aan het Nieuwsblad van Yper van Zaterdag 27 Mei 1911 m in i De Melkkoe. 't Was te Voorzien! Voeding der Dieren Vooraleer bovenstaand onder werp te behandelen, zij het ons toegelaten nogmaals de aandacht der landbouwers te vestigen op den toestand of het uitzicht onzer win tergranen. Zij zullen daarin eene les vinden voor de toekomst. In ons vorig Landbouw-Bijvoeg- sel schreven wij als volgt In den Herfst heeft het graan zich sterk ontwikkeld. In den Winter zijn er maar weinige dagen van sterke vorst geweestdaarenboven was de grond beschut door het dicht uitgestoelde graan, zoodat gedu rende de geheele wintermaanden bijna, de salpeterwording of nitri- ficatie zich heeft voortgezet. De gevolgen daarvan zijn i° Verlies van genitrifieerde stikstof, gedurende den Winter 2° krach tige ontwikkeling van het graan in het eerste groeitijdperk der Lente, dank aan de reeds opgenomen stikstof3° ontoereikende stikstof voor verdere ontwikkeling en graanvorming. Uit verscheidene streken wordt ons bericht gezonden, dat onze waarnemingen en onze voorspel lingen juist zijn, zoodat wij van nu reeds durven voorzeggen, dat de oogst der wintergranen niet zoo prachtig zal zijn, als het uitzicht dezer granen in den Winter en in de vroege Lente deed vermoeden. Wij moeten zulks toeschrijven aan stikstofgebrek in onze akkers. De landbouwer zou stikstof, onder vorm van nitraat, in de Lente hebben moeten aanwenden, 't Is weinig verstandig, meer stikstof- mest in den Herfst aan te wenden, dan de wintergranen op dat tijdstip des jaars noodig hebben het geld, dat men in den Herfst aan ammo- niaksulfaat heeft besteed, zou beter bewaard gelegen hebben in de kist dan in het graanveld. Of beter nog, de landbouwerszouden gedu rende vijf of zes maanden over dit geld hebben kunnen beschikken, van October-Novembertot Maart- April, en hetzelve interest doen opbrengen. Ziedaar ontegenspre kelijke voordeelen van het nitraat op het sulfaat. Het is maar sedert de uitvinding der scheikundige en snelwerkende meststoffen, dat er van bemesting in vollen zomer kan spraak zijn. Thans kan en moet men, ook op dit tijdstip des jaars, over bemes ting spreken, want krachtbebou- wing eischt meststoffen in over vloed en op alle tijdstippen des jaars. Wie de grootste hoeveelheid kunstmest kan benuttigen, zal de grootste winsten maken. Wij zeg gen benuttigend. i. met nut ge bruiken, en niet nutteloos verloren werpen. In Juni is er alleen maar spraak van stikstofmest, uitgezonderd bij aspergeteelt, waar de oogst is afge- loopen en waar nu eene volledige bemesting moet worden toegepast met het oog op eene sterke ont wikkeling der wortelstoelen. Elke landbouwer, zoowel als elke hove nier, moet steeds sodanitraat te zijner beschikking hebben. Wan neer men op lijd en stond vol doende gezorgd heeft voor de minerale stoffen, phosphorzuur en potasch, dan kan men door eene doelmatige aanwending van nitraat wondere uitslagen verkrijgen. Zie uwe aardappels, uwe suiker en voederbeeten; zie de rutabagas of koolrapen, de cichorei, den tabak en den ajuin hun uiterlijke zal u gansch gemakkelijk zeggen of daar stikstof te weinig of genoeg voorhanden is. Zijn groei en ont wikkeling weelderig en vol kracht, dan is er geen stikstof meer noo dig zooniet, gebruik sodanitraat, daarvoor is het nog niet te laat, en in plaats van een gemiddeld gewas, zult gij een rijke opbrengst win nen. Dezelfde raadgeving kan tot de groentekweekers worden gericht. Onlangs nog hoorden wij een zoo ervaren hovenier als gewaardeerd hofbouwleeraar verklaren, dat hij geen dag zonder nitraat kon en dat de teelt van vroege groenten en van keurgroenten niet mogelijk is zon der het gebruik van sodanitraat. Tegenwoordig zien wij bijna alle boomgaarden schatten belo ven voor de toekomst, en nochtans, voor velen, zal het eene ontgooche ling zijn, zelfs indien het weder gunstig blijft. De boomen zouden vruchten in overvloed moeten op leveren, en zij hebben weinig of geen voedsel ontvangen. De bloe sems vertoonden zich prachtig, de jonge vruchtjes speenden dat het een lust was om zien, maar de noodige bestanddeelen tot verdere ontwikkeling ontbreken. Weldra ligt de grond bedekt met kleine vruchtjes, appelen en peren, en op de boomen blijft er maar weinig meer over. 