Zoo mint men Vader SpelM £2 Op Zaterdag 15 April 1911 5 centiemen 't blad 46e jaar. Talmerk 2354 Te trekken bij den Uitgever, 7* 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodsc'napwezen ofte post, tegen 8 frank 9s jam Dagklapper Evangelie van Paaschdag m m Paasehpücht m m m m m. w m m m m m m m m (teschiedeois van Italië ttWdtdfc* të&ï&mw HOND DE WERELD Frankrijk Spanje Portugaal 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en *s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, Tk 36, te YPER, Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen 't blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i o\ erdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE HE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. van den 15 tot den 22 April s. 15. HH® Basilisie en Anastasia, mm. H Benedikt Labre. Z. 16. Paaschdag. H Drogo, wordt gediend tegen den steen en de gekwetstheid. HH. Calli s tus en anderen. m. 17. H. Aniceet, m. 11* Paus van Rome. H. Geerwyn, abt van Oudenburg 11117. d. 18 Zalige Idesbaldus van der Grueht. 3° abt van het k ooster der Duinen. Zyn gebeente berust sedert 1831 in het klooster der Potterie binnen Brugge. H® Aye van den edel stam der Pepynen f 770. 10 19 H. Timonius, m, He Emma, wed, H- Ursmar. d. 20. HH. Sulpitius en anderen, mm, H. Theodoor. 21 H. Ansalmus, aartsb en kerklesraar. H. Anastasius, b. van Antisehiën. H. Wobodo, b. van Luik 11021 Te dien tijde, kochten Maria Magdalena en Maria van Jacobus en Salome specerijen, om Jezus te gaan balsemen. En zeer vroez op den eersten dag der week kwamen zij aan het graf, toen de zon juist was opgegaan. En zij zeiden ond>-r elkander Wie zal ons dan steen weg. wentelen van de deur van het graf En opziende zagen zij dat de steen was weggewenteld. Want hij was zeer groot En in het graf gaande zagen zij ter rechterzijde een jongeling zitten, omkleed met een wit gewaad. Eu zy werden zeerontsteld. Doch hij sprak tot haar Wees niet ontsteld 1 Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde Hij is verrezen. Hij is hier niet Ziet de plaats, waar zij Hem gelegd hadden Maar gaat hoen, zegt aan zijne leerlingen en aan Petrus Hij gaat u óór naar Galilea, daar zult gij Hem zien, ge lijk Hij u gezegd heelt. De tijd is daar dat alle Christen mensch zijnen Paschen houdt LDe geuzen zijn er op uit om iedereen daarvan af te houden. "Wie spreekt kwaad van priesters en sakra- menten Zijn 't dezen die alle weken te biechten gaan en dus met kennis van zaken er over oordealen Of zijn 't dezen die alle maanden biechten, en er ook al iets van kennen Of is 't mogelijks hij die zich alle jaren eens ont last?Deze vindt er wel wat last in, en krabt zich eens achter de ooren als hij een kijkje in zijn geweten moet doen. Maar toch 1 En als 't dezen niet zijn, «ie zijn't dan Wei, mannen die NOOIT te biechten gaan, die den biechtstoel niet kennen Zijn zij dan zoo deugdzaam dat zij de biecht niet noodig hebben, of hadden zij misschien voor ondeugd met het gerecht af te rekenen Zijn het wel opgevoede mannen, wier ver zorgd onderwijs hun allen misstap doet ver mijden en dus de biecht doet ontberen ofwel zijn het oud kostwoners uit gevange nissen, die de biecht schuwen als een kwaad doener het gerecht Wie Wie i raadt zelf eens, lezers Daar de slechte bladen zulk eene ont zettende schade teweegbrengen en de goede Mengelwerk van 't Nieuwsblad Yper N° 7 DOOR A. SEVENS Daar stond het beeld van Onze- Lieve-Vrouw van de Zeven Wee- dommen. Madeleentje knielde. Zij liet haar hoofdje in hare han den zakken, en weende, en snikte. Ginds