Zoo mint men Vader
SpelM £2
Op Zaterdag 15 April 1911
5 centiemen 't blad
46e jaar. Talmerk 2354
Te trekken bij den Uitgever, 7* 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodsc'napwezen ofte post, tegen 8 frank 9s jam
Dagklapper
Evangelie van Paaschdag
m m
Paasehpücht
m m m m m. w m
m m m m m m m
(teschiedeois van Italië
ttWdtdfc* të&ï&mw
HOND DE WERELD
Frankrijk
Spanje
Portugaal
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
*s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, Tk 36, te YPER,
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen 't blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i o\ erdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE HE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen wonen.
van den 15 tot den 22 April
s. 15. HH® Basilisie en Anastasia, mm. H
Benedikt Labre.
Z. 16. Paaschdag. H Drogo, wordt gediend
tegen den steen en de gekwetstheid. HH. Calli s
tus en anderen.
m. 17. H. Aniceet, m. 11* Paus van Rome.
H. Geerwyn, abt van Oudenburg 11117.
d. 18 Zalige Idesbaldus van der Grueht. 3°
abt van het k ooster der Duinen. Zyn gebeente
berust sedert 1831 in het klooster der Potterie
binnen Brugge. H® Aye van den edel stam der
Pepynen f 770.
10 19 H. Timonius, m, He Emma, wed, H-
Ursmar.
d. 20. HH. Sulpitius en anderen, mm, H.
Theodoor.
21 H. Ansalmus, aartsb en kerklesraar.
H. Anastasius, b. van Antisehiën. H. Wobodo, b.
van Luik 11021
Te dien tijde, kochten Maria Magdalena en
Maria van Jacobus en Salome specerijen, om
Jezus te gaan balsemen. En zeer vroez op den
eersten dag der week kwamen zij aan het graf,
toen de zon juist was opgegaan. En zij zeiden
ond>-r elkander Wie zal ons dan steen weg.
wentelen van de deur van het graf En opziende
zagen zij dat de steen was weggewenteld. Want
hij was zeer groot En in het graf gaande zagen
zij ter rechterzijde een jongeling zitten, omkleed
met een wit gewaad. Eu zy werden zeerontsteld.
Doch hij sprak tot haar Wees niet ontsteld 1
Gij zoekt Jezus den Nazarener, den gekruisigde
Hij is verrezen. Hij is hier niet Ziet de plaats,
waar zij Hem gelegd hadden Maar gaat hoen,
zegt aan zijne leerlingen en aan Petrus Hij gaat
u óór naar Galilea, daar zult gij Hem zien, ge
lijk Hij u gezegd heelt.
De tijd is daar dat alle Christen mensch
zijnen Paschen houdt LDe geuzen zijn er op
uit om iedereen daarvan af te houden.
"Wie spreekt kwaad van priesters en sakra-
menten
Zijn 't dezen die alle weken te biechten
gaan en dus met kennis van zaken er over
oordealen Of zijn 't dezen die alle maanden
biechten, en er ook al iets van kennen Of is
't mogelijks hij die zich alle jaren eens ont
last?Deze vindt er wel wat last in, en
krabt zich eens achter de ooren als hij een
kijkje in zijn geweten moet doen. Maar toch 1
En als 't dezen niet zijn, «ie zijn't dan
Wei, mannen die NOOIT te biechten gaan,
die den biechtstoel niet kennen Zijn zij
dan zoo deugdzaam dat zij de biecht niet
noodig hebben, of hadden zij misschien voor
ondeugd met het gerecht af te rekenen
Zijn het wel opgevoede mannen, wier ver
zorgd onderwijs hun allen misstap doet ver
mijden en dus de biecht doet ontberen
ofwel zijn het oud kostwoners uit gevange
nissen, die de biecht schuwen als een kwaad
doener het gerecht
Wie Wie i raadt zelf eens, lezers
Daar de slechte bladen zulk eene ont
zettende schade teweegbrengen en de goede
Mengelwerk van 't Nieuwsblad Yper N° 7
DOOR A. SEVENS
Daar stond het beeld van Onze-
Lieve-Vrouw van de Zeven Wee-
dommen.
Madeleentje knielde.
Zij liet haar hoofdje in hare han
den zakken, en weende, en snikte.
