
voort, tot dat het parket er van wederkanten
een einde aansteld.
Te Rousbrug^e
Nopens een diefte van bankbrieven en
titels te Rousbrugge, zegt Pollet dat Lapar
drie bankbriefkens en een titel van duist
frank gehouden heeft voor vrouw Parret.
Deze zou den titel uitwisselen.
Lapar zegt dat hij geheel den boel ver
brandt heeft, met het spaarboekje.Zij hadden
daar met driën elk 1200 fr. getrokken. Ik
was zoo dronken zegt nog Lapar dat ik
korts daarna bijna alles verloren heb, zonder
dat ik durfde aanklacht doen bij de policie.
Deroo zegt ook dat Lapar den titel zou
doen uitwisselen bij vrouw Parret maar hij
peist dat hij alles verbrand heeft en !t geld
voor hem gehouden.
De Beschuldigden
Binst dat de heeren van de parketten
onder elkaar klappen, geraken ook de tongen
los der verschilige bandieten en ze beginnen
nu in 't vriendelijke hunne gevaarnissen te
vertellen.
Sprekende van Madeleintje Deroo,geraakt
Lapar in vervoering en beweert dat het nen
engel is uit den hemel dat men geen recht
had haar in 't gevang te houden, dat zij
onplichtig is, en dat hij nooit zijne zaken
aan het vrouwvolk had willen kenbaar
maken.
Deroo herinnert aan Lapar dat hij te
Crombeke al de bankbrieven voor hem
hield, maar deze antwoordt dat Pollet ook
ook nier nauwe en keek bij de verdeeling om
iedereen het zijne te geven.
Maar Theophiel, zegt Guyard, ge 'n moet
er niet in maken als ge naar 't schavot moet,
't is beter de korte pijn als de lange. In
t gevang en is het ook niet geestig, ik
krijsche alle dage geheel mijn gamelle vol.
Moest ik mogen kiezen, 'k zou mij in
Vrankrijk doen beschuldigen van moord,
om te kunnen onthoofd zijn.
Th. Deroo, antwoordt al verzuchten,
terwijl hij zijn hoofd op de borst laat zinken,
dat hij er niets van 'n maakt voor zijn zeiven,
ware 't niet van zijne moeder en zijne zuster
'k heb er chagrin in voor huider
De zuster van Abel is de schuld van alles.
Had ik ze toch nooit gekend In mijne
familie had er nooit iemand een spelle
gestolen en nu zit ik hier I...
En Deroo, een deerlijk mager ventje dat
maar 't leven schijnt te hebben van een
roöbaard, laat nog dieper het hoofd op de
borst zinken.
M. Coupillaud ondervraagt Pollet nog
nopens andere dieften in 't fransche gepleegd,
onder andere te Houtkerke, waarover M.
B. Montaigne en zijn schoonbroeder Joseph
Lauwers komen getuigen.
Pollet zegt seffens dat hij van den jongen
(Lauwers) een kanon (kapper) gekregen heeft
en M. Montaigne verkent ook geheel goed de
twee betichten.
Terugkeer
't Is kwart na elf ure als de betichten
worden teruggeleid. Deze van 't fransche
vertrekken korts na den twaalven al Haze
broek naar Bethune en deze van Yper en
Kortrijk worden legen éen en half naar den
Abeele geleid en van daar naar Yper gevoerd.
Met den trein van 12 ure waren nog
honderden en honderden menschen bijge
komen om de beruchte bandieten te zien,
die lachende hunne bekenden groetten.
Langs den weg van Boeschepe naar den
Abeele waren er kraamtjes opgeslegen, met
franschbrood, hespe, koeken, wafels, enz. en
daar het volk toch weinig vernemen kon van
hetgeen er werd gezeid door de bandieten,
mieken ze er gebruik van om hertelijk te
eten en te drinken.
Onderweg naar de statie was 't een gewoel
ongehoord en ten allen kante riep men ter
dood de moordenaars
Op geheel den doortocht van den trein,
zoo bij 't gaan als bij het terugkeeren stonden
ten allen kante honderden menschen nieuws
gierig te kijken naar die mannen die zoo
langen tijd den schrik hadden verspreid op
geheel de streke.
Echt Fransch
Een fransch blad vertelt dat in de statie
van Hazebroek Baron Joseph de Perlutte,
den hoofdman der schurken uitschold en
dat hij, in een oogenblik van wel te
begrijpen verontweerdiging,» verklaarde de
Matchiche te zullen dansen bij de onthoof
ding van Pollet.
Ge moet daarvoren franschman zijn
Assisenhof Yan West-Vlaanderen
Moord te Gulleghem
Maandag is de 3de zittijd van het jaar
geopend. Eene enkele zaak staat op da rol
geschreven, 't is deze ten laste van den ge
naamde August Herman, oud 35 jaar, land-
werker te Gulleghem, beschuldigd van voor
bedachte moord.
Den Dinsdag 24 April, had de vrouw
Herman eene misval gekregen, en was twee,
drie dagen te bed blijven liggen zonder dat
de man er zich veel mede bekommerde.