achter den pilaar, gedoken in de schaduw, zat een rijke jufvrouw te bidden. Zij bemerkte het buite kind. Toen Madeleentje buiten kwam, hoorde zij haren naam roepen. Zij verschoot. De jufvrouw, die daar zooëven het meisje in de kerk bemerkt had, stond daar in haren rijken fluweelen man tel gewikkeld. Zij sprak zacht Dag Madeleentje, mijn kind! Dag juffrouw Angeline, lispel de Madeleentje. Zij had eene der juffrouwen her kend, die 's Zondags in de Godelie- zooveel nut, zoo hebben al de katholieken den strengen plicht, de slechte bladen te ver bannen en de katholieke pers te steunen. Dat kan men door abonnementen, aankondi gingen en geldelijken onderstand. PaUS LEO XIII. Een liberaal blad van Brussel geeft ter gTegenheid van het jubel door het konink rijk Italië nu gevierd, een kort overzicht van de geschiedenis van Italië. Volgens dat overzicht,moet ItaÜë sedert d den va!, Tn 476, van het Romeinsche o Keizerrijk, door Hunnen, Vandalen, Gothen, LaDgobarden en later door i) Franken, Duitscbers, Arabieren en Nor- mannen, geteisterd, verwoest en uitge- moord zijn. Daar is waarheid in voor wat betreft de twee, drie eeuwen na den val van het keizer rijk, hoewel het nogthans zoo erg niet ge weest is als de schrijver het wel zou willen doen gelooven. Volgens dien schrijver werd Italië ver deeld in min of meer talrijke kleinere staten en staatjes onder de opperheerschappij van Duitschland. Dat is heel waar, maar dat was niet erke! in Italië het geval, maar wel in geheel Europa. Niet enkel Italië, maar ook Frankrijk, Duitschland Engeland, enz. waren in ko ninkrijken, hertogdomme», graafschappen, heerlijkheden, ®bz. verbroddeld Dat was het gevolg van den toestand, welken het leenroerig stelsel medebracht, daar de verke9rmiddelen dan nog zoo ge brekkig waren. Volgens den schrijver is Italië enkel op zijnen normalen toestand gekomen toen hot één uitgeroepen is in 1861 en één maakt in 1870 door de vereeniging van al de andere Staten die vroeger bestonden, onder den scepter van den Koning van Piemont. Da schrijver van het artikel spreekt niet of zoo weiuig mogelijk van den Paus en de Pauzelijke Staten. Het is immers noodig te doen gelooven dat Italië vroeger ongelukkig was en nu gelukkig is. Spreker zegt niet hoe de Paus zijne Staten bekwam. Wij hebben het reeds gezegd hij kreeg ze van Penijn den Korte, vader van Karei de Groote, die in het jaar 800 keizer van het Westen uitgeroepen werd. Het is zeer waar dat vóór Karei de Groote en Pepijn de Korte, Italië, evenals bet overige van Europa, geteisterd werd door e invallen van zwervende volkeren uit het Oosten. Te talrijk geworden in de landen waar zij ont9prot8n,weken zij uit naar het Westen waar zij vruchtbare landerijen aantroffen. Hier en daar vestigden zij zich als meesters, en onderwierpen er de oorspronkelijke in woners aan hun gezag. Zoo vestigden zich da LaDgobarden in het noorden van Italië, in de vruchtbare vlakten van de Povallei. vekens zijn. Madeleentje, evenals al de deugdzame arme meisjes, ging 's Zondags naar de Godelievekens om zoo op een eerlijke wijze haren Zondag door te brengen, en zich goed te verzetten. Het is reeds twee Zondagen dat ik u in de Goddelievekens niet meer gezien heb, mompelde de juf frouw hemelzoet. Juffrouw Angeline, ik kon niet komen,» antwoordde het meisje bedeesd, vader was zoo ziek. Is vader ziek, Madeleentje Daar wist ik niets van. En hoe lang duurt het al Drie weken, juffrouw Angeli ne. Maar nu betert hij snel. «En wie heefter dan geld gewon nen, binst de drie weken dat vader ziek was wie heeft er geld gewon nen om eten