SpreeKdraad SI! Doe uwen plicht Op Zaterdag 24 Juni 1911 5 centiemen *t blad 46e jaar. - Taimerk 2864 Te trekken bij den Uitgever, 7* 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank 's jaars Dagldapper Evangelie van den 3 11 Zondag na Sinxen. Verval der liberale partij Hei Edelweiss De Slaapziekte Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal van den 24 Juni tot den 1 Juli if» m !3®S9iaB8ïi3S0B DIT IS NIEUWSBLAD TM YPER EN OMMELANDS 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt *s Vrijdags, en "s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, Tk 36, te YPER. De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen 't blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i o\ erdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. 1 z 24. StJaus gebooite. De martelaars van Rome onder Nero. Z. 25. H. Wilhem.- H. Theodulf b. en abt t 7l'ö. H. Pros per. m. 2d. HH. Joannes Paulus, mm. d 27. H. Creseensius m H. Ladislas, koning vanUngarn. HH° Potamiana en ,\.ar- celie bare moeder. w 28. H Leo II 8 e Paus van Rome. - H l'aulus 1 gr® Paus van Rome. d. 23.'— HH. Petrus en Paulus, apostelen on martelaars 167. v 30. H® Lueina leerlinge der Apostels. 1-1® Emiliana m. - He Adela, zuster van den H. Bavo. Te dien tijde kwamen al de tollenaars en de zondaren bij Hem om Hem te liooren. En de Parizeen en de Schriftgeleerden morden en zeiden Hij ontvangt zondaren on eet met ben Maar hij sprak tot hen deze gelijkenis Wat mensch onder u heeft honderd schapen, en ver liest er één van, en laat niet de negen en negentig in de steppe achter, om het vernorene na te gaan, tot hij het weder vindt? En vindt hij het da,, legt hij het met vreugde op zyne schou deren, en tehuis gekomen roept hij vrienden en buren bijeen, en zegt hun: Verheugt u met my, want ik heb mijn schaap gevonden, dat verloren was. Ik zeg u A'dus zal er vreugde zijn in den hemel over één bekeerden zondaar, meer dan over negen en negentig rechtveerdigen, die geene bekeering noodig hebben. Oi wel*e vro w, die tien drachmen bezit, en ééne drachme verliest, steekt niet eene lamp aan, en veegt het h' is, en zoekt met zorg totdat zij zo vindt En heeft zij ze gevonden, dan roept ze vriendinnen en buurvrouwen bijeen ontzegtVerheugt u met mij want ik heb de drachme gevonden, die ik verloren had. Zóó, zeg lk u, onstaat er vreugde hfj de engelen Gods over één bekeerden zon daar. Meermaals reeds hebbes wij de vraag gesteld (i Liberale partij, eens zoo machtig, waar zijt ge gevaren 1 Ja, waar zijt ge gevaren Ja, moesten de liberalen van over 50 jaar uit hun graf opstaan, wat zouden zij verbaasd en ia.de- loos staan kijkmi bij bet zien hoe alle libe rale voormannen van den eersten tot den iaatsten de gevangenen zijn d r socialisten en gedwee, lijk een kalkoentroep, onder oe zweep, dt roode vlag volgen. Men twijfele er niet aan,in tijd van kiezing zullen de liberalen op alle toonen bethalen dat ze met de socialistische partij met geene onverbreekbare banden verbonden zijn, dat hunne overeenkomsten slechts de verwezen lijking beoogpn van punten die in hun wederzijdseh programma geschreven zya en voortspruiten met de eene en dezelfde betrachting, namelijk, de Katholieke Partij den genadeklop te geven. Niemand, denken wij, zal durven ont kenueu dat de liberalen de voorzegging van Aas-iele verwezenlijken E- O ij liberalen, zult de roode vlag volgen of' ge zult niets meer zijn Mengelwerk van'tNieuwsbladvan per N°5 naar het Hoogduilsch DOOR CLEM. HOLEMANS. Waarom gehoorzaamt gij niet! vroeg de graaf. Ik mag niet, generaal gaf Hein met vaste stem terug. Hoe En zoo uw generaal 't u zoo beveelt t Ik heb de opdracht, onder geene voor gaarde mijnen post te verlaten, voor dat ik W'o-de afgelostantwoordde Hein op rus- hgen toon. Ue graaf schouwde hem vlak in de oogen Weet gij, wat u te wachten staat zoo "an mijne bevelen weerstaat I... Dat gij voor den krijgsraad zult moeten komen f Aan uwe bevelen, generaal Goed dan. Ik beveel u uwen post te verlaten en mede te gaan Hein, die wederom stil stond en bet ge- weer presenteerde, klopte het hart hoorbaar 'n den boezem. Een oogenblik scheen bij te vuhen toegeven, maar plots was hij het hem Pas eenige jaren geleden werd die voor zegging door den rooden voorman met mis prijzen naar 't hoofd der liberalen geslin gerd, en wat ziet men gebeuren Al met eans veranderden de liberalen van programma ze verbaasten zich om uit het socialistisch? programma een aantal punten te aanveerden ten einde aan hunne roode bondgenooten te behagen en zoo doende verloochenen zij hun verleden, al hetgeen zij bij hiog en bij leeg gezworen hadden voor te staan en te verdedigen hunne leerstelsels, hunne opvatting der maatschappelijke vraag stukken, enz., enz. Eu welk is het geheim van die zonderlinge handelwijze Om der wille van het smeer likt de kat da kandeleer De libsralen suakken immers naar het bewiud gelijk de visch naar water; zij hebben dorst naar 't ministeischap, dorst naar de heerschappij over 't land en om dien gewel digen dorst te kunnen lesschen, zij a ze tot alle verraad, tot alle vernederingen ia staat. Ziet ze daar nu eens onze vroegere zoo fiere liberalen, ja ziet ze daar eens geketend, geboeid tot slaafsche kuipery voor de roode v'ag gedwongen verplicht de refreinen te herhalen door de socialisten aangeheven, verplicht De Bunne toe te juichen als hij te Kortrijk Mechelynck omhelst, verplicht het hoofd te bukken voor al de eiscb3n van den rooden dwingeland gelijk te Brussel... Neen, geen woord hoort ge ze nog reppen o ver de socialistische leeringdie ons bestaan als een vrije onafhankelijk volk verloochent, die ons Koninklijk stamhu's van den troon wil werpen, die het huisgezm, de familie wil afschaffen en het vervangen door een beestelijk samenleven, die de eigendommen als de vrucht van diefstal afschildert, die den haat-eu klassenstrijd tusschen de verscliil- lige standen aanvuurt. Geen woord van afkeuring over de dwin gelandij die roode voormannen over den persoon en het geweten hunner slaafsche volgelingen doen heersehen. Nog meer, in Kamers, in gazetten, in meetingen en vergaderingen wedijveren zij om hunne roode bondgenooten te ver schoonen, uit nesten te helpen... En die dwaze blauwen denken dat het volk met hunne huichelarij met buune knievallen voor de rcode vod is gediend I Neen, neen, in de oogen van alle recht schapen lieden, zijn de liberale h lofdmannen laag, ja, zoo laag moge'ijk gezonken en na hen is het onmogelijk nog lager te zinken En waarom A. Omdat zij samenspannen met li-den die den koningstroon willen omverre werpen met lieden die het vaderland verloochenen en met lieden die de hand geven aan de anarchisten der gansche wereld, aan de mannen van Ferrer, met lieden die met bommen en dynamiet een rijk van roof en plundering willen vestigen op de puinen der kedendaagsche samenleving B. Omdat zij ten volle 't akkoord zijn met lieden die de vernietiging van het huisgezin bewerken en het vervangen willen door een beestachtig samenleven C. Omdat zij samenspannen met lieden die gedurig door alle middelen het volk op- ook weer klaar, waaraan hij zich te houden had. «Ik bid u om verschooning, generaal Ik moet op mijnen post blijven, tot ik afge lost wordt Gij gaat dus nietkloDk het barsch I Ik vraag u verschooning, generaal neen Tot ik woid afgelost Vervlogensche boerenkinkelHarde stijfkop bromde iemand op twee, drie meters afstand, 't Was de bediende, die trip pelend van koude het eene been over het ander wreef, en wat te luid had gedacht. Zegt gij iets, Kasper 1 vroeg de graaf, naar zijnen dienaar wendend. Neen, neen, heer graaf! gaf Kasper vlug ten antwoord. Zijn dunne beenen wei gerden bijna het bovenlijf te dragen, endreig den toe te vouwen. Nu trad graaf Veereman tot dichtbij den soldaat Wees toch verstandig, 't Doet mij leed om u I... Gehoorzaam aan mijne bevelen, op mijne verantwoordelijkheid zoo niet wordt gij voor een paar jaren op de discipline gesto ken I Nu steeg Hein het bloed naar het hoofd, en veel luider dan het betaamde riep hij stoken tegen uezag, overheid, die altijd en overal haat,nij 1 en klassenstrijd verwekken. D. Oaodatzij medewerken met lieden die den eigendom, de vrucht van den arbeid in gevaar brengen De liberalen hebben voorzeker door hun verbond met de socialisten, bij alle goede vaderlanders hun aar zien verloren. De liberale partij was vroeger eene partij van orde, eene partij dia bekwaam moest zijn om 't Staatsbestuur in handen te nemen, doch sedert zij samenspant mat de roode partijgangers van oproer, wanorde, sedert zij heeft opgehouden van de vijanden van eigendom, huisgezin, koningdom te bestrij den, is zij vervallen van alle recht tot het bestuur des lands. Alle ware Beig die schrik en afkeer gevoelt voor de roode dwingelandij, moet, in zijn eigen belang en in dit der zynen, meer en meer het libaralendom veilaten, zoo hij later niet wilt gekneld worden door de slaaLche boeien waarin de liberalen heden door de socialisten gekluisterd zijn geworden Arme liberale kliek; waar zijt ge gevaren? (Op het feest van H. M. Elisabeth Koningin der Belgen Ginds hoog, zeer hoog ter j'Aipenkruine, Waar vromen enkel boven gaan Ten rotstop van de hemelduine, Daar ziet men 't e.nzaam bloemlijn staan Geen lelie is zoo blank omneder, Geen bloeme zoo vol reine pracht 't Is 't Edelweiss, dat zacht en teeder, Ons van 't gebergte tegenlacht bis De jongeling, die de steile wegen Der Alpen opstijgt, diep ontroerd, Ontwaart een stem, die hem roept tegen En naar de hoogten hem vervoert. Op 't sneeuwvlak glanst de milde zonne En 't helder bloemlijn blinkt van ver, Vervult het hert met liefde en wonne En wenkt hem hooger als een ster MS 3 De herten wachter, in ziju streven Naar 't hert der lieve Herderin, Kan geen geschenk Haar beter geven Dan 't Edelweiss, als huid der min Neemt zij het aan, en iaat zij hooren, Dat 't haar verblijdt in 't rein gemoed, Dan is Hij vast haar uitverkoren, j j En won heur liefde trouw cn zoet1 IS 4 Een Koningin, vol medelijden Voor alwie lijdt ter levensbaan. Om 's Negers doodslaap te bestrijden Wees 't Edelweiss ter redding aan. En gansch een volk viert juichend heden En Edelweiss en Koningin Twee eedle bloemen, saam aanbeden In 't vurigst heil der volkenmin. P. P. Denis bis N. B. Dit. lied (in 't Vlaamsch, Fransch, Duitsch, zelfde blad) met begeleiding van piano, is te verkrijgen in ons bureel aan den prijs van fr. o,75. Laat mij straffen, generaalIk blijf hier tot ik afgelost word en wie mij van mij nen post verjagen wil, stoot ik mijn bajonet in 't lijf Gillend sprong het verschrikte knaapje naar naar vader de heer Kasper vergat de beenen tegen elkander te wrijven, en, daar siond hij met veropengesperden mond nieuwsgierig wachtend naar hetgeen zijn hoo- ge gebieder na dit stoutmoedig antwoord doen zou. Graaf Veereman echter lachte uit volle borst 't Vaderland mag gerust zijn zei hij, zich de handen wrijvend. Ge blijft dus op uwen post. dood of levend Zooals ge zegt, mijn generaal Goed zoo Geef mij de hand mijn beste Hein viel haast achterover van verbazing, heer Kasper trok een koppel groote oogen, zette mond en ooren open, en 't jongske lachtte. Graaf Veereman schudde Hein duchtig de hand. Brave jongen, dat zal niet vergeten blij ven, zei hij. En nu wil ik u aflossen., 't Dacht mij daar straks, of ik u iemand boerenkinkel en harde stijfkop hoorde noemen... Kasper. omdat gij het luide deken verleeret, neem gij Sedert onheuglijke tijden heerscht de slaapziekte op de westerlijke kusten der Afrikaansche Evennachtslanden. Doch, zoo lang de Negers, steeds in oorlog, hunne stammen niet verlieten, bleef da ziekte in enge kringen besloten. Als overkomende ziekte had de slaapziekte veel van hare kracht verloren, ten gevolge der engheid van haren werkkring en zij bleef slechts bestaan als heerschende landziekte. De aankomst der Blanken ia de streek had Let aanwerven der inlanders als dragers, soldaten en werklieden voor gevolg. Da ver plaatsing der kustbewoners naar het verdere binnenlaud, moest onvermijdelijk de ziekte overbrengen naar zeer voorbeschikte oorden. De ziekte, aldaar een nieuw midden vinden- iie,breidde zich met eene noodlottige nieuwe kracht uit ea werd opnieuw epidemise Zij heelt zich langzamerhand al voortgaande uitgebreid en heerscht hedendaags over gansch de Afrikaansche Kaerkriugstreken. De slaapziekte wordt veroorzaakt door een microscopisch wezen, Tripanosóme ge noemd; het is paliogvormig en kan slechts leven in het bloed van den mensch of van zekere dieren. Het zet zich voort ia het lymphvaatstelsel, het ruggemerg en de her senen. D, ze ziekte wordt noch door aanraking, noch opslorping, noch inademing opgedaan: de tripanosóme moet rechtstreeks in het bk«d ingeënt worden. De bijzonderste, zooniet de eenige over brenger ,der ziekte, is eene v'ieg, de Giosina Palpalis, eene der zeven "gekende tzè-,zé- soorten.Zij is zoojgroot als de gewone vlieg, doch zij heeft den vorm der horzel of paar denvlieg. Zij houdt zich op langsheen de waters iirivieren, moerassen enjwatervlak- ten voor hare voortbrenging hoeft zij schaduw. Da zonnestralen|dooden hare lar ven. in gewonen tijd brengt hare steek geen letsel mede. Om da ziekte voort te zetten moet zij de tripanosóme opgeslorpt hebban bij het steken van een aangetasten persoon of aangetast dier. Met nadien een gezonden persoon te prikken geeft zij hem de ziekte. Da slaapziekte heeft doorgaans een trage doch zeer tegeustellige loop bij de verschil lende personen. Zy kan enkele maanden oi verscheidene jaren duren. Sommige zieken sterven van hersenopdrang vooraleer huune krachten uitgeput zijn. Andere sterven langzaam uit, ondermijnd door de ziekte. Dezen schijnen gevoelloos, anderen onderstaan hevige ze nuwprikkelingen en groote pijnen. Men heeft nog geene enkele natuurlijke genezing bestatigd. De ziekte verklaart zich eerst door eene algemeene moeheid, met herhaalde en we derspannige koortsen Daarna volgt eene zenuwachtige lichaamstrilling en eene alge meene jeuking vau het vel. Gedurende deze eerste periode bewaart de zieke zijne krachten en zijne lijvigheid:soms neemt deze zelfs toe. De tweede psriode wordt g.-kenmerkt door eene hevige zenuwspanning en door eene verstandsverbijstering, die soms wel het geweer!... Zoo... Geef hem uw boven mantel ook maar, jongen Moed, Kasper, ge zijt geen soldaat geweest, ea kunt dus door ondervinding leeren, wat soldaat zijn is Voorwaarts O... heer., graaf! stamelde de be strafte Kasper, terwijl het vierjarig knaapje juichend rondhuppelde. Kasper stond daar erbarmelijk met zijne dunne, panlatachtige beenen in den breeden mantel gewikkeld, en hield het geweer ver van zich af met beide handen omklemd. Als ge het te koud krijgt, Kasper, gaat ge maar het wachthuisje in 1 spotte de de graaf. Dit voorval kwam dezen juist van pas. De heer Kasper was, wel is waar, .een ervaren dienaar, maar van tijd tot tijd moest men hem een beetje intoomen om hem te beletten wat al te vrijpotsig te worden. Ach... heer. graaf, dat is mijn dood jammerde Kasper. Integendeel, Kasper lachte c'e eerste; die halve uur, na dewelke men u zal komen aflossen, zal zeer voordeelig zijn voor uwe gezondheid Kom nu, brave jongen, en laat het u het Kerstmisgebrard goed sma ken tot woedende dolheid gaat. Gedurende deze tijdruimte slaapt de zieke noch bij nacht noch bij j dag. De derde en laa steperiode .is die van den slaap.De kalmte komt terug de zieke heeft een slaperige geest, een stompzinnig gelaat m -t onbeweeglijke eu norsche oogen en wankelende schreden. Doorgaans overvalt hem bij het midden van den dag een onwe derstaanbare slaaplust. De slaap duurt in het begin twee of drie ureo.Langzamernand wordt 1 ij langer en zwaarder, en weldra slaapt de zieke dag en nacht. Men kan hem nauwelijks eenige cogenb ikken doen ont waken en men moet hem het voedsel in den mond geven. Somtijds ontbreekt hem de kracht zijn voedsel door te zwelgen. Bij de eeneu is de slaap rustig, bij de an deren is hij bewogen en schijnen de zieken veel te lijden. Hun lichaam wordt overdekt met kankerachtige wonden waarin zich de wormen zetten. Wanneer de zieken in hunne uitgeputte leden geene krachten meer kun nen scheppen, sterven zij uit zonder te ont waken. Sedert het verschijnen dezer plaag hebben de besturen der verschillende landsdeelen van Equatoriaal Afrika zich met dea toe stand bezig gehouien. De Engelschen, al? praktische lieden, hebben al da besmette plaatsen doen ontruimen en de zieken ia openbare hospitalen doen opnemen. De Congo Vrijstaat heelt de studie der ziekte aangemoedig I, doch schijnt de noo- dige maatregelen niet genomen te hebben om hare uitbreiding te keer te gaan. Het huidig Bastuur der Kolonie heeft krachtdadige maatregelen genomen. Men heeft de boorden van het Tanganikatsaeer doen ontruimen ea bevelen gegeven om de bewoonde streken te bevrijden tegen de voortzetting der t .é-tzé. Langs alle kanten zijn pleeghuizen ge sticht om de zieken op te nemen en te ver zorgen. Aan deze pleeghuizen zijn genees- heeren gehecht, wien de taak wordt opgelegd op de zieken de geneeskundige behandeling toe te passen, welke door de geleerden aan geraden wordt. Bij de eerste verschijning der ziekte Heb ben de missionnarissen hospitalen,lazaretten en laboratoriums ingericht om de zieken te bestudeeren, te verzorgen en te verplegen. De hospitalen en laboratoriums der Jezuïten te Kirantu. die der Missionnarissen van Scheut iu Kassaï, der Witte Paters te Mpala en Baudouinvile in Tanganika, mogen tusschen de belangrijkste der Kolonie geteld worden. Ondanks al de navorschingen dei geleer den heeft men tot nu toe het geneesmiddel niet gevonden, dat de ziekte met zekerheid te boven komt. Men heeft inspuitingen in de aderen en de spiereu m t verschillende samenstellingen van arsenic en emetine, met quinine of strichnine, enz. vooruitgezet. Men verzekert en de bestatigde feiten zijn van aard een grooten schijn van doel matigheid aan deze behandeling te geven dat zij zeer aangeraden is, wanneer men ze toepast van het eerste tijdstip af der ziekte. Wanneer de ziekte echter gevorderd is, verlicht zij wel is waar de zieken, verlengt hun het beslaan, doch geneest hen niet meer. Graaf Veereman verdween met zijn zoon tje en den verbluften Hein in het paleis, wijl de onbedachtzame Kasper grommend en knorrend, met het geweer op den schouder, in den sneeuw voor het wachthuisje heen stapte. «uk Lang nog bleef in Hein's geest de indruk van dien merkwaardigen Kerstmisavond, op dewelken hij gedacht had in de gevangenis terecht te komen, en dan, als bij tooverslag, in een prachtig paleis was aangeland, waar voorname, edele personen hem de hand ge drukt en hem liefderijk met allerhande vra gen hadden bestormd waar hij een braad stuk had gekregen, zooals hij nog nooit in zijn leven een had aangeroerd; waar 's graven zoontje hem, op het oogenblik van 't vertrek, de zakken vol koeken had gestoken en zijn generaal zijnen naam Hendrik K eemaier in een roode brieventach had opgeteekend. Als een droom was hem dit alles overkomen, en toch hield zij hem recht die schoons her innering, bij het leed die hem op 't harte lag. Met Siska was 't gedaan dal stond vast! Hein wou er nimmer aandenkrn, en toch dacht er aan, van 's morgens tot 's avonds. Maar dat had hij bij zich zeiven gezworen, Geen wonder, dat men al het mogelijke doet om de ziekte bij hare eerste verschijning te ontdekken om onmiddellijk de geneeskun dige behandeling toe te passen. De statistieken der behandeling in deze voorwaarden toegepast, schijnen te doen uitblijken dat men een zeker getal genezin gen bekomen heeft. Te Baudouinville heeft de E. P. Kindt, der Witte Paters, van af 15 Juni 1909 tot 1 Januari 1910, de volledige behandeling met arsemc en strichnine toegepast op 63(5 zieken Hij heeft hun een totaal van 9,385 inspuitingen gedaan. 34 zieken zijn be zweken, 77 hebben eene tweede behandeling oudergaan, 525 zijn wel te pas en dragen voor het oogenblik geen enkel spoor van ziekte meer op zich. Zij blijven enkel onder toezicht, want men is niet zeker dat er zicu, na verscheidene jaren, geene hervalling zou kunnen voordoen. In alle geval zijn deze uitslagen troostvol en moeten zij tot aanmoediging dienen voor al degenen die belang stellen in de Zwarten enjin de Congoleesche Kolonie, en hun aan zetten in hun streven grootmoedig te volhar den, om de kwaal te bestrijden en te trach ten de plaag tegen fe houden. Buiten de'liefdadige en menschlievende kwestie stelt zich het algemeen belang van België daar. De slaapz ekte is een gevaar, niet alleen voor de Zwarten, maat'tevens voor onze.madeburers die in Congo verblij ven. Want, is de Blanke minder aanijde steken der bssmette vlieg blootgesteld, even wel is hij van de ziekte niet verschoond en meer dan een onzer medeburgers, beambten vau het Staatsbestuur of' van handelsmaat schappijen, en missionarissen zijn reeds door deze besmettelijke ziekte aangetast geweest en aan hare gevolgen bezweken. Deze kwaal breDgt de toekomst der Kolo nie in gevaar. Gansche stammen dreigen uit testerven. Da vruchtbaarste streken veran deