I Op Zaterdag 18 December 1909 Talmerk 3185 5 centiemen 't blad De nieuwe militaire wet fte bost, tegen 3 frank 's jaars HOND DE WERELD Duitschland Italië BIJVOEGSEL A..A.TST va® 11 December 1909 Hetgeen volgt ie de nieuwe legerwet die aan de bespreking en aan de goedkeuring van den Senaat onderworpen is, e Senaat M^UT-W' WW W*r-M$i faire wet De Congo-kwestie in den Duitschen Rijks tag De koninklijke familie De Rechtbank oiewet Het nieuw ministerie Het nieuw ministerie is bepaald '.Bamen- gesteld als volgt M I DIT ARTIKEL EEN. Da volgende wijzigingen worden gebracht in de wet op de militie i. Er wordt een artikel 1 bis bijgevoegd, lui- niet ingeiyfden broeder, indien hij ten minste 18 jaar en ten hoogste 30 jaar oud is. 6. Worden gemachtigd om als militievrywil- i tigers dienst te doen van af hun 18C jaarde i jongelingen die een ernstig nadeel zouden kun- nen ondergaan door te wachten tot hei tijdstip i hunner inschrijving. Zij worden gelijk gesteld met de miliciens der lichting waarbij zij1 zich i door hunne dienstneming aansluiten. I 7. De inrichting vau het leger is gegrond oo j eene gemiddelde werkelijke hoeveelheid ,„w veeineui van dende: Deze oproepingen strekken zich uit tot 42 300 man, behelzende de volgende reeksen alle jongelingen waarvan geen militietermijn Q\ na „nniir,o-«nt«n met inbeuri'n door een broeder wordt 01 werd vervuld. t 2. Worden voor goed vrijgesteld a) De bedienaars der eerediensten b) Zij, die zich uitsluitend en op voortdurende wijze wi,jden aan de werkzaamheden van een zendingswerk buiten het land, goedgekeurd door de aangestelde overheden van een der ee- rediensten bedoeld in art. Ü7 der Grondwet. 3. Worden vrijgesteld voor één jaar a) Zij, die deel uitmaken van eene geestelijke gemeente, in het land gevestigd b) Zij die, na hunne middelbare studiën, zich wijden aan den geestelijken staat of aan de zen dingen, en teerlingen in de godgeleerdheid zijn in eene door de wet erke 'de inrichting, zoo er voor hunnen eerediens: bestaan. Worden gelijkgesteld met de leerlipgen in de godgeleerdheid de studenten in de wijsbegeer te die zich aan den geestelijken staal wijden, zoolang zij hun twee en twintigste jaar met heb ben bereikt c) Zij, die zich voorbereiden tot het lager on derwijs of tot het middelbaar onderwijs van den lageren graad, in de Staatsnormaalscholen of in da normale inrichtingen, san het toezicht van den Staat onderworpen d) De leerlingen voorzien van een diploma van bekwaamheid voor het lager onderwijs en voor het middelbaar onderwijs van den lageren graad. Te rekenen van de afgifte van dit diplo ma, wordt hun een tijd van twee jaar gegeven om, als onderwijzer, te worden opgenomen in eene openbare school of in eene vrije schooi. :-:ij die voldaan aan de vereischten tot aanneming, in art. 19 der wet van 15 September 1895 ver meld. Da vrijgestelden van de vier voorgaande reek sen zijn verplicht, in den ioop van het jaar vol gende op dat hunner inschrijving, gedurende drie maanden een onderricht tot opleiding als verpleger van gekwetsten te volgen, ol, bij examen, te bewijzen dat zij de noodige kundig heden bezitten tot waarneming van die bedie ning- Ingeval van mobielverklari ug, worden zy voor den dienst opgeroepen en gebruikt bij men ch- lievende, voor het leger nuttige instellingen, indien geen van hun broeders een militietermijn vervult of heeft vervuld Zij k.'ijgen geene militaire uitrusting en hun dieDSt heeft geene uitwerking op de verplich tingen hunner broeders Abis) Zij, die zich in eene door den Staat er kende setiool van scheepvaart voorbereiden tot het afleggen van het examen van scheepsofficier op d« groote vaart, of op een scboolschip Ater) De leerlingen dier twee inrichtingen, voorzien van een diploma van officier op de groote vaait. Hun wordt een tijd van twee jaar gegeven om in die hoedanigheid eei.e king bij's rijks marine of bij vloot te bekomen. Na acht. jaren dienst in de marine worden zij voorgoed vrijgesteld. e) Zij, die op onafgebroken wijze in dienst van den Siaat zijn, in de kolonie f) De ingeschrevenen die, zonder een ernstig nadeel te ondergaan, hunne studiën of kun leer tijd niet kunnen onderbreken, ot tijdelijk de de landbo' w-, nijverheids- of handelsinrichting verlaten welke zij voor hun eigen rekening of voor die hunner ouders beheeren. De vrijstel ling uit dien hoofde kan niet worden uitgespro ken ten bate van den ingeschrevene van het langstv -rloopen jaar, op de bij artikel 15 voor ziene lijst gebracht «j Zii die bewijzen dat hun arbeid bi draagt tot het onderhoud hetzij 1 van hunne ech ge- noote, met of zonder ind hetzij 2- van hun vader en moedei' of van een dezer hetzij 3 van hunne grootouders of van een dezer; hetzy 4. van hunne broeders en zusters of van een dezer: 4 De opgeroepen manschappen moeten den militairen dienst in persoon waarnemen. 5. Een broeder mag dienst doen voor zijn nog a) De contingenten, met inbegrip van de op nieuw binnengeroepen (miliciens, militievrij- willigers,vrijwilligers met premie, plaatsver vangers); bi Do verschillende soorten van vrijwilligers (vrijwilligers van beroep in gewonen dienst, opnieuw dienstnamende vrijwilligers van be roep, opnieuw dienstnamende van de andere soorten, pupillen) c) De, gemilitariseerde burgers. In de aanwezige effectieven zijn begrepen a) De in dienst zijnde manschappen (mot in- j begrip van de gemilitariseerde burgers) b) De manschappen die naar huis zijn met een j gunstverlof van ten minste ééne maand c) De eorreetionuairen en de disciplinairen d) De manschappen opgenomen in het hospi- taal e) De pupillen. Daarin zijn niet begrepen a) De mannen met ziekverlof b) De ontbrekende manschappen c) De manschappen die terechtstaan of in bur gerlijke gevangenissen zijn opgesloren. Een koninklijk besluit bepaalt elk jaar de in deeling der manschappen bij de verschillende wapens. 8. Buiten de terugroepingen, wordt de wer kelijke dienst achtereen uitgedaan. Voor de contingenten is de gemiddelde duur van den werketijken dienst, met in begrijp van de b: :- nenroepingen, bepaald 'op ten hoogste 23.3 maan den, overeenkomende, por wapen, met den hiernavolgenden laagsten duur Infanterie twintig maanden Cavalerie en rijdende artillerie zes en dertig maanden Bereden artillerie en treinacht en twintig maanden Vestingartillerie en bijzonders compagnieën artillerie twee en twintig maanden; Genie twee en twintig' maanden Bataljon van administratie vier en twintig maanden. De manschappen, wier werkelijke dienst twintig maanden duurt, zijn gehouden tot eene terugroeping, voor ééne maaud, in den loop van het derde of van het vierde jaar var: hunnen mil tietijd. Een koninklijk besluit bepaalt jaarlijks den duur van den dienst voot' de verschilt ge wa pen- rekening houdende met de vereischten van het onderricht, derwijze dat de gemiddelde getalsterkte van 42,8ÜÖ man niet overschreden wordt. geeft aanleiding, tot de milieiens, de militievrij'- willigers en de plaatsvervangers van een broe der, tot eene vermindering van ééne maand in deu gemiddelden duur van den werkelijker! dienst, derwijze dat men trapsgewijs komo tot 16.8 maanden gemiddelden duur van den dienst. Niemand mag van deze dienst-tijdpei'ken afgetrokken en buiten de gelederen der compa gnieën, eskadrons of batterijen gebruikt worden gedurende de maanden werkeiijken dienst waartoe hij door dit artikel is verplicht. Elk jaar wordt door de regeering,bij het indiei nenvanhetontwerpvande wet op het contingent, verslag gedaan over de uitkomstan der toepas sing van die verscheidene maatregelen voor het afgeloopen dientsjaar, en over de vermoedelijke uitkomsten voor het loopende dienstjaar. Bij voorkomend geval, kunnen bovendien met onbepaald verlof naar huis worden gezonden, de eenige zonen het eerst in aanmerking komende: de miiitievrywiiligers, de miliciens en de plaats vervangers van een broeder die twee derden van hun dienst hebben uitgedaan en voldeden aan cle examens opgelegd tot het bekomen van den graad van korporaal of brigadier. Voor deze examens worden de Vlaamsche, de Duitscha en de Frausche taal op gelijken voet gesteld en mogen de belanghebbenden een van deze drie talen