SSpreeMraafl SS Op Zaterdag 19 Juni 1909 5 centiemen 't blad 44e jaar. Talmerk 3161 Te trekken bij den Uitgever, Tk 36, in de Boferstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank *s jaars Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal i DIT IS T NIEUWSBLAD vu YPER EN OMMELANDS 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en 's Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER- strate, Tk 36, te Yper. De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen *t blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd, leder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. Het Katholiek Jubelfeest te Yper De feeslc van Zondag: laatst zü lang in het geheugen blijven van al wie ze hcefl bijge woond. Nog1 jaren lang zal men met vreugde herdenken de zilveren jubelfeeste van onzen geachten heer Colaert, volksvertegenwoordiger en van het katholiek landsbestuur. Indien elders de jubelfeesten wel gelukt zijn, nergens kunnen zij dieperen indruk hebben na gelaten dan bij de bewoners van het arrondisi sement Yper, en een hooggeplaatst persoon, nogthans zijn eigen stad zeer genegen, beken de ronduit dat zijne stadsgenoten niet in state zijn tot zulk welgelukte feeste te geraken. Eere :aan de Yperlingen! Eere aan de inrich ters en voornamelijk aan den Voorzitter van den Katholieken Bond heer Ernest Fraeijs! DE VERSIERING. Van in den morgen reeds, wapperden va- derlandsche, Ypersche en vlaamsche vlaggen a m bijna elk huis, aan menige huizen zelf twee en>: drie. Kortom, al was 't een politieke fcesle, de Yperlingen willen toogen dat. ze des noods voor één dag hun verschil van denkwijze kunnen en willen vergeten, om dezen te huldi gen die binst een vierde eeuw zijn persoon lijke belangen heeft ter zijde gelaten om zich vooral toe te wijden aan het algemeen welzijn. In die verheerlijking van hun geliefden heer Volksvertegenwoordiger M. Colaert, waren ook begrepen de heeren Ministers Schollaert en Ucbaert, die namens het Landsbestuur kwa men deelnemen aan de feestviering en meteen kwamen hulde brengen aan hun vriend M. Colaert. IN DE STATIE. Uit Brussel vertrokken ten 9 11. 9 m., kwa men de heeren Ministers te Kortrijk ten 10.35 h. en zetten ten 10.48 h. de reis voort naar Yper, waar ze ten 11.43 aankwamen. In de statie werden zij verwelkomd door U. Fraeijs, voorzitter van den Katholieken Bond, omringd van de leden van het katho liek Comiteit. Na de voorstelling der aanwe zige heeren in de wachtzaal van le klasse, reden de heeren Ministers en hun gevolg naar het huis van M. Fraeijs in de Boterstraat. TE DEUM. Als goede christenen betaamde het dat de katholieken eerst en vooral God bedankten voor do weldaden binst de verloopen 25 jaar verkregen en nieuwe gunsten afsmeekten voor het toekomende. Daarom werd er ten 12 en half in de hoofd kerk een plechtig TE DEUM gezongen. Onze heerlijke hoofdkerk was kroppend vol. Geen plaatsken bleef onbezet en de laatkomers hadden alle moeite 0111 nog binnen te geraken. ,A1 voren rechts namen plaats op prachti-i ge bidbanken de heeren Ministers Schollaert en Liebaert, en links de heer Colaert, jubilaris, verscheidene Senators en Kamerheeren, de heeren Schepenen, gemeentcraadsheeren en le den van het gouwbestier. Wij bemerken onder andere de heeren Paul van den Peereboom, Jooris Vercruysse en Baepsaet, senators, de heeren Van Merris, Pil, Orlegat, Victor Delporte, Arthur Verhaeghen, volksvertegenwoordigers; de heer Eug. Strnye, oud-volksvertegenwoordiger en oud-senator; Bruneel de Motttpellier, de Thibault de Boesinghe, Lebbe, D'Huvettere. Brutsaert, Am. Vandaele, Em. Thevelin, Jan Verhaeghe, Iweins d'Eeckhoulte, enz. enz. gouwraadshee- ren. De heeren Burgemeesters van bijna al de gemeenten van het arrondissement, alsmede vele gemeenteraadsheeren en secretarissen en voorname personen. iHet plechtig Te Deum werd aangeheven door iden zeer Eerw. heer Kanunik De Brou wer, pastor-deken, omringd van de geestelijk heid der geheele stad en overhands gezongen door de priesters en al het volk. Zulke zang maakt een aangrijpenden indruk. DE FEESTVERGADERING. Na de plechtigheid ter kerke had de verga dering plaats in de feestzaal der 11 alle (Noord- kant), prachtig versierd met heerlijke vlaggen van de oucle gilden en ambachten, die honder den jaar vroeger misschien ter zelfder zale hunne zittingen hielden om hunne belangen te bespreken en te handhaven. W anneer de heeren Ministers en de heer Colaert hunne intrede deden werden ze geest driftig toegejuicht, binst dat de Koninklijke k anlare een heerlijke zegemarsch speelde van den Gentschen Meester Oscar Roels. 600 kinders uit de katholieke scholen van stad alsook eenige jufvrouwen hadden ne vens het muziek plaats genomen voor de plechtige feestcantate. Na de zegemarsch sprak de heer Fraeijs, voorzitter van den Katholieken Bond, een overheerlijke feestrede uit. die, jammer genoeg voor de duizenden aanwezige werklieden en buitenmenschen, in 'tfransch was, gelijk ten andere al de redevoeringen die werden uit gesproken, buiten de aanspraak van Mijnheer Verhaeghen van Genl. •Mijnheer Fraeijs drukte zich uit in dezer voe gen: Geachte Heeren Ministers, Mijne Heeren, De 'weerklank van de geestdrift die in andere steden des lands ontstaan was tijdens de ju belfeest van het landsbestuur was tot ons door1-; gedrongen en we waren betinteld 0111 hier in 't Ypersche ook onze beurt te hebben en door een grootsche betooging de heerlijke jaren te herinneren, die voorbij waren, en onze hoop en ons vertrouwen te toonen in de toekomst V anneer het herte overstelpt door een leven dige aandoening, wij in gedachten terugkeereh lot den overgelijkbaren strijd van 1884, wij moe ten eerst en vooral bestatigen dat het God is die de gebeurtenissen beheerscht. ie van ons had er durven hopen, daagp na de schitterende zege van '81 dat de katho lieken binst 25 jaar het beheer van het land zouden behouden? Ja zeker, God waakte, wanneer hij na de onvergelijkte schoolverkwistingen. den naam van onzen gewezen stadsgenoot Jules Malou deed zegevierend uil de stembus komen, hij die ook de beleider was van den niet min beroem- den strijd van 1879. Hij wilde niet dat het ver- j brokkeld iiberalisinus nog sedert dien het be- I heer van de levensbelangen onzes vaderlands f zou in handen nemen. God waakt nog, Mijne Heeren, en te midden de verdeeldheid en de wanorde zal hij dezen I niet verlaten, die gelijk wij, Katholieken, on- I wankelbaar verkleefd blijven aan recht, vrij heid en eer, die alleen de volkeren, gelijk de personen, in state stellen groote dingen te ver- wezentlijken. 't Is maar al te dikwijls ten koste hunner plichten dat de menschen hunne rechten doen gelden Maar do katholieke Bestierders hebben voor al gezorgd hun plicht te vervullen met de rechten hunner vrienden gelijk die hunner tegenstrevers te behertigen. Daarvan getuigt de wet die alle burgers stemrecht verleende en alzoo de overgroote meerderheid waarover de katholieken beschik ten, merkelijk verminderde; daarvan getuigen nog de talrijke volkswetten, waaraan geéu landbestier meer zal durven de hand leggen. Volkswetten, maar ook verzedelijkende wet ten, want het volk leeft niet alleen van brood, maar de zedeleer ook heeft haar opbeurende kracht, en 'fis daaraan dat onze huidige Mi nisters hunne beste krachten Wijden, de Minis ters wier hoofd heden in ons midden is om met onze jubelfeesten te komen bijwonen, zijne genegenheid te betuigen voor ons arron dissement. Indien ik niet vreesde zijne nederigheid te kwetsen, ik zou Mijnheer Schollaert den ver- zedelijkenden Minister heeten. (Herhaalde toe juich.) Van hem zal men mogen zeggen dat, zoo de wetten willen dat wij eerlijk schijnen, de zedeleer eischt dat wij het zijn. Mijnheeren, had het Katholiek Landsbestuur enkel !de overname van Congolanci te zijner bate, nog zou het recht hebben op de erken tenis van al de klassen der samenleving: dat grootsch werk soms beknibbeld, veel bespro ken, maar toch zegevierend, is het meest ver- zedelijkend werk dat vervuld werd sedert de uilroeping onzer onafhankelijkheid. ,En dat hel mij toegelaten zij hier opentlijk hulde te brengen aan den grooten Christen, den voorbeeldigen katholiek, den wakkeren strijder, den koenen Minister van Koloniën, Mijnheer Jules Renkin, die enkel den plicht Inziende die zijn zwaar ambt hem oplegt, niet aarzelde mei zijne verkleefde en moedige echt- genoote een lange en moeilijke reize te onder nemen dweers door den Oceaan door de wil dernis en onder de brandende stralen van den evenaar. Goede reize," heer Minister, en gelukkige we derkomst! God beware u! (Langdurige toe juichingen Hoe geern zou ik de daden eens herinneren van het Katholiek Bestier binst deze laatste vijf en twintig jaar. en trapsgewijze u aan-, toonen de verwezentlijking van het werk dat tot voorbeeld mocht dienen onder vele opzich ten aan vreefn.de wetgevers. Gij zult er do grondsteen vinden van die lange reeks wetten die de rechten van het volk hébben erkend Uitbreiding van het stemrecht; Wet op de aanslagen tegen de vrijheid van hel werk; Wet op de betaling cler dagloonen; Wet op de onvervreemdbaarheid der loónen; Uitbreiding der werkrechtersraden Inrichting van het werkopzlcht Wet op de werkongevallen Wet op de ouderdomspensioenen waar aan onze nooit volprezen en onvergetclijken heer Baron Surmont de Volsherghe zijnen naam heeft gehecht. Verders al die maatregels ten voordeele der kleine burgerij. Jn dien rijken bundel volkswetten zijn er meer dan genoeg 0111 elk jubeljaar te ken merken. Djail is reeds al een uitgebrecd programma en nogthans is 't daar nog verre van al! Ook zou het arrondissement Yper met re iden mistevreden zijn indien ik in dil jubel jaar vergat u te spreken over de ontschatbare diensten bewezen aan den landbouw. Vooruit en vooral is ons arrondissement een landbouwstreke, en daardoor weet men hier best hoeveel wettige maatregels de land bouw aan de katholieken te danken heeft. Over 25 jaar verkwijnde de landbouw en hel voormalig bestier bekommerde zich weinig om den toestand waarin de buitenlieden ver keerden! Thans is de landbouw weder op gebeurd en die talrijke schaar burgers, die de kruim der bevolking uitmaken is ééns 0111 lof en dank te zeggen aan het landsbestuur, die door wijze wetten en nuttige inrichtingen, namelijk de landbouwlessen en het aanstellen van landbouwingenieurs, onze buitenlie den opi de hoogte hebben gebracht der heden- daagsche wetenschap. Wij mogen dus gerust zijn: de landbouwbe langen zijn in goede handen en de opperminis- ter die zelf met de zorg ervan hem heeft willen belasten, is de man op wien wij in volle ver trouwen mogen steunen. Daar is hetgeen jk u begeerde te zeggen voor het verledene. Dat het ons toegelaten zij aan ons, Ypersche kinders, hier ook dezen te herdenken die in vroegere tijden van het landsbestuur hebben deel gemaakt, bijzonder lijk sedert 1884: Jules Malou, Albert Nyssens, Victor Begerem en den geliefden heer Baron Surmont de Volsherghe. Allen waren weerdig van de hooge bediening waarmee zij werden belast, (geestdriftige toejuich, begroetten eiken (naam.) Aan allen onzen besten dank! Moet ik u spreken van de huidige ministers, die een leven van werk en eerlijkheid hebben gewijd aan de algemeene belangen? Niemand zou durven betwisten, zelfs onder onze tegenstrevers, dat het welzijn des lands het doelwit niet is van hun leven en streven, fen 't en is bij ons zelfs niet noodig van grond beginsels van gelijkheid1, broederlijkheid en vrijheid ten toon te spreiden, zelfs op de muntstukken! Die grondbeginsels zijn in de bierten der Ministers vergroeid en worden weer- kalatjst in al hunne daden. De reden is doodeen voudig: het katholiek gouvernement weet im mers dat er geen orde is zonder vrede, geen vrede zonder vrijheid, geen vrijheid zonder rech tveerdigheid. En nu de toekomst! Zaliger Minister Nyssens had voor ken spreuk: Immer vooruit. Ons ideaal is de liefdadigheid, ons door onzen goddelijkën Meester opgelegd! Werk en liefdadigheid I laat ons die twee sa- j menvoegen. Wezen wij krachtdadig in de ver- dediging onzer rechten maar liefdadig waar het i behoort en sluiten wij ons in dichte rangen rond het Ministerie! (toejuich). Snrsum Corda! Hoog de herten! Eens- gezind rond onze hoofdmannen geschaard. Iaat ons de voorwacht zijn van het Ministe rie! Strijden wij opdat we, toekomende jaar, vollediger nog dan vroeger zegepralen; 1910 geve ons eene verpletterende en schitterende overwinning. Tot nu hebben wij ons min of meer vergenoegd met enkel twee Kamerheeren naar Brussel te zenden. Eensgezind en be wust van onze macht gaan wij ten strijde. Rn gij, Katholieke Jonkheid, met vlammend herte en geestdriftige bedoelingen, luistert naar de stem van dezen die de zware taak te ver vullen hebben van tc Waken op het geluk van ons geliefde Belgenland; wcest. eene macht, sluit u in dichte gelederen; weest de voor post in den aanstaanden strijd en bewijst dat gij de weerdige afstammelingen zijt van die koene en onvervvinnelijke vlamingen uwe voorvaders. Het christen vaandel waarop de strijdleus prijkt: In lioc signo vincesDoor 'dit teeken zult gij winnen,weze immer uw vereenigheidspunt. Laat ons nooit de woorden vergeten van dien uitmuntenden Kerkvoogd: de katholieken zijn van dat volk wiens hoofd nooit en buigt, ten zij als het neervalt.» Rn gij, Mijne Heeren, gesteund door die jonge schaar, weest overtuigd, dat de zege aan ons is! (Toejuich.) Maar alias is op verre na niet gedaan in ons arrondissement. Daarom, Heeren Ministers, zijn we meer dan eens; op uw deure komen kloppen; dikwijls hebt gij ons geopend; gij zuit ons wel gelieven toe te laten nogmaals aan te kloppen. Daarin volgen wij de lessen van onzen Goddelijken Meester, die ons leerde te volherden in het roepen en kloppen, 't Is waar dat gij ons reeds veel hebt toegestaan. Onze schoone stad herleeft door de heerlijke herstellingen harer praalgebouwen. Aan u heb ben wij dit grootendeels te danken. Ook hebt gij kunnen bestatigen dat de Yperlingen' er u dankbaar om zijn; maar 'tbeste ware ons te geven zonder dat wij u vragen. We zullen u enkel op den goeden weg stellen: .Gij hebt per ijzerweg de reize afgelegd van Brussel naar Yper? Zijt gij er over voldaan? En zoudt gij niet liever, na de aanstaande kiezingen, naar hier terugkeeren, gedeeltelijk al de vaart! (gelach.) Gij zult niet weigeren ons hierop een klein antwoord te geven, waarvan de toekomst van ons geliefde arrondissement afhangt. Ik heb nog een laatste, plicht te vervullen. Wanneer in 1887 de heer Victor Jacobs, met dat helder doorzicht en die gekende weL sprekenheid aan M. Colaert een rijke poli tieke loopbaan voorspelde, heeft hij de waar heid voorzeid. •Onze volksvertegenwoordiger, een der acht overlevenden van de meerderheid van 1884, heeft de hope niet bedrogen, die wij in hem gesteld hebben. Man met een sehranderen geest, een opwek kende welsprekendheid, die in moeilijke oogen- blikken, het volk tot zich kan trekken, gaf hij blijken van p-aallooze verkleefdheid aan hel openbaar welzijn. Hij leidde ons tot een lastigen strijd, die steeds met een schitterende overwin ning bekroond werd. Ter Kamer was hij steeds de groote werker: verslaggever der begrooting van binnenlandsche zaken en openbaar on derwijs, gaf hij blijken van grondige rechts kennissen. Do katholieke partij, Mijnheer de Volksver tegenwoordiger, zal u immer dankbaar blij ven. Die erkentenis kan men niet beter be tuigen dan met u dil kunstig portret aan te bieden, werk van onze uitmuntende stads genote Louisa de Hem. Thans wordt het doek weggelaten, die de sierlijke beeltenis van den heer Colaert be dekt. - Een uitbundig bravogeroep ter eere van onzen geliefden volksvertegenwoordiger breekt los en de uitmuntende kunstschilder, onze gewezen stadgenote wordt meteen herle- lijk geluk gewenscht over haar prachtig ge wrocht. Eindelijk vervolgd de-heer Fraeijs zijne rede: Moge dit gedenkteeken, Mijnheer de Volks vertegenwoordiger, u aangenaam zijn. Hel zal u herinneren de jaren van verkleefdheid