te koopen Ik, juffrouw Angeline, sta melde het meisje. Gij, Madeleentje riep de jufvrouw uit, Zij voelde haar borst plotseling Nog barbaarsch, half wild, bestookten zij hunne naburea, en de Paus had van hen te lijden. Pepijn de Korte snelde den Paus ter hulp, hij overwon de Langobarden en opdat de Paus zich beter tegen huon8 aanvallen zou kunnen verdedigen, schonk hij den Paus het grondgebied, dat later onder den Haam van Pauzelijke Staten bekend stond. De Langobarden bekeerden zicb tot het Christendom en werden beschaafd. Sedert dien bleven da PauzelijkeStaten geëerbiedigd en Rome werd de hoofdstad der christene wereld, en meteen de hoofdstad van weten schappen en kunsten. De praalgebouwen, welke er nog altijd bestaan in zoo groot getal, de rijke boeke rijen, d8 onschatbare kunstgewrochten, die eeuwea oud zijn, getuigen van den voor spoed, den rijkdom en de kunstsmaak,welke in het Rome der Pauzen hebben gehee. scht. Alle ernstigegeschiedschrijvers erkennen, dat de bevolking der Pauzelijke Staten ge lukkig was onder het bestuur der Pauzen, gelijk alle groote Staatsmannes ei kennen dat bet bestaan van den Paus als Vorst een geluk was vo »r de menschheid in het alge meen en voor Europa in het bijzonder. Dat hebben gezegd Napoleon I, keizer der Franschen Disraëli, de groote Engel- scbe Staatsman Guizot, Fran-che protes- tantsche geschiedschrijver Bismarck, de Duitsche ijzeren kanselierThiers, Frass- sche Staatsman, waarvan geen van allen tee gunste van den Paus en de katholieke Kerk was iugenomen. Ze spraken alleen als politiekers.en hunne zienswijze kan wel opwegen tegen de ves- valschte geschiedenis vau con gousou gazet schrijver. Over veertig jaar schoten de franschen naar de Duitscbers met kanons en chassepct- geweren en onze lezers weten hoe die oorlog is geëindigd. Thans is er in 't fransche eea anderen oorlog ontstaan champagne-oorlog. De fransche kamer had eene wet gestemd om de vervalschi g van champagnewijn te beletten. Het recht om den naam van champagne te dragen werd aan zekere streken ontnomen, en natuurlijk was er daarover erge mistevredenheid van wege dezen die meenden in hunnen belangen benadeeligd te zijn. Alle slag van middels werden aangewend en nu heeft de Senaat de wet gestemd door den Kamer gewijzigd, zoodat nog andere streken het merk champagne zullen mogen aannemen. Die stemming heeft nieuwe •nlusten veroorzaakt en zelfs een echte burgeroorlog doen ontstaan. Op éen dag rijn er rond de 7 millioen flesschen champagne vernietigd. Verscheidene gemeenteraden hebben hun ontslag ingediend. In talrijke gemeenten is het volgende plakkaat uitgehangen. met droefheid beklemmen want zij vreesde het kind te goed te verstaan. Zij bleef een oogenblik sprakeloos, zegde dan zacht Mag ik eens medegaan naar uw huis, Madeleentje Het buitekind keek de juffvrouw verbaasd aan, en lispelde «Wel zeker, juffrouw, als gij zoo goed wilt zijn. Beiden vervolgden hunnen weg door de krakende sneeuw. De maan smeet er hare stralen op, en deed de sneeuw glinsteren met duizenden diamanten. Waren het diamanten voor de kroon van juffrouw Angeline of van Madeleentje En vader moet zeker kloek- te nemen om zich te herstellen vroeg Jufvrouw Angeline zoet. Ja, jonkvrouw Angeline, mur melde het buitekind, en de woorden stikten haar bijna in de keel. En wat geeft gij alzoo aan va der Melk Eieren Vleeschsap Niets van dit alles, zuchtte Madeleentje. Wijngaardeniers Door eene domme en onbehendige stemming heeft de Senaat den opstand in Champagne verwekt. Het gouvernement, alhoewel verwittigd, heeft niet willen geloo ven