gebruiken, naar hunne keuze. De miliciens, de militievrijwiliigers, de vrij willigers met premie en de plaatsvervangers hebben recht, in 't geheel, op gemiddeld vijftien dagen verlofvoor elk jaar werkeiijken gewonen dienst. Dit totaal mag slechts worden over schreden wanneer de militairen of hunne ouders zulks'uitdrukkelijk aanvragen en voor zooverre de vereischten van den dienst het niet beletten. In dit. geval duurt de werkelyks dienst van hem, die met verlof gaat, zooveel langer als ééne maand is overscin-eden. Elke afwezigheid wegens onvrij willige ver wonding of ziekte geldt als werkelijke dienst tijd. De termijn van vijftien dagen wordt gebracht tot op drie weken, wanneer het gemiddeld effectief van 42.8 .-P manschappen is bereikt. 9. De termijnen, voorzien bij de artikelen 13 en 14 van de wet op de militie, worden onder scheidenlijk vervroegd met zes maanden De bepaling vannr 9, eerste artikei, is voor de eerste maal vun toepassing op de verrichtin gen voorde lichting van 1911 ARTIKEL TWEE (nieuw). De artikelen 46 litt. (c) en (d) en 57 iitt. (s) van de wet op cle militie worden vervangen door de volgende bepalingen Art. 46 litt. (c) en (d) Deze staat wordt in elke gemeente ter beschikking van de belang hebbenden gehouden. Art 57 litt. (a). De uitspraken van het beroepshof tot vrijstelling of'tot uitsluiting endie van den revisieraad tot vrijstelling,waarbij der den belang kunnen hebben, worden zonder ver wijl ter kennis gebracht van het gemeentebe stuur dit bestuur houdt ze ter beschikking van de belanghebbenden,overeenkomstig artikel 46. Art. 3 (vroeger art. 2). Worden ingetrokken de bepalingen van de wet op de militie, welke strijdig zijn met deze wet, met name artikel 5, hoofdstuk III, artikel Twee iaar na het in werking treden van deze 24 litt. fb), art. 27 (c), art. 28. art. 31. litt. (a) (b) i i J av.D «Ui Ir .,n /Ironat hrvftMntii I- V7 i T T onti Irol Q9 «miH Ir ol Qf lifi betrek- de koopvaardij- wet. wordt de duur van den werkeiijken dienst voor d.e binnengeroepen manschappen vermin derd tot Vijftien maanden bij de infanterie, de vesting- artillerie en de bijzondere compagnieën artil- lerie, de genie en de bijzondere compagnieën der genie Vier en twintig maanden bij ue ruiterij en de s rijdende artillerie; Een eri twintig maanden bij de bereden artil- lerie en den trein en (c), hoofdstuk VIII, artikel 83, artikei 87, litt, (c), ariikel 94, artikel 100, litt. (g, h, i en k), art. 106 en artiksl 113. Art. 4 (vroeger art. 3). Overgangsbepalingen. 1. Vrijgesteld van eiken militairen dienst zijn de niet ingelijfde jongelingen van wie een broe der voor de militie is of was ingeschreven vóór 30 November 1909. Deze bepaling is niet van toepassing op den yen den van j uitgestelde, op een weerspanneling, op Twaaf' en eene halve maand bij liet bataljon achterblijver noch op den broeder van m administratie j achterblijver of van den deserteur Deze termijnen nemen een aanvang te reke- j Het recht tof. vrijstelling wordt behouden LfQLU lölUiy Jr... ,-!„ wraït itra tinf ftrAn PH VOOr fift nen van de oproeping onder de wapens. Bovendien zal er, in één of twee tijdperken, in den loop van het tweede, het derde of het vierde jaar, eene terugroeping zijn van vier weken voor de infanterie, de vestingartillerie, de büzotide compagnieën artillerie, de bereden artillerie, en den trein; van zes weken voor de ruiterij en de rijdende artillerie van acht we ken voor d-a genie. Elke verhooging tot een bedrag van 1,000 man van het contingent, hetzij ze voortvloeit uit de contingenten, uit de verschillende soorten van vrijwilligers oi uit deze twee reeksen te samen, voor de eenige wettige kinderen en voor de eenige wettige afstammelingen die werden uit gesteld en behooren tot lichtingen van voor 1910. 2. Het recht, een plaatsvervanger te stellen, wordt behouden voor de uitgestelden die, met dat doel twee honderd frank hebben gestort, het blijft beheerscht dooi' hoofdstuk VIII der militiewet van 1902. De rechten en de verplichtingen van de vrij willigers met premie en de ingelijfde plaatsver vangers, alsmede die van de vervangenen, blijven eveneens beheerscht door de vroegere wetten. YPER '-&M v. ndmakingen kosten ofr. i5 de reke binnen 't blad is 't 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder in ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken, ren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen igen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten tvlaanderen wonen. >LD II ezige advokaat, efheid uit over linden Koning ne wonderbare :streveude ge rnemingen en eid aan volk en /rede aan zijn leken van rouw 29 Dec. 1909. dag eene depe- verzoekend de pijwonen. Men te nieuwe mi im ze nog door irteekenen. De de wet zonder van Kortrijk- seld der katho- Ypersche, hun ;en de nieuwe olieke senators August Cools, >urt deGrunne, rde, graaf de Pitteurs-Hie- Spot, baron clef, Mertens, n, Selb, baton n Peereboom du Buzet, van se, (Kortrijk), n de la Faille Merode, Der- aaf 't Kint de ut en Astère de stemming dra de geneesheeren het zouden toelaten. MM. Schollaert en Simonis vertrokken daarop. Kort nadien begaf Baron Goflinet zich met D' Thiriar in den kamer des konings en deelde dezen laatste het nieuws mede. Hij vroeg aan den vorst wanneer hij de nieuwe wet wilde teekenen. De koning, die in zijn ligstoel uitgestrekt iag, zou zich opgericht en met krachtige stem ge zegd hebben Ik wil die wet aanstonds onderteekenen, aanstonds Geef mij de documenten. - Daar zijn ze, Sire, zegde baron Goflinet. op een lafeltje de wel en het ontwerp van het conlingend neerleggend. Dr Thiriar gaf aan den koning de toelating 0111 zijn handteeken te zetten. Men rechtte den zieke op en met vasle hand zou de vorst de twee documenten onderteekend hebben. Er wordl zelfs bijgevoegd, dat zulks juist ten 6 ure 40 gebeurde Volgens een ander verhaal, dat evenzeer uitgevonden schijnt, zou de koning eerst op een papier verscheidene maten zijn handteeken gezet hebben om aan zijne hand eenige vastheid te geven. ban zou Lij aan Baron Goflinet inlichtingen gevraagd hebben ovrr de bespreking in den Senaat, de stemmingen, enz. Dr Thiriar kwam tusschen en herinnerde aan den zieke dat hij zich niet al te zeer mocht vermoeien. Baron Goflinet trok met de onderteekende documenten naar zijn kabinet, waar hij den Burgemeester van Brussel, M. Max, vond, die naar den toestand van den koning kwam ver nemen. Hij zou aan M. Max de nog niet opge droogde handteekens getoond hebben. M. Schollaert werd onmiddellijk per telefoon verwittigd door den luitenant graaf Cornet, ordonnaucieofflcier des konings, en wat later werden de documenten, door een expressbode, aan het ministerie gezonden. De wet zou in dit Staatsblad te laat ontvangen zijn om woens dag morgend nog te verschijnen. aemen Ren. :rt, de hadden Kcrck de Vinck Je elot en Mesens alsmede al de len de wet ron Minée de Roberti, Jules ckem, Allard, s de Beauffort, te de Jonghe laf de Renesse, escamps, graaf tlder, Dubost, graaf Simonis. A. Schollaert, voorzitter van an Laeken de M. Hertling, een der leiders van het kat holieke centrum in den Duitschen Rijksdag, heeft donderdag in dat wetgevend lichaam de volgende verklaring afgelegd Ik zou uist willen dat de Duitsche politiek zich late op sleeptouw nemen door zekere Kngelsche drukpers, welke zonder onderbrekiug eenen geweldigen en onrecht- veerdigan strijd voert tegen de Belgische regeering en vast en zeker andere doelein den verduikt achter zoogezegde gevoelens van meuschlievendheid. (Teekens van goed keuring). De Belgische regeering kan onmogelijk verantwoordelijk gesteld worden voor de al Pro infir- d< tig gestiie» k, vergeef hunne misslagen aan degenen die uwen Naam belijden, opdat zij van uwe goedheid de vergiffenis en den vrede ont vangen. Tot dit einde schrijven wij voor dat, in de missen, de priesters de.collecte mo lezen. Na de bijzonderste mis zal men ei de i.itanie van de II. Maagd bijvoegen voor de genezing vanjZijne Majesteit. Er wordt uit goed bron verzekerd dat lot nu toe prins Albert niet in de kamer des konings ontvangen werd. Van aljde leden der konink lijke familie, is