Bij dit geval was de echtgenoote Herman
nog al zenuwachtig geworden het echtelijk
leven werd soms gestoord door hevige
woordenwisselingen en beleedigingen, bij
zoover dat in den namiddag van donderdag
26 april, de vrouw aan eene gebuurvrouw
had geroepen haren man bedoelende
Hij wil mij vermoorden hij komt bij mijn
bed en hij zegt, gij moet daaruit of ik steek
u flakke dood.
Den vrijdag morgend 27 april, had de
echtgenoote Herman, zonder haren man
ervan te verwittigen, eene geit verkocht voor
de som van 16 fr. aan zekeren Pieter Libeer,
zeggende dat zij geen geld had in huis om
eten te geven aan hare kinderen. Als August
Herman 's namiddags vernam dat zijne
vrouw de geit had verkocht, schoot hij in
gramschap, wendde zich bij Pieter Libeer
om de geit weder te halen. Maar vernemen
de dat de beest alreeds gedood was, ging hij
bij den burgemeester der gemeente om over
zijne vrouw te klagen.
De burgemeester, 'afwezig zijnde, keerde
August Herman terug naar zijn huis. Den
zelfden avond, rond 9 ure, hoorden de gebu
ren een ongewoon gedruisch in de woning
van Herman. Een kind riepMoord
Moord Moeder is dood 1 Men hoorde de
stem van August Herman, alsook dat er
beweging was in de keuken en in de slaap
kamer der kinderen. Opeens bleef alles stil
en iedereen ging gerust slapen.
's Anderdaags, om 4 ure 's morgends,
kwam Aug. Herman den veldwachter van
Gulleghem opkloppen, zeggende Ik ben
hier om mij aan te geven ik heb dezen
nacht mijn wijf vermoord.
De veldwachter snelde onmiddelijk naar
de woning van den beschuldigde en vond
inderdaad in een bed, het lijk van de onge
lukkige vrouw, dat gansch met bloed be
smeurd was en niet min dan 29 sporen droeg
van messteken. De keel van het slachtoffer
was afgesneden. Volgens de verklaring van
Herman, was zijne vrouw bezweken sedert
den vooravond om 9 uren.
Dit schrikkelijk drama was afgeloopen
onder de oogen van een achtjarig meisje,
genaamd Martha, het oudste kind van den
beschuldigde.Ziende dat haar vader met een
mes op het hoofd stak van hare moeder, had
de kleine Martha hem gesmeekt haar toch
niet geheel dood te steken en kerven, wan
neer zijn slachtoffer beweegloos op het bed
bleef liggen.
De beschuldigde beweert dat toen hij den
vrijdag avond om 9 ure slapen is gegaan,
zijne vrouw, die alreeds te bed was, hem
aangevallen heeft dat hij het mes uit hare
hand gerukt heeft en dan, al worstelende,
in de keuken en in de slaapkamer gestoken
heelt in het hoofd en in de keel, tot dat hij
eindelijk het mes door haren hals heeft ge
trokken. Hij bekent dat hij gestoken heeft
om zijne vrouw ter dood te brengen en dat
hij gansch den tijd bet mes in handen heeft
gehouden, na zijn slachtoffer ontwapend te
hebben. Hij loochent enkel dat hij zou
gehandeld hebben met voorbedachten raad.
De kleine Martha heeft gezegd dat, toen
haar moeder reeds te bed lag,zij haren vader
het mes had zien nemen uit het kasschof,
en dat hij ze had doen slapen gaan. Maar
later heeft het kind verklaard dat zulks
onwaar was.
Verdediger Mr Bruneel van Brugge.
De Jury heeft de betichte plichtig ver
klaard eenen doodslag gepleegd te hebben
op zijne wettige vrouw.
Herman wordt veroordeeld tot 20 jaar
DWANGARBEID.
Onder dezen titel geeft de Bien Publicn
het volgende verhaal onder alle voorbe
houding, uit geloofweerdige bron ontvangen:
Maandag namiddag was er eene bedevaart
van 3oo personen uit Schaarbeek naar Oost
akker gekomen zij woonden, om 3.20 ure,
het lof bij, gezongen in de kerk van O. L.
Vrouw van Lourdes. Onder de bedevaarders'
was er eene jonge dochter, Rosa Petiet, 27
jaar, die op haar 19' jaar blind geslagen
wierd. Sedert lang was zij als ongeneesbaar
beschouwd.
't Was reeds den zesden keer dat Jufvrouw
Petiet, tijdens het seizoen naar Oostakker
kwam om van O. L. Vrouw van Lourdes
hare genezing af te smeeken.
Binst den noenmaaltijd van Maandag, zei
ze tegen hare zuster die haar vergezelde, dat
zij eene zekere pijn aan de oogen gevoelde,
die sedert jaren ongevoelig bleven. Geduren
de het lof, binst het gezang van Ave Maris
Stellazat zij vóór het beeld van de Onbe
vlekte Ontvangenis, toen zij een ongewoon
gevoel gewaar werd.
Na het lof, gingen de bedevaarders naar de
Grot.Daar verliet Jufvrouw Petiet de rangen
en plaatste zich vóór den Pater Franciskaner,
die den bedevaart vergezelde en verklaarde
T NIEUWSBLAD VAN YPER