dat de toestand.door onze vertegenwoor digers in het Parlement en door den bonds raad der wijngaardeniers uitgelegd, zoo erg was. Getrouw aan ons programma, vragen wij bijgevolg aan al dc gemeenteraden van de wijnstreek, en aan al de leden van den arrondissementsraad en departementsraad hun ontslag te geven, aan al de wijngaarde niers te weigeren hunne beslastingen te betalen, totdat zij hun recht zullen bi komen hebben. Ondanks de stemming van den Senaat, beschouwen wij onze wijnstreek van Cham pagne als afgegrensd blijvend. Het zijn onze wijngaardeniers die het op zich zullen moe ten nemen deze afgrenzing te doen eerbie digen. Te Pierry, een dorp gelegen op 10 kilo meters van Epernay, werden de wijnkelders van twee kooplieden door de oproermakers heel en gai sch verwoest. Te Ay zijn de huizen Deutz, Geldermann en Gallois in brand gestoken, en het huis Gautnier vol komen vernield. Te Pierry en te Damery is alles vernield wat er te v. rnielen v, as. Te Epernay waar,ondanks de maatregelen door de openbare macht genomen, de wijngaardeniers, met rieken en knuppels gewapeul, woensdag ingevallen zijn werden de champagnehuizen Rondeau en Darras vernield. Het huis Gardet kon door een schaTron ruiterij bij tljds beschermd worden. Verscheidene woelmskers werden aangehou den, doch zulks hitste de woede van de wijngaardeniers nog meer aan. Opeens bracht het kleppen der noodklok de bevolking van Epernay, die van uit de vensters en van op de deurdorpeis den oproer bijwoonde, in opschudding. Men vernam spoedig dat de pompiers van Epernay opgeroepen werden om twee branden te blusschen die te Ay gesticht waren. Het leger is ter plaatse gezonden, maar is niet in staat den oproer te dempen. Een stormloop Woensdag namiddag,ten 3 ure, hadden de oproermakers te Epernay een wijnkelder kort en klein geslagen. De wijngaardeniers, tevreden over het welgelukken van hun werk rustten, op de wijngaardstaken leunend, die zij meegebracht hadden, toen opeens een schadron dragonders uit eene straat gereden kwam en op de bende botste. Uiteen gaan klonk het Devel. Doch in plaats van te gehoorzamen sloten de wijn gaardeniers hunne gelederen, en wachtten den aanval af, hunne staken stevig m de rechterhand gekneld. Sabel uit de scheede klonk een tweede bevel. Leve het leger ant woordden de wijnboeren. Vooruit I bevool de aanvoerder van het schadron, en de ruiters stormden op de woelmakers los. Deze laatsten weken geen stap achteruit, en dwongen de dragonders zich een doorgang met het plat van den sabel te banen. In de verte hoorde men het volk dreigen en tieren. Een luitenant werd ontzadelden stuikte op Twee tranen rolden uit de schoo- ne oogen der jonkvrouw. Daar was het huisje. Madeleentje stak het deurken open. Een klein lampken verlichte met eenige schaarsche stralen het huisje. Bij het binnenkomen reeds schroefde het hart der juffrouw toe. Zij ging recht naar vader Lodeel, die wilde rechtstaan, en sprak, met een he- melschen lach op de lippen Blijf zitten, brave man. De jonkvrouw ging nu naar de kast, en trok ze open Geen krui mel brood was er nog te vinden. Zij ging naar de stoof en hefte het deksel op Eenige saamgebakken asschen lagen er te smeulen. Zij keek naar den koolbak Een tweetal schuppen asschen lagen er nog in. Brandt gij geene kolen dan, Madeleentje vroeg juffrouw An geline met hevig ontroerde stem. «O neen, juffrouw, luidde het antwoord, ze zijn te duur. De jonkvrouw nam het kleine bul- de straafsteenen. Hij geraakte evenwel spoe dig terug in den zadel, en de stormloop duurde voort. Doch de wijngaardeniers betwistten