prinses! Clementine alleen er toegelaten geweest, doch zij heeft slechts vijl minuten bij harenSvader mogen blijven. Prinses Stephanie, vergezeld van de gravin van Vlaanderen, heeft zich Woensdag namid dag naar het paleis van Wetenschapstraal be geven, waar zij eene bijeenkomst gehad heeft met prins en prins-' s Albert. zijnenzuuii ueiuiiei van «ertogvan Gratianu. In x853toen de Hertog van Braband zijn achttiende jaar bereikt had, werd hij van rechtswege senator, maar 't was enkel twee jaar later dat hij werkelijk deelnam aan de be raadslagingen der Hooge Vergadering. Hij leerde, naar zijnjj eigenj gezegde, eerst goed luisteren. In een zijner eerste redevoeringen steunt hij er alreeds op uitwegen te vinden voor de Belgische bedrijvigheid, met een stoomvaart linie te stichten tusschen België en 't Oosten. In 1857 vroeg hij het stichten eener maat schappij tot het bouwen van luchtige en ge zonde werkmanshuizen. En verders ging niets dat den voorspoed of het welzijn onzes lands verhoogen kon voor bij zonder dat de Hertog van Braband er zijn steun en medewe'king aan verleende. 1*, Heeft Gods Voorzienigheid ons buitenge wone muziek'i' eesters, beeldhouwers en schilders geschonken, Zij gaf ons ook letter kundigen van bedied, die in het fransch en in het vlaamsch, sedert 25 jaar, menig merkweerdig werk voortbrachten. Dat is veel, want de politieke wijsheid leert dat een volk, dat aan zijne onafhankelijkheid houdt, eigene gedachten en e'gene uitdruk king moet hebben, en, in een woord, dat letterkundige roem het uationaal gebouw b kroont. Wij moeten meer aanmoediging aan de letterkunde schenken, 't is de plicht en een der voorrechten der prinsen,en altijd zal ik de letterkunde al mijne liefde toonen. "Bij de opening der zitting onzer rechtbank van 17 December 1909 drukten M. Vander- heyde, substitul des Procureurs des Konings, M.L. Biebuyck Voorzitter der Rechtbank, verhaald wordt jwet zou onder teekend hebben. Wij maken natuurlijk aile voorbehoudingeu ovor dat verhaal, dat al te omslandig schijnt, vooral wanneer men in aanmerking neemt dat zelfs M. Schollaert dins dag avond niet bij den koning werd toegelaten. Onmiddellijk na de zitting van den Senaat, dinsdag avond, begaven M. Schollaert, minister van iiiimenlandsche zaken, en M Simonis, voorzitter van den Senaat, zich in automobiel naar het paleis van Laeken, 0111 de ko iiug de nieuwe wet ter onderteekening voor te leggen, alsook het wetsontwerp, het contingent van het leger voor 1910 bepalend. Zij werden in het Paviljoen der Palniboomen ontvangen door graaf Joh 11 d'Oullremont, grootmaarschalk: van het hof, en Baron Goffinet, sekretai'is. Het tweede consult der geneesheeren had juist plaats ge; ad, en niemand mogt bij de zie ke toegelaten worden. M Schollaert verzocht de n baron Goflinet aan den koning de stem ming der wet mee te deelen en bem de mee gebrachte stukken voor te leggen. Baron Got tinei antwoordde dat hij zulks zou doen, zoo- misbruiken welke in Congo gepleegd wer den. Inderdaad, België heeft een programma _-,van hervormingen neergelegd, welke het in den Senaat zal verwezenlijken. Men moet dus wachten ;ekerd dat de en zien hoe en op welke manier die hervor- ag de wet op mingen zullen ingevoerd ws-rden. De inzichten der Belgische regeering zijn absoluut eerlijk. M. Basserman, natiionaal liberaal, ver klaarde dat het verdrag van Berlijn, betref fende Congo, in 1886 onderteekend, tot nog toe eene doode tetter gebiaven is. Inderdaad, zegde hijer is tot nog toe nog geene spraak geweest der invoering van deu vryhandel f/vnrrn «ilhnöWfl! hii VftnrtfPflP.hrflfffttl IS in Congo, alhoewel hij voorgeschreven is door het verdrag vaa Deriijn. Wat de grensregeling aangaat, die kan maar geschieden indien al de rechten van Duitschland volkomen gewaarborgd zijn. Spreker eindigde met aan den Rijkskan selier inlichtingen te vragen over die heide punten. Voorzitterschap en biunenlandsche zaken, de heer Sonninobuitenlandsche zakeD, de heer Guicciardinizeewezen, de heer

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1909 | | pagina 5