Ginds achter den pilaar, gedoken
in de schaduw, zat een rijke jufvrouw
te bidden. Zij bemerkte het buite
kind.
Toen Madeleentje buiten kwam,
hoorde zij haren naam roepen. Zij
verschoot.
De jufvrouw, die daar zooëven het
meisje in de kerk bemerkt had, stond
daar in haren rijken fluweelen man
tel gewikkeld. Zij sprak zacht
Dag Madeleentje, mijn kind!
Dag juffrouw Angeline, lispel
de Madeleentje.
Zij had eene der juffrouwen her
kend, die 's Zondags in de Godelie-
zooveel nut, zoo hebben al de katholieken
den strengen plicht, de slechte bladen te ver
bannen en de katholieke pers te steunen.
Dat kan men door abonnementen, aankondi
gingen en geldelijken onderstand.
PaUS LEO XIII.
Een liberaal blad van Brussel geeft ter
gTegenheid van het jubel door het konink
rijk Italië nu gevierd, een kort overzicht van
de geschiedenis van Italië.
Volgens dat overzicht,moet ItaÜë sedert
d den va!, Tn 476, van het Romeinsche
o Keizerrijk, door Hunnen, Vandalen,
Gothen, LaDgobarden en later door
i) Franken, Duitscbers, Arabieren en Nor-
mannen, geteisterd, verwoest en uitge-
moord zijn.
Daar is waarheid in voor wat betreft de
twee, drie eeuwen na den val van het keizer
rijk, hoewel het nogthans zoo erg niet ge
weest is als de schrijver het wel zou willen
doen gelooven.
Volgens dien schrijver werd Italië ver
deeld in min of meer talrijke kleinere staten
en staatjes onder de opperheerschappij van
Duitschland.
Dat is heel waar, maar dat was niet erke!
in Italië het geval, maar wel in geheel
Europa.
Niet enkel Italië, maar ook Frankrijk,
Duitschland Engeland, enz. waren in ko
ninkrijken, hertogdomme», graafschappen,
heerlijkheden, ®bz. verbroddeld
Dat was het gevolg van den toestand,
welken het leenroerig stelsel medebracht,
daar de verke9rmiddelen dan nog zoo ge
brekkig waren.
Volgens den schrijver is Italië enkel op
zijnen normalen toestand gekomen toen hot
één uitgeroepen is in 1861 en één maakt in
1870 door de vereeniging van al de andere
Staten die vroeger bestonden, onder den
scepter van den Koning van Piemont.
Da schrijver van het artikel spreekt niet
of zoo weiuig mogelijk van den Paus en de
Pauzelijke Staten.
Het is immers noodig te doen gelooven
dat Italië vroeger ongelukkig was en nu
gelukkig is.
Spreker zegt niet hoe de Paus zijne Staten
bekwam.
Wij hebben het reeds gezegd hij kreeg
ze van Penijn den Korte, vader van Karei de
Groote, die in het jaar 800 keizer van het
Westen uitgeroepen werd.
Het is zeer waar dat vóór Karei de Groote
en Pepijn de Korte, Italië, evenals bet
overige van Europa, geteisterd werd door
e invallen van zwervende volkeren uit het
Oosten.
Te talrijk geworden in de landen waar
zij ont9prot8n,weken zij uit naar het Westen
waar zij vruchtbare landerijen aantroffen.
Hier en daar vestigden zij zich als meesters,
en onderwierpen er de oorspronkelijke in
woners aan hun gezag.
Zoo vestigden zich da LaDgobarden in het
noorden van Italië, in de vruchtbare vlakten
van de Povallei.
vekens zijn. Madeleentje, evenals al
de deugdzame arme meisjes, ging
's Zondags naar de Godelievekens
om zoo op een eerlijke wijze haren
Zondag door te brengen, en zich
goed te verzetten.
Het is reeds twee Zondagen
dat ik u in de Goddelievekens niet
meer gezien heb, mompelde de juf
frouw hemelzoet.
Juffrouw Angeline, ik kon
niet komen,» antwoordde het meisje
bedeesd, vader was zoo ziek.
Is vader ziek, Madeleentje
Daar wist ik niets van. En hoe lang
duurt het al
Drie weken, juffrouw Angeli
ne. Maar nu betert hij snel.