't Is nu te laat om het kwaad te herstellen vóór den winter of, ten laatste, tijdens den winter, moeten wij aan onze fruit- boomen phosphorzuur, potasch en stikstof in overvloed geven. De bezitters van fruitboomen, die daarvoor hebben gezorgd en die zich mogen verheugen in de hoop op een rijken oogst, moeten niet vergeten dat dragende boo men veel water noodig hebben. Zij zullen onder de kruin van den boom herhaaldelijk en overvloe dig besproeien, en wij geven den raad, in het water een weinig ni traat, ongeveer drie of vier gram men per liter water, op te lossen. Ara. De landbouwers zouden veel onaangenaamheden vermijden, indien ze altoos een kwijtbrief eischten, voor elke betaling. Dit is niet in hunnejgewoonten, doch ze zouden het moeten erin bren gen. Zelfs tusschen goede kennis sen en familieleden moet voor elke betaling kwijting worden gevraagd. Hoe dikwijls is het niet gebeurd, dat de innigste betrek kingen voor altijd werden ver broken, omdat de eene betaling eischte van eene kleine [schuld welke de andere reeds betaald waande Alle veetelers en]; ook vele landbou wers weten dat de Engelschen bekend staan als ervaren infcveeteelt. Zij zullen dus met belangstelling dit artikel lezen,[welk eene samenvatting is van al de hoedanigheden die van eene goede melkkoe worden vereischt, Dit artikel werdj opgesteld, op ver zoek van het Engelsch Landbouw- Ministerie, door M. Wallace, professor der Hoogeschool van Edimburg. Zie hier dezen korten inhoud Bij de melkkoeien hebben de orga nen een viervoudige werkzaamheid te vervullende vertering, den bloedsom loop, de melksecretie en de zenuwen werking. Hoe beter deze werkzaam heden worden volbracht, hoe beter is de melkkoe. Algemeen uitzicht. De goede melkkoe heeft een vrouwelijk en mager voorkomen, hetgeen te kennen geeft dat het voedsel eerder de melk- opbrengst dan de vleeschvorming be gunstigt. De huid moet zacht en vettig aanvoelen, fijn en toch niet te dun zijn. Het inwendige der ooren en der andere natuurlijke openingen des lichaams is geelachtig van kleur bij de goede melkgeefsters, wier melk veel boter inhoudt. Het haar moet zacht en zijachtig zijn, vooral op den uier de dunne en lange staart moet tot aan de hakken reiken. De kop is lang en dun,met een vrou welijk voorkomende oogen, groot en schitterend de neusgaten, wijd geopendde luchtpijp, vooruitko mend; de ooren, van middelmatige grootte en met fijne huid; de hals, dun en niet vleeschachtig rond den slok- daimide schouders, eveneens dun en goed overeen komende met den hals de borstholte, diep en breed. De ruggegraat moet goed zichtbaar zijn; de ribben, lang en sterk gebogen om vrije ontwikkeling en beweging te verschaffen aan de ademings- en verteringsorganen. De achterhand moet niet te vleezig zijn. Vele goede melkgeefsters hebben een zeer aan zienlijken buit tusschen het kruis en den staartdeze verhevenheid draagt in Amerika den naam van bult van Goeverneur Hoard Vele liefhebbers verkiezen evenwel een rechten rug, terwijl andere den bult voor een ken- teeken houden van kracht en meenen dat daardoor meer plaats verschaft wordt aan de vrucht tijdens de dracht. Degenen die geloof hechten aan den melkspiegelvan M. Guenon, als tenteeken, meenen dat een melk spiegel, die breed is langs onderen, overvloedige melkgeving kort na de t,alving aanduidt, terwijl een melk spiegel die boven en onder breed is, eene voortdurende overvloedige melk geving te kennen geeft. De uier, uit twee gelijkvormige deelen samengesteld, moet zich op ongeveer 75 centimeters lengte uit strekken onder den buik, want de uier dient niet alleen als secretie orgaan, raaar ook als verzamelplaats voor de gevormde melk. De spenen, ten getale van vier, moeten goed van elkander verwijderd zijn, dezelfde dikte hebben, goed de melk afgeven, zonder deze echter te laten vloeien. Dikke, gekronkelde en als met knopen bezette meikaderen zijn ge woonlijk het kenteeken van over vloedige melkopbrengst. Ze zijn ten getale van twee, die zich van elke zijde van den uier onder den buik uitstrekken zij vervoeren het bloed dat tot de melksecretie niet gebruikt werd. Bij droogstaande koeien oor deelt men over de dikte der meik aders, naar de holten, waarlangs ze den buik binnengaan. Wanneer men een stier uitkiest om een kudde melkkoeien te dekken, heeft de afstamming uit eene familie van goede melkgeefsters, na de zui verheid van het ras, het grootste be lang. Insecten moeten voortdurend ver nield worden om de bladluizen, die sommige struikgewassen en vooral de rozelaren aantasten te vernielen, zal men in een liter water, 30 gram zeep en een lepel quassia, gedurende een kwartier koken en daarmede, bij middel eener spons, de planten afwas- schen. Weet men ergens een wespennest, dan zal men, in den laten avond, daarin een mengsel gieten van 2/3 water en 1/3 sulfuur van koolstof. Een afkooksel van notebladeren op een mierennest geworpen, vernielt deze insecten. Om de mieren uit de kasten te ver drijven, legt men in dezelfde eenige stukken kamfer, gewikkeld in een vochtig linnen doekje. In ons Landbouw-Bijvoegsel van Mei, schreven wij op het einde van het artikel Oprecht heid als volgt Laat men altoos narekenen. Morgen zullen wij toch de zelfde dwalingen weer afgekondigd zien. 