den grond voet voor voet, en de troepen moesten naar hun vertrekpunt terugkeeren, er slechts in gelukt zijnde, met duchtig onder den hoop te sabelen, de bende ongeveer zestig meters achteruit te drijven. In het Aubedepartement Te Bar sur-Aube wackte men met ongeduld de uitslagen der stemming van de Kamer af, die eene ondervraging deed aart het Ministerie over den oproer. Ten 6 ure 's avonds kwam de prefekt van het Aubedepartement te Bar aan, om de bijzondere briefwisselaars der dagbladen te verzoeken het nieuws uit Parijs niet aan te plakken. Doch spoedig was het gerucht ver spreid dat de stemming van den Senaat door deze van den Kamer tegengesproken werd, en de poppen geraakten aan 't dansen I Da noodriok klepte, en een paar honderd wijn gaardeniers trokken in stoet naar de onder prefectuur om tegen de stemming te protes teeren. Da onder-prafekt stond aan de poort zij- nar woning. Men vroeg hem of het gerucht gegrond was. Hij antwoordde dat hij er niets van wist. Men verweet hem dan de meedee ling van de depechen verboden te hebben Hij loochende het feit. Men eischte daarop dat hij de bevolkmg zou inlichten. De woor denwisseling werd zoo hevig, dei een der wijngaardeniers den onder-prefekt in h-t gelaat sloeg, terwijl een andere twee vuist slagen toebracht aau dan sekretaris van dei bijzonderen kommissaris, die buiten geko men was. Het gouvernement werd onmiddellijk van deze aanranding verwittigd en besloot aan stonds een regiment ruiterij van Proving en een regiment voetvolk van Charmont naar Bar-sur-Aube te zenden. Aube en Champagne Een oude wjjogaardier v n de Champag nestieek heek aan een dagbladschrijver ver klaard dat in de ongelukkige kweste van Champagne het niet zoo zeer tegen de wijn boeren van het Aubedepartement is, dat de wijngaardeniers van het Marne-depa; tement woedend zijn, maar wel tegen de wijnver- valschars die in laatst genoemd departement wonen, en dat het misschien ter oorzake van hen is dat de champeneezen zich zoo krachtdadig verzetten tegen de herin voering van cle Auba binnen de afgrenzing van Champagne. Door wijnvervaisch' rs wordt verstaan kooplieden die wijn uit de Champagnestreek vermengen met goeden natuurlyken wijn uit het Zuiden of uit het An jou Da wijn uit het Zuiden zou in het Aubede artement gevoerd worden, en onder de naam van Aubewiju naar Epernay gebracht en daar Champagne wijn worden. En het is dat wat de wijnboeren van de Mama niet willen. Dank aan de militair bezetting der wijn streken, was de toestand donderdag op vele plaatsen verbeterd. Zulks was evenwel het geval niet te Vinay waar de wijngaardeniers in een wijnkelder gebroken zijn en met bij len 500 vaten wijn en 50 haiv6 vaten inge beukt hebben. De eig naar had vruchteloos eene som geld aan de betoogers willen geven, opdat zij geene schade zouden aanrichten. tekind in de armen, en kuste het lang, zeer lang. Moesten vader Lodeel en Made leentje het ook bemerken, dat de tranen als een vloed uit hare oogen sprongen Toen liep juffrouw Angeline plot seling uit het huisje, en lispelde Zoo mint men vader Eer het eene uur later was, stond het kacheltje te gloeien en het vleeschsap te dampenen er was brood en geld in huis. Zeg, zijn er op de aarde ook en gelen De winter is er van onder getrok ken, met al zijne rampen en ellenden. Nu is het de schoone maand, de van zaligheid en liefde, de maand van Mei. En daar stoeien de fabriekmeisjes uit het partje, dat wij zoo goed ken nen, naar de fabriek. Het moest zijn, dat er nieuws is want zij zijn wederom volop aan 't klappen. Eveneens donderdag morgend werden, oP de baan naar Reuil, verscheidene revolver schoten op eene patroeltje dragonders ge lost niemand werd gekwetst. Terwijl de woeling te Epernay afgenomen was, waren de gemoederen te Venteuil nog ia volle gisting. De wijngaardeniers zijn meester van het dorp, dat zij zich gebarri- kadeerd hebben. De telefoon- en telegraaf draden zijn afgesneden. Dio wind zaait, zal storm maaien, zegt een spreekwoord. De franschen zijn bezig met he. te 0 dervinden 't Is altijd gedurig maar van vechten dat men spreekt, van plichten nooit. Het volk denkt nog al leen aan recht, en vergeet hiermêe dat het recht maar alleen voortspruit uit het ver vullen van dm plicht. Het ((getater» over Ferrer ia de Spaan- scbe Kamer is ten einde en hadde vader Cats daar aanwezig geweest, hü had op geheel de bespreking zeker zijn gekende spreuke toegepast Ze babbelden ras Zene plas en lieten de zaak zooals ze was 1... Inderdaad, minister Canaljejas (een lieve naam voor eeu minister) heeft ronduit moe ten bekennen dat geheel het proces regel matig gegaan was en dat Ferrer veroordeeld was na grond'g onderzoek, iets waaraan men nooit heeft getwijfeld. Uit de bespreking zijn er nogthans nuttige lessen te rapen. Buiten sedert lang gekende zwetserijen heeft zekere Sol y Ortega, een socialist verklaard dat tijdens den oproer te van Republikeinen aonwezig waren, alleen het schuim dar bevolking nam er deel aan. Die heer heeft gelijk: noch in Belgie.noch in Vrankrijk, noch in Spanje, en zijn de kopstukken tegenwoordig ais er gevaar is. Ze stellen zich tevreden met het volk op te jagen, en wanneer de schuimers genoeg zijn opgehitst trekken de groote heeren zich van kante en laten het werk aan anderen over. Ferrer deed het ook alzoo, maar de spaan- sche rechters vonden dat de grootste plich- tigen ook wel eens mogen gestraft worden en niet altijd ongestraft mogen voort werken De portugeesche roovers» meenden naar het voorbeeld van Vrankrijk ook te mr.gen kloostergoed binnenpalmen, maar dat en gaat ginder juist zoo gemakkelijk niet. Duitschland en Engeland hebben voor hunne landgecooten recht geëischt en meteen de teruggave vau het gestolen goede n... weer geven was het voorziet tigste. Een ander geval dat we vernemen uit een bijzonderen brief de ministers hadden vóór den oproer gouden bergen beloofd aan bet volk en konden natuurlijk achterna hunne beloften niet houden. Een groot getal bedro genen, gewapend met stokken en revolvers ziju gaan betoogen onder de vensters van het ministerie. Als de minister beproefde tot het vo k te spreken, bedreigde men hem, en zijn secretaris trok hem binnen en sloot het venster. Seffens wierden de troepen verwit tigd en kondon het huis van den minister- ontzetten, maar niet zonder groote moeite. Zoo dat Madeleentje ziek is?» vraagt Gusta met medelijdende stem. Ja, zucht Lietje, en ferm ziek. Ik dacht het wel dat er iets moest schelen, sprak Gusta. Se dert geruimen tijd is zij niet meer te zien geweest in de Godelievekens. Ook komt zij nooit meer buiten haar huisje. En wat heeft Madeleentje vraagt Mietje. Moet gij dat vragen ant woord Bertha, Madeleentje teert uit. Och Heere toch zucht men langs alle kanten. Dat was te voorzien, ver volgt Bertha. Als men werkt zoo als het buitekind werkt, en daarbij geheel zijn leven flauw geweest is van gestel En, lispelt Lietje, wat heeft Madeleentje niet tegen geko men dezen winter,met de ziekte van haren vader!» Wordt voortgezet BB DIT IS ra YPE EN OMMELANDS SS Dui vuloucv iron onntfilicil-nn nfioh

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1911 | | pagina 1