«En wie heefter dan geld gewon
nen, binst de drie weken dat vader
ziek was wie heeft er geld gewon
nen om eten te koopen
Ik, juffrouw Angeline, sta
melde het meisje.
Gij, Madeleentje riep de
jufvrouw uit,
Zij voelde haar borst plotseling
Nog barbaarsch, half wild, bestookten zij
hunne naburea, en de Paus had van hen te
lijden.
Pepijn de Korte snelde den Paus ter hulp,
hij overwon de Langobarden en opdat de
Paus zich beter tegen huon8 aanvallen zou
kunnen verdedigen, schonk hij den Paus
het grondgebied, dat later onder den Haam
van Pauzelijke Staten bekend stond.
De Langobarden bekeerden zicb tot het
Christendom en werden beschaafd. Sedert
dien bleven da PauzelijkeStaten geëerbiedigd
en Rome werd de hoofdstad der christene
wereld, en meteen de hoofdstad van weten
schappen en kunsten.
De praalgebouwen, welke er nog altijd
bestaan in zoo groot getal, de rijke boeke
rijen, d8 onschatbare kunstgewrochten, die
eeuwea oud zijn, getuigen van den voor
spoed, den rijkdom en de kunstsmaak,welke
in het Rome der Pauzen hebben gehee. scht.
Alle ernstigegeschiedschrijvers erkennen,
dat de bevolking der Pauzelijke Staten ge
lukkig was onder het bestuur der Pauzen,
gelijk alle groote Staatsmannes ei kennen
dat bet bestaan van den Paus als Vorst een
geluk was vo »r de menschheid in het alge
meen en voor Europa in het bijzonder.
Dat hebben gezegd Napoleon I, keizer
der Franschen Disraëli, de groote Engel-
scbe Staatsman Guizot, Fran-che protes-
tantsche geschiedschrijver Bismarck, de
Duitsche ijzeren kanselierThiers, Frass-
sche Staatsman, waarvan geen van allen tee
gunste van den Paus en de katholieke Kerk
was iugenomen.
Ze spraken alleen als politiekers.en hunne
zienswijze kan wel opwegen tegen de ves-
valschte geschiedenis vau con gousou gazet
schrijver.
Over veertig jaar schoten de franschen
naar de Duitscbers met kanons en chassepct-
geweren en onze lezers weten hoe die oorlog
is geëindigd.
Thans is er in 't fransche eea anderen
oorlog ontstaan champagne-oorlog.
De fransche kamer had eene wet gestemd
om de vervalschi g van champagnewijn te
beletten. Het recht om den naam van
champagne te dragen werd aan zekere
streken ontnomen, en natuurlijk was er
daarover erge mistevredenheid van wege
dezen die meenden in hunnen belangen
benadeeligd te zijn.
Alle slag van middels werden aangewend
en nu heeft de Senaat de wet gestemd door
den Kamer gewijzigd, zoodat nog andere
streken het merk champagne zullen mogen
aannemen. Die stemming heeft nieuwe
•nlusten veroorzaakt en zelfs een echte
burgeroorlog doen ontstaan. Op éen dag rijn
er rond de 7 millioen flesschen champagne
vernietigd.
Verscheidene gemeenteraden hebben hun
ontslag ingediend. In talrijke gemeenten is
het volgende plakkaat uitgehangen.
met droefheid beklemmen want zij
vreesde het kind te goed te verstaan.
Zij bleef een oogenblik sprakeloos,
zegde dan zacht
Mag ik eens medegaan naar
uw huis, Madeleentje
Het buitekind keek de juffvrouw
verbaasd aan, en lispelde
«Wel zeker, juffrouw, als gij
zoo goed wilt zijn.
Beiden vervolgden hunnen weg
door de krakende sneeuw.
De maan smeet er hare stralen op,
en deed de sneeuw glinsteren met
duizenden diamanten.
Waren het diamanten voor de
kroon van juffrouw Angeline of van
Madeleentje
En vader moet zeker kloek-
te nemen om zich te herstellen
vroeg Jufvrouw Angeline zoet.
Ja, jonkvrouw Angeline, mur
melde het buitekind, en de woorden
stikten haar bijna in de keel.
En wat geeft gij alzoo aan va
der Melk Eieren Vleeschsap
Niets van dit alles, zuchtte
Madeleentje.