't Moet wel zijn dat er veel gerekend wordt op de goedge- loovigheid der landbouwers En na de vergelijkende prijzen van de stikstof in nitraat en in sulfaat voor een gansch jaar gege ven te hebben, voegden wij daar aan toe En toch zullen we nog te lezen krijgen, dat ook ammoniaksulfaat de goedkoopste stikstofmest is Wij hebben ons niet bedrogen. Weet ge. vriend lezer, wat de landelaars in sulfaat als antwoord op ons artikel hebben gegeven Nu steunen zij niet meer op de goedgeloovigheid der landbou wers, ze meenen bij hem eene groote dosis onnoozelheid te zullen vinden Na eene opsomming van zoo gezeide middenprijzen van het sulfaat gedurende de tien laatste aren, vergeten ze de tegenwoordige grijzen van beide meststoffen met elkander te vergelijkenen besluiten dan dat de voorkeur der landbou wers tot het sulfaat moet gaan Ziet ge den landbouwer eene broek koopen en ze 20 frank beta len, om dat dezelfde broek gedu rende de tien vorige jaren slechts 10 frank heeft gekost Dat is reklaam Als wij planten en dieren voor hunne scheikundige samenstelling onder - zoeken, vinden wij in beide dezelfde bestanddeelen de plant bestaat uit water en droge stof, het lichaam der dieren ook; in de droge stof der plan ten, evenals in de droge stof der dieren, vinden wij altijd vetstoffen, stikstof- houdende bestanddeelen, mineralen en koolstoffen. Daaruit kunnen wij afleiden, dat de voedermiddelen altijd die bestanddeelen in de beste verhouding moeten be vatten, om geschikt te zijn voor de dieren, die ze verbruiken. Zetten wij onze redeneering nog wat verder voort, dan moeten wij besluiten dat alles, wat het dier noodig heeft om te leven, van de plant voortkomt, dat de plant hare bestanddeelen uit den grond trekt, zoodat het dier eigenlijk den grond uitput. Voorzeker geeft het dier een gedeelte van die stoffen aan de aarde weder, ohder vorm van uitwerpselen, maar wij kunnen zonder moeite begrijpen dat het voedsel veel voedende bestanddeelen op zijn weg door het lichaam verliest. Boussingault heeft daarom met veel juistheid gezeid, dat de dieren geen voortbrengers, maar vernielers van meststoffen zijn. Kortom, planten en dieren putten den grond uit en de landbouwer, die verstandig wil boeren, moet voor de teruggave der verdwenen bestanddeelen zorgen Daar de dieren minder bestanddeelen weergeven aan den grond dan zij er uit halen, moet men die bestanddeelen elders gaan zoeken Een hoeve kan niet verbeterd worden door het aan houden van vee, dat met de voort brengselen der hoeve wordt gevoed. De landbouwer kan echter zijn doel bereiken door het gebruik van kunst mest en door krachtvoeder aan te koopen voor het vee. Dit laatste middel is dubbel voordeelig het vermeerdert en verbetert den mest, terwijl het ook de dierlijke opbrengst begunstigt. Meestal worden de dieren gevoed met groeiende of met ingeoogste gewassen; men zal moeten onderzoeken in hoeverre deze voeding kan volstaan dikwijls zal ze toereikend genoeg zijn om het dier in leven te houden, meer nietVoor vetbeesten zullen de groeiende of ingeoogste gewassen meestal in het onderhoud van het dier kunnen voor zien, maar zij zullen ontoereikend zijn om het beest te vetten. Een zeer goed weiland kan soms volstaan, maar om het dier doorvet te maken zou mén toch krachtvoeder moeten toevoegen. De Engelschen, die groote vleesch- voortbrengers zijn, weten dit zeer goed. Wanneer de dieren ter weide in het laatste tijdperk der vetting komen, zaait men op het gras eiken dag eene zekere hoeveelheid brokken van voe derkoeken Zonder sterke voeding zijn geene groote winsten mogelijk, want deze nemen toe met eene redelijke verhoo ging der opbrengstrantsoenen. Een goed samengesteld rantsoen wordt het best benuttigd en oefent een heilzamen invloed uit op de ontwik- BIJVOEGSEL

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1911 | | pagina 3