DIT IS SprBeKOraad sü EN O M MELANDS m li m op Zaterdag 22n Februari 1908. S eentimen 't blad. 43e jaar. Talm er k 3099 7*g trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boterstraie, te Yper, en bij 's landsbooaschapwezen ofte post, tegen 3 frank 's jaars m m Mijnheer Eugeen Struye Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen» zal Vv M «L n 't Volkshuis Antwoord van i)J Struye Heilwenschen 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 Ir. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER- STRATE, Tk 36, te Yper. De bekendmakingen kosten o fr. 15 de reke binnen 't blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. ams 1 Feesten als deze van zondag laatst te Yper, gevierd ter eere van den grooten volksvriend. Mijnheer ^Eugeen Struye, zijn zeker uiterst zeldzaam, niet alleen omdat weinig mannen gedurende zulk lang tijdvak eene halve eeuw zich toewijden aan het algemeen welzijn, maar ook nog omdat dikwijls de beste inzichten slecht uitgelegd of slecht begrepen worden en dat hetgeen door de eenen wordt opgehemeld, door anderen inte gendeel beknibbeld en misprezen wordt. Hier was er ditmaal geen enkele wanklank in het concert van lofbetuiging. De gene- genh dd die geheel het arrondissement Mijnheer Struye toedraagt zocht s;dert jaren eene gelegenheid om te toogen in hoe groote achting de kamerheer en senator staat bij al de bewoners van ons arrondissement en hoe erkentelijk de mannen van het Ypersche zijn voor de onschatbare diensten door Mijnheer Struye bewezen aan Kerk en gods dienst, aan werkmans- en burgersbelangen, aan vaderland en'moederstad 1 Overtuigde christen, man van geloof en werk, was Mijnheer Struye een der eersten die de katholieke denkwijze alhier wakker schudde, en door woord en werk onder steunde. Zijn welsprekendheid, zijn onbe twiste volksliefde, zijn wondere bedrijvigheid en dienstveerdigheid ten opzichte van al wie tot hem zijne toevlucht nam, waren de reden waarom hij niet alleen geëerd en bemind werd van zijne partijgenooten, maar waarom ook velen zijner tegenstrevers hem hoogachtten en meer dan eens zijn wijzen raad en krachtigen steun inriepen. Men mag het zeggen de feeste van zondag was de uitdrukking der diepgevoelde dank baarheid Rond elf en half kwam de feestcommissie bijeen in den katholieken kring, en ging van daar, met M. den Burgemeester Colaert, en M. Fraeijs, voorzitter van den Katholieken Bond, aan't hoofd, naar het huis van den gevierden heer Struye, om hem naar het Volkshuis te geleiden, waar de algemeene vergadering werd gehouden. De ruime feestzaal was letterlijk opgepropt. Bij zijn intreden werd Mijnheer Struye be groet door eene geestdriftige Brabanconne, gespeeld door de Koninklijke Fanfare, en door de herhaalde kreten Leve Mr Struye Op het verhoog nemen plaats nevens den held der feeste,Mijnheer Mevrouw Struye- de Biebërstein en hunne kinderen en de led:n van de inrichtingscommissie, alsook de Senators en Volksvertegenwoordigers en provincieraadsheeren van het arrondissement. De zaal is met veel smaak versierd en een jaarschrift staat vóór het portret dat Mijnheer Struye zal aangeboden morden, en luidt als volgt t Volkshuis Van Yper bewijst zIJnen aChtbaren VoLksVrIenD eUgeen strUYe opreChte LIefDe, InnIgen Dank! Boven het verhoog is een ander jaarschrift aangevest 'T VoLkshUIs IN VoLLe VreUgD JUICHT NU: LeVe Lang mijnheer eUgeen strUYe! Als de stilte hersteld is, en dat iedereen heeft plaats genomen, treedt onze geachte heer Burgemeester Colaert vooruit om na mens de katholieken van Ypcr en het arron dissement den heer Fugeen Struye geluk te wenschen en te bedanken. Spreker wenscht hem geluk over zijne lange loopbaan, geheel en gansch gewijd aan het algemeen welzijn, en bedankt hem voor al het goede, gesticht binst *de vijftig jaar dat hij zich heeft toegewijd aan het welzijn van Kerk en Va derland en dat hij alle goede werken en nuttige inrichtingen heeft gesteund. Mijnheer Struye is namelijk voorzitter van het plaatselijk katholiek kieskomiteit, voorzitter van het genootschap van Sint- Vincentius a Paulo, voorzitter der Oud leer lingen van Sint Vincents college, Eere voorzitter der Koninklijke Fanfare, Eere voorzitter van de Maatschappijen van Ou derlingen Bijstand van het arrondissement, met zijnen vriend Mijnheer Napoleon Meersseman, de stichter en de steunpilaar van de patronage der Heilige Familie, voor getrouwde mannen, voorzit ter, eere-voorzitter of beschermer van alle nuttige werken zoo talrijk tot stand gebracht door de katho lieken onzer stad, hetzij tot behoud der jonkheid, hetzij tot hulp en steun der wer kende klasse of der noodlijdenden. M. Colaert schetst in treffende bewoor dingen het werkzaam deel genomen door M. Struye, aan de besprekingen in Kamer en Senaat, waar hij bij zhne ambtgenooten in groot aanzien en uooge achting stond. Verder spreekt hij over zijn intreden in den gemeenteraad van Yper, zijn Schepenschap begonnen op 72 jarigen ouderdom, als an deren er aan denken eene welverdiende rust te genieten over zijne bezorgdheid niet al leen voor alles wat het zedelijk welzijn der bevolking betreft, maar ook voor alles wat den stoffelijken welstand der arbeiders kan verbeteren enhandelennijverheid bevorderen. Langdurige toejuichingen begroeten de slotrede van den gevierden spreker en wan neer het prachtig portret van den heer Struye te voorschijn komt, breekt eene on beschrijfelijke geestdrift los, 't muziek speelt het Ypersch Volks ied, en langs alle kanten weerklinkt opnieuw de kreet Leve Mijnheer Struye 1 Het portret komt uit de werkplaatsen der zoo gunstig gekende firma Antony-Permeke, en is een echt kum tstuk,dat eere doet aan de lichtprenters onzer stad. Vervolgens worden heerlijke bloemgarven aangebodendoor MFraeijs,namens den Katholieken Bond. M. Baron de Vinck, namens de Konink lijke Fanfare M. Karei Baus, namens den Katholieken Kring M. Vanden Berghe, namens Sint Vincen- tius Genootschap M. Sobry, namens de Katholieke Wacht M. Jules Baus, namens den Ziekentroost M. Julien Antony, namens de gilde van O. L. V. van Thuyne M. Albert Biebuyck, namens den studie kring Excelsior Door twee turners van Sint Michielsgilde; Door leerlingen van Sint Vincent's college, Sint Michielschool, Sint Aloysiusschool, O. L. V. van Thuyne, Sint Josephsschool, de Mariaschool, gezegd Lamotten. Een leerling van Sint Vincentius College. M. Maurils De Jaegere, schetste, namens leeraars en leerlingen van.gemeld gesticht in sierlijke ta'e wat al goeds M. Struye heeft geda-m aan het college in 't bijzonder en aan de scholen onzer stad in 't algemeen. Wij zijn gelukkig hier die aanspraak te kunnen overdrukken Mijnheer Struye, Leeraars en studenten nan St Vincent's College, wij gevoelen dat wy aan onzen' plicht zouden te kort blijven, namen wij dn gejegenh'id van uw vijftigjarig jubelfeest niet te baat om de gevoelens van diepe dankbaarhei I en eei b'Ldige genege ilteid te vertolken, die otis ten uw^u opzicb'e bezie len. Een gevoelen van diepe dankbaarheid 1 want, onder de menigvuldige weldaden die gij onophoudelijk op uwe staatkundige loopbaan hebt. uitgum r.ooid,onder de talrijke werken, die Gij, God en Vaderland ter eere, hebt ondernomen, is er vooral éen. waarom leeraars en studenten aan een katholiek gesticht. U meer dan anderen dank moeteri wijten. Immers toen de ongelukswet van 1879, ten verderve van al wat christen en godsdienstig was. werd gestemd en iüge voerd, vonden de Yperlingen in U den krachtigsten voorstander van het vrije onder wijs. Met raad en daad zag men U, eerst in de Kamer, en later ook in den Senaat tegen het verderfelijk grondbeginsel van de god- delooze schoolwet opkomen om het te laken en van kant to wijzer,- Men zag U, met die woorden tot ieuze Zij zullen haar Diet hebben De schoone ziel van 't kind 1» zonder aarzeling of schroomde billijkheid betwisten van eene wet die strijd kwam voeren tegen uwe katholieke grondbeginse len, die gij later in eene aanspraak tot de Oud-Leerlingen van St Vincents College ter gelegenheid van het vijfiigjarig jubelfeest van hun gesticht, met die woorden samen vatte Aime ton Dieu il est ton père sois fidéle a l'Eglise, elle est ta mère. U dus, en grootendeels U a'leen, hebben wij dat vrije onderwijs te danken dat wij thans in het College genieten, dat ons genegen heid en liefde inboezemt voor God en Kerk en Vaderland, dat jongelingen van ons vormt christen van aard en vlaamsch van zeden. Edoch, niet alleen een blijk van hulde en dankbaarheid maar ook een blijk van eer biedvolle genegenheid blijven wij U ver schuldigd. Zelden immers troffen wij iemand aan, die zoo zeer van voorliefde vo >r ons College getuigde. Blijde en treurige plechtigheden, die ons afwisselend in vreugde lieten jubelen of in rouw dompelden, hebt gij steeds met immer aanwassenden iever en belangstelling bijgewoond. Zoo zageu wij u, telken male wij feest vierden, in onze vreugde mede- deelen en juichen en, noodzaakte ons de beproeving rondom de lijkbaa r van een geliefden en gevierden leermeester ge schaard, te treuren, dan ook kwaamt gij van rouwbeklag en mededeeling getuigen. 1 En niet alleen voorliefde, maar ware diep gevoelde genegenheid was het, die Gij het gesticht toedroegt, waarin gij uwe jonk heid had doorgebracht. Overal rondom ons. met woorden en daden h' bt gij bewezen dit die liefde, ver van te verflauwen of te vergaan, steeds aanwaste en toenam. En om uw eigen woorden ter bevestiging aan te balen, wie herkeDt niet dat minnend herte, in de lofbetuigingen. die gij overheid en leeraars toezwaait in een uwer redevoeringen vóór sommige jaren in de gilde der qud- studenten uitgesproken Ja het is het College, dat ons onze maatschappelijke en persoonlijke plichten leerde kennen het is het College dat ons rampen tegeuspoed, uit christen oogpunt deed aanschouwen: het is het katholiek College, dat van ons heeft gemaakt hetgeen wij thaas zijn lof en dank aan het College,zoo is en zoo zal de kommer wezen van gansch ons leven. In tegen woordigheid dier blakende liefde en diep gevoelde dankbaarheid, door woorden beves tigd en door daden vooral betoogd,schromen wij ons dergelijkegevoelensten uwen opzichte te vertolkeu,overtuigd van de onmacht onzer uitdrukking. Wij gevoelrn dat-slechts in de werkelijkheid het bewijs van de rechtzin nigheid ouzer woorden kan liggen diens voigens zullen wij trachten zoo nauwkeurig mogelijk,hef pad der deugd eu zelfsopoffering te bewandelen op de voetstappen van Hem die ons in St Vincent's College voorafging. Heil, heil hem,die gedurende 50 jaren zoo fel en zoo dapper heeft gestreden mocht hij in een langdurige 1 ouderdom steeds maaien wat zijn jonkheid wist te zaaien, en getuige worden van onze rechtzinnige ge voelens van dankbaarheid en genegenheid. Leve lang, M. Struye, leve lang. de beste vriend van het College! Diep ontroerd komt de heer Struye vooruit en nieuwe toejuichingen breken los als de eerbiedweerdige ouderling de aanwezigen bedankt voor de grootsche betooging van heden. Hij