Wijngaardeniers
Door eene domme en onbehendige
stemming heeft de Senaat den opstand in
Champagne verwekt. Het gouvernement,
alhoewel verwittigd, heeft niet willen geloo
ven dat de toestand.door onze vertegenwoor
digers in het Parlement en door den bonds
raad der wijngaardeniers uitgelegd, zoo erg
was.
Getrouw aan ons programma, vragen
wij bijgevolg aan al dc gemeenteraden van
de wijnstreek, en aan al de leden van den
arrondissementsraad en departementsraad
hun ontslag te geven, aan al de wijngaarde
niers te weigeren hunne beslastingen te
betalen, totdat zij hun recht zullen bi komen
hebben.
Ondanks de stemming van den Senaat,
beschouwen wij onze wijnstreek van Cham
pagne als afgegrensd blijvend. Het zijn onze
wijngaardeniers die het op zich zullen moe
ten nemen deze afgrenzing te doen eerbie
digen.
Te Pierry, een dorp gelegen op 10 kilo
meters van Epernay, werden de wijnkelders
van twee kooplieden door de oproermakers
heel en gai sch verwoest. Te Ay zijn de
huizen Deutz, Geldermann en Gallois in
brand gestoken, en het huis Gautnier vol
komen vernield. Te Pierry en te Damery is
alles vernield wat er te v. rnielen v, as.
Te Epernay waar,ondanks de maatregelen
door de openbare macht genomen, de
wijngaardeniers, met rieken en knuppels
gewapeul, woensdag ingevallen zijn werden
de champagnehuizen Rondeau en Darras
vernield. Het huis Gardet kon door een
schaTron ruiterij bij tljds beschermd worden.
Verscheidene woelmskers werden aangehou
den, doch zulks hitste de woede van de
wijngaardeniers nog meer aan.
Opeens bracht het kleppen der noodklok
de bevolking van Epernay, die van uit de
vensters en van op de deurdorpeis den oproer
bijwoonde, in opschudding. Men vernam
spoedig dat de pompiers van Epernay
opgeroepen werden om twee branden te
blusschen die te Ay gesticht waren.
Het leger is ter plaatse gezonden, maar is
niet in staat den oproer te dempen.
Een stormloop
Woensdag namiddag,ten 3 ure, hadden de
oproermakers te Epernay een wijnkelder kort
en klein geslagen. De wijngaardeniers,
tevreden over het welgelukken van hun
werk rustten, op de wijngaardstaken
leunend, die zij meegebracht hadden, toen
opeens een schadron dragonders uit eene
straat gereden kwam en op de bende botste.
Uiteen gaan klonk het Devel. Doch in
plaats van te gehoorzamen sloten de wijn
gaardeniers hunne gelederen, en wachtten
den aanval af, hunne staken stevig m de
rechterhand gekneld.
Sabel uit de scheede klonk een
tweede bevel. Leve het leger ant
woordden de wijnboeren. Vooruit I
bevool de aanvoerder van het schadron, en
de ruiters stormden op de woelmakers los.
Deze laatsten weken geen stap achteruit, en
dwongen de dragonders zich een doorgang
met het plat van den sabel te banen. In de
verte hoorde men het volk dreigen en tieren.
Een luitenant werd ontzadelden stuikte op
Twee tranen rolden uit de schoo-
ne oogen der jonkvrouw.
Daar was het huisje. Madeleentje
stak het deurken open.
Een klein lampken verlichte met
eenige schaarsche stralen het huisje.
Bij het binnenkomen reeds schroefde
het hart der juffrouw toe. Zij ging
recht naar vader Lodeel, die wilde
rechtstaan, en sprak, met een he-
melschen lach op de lippen
Blijf zitten, brave man.
De jonkvrouw ging nu naar de
kast, en trok ze open Geen krui
mel brood was er nog te vinden.
Zij ging naar de stoof en hefte het
deksel op Eenige saamgebakken
asschen lagen er te smeulen.
Zij keek naar den koolbak Een
tweetal schuppen asschen lagen er
nog in.
Brandt gij geene kolen dan,
Madeleentje vroeg juffrouw An
geline met hevig ontroerde stem.
«O neen, juffrouw, luidde het
antwoord, ze zijn te duur.
De jonkvrouw nam het kleine bul-
de straafsteenen. Hij geraakte evenwel spoe
dig terug in den zadel, en de stormloop
duurde voort. Doch de wijngaardeniers
betwistten den grond voet voor voet, en de
troepen moesten naar hun vertrekpunt
terugkeeren, er slechts in gelukt zijnde, met
duchtig onder den hoop te sabelen, de bende
ongeveer zestig meters achteruit te drijven.
In het Aubedepartement
Te Bar sur-Aube wackte men met ongeduld
de uitslagen der stemming van de Kamer
af, die eene ondervraging deed aart het
Ministerie over den oproer.
Ten 6 ure 's avonds kwam de prefekt van
het Aubedepartement te Bar aan, om de
bijzondere briefwisselaars der dagbladen te
verzoeken het nieuws uit Parijs niet aan te
plakken. Doch spoedig was het gerucht ver
spreid dat de stemming van den Senaat door
deze van den Kamer tegengesproken werd,
en de poppen geraakten aan 't dansen I Da
noodriok klepte, en een paar honderd wijn
gaardeniers trokken in stoet naar de onder
prefectuur om tegen de stemming te protes
teeren.
Da onder-prafekt stond aan de poort zij-
nar woning. Men vroeg hem of het gerucht
gegrond was. Hij antwoordde dat hij er niets
van wist. Men verweet hem dan de meedee
ling van de depechen verboden te hebben
Hij loochende het feit. Men eischte daarop
dat hij de bevolkmg zou inlichten. De woor
denwisseling werd zoo hevig, dei een der
wijngaardeniers den onder-prefekt in h-t
gelaat sloeg, terwijl een andere twee vuist
slagen toebracht aau dan sekretaris van dei
bijzonderen kommissaris, die buiten geko
men was.
Het gouvernement werd onmiddellijk van
deze aanranding verwittigd en besloot aan
stonds een regiment ruiterij van Proving en
een regiment voetvolk van Charmont naar
Bar-sur-Aube te zenden.
Aube en Champagne
Een oude wjjogaardier v n de Champag
nestieek heek aan een dagbladschrijver ver
klaard dat in de ongelukkige kweste van
Champagne het niet zoo zeer tegen de wijn
boeren van het Aubedepartement is, dat de
wijngaardeniers van het Marne-depa; tement
woedend zijn, maar wel tegen de wijnver-
valschars die in laatst genoemd departement
wonen, en dat het misschien ter oorzake van
hen is dat de champeneezen zich zoo
krachtdadig verzetten tegen de herin
voering van cle Auba binnen de afgrenzing
van Champagne.
Door wijnvervaisch' rs wordt verstaan
kooplieden die wijn uit de Champagnestreek
vermengen met goeden natuurlyken wijn uit
het Zuiden of uit het An jou Da wijn uit het
Zuiden zou in het Aubede artement gevoerd
worden, en onder de naam van Aubewiju
naar Epernay gebracht en daar Champagne
wijn worden. En het is dat wat de wijnboeren
van de Mama niet willen.
Dank aan de militair bezetting der wijn
streken, was de toestand donderdag op vele
plaatsen verbeterd. Zulks was evenwel het
geval niet te Vinay waar de wijngaardeniers
in een wijnkelder gebroken zijn en met bij
len 500 vaten wijn en 50 haiv6 vaten inge
beukt hebben. De eig naar had vruchteloos
eene som geld aan de betoogers willen geven,
opdat zij geene schade zouden aanrichten.
tekind in de armen, en kuste het
lang, zeer lang.
Moesten vader Lodeel en Made
leentje het ook bemerken, dat de
tranen als een vloed uit hare oogen
sprongen
Toen liep juffrouw Angeline plot
seling uit het huisje, en lispelde
Zoo mint men vader
Eer het eene uur later was, stond
het kacheltje te gloeien en het
vleeschsap te dampenen er was
brood en geld in huis.
Zeg, zijn er op de aarde ook en
gelen
De winter is er van onder getrok
ken, met al zijne rampen en ellenden.
Nu is het de schoone maand, de
van zaligheid en liefde, de maand
van Mei.
En daar stoeien de fabriekmeisjes
uit het partje, dat wij zoo goed ken
nen, naar de fabriek.
Het moest zijn, dat er nieuws is
want zij zijn wederom volop aan 't
klappen.
Eveneens donderdag morgend werden, oP
de baan naar Reuil, verscheidene revolver
schoten op eene patroeltje dragonders ge
lost niemand werd gekwetst.
Terwijl de woeling te Epernay afgenomen
was, waren de gemoederen te Venteuil nog
ia volle gisting. De wijngaardeniers zijn
meester van het dorp, dat zij zich gebarri-
kadeerd hebben. De telefoon- en telegraaf
draden zijn afgesneden.
Dio wind zaait, zal storm maaien,
zegt een spreekwoord. De franschen zijn
bezig met he. te 0 dervinden 't Is altijd
gedurig maar van vechten dat men spreekt,
van plichten nooit. Het volk denkt nog al
leen aan recht, en vergeet hiermêe dat het
recht maar alleen voortspruit uit het ver
vullen van dm plicht.
Het ((getater» over Ferrer ia de Spaan-
scbe Kamer is ten einde en hadde vader
Cats daar aanwezig geweest, hü had op
geheel de bespreking zeker zijn gekende
spreuke toegepast
Ze babbelden ras
Zene plas
en lieten de zaak zooals ze was 1...
Inderdaad, minister Canaljejas (een lieve
naam voor eeu minister) heeft ronduit moe
ten bekennen dat geheel het proces regel
matig gegaan was en dat Ferrer veroordeeld
was na grond'g onderzoek, iets waaraan
men nooit heeft getwijfeld.
Uit de bespreking zijn er nogthans nuttige
lessen te rapen. Buiten sedert lang gekende
zwetserijen heeft zekere Sol y Ortega, een
socialist verklaard dat tijdens den oproer te
van Republikeinen aonwezig waren, alleen
het schuim dar bevolking nam er deel aan.
Die heer heeft gelijk: noch in Belgie.noch
in Vrankrijk, noch in Spanje, en zijn de
kopstukken tegenwoordig ais er gevaar is.
Ze stellen zich tevreden met het volk op te
jagen, en wanneer de schuimers genoeg zijn
opgehitst trekken de groote heeren zich van
kante en laten het werk aan anderen over.
Ferrer deed het ook alzoo, maar de spaan-
sche rechters vonden dat de grootste plich-
tigen ook wel eens mogen gestraft worden
en niet altijd ongestraft mogen voort
werken
De portugeesche roovers» meenden naar
het voorbeeld van Vrankrijk ook te mr.gen
kloostergoed binnenpalmen, maar dat en
gaat ginder juist zoo gemakkelijk niet.
Duitschland en Engeland hebben voor hunne
landgecooten recht geëischt en meteen de
teruggave vau het gestolen goede n... weer
geven was het voorziet tigste.
Een ander geval dat we vernemen uit een
bijzonderen brief de ministers hadden vóór
den oproer gouden bergen beloofd aan bet
volk en konden natuurlijk achterna hunne
beloften niet houden. Een groot getal bedro
genen, gewapend met stokken en revolvers
ziju gaan betoogen onder de vensters van
het ministerie. Als de minister beproefde tot
het vo k te spreken, bedreigde men hem, en
zijn secretaris trok hem binnen en sloot het
venster. Seffens wierden de troepen verwit
tigd en kondon het huis van den minister-
ontzetten, maar niet zonder groote moeite.
Zoo dat Madeleentje ziek is?»
vraagt Gusta met medelijdende stem.
Ja, zucht Lietje, en ferm
ziek.
Ik dacht het wel dat er iets
moest schelen, sprak Gusta. Se
dert geruimen tijd is zij niet meer te
zien geweest in de Godelievekens.
Ook komt zij nooit meer buiten haar
huisje.
En wat heeft Madeleentje
vraagt Mietje.
Moet gij dat vragen ant
woord Bertha, Madeleentje teert
uit.
Och Heere toch zucht men
langs alle kanten.
Dat was te voorzien, ver
volgt Bertha. Als men werkt zoo
als het buitekind werkt, en daarbij
geheel zijn leven flauw geweest is
van gestel
En, lispelt Lietje, wat
heeft Madeleentje niet tegen geko
men dezen winter,met de ziekte van
haren vader!»
Wordt voortgezet
BB
DIT IS
ra YPE
EN OMMELANDS
SS
Dui vuloucv iron onntfilicil-nn nfioh