en opoffering die gij u getroost hebt uit liefde voor anderen; het zal u herinneren hoe gelukkig deze is die«de stem van den plicht heeft aan hoord, en voor uwe familie zal het een ge tuigenis zijn dat haar hoofd groote en leven dige genegenheid heeft verworven. Een. laatste woord. Wij voelen ons uiterst gelukkig in ons mid den den oud-minister van openbaar onderwijs te zien. - Nemen wij die gelegenheid te bate om den man toe te juichen die zulke belang rijke diensten heeft bewezen aan het openbaar onderwijs! Zijn wij hem de wet van 1895 niet verschuldigd, die het werk van 1884 van Jules Malou zaliger verbeterde? Juichen wij hem toe voor de aanmoedigende verklaring die hij deed tijdens de heugelijke feesten der Alma Mater te Leuven, later bevestigd bij de jubelfeesten te .Brussel. De achtbare heer Minister zal het niet kwa lijk nemen als ik hier die verklaring herhaal, die wij, katholieken, zoo hertelijk toejuichen. vNa de glorievolle jubelfeesten van de Ilooge- school van- 'Leuven, riep het hoofd van het staatsbestuur uit, ware het misdadig van on- zentwege te vergeten wat wij aan de vrijheid 'van onderwijs verschuldigd zijn. In onze. han den zal die vrijheid nooit verzwakken, maar steeds uitgebreid worden tot dat wij de algehee-, ile gelijkheid bekomen tussehen officieel en vrij onderwijs. Het Staatsbestuur verstaat, Mijne Heeren, dat na dertig jaar werk, opoffering en won deren voorspoed der vrijheid van onderfwijs, wij met meer voordeel mogen behandeld wor den. Ik en zal niet trachten te weten welke de inzichten zijn van het Staatsbestuur diesaan- gaande, maar ik' meen u te mogen zeggen, Mijnheer dé Minister, dal de gebeden van 3500 kinders onzer katholieke* scholen aan God zul- Jen vragen dat hij uwe edelmoedige pogingen zegene. Gij hebt kunnen bestatigen, Heeren Minis ters, hoe de bevolking van ons arrondissement u genegen is. .Gij hebt begrepen en gij zult aan uwe ambt genoten kunnen zeggen dat het ministerie hier .moedige verdedigers bezit, bereid tot den strijd. 'En gij zult overtuigd blijven dat onze bevolking toekomende jaar beuren plicht zal kwijten. De vertegenwoordigers die de kiezers hier naar de Kamers zullen zenden, zullen de beste steunpilaren zijn van het Katholiek Lands bestuur, van de Belgische natië en van den Troon! (Langdurige toejuichingen.) (Spreker wordt van de heeren Ministers hertelijk geluk gewenscht.) *1 M. COLAERT. De heer Colaert treedt op het verhoog onder het luidruchtig handgeklap der talrijke menig te en het duurt een heelen tijd eer hij spreken kan, want telkens breken nieuwe toejuichin- gen los. j M- Colaert, zienlijk aangedaan door die wel verdiende betooging, neemt dan het woord. 1 't as den 20 Februari 1881 dal ik de eer had voor de eerste maal ter Kamer gezonden to worden, om er den verdienstelijken heer Biebuyck te vervangen. Al hel) ik er zulke schitterende loopbaan niet gehad als die reeks verdienstelijke mannen, waarvan de heer Fraeijs heeft gesproken, toch heb igetracht mijn plicht te vervullen, met al den iever en dc verkleefdheid waartoe ik in state was. (handgeklap). M. Fraeijs sprak daar van den grooten staats man Jules Malou, wiens naam Yper gegeven heeft aan een sierlijke laan. Maar dit is niet genoeg. Malou moet zijn standbeeld hebben, hij de groote inrichter onzer scholen, e 1 nergens beter kan dat gedenkteeken plaatse vinden dan hier te Yper, zijn geboortestad. 1 Met innige voldoening begroet ik hier mijn ouden stndiemakker. den heer Minister Scliol- f laert, en mijn vriend van oude date. den heer Minister Liebaert. Mijn dank ook aan al de leden van Kamer en Senaat en andere over heidspersonen die deze feest wel hebben wil len bijwonen Maar mijne erkentenis in 't bij zonder aan den ouden vriend, die van in de I vroegte naar hier is gereisd om mij van uit het W alenland een vriendenhand te reiken dank. vriend Victor Delporte voor dit bewijs van genegenheid! (lang. toejuich.)

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1909 | | pagina 1