heeft getracht naar de mate zijner krachten zijnen plicht te kwijten, en heeft hij iets goeds kunnen verrichten, anderen deden veel meer dan bij ten andeten, wan neer bet de belangen geldt van Kerk en Staat, dan moet iedereen het ztjne bijbren gen. nu nog meer dan ooit moeten wij eensgezind samenwerken om België het katholiekste en voorspoedigste land der wereld te behou len. Spreker brengt hulde aan de burgerij, die zoowel haren plicht verstaat, aan de werk lieden, die zich niet laten misleiden, maar steunt vooral op de jonkheid, die de toekomst is van Yper. Hij bedankt bijzonderlijk den geachten heer Colaert. Burgemeester van Yper, die binst bijna 23 jaar op zulke man haftige wijze zijn plicht van Volksvertegen woordiger heelt gekweten en wiens jubelfeest als kamerheer wij gelukkig zullen ziin te naaste jare te kunnen vieren 1 Nogmaals dank dank 1 aan allen die meewrochten tot de betooging van heden. (Langdurige toejuichingen Het Feestmaal, Ten 1 ure werd in de Iweinszaal het feestmaal opgediend den gevierden jubilaris aangeboden. Rond de 260 inschrijvers namen er deel aan. Madame Plateel uit den Katholieken Kring haalteere van de keurig bereide spijzen. De ordedienst was onder 't beleid van M. Jules Baus 't is genoeg zeggen dat alles met de meeste nauwgezetheid werd verricht. Aan de eeretafel zaten rechts van Mijnheer Eugeen Struye, M. Colaert, Burgemeester en Kamerheer, de senator heer Baron de Vinck, van Merris, kamerheer, Verhaeghen, bestendig afgeveerdigde, Vauden Boogaerde, schepene, Bruneel de Montpellier, Thevelin, Iweins d Eeckhoutte, D'Huvettere, gouw- raadsheeren, M. Valeer Ghyselen, neef van M. Struye. Al den linkerkant,zatenE. H .kannunik De Brouwer, pastor-deken van Sint Maartens, M. Paul Vanden Peereboom, senator, M. Biebuyck, onder-voorzitter van den Katho lieken Kring en voorzitter ter rechtbank, M. Fraeijs, voorzitter van den Katholieken Bond, M. Struye, neef van den jubilaris, MM. de Tiebault de Boesinghe Brutsaert,' provincieraadsheeren, de heeren Vcorzitters en Bestierders der verscbillige katholieke maatschappijen, de eerw. heeren Pastoors en gemeenteraadsleden van Yper en de burge meesters van al de gemeenten van het arron dissement. De spijsk^arte gal alvoren eene lichprinte met de beeldtenis van M.Eugeen Struye. De gulhertigste vroolijkheid heerschte gedurende liet feestmaal. Gedurig werden telegrammen binnengebracht van vrienden en kennissen, die alhoewel belet de feeste bij te wonen, toch wilden meêdoen om den heer Struye geluk te wenschen en eere en hulde te brengen aan zijne verdienstelijke loopbaan. Wij geven er hier eenige, want ons blad ware niet toereikend om ze allen over te drukken M. Schollaert, opper minister, Ik voeg mij bij uwe talrijke bewonderaars en vrienden om u geluk te wenschen en toe te juichen. Uwe schoone en lange loopbaan is voor allen een levendig voorbeeld van I onwankelbare trouw aan de goede zaak en I van bewonderensweerdige opoffering. Schollaert, Minister van Binnenlandsche Zaken j M. Davignon, Ik veroorloof mij aan mijn ouden ambtge noot, mijn rechtzinnigste aandenken en mijne levendigste en dankbaarste gelukwenschen aan te bieden. .j Davignon. Minister van Buitenlandsche Zaken. MLiebaert, die maar later bericht en was over de feeste, zond de volgende draadmare Ik ben maar vandaag ingelicht over de betooging ter uwer eere ingericht en verhaast mij u mijnezeer hertelijke heilwenschen toe te sturen. Ik ben wel spijtig mijne toejuichingen i niet te hebben kunnen vervoegen bij deze der j talrijke vrienden die ter uwer eere gefeest I hebben. Liebaert, Minister van Finantiën. M. de Gouverneur, In name van geheel Westvlaanderen ver voeg ik mij uit ganscher herten bij de betoo ging van vriendschap en erkentenis ter eere van den uitmuntenden burger en den groo- len christen,dien gij op dit oogenblik viert en die zulke belangrijke diensten bewees aan zijne stad en aan zijn land. Mocbte hij nog langen lijd aan onze genegenheid behouden blijven en ons tot voorbeeld strekken Baron Ruzette, gouverneur M. Vercruyssesenator. Ik ben uit ganscher herte met uwe talrijke vrienden, die u toejuichen,en hulde brengen aan uwe bewonderensweerdige verkleefdheid. M. Reynaert, Kamerheer en Burge meester van Kortrijk. Uit ter herten vereemgd met de betoogers, bied ik M. Eugeen Struye mijne vriende lijkste heilwenschen. Mijnheer Nap. Meersseman,sedert jaren de trouwste vriend en medewerker van M. Struye, heeft aan de heeren der feestcommis sie den volgenden brief gezonden Heeren Voorzitter en leden der oommissie voor de betooging Struye. Het is, geloof ik, mijn plicht, u mijn levendige en welgemeende spijt uit te druk ken niet te kunnen de vaderlandsche betoo ging van heden bijwonen, ingericht ter eere van den weerdigen voorman Mijnheer Eugeen Struye. Beter dan iemand heb ik hem kunnen hoogschatten, wanneer hij in de nadeeiigste voor waarden den goeden strijd aanving ten voordeele der katholieke zaak, ten voordeele onzer burgerrechten, onzer politieke en volkswerken. Ik heb dat tijdstip gekend als onze eenige hoed anigheid van katholieken eene reden van uitsluiting was, waar de beste onder ons wanhopende van de gezonde reden van het volk eu van de toekomst, zich van kante hielden en den strijd ontvluchtten. Het was M. Struye die den oproep blaasde, die luide en fel dierf spreken in meetingen en vergaderingen, die de katholieke partij wakker schudde, de plaatselijke drukpers inrichtte,en binst lange jaren haar de mede hulp verleende zijner wakkere, bijtende en goed verstaalde pen. M. Struye dierf welge- metene slagen toedienen aan'den afgod der liberalen, die sommigen onraakbaar meen den hij ons, zonder terug- te deinzen voor den haat dien hij op zich trok.Gelukte hij er niet in hem met den eersten slag omver te smijten, hij hield stand en altijd maar her nemende, kwam bij door de bres binnen in de Kamer en het Stadhuis. Dat is reeds meer dan een halve eeuw geleden Sedertdien bekleedde hij opvolgentlijk de hooge plaatsen, 't zij in de wetgevende kamer, 't zij iu het plaatselijk bestuur Die plaatsen had hij verkregen en weer diglijk vervuld teu prijze dikwijls van zijne ruste,zijne belangen, zijn persoonlijk gemak. Opvolgentlijk verliet hij ze.zonder aarzelen, zonder spijt, zoodra anderen dan bij ze weerdiglijken nuttiglijk konden vervuilen. Zijn land dienen, zijne moederstad, zijne medeburgers, zonder eigen belang, dat was zijn eenige eerzucht, de gedurige gedragslijn zijner politieke loopbaan. Het betaamde dat zijne moederstad er rekening van hield en huble bracht aan zijne verkleefdheid, aan zijne diensteD en aan zijne zelfverloochening. Dat is dehooge.de ware beteekems der betooging waarvan uw comiteit de eer heeft het ontwerp te hebben opgevat. Wat mij betreft, ik houd eraan u te her halen, Mijnbeeren, en het is het doel van dit schrijven, hoe lastig het mij valt dat mijn gezondheidstoestand en mijn grooten ouder dom mij niet toelaten mij bij u te vervoegen tenzij uit ter herten. Gelieve te aanveerden, Mijnheeren Voor zitter en leden der commissie, mijne veront schuldiging en terzelfde tijde de uitdruk king mijner rechtzinnigste en eerbiedigste gevoelens. N. Meersseman. Yper, den 16 Februari 1908. |»V13» Uil ■cueii uemoen 102 aageu werk-

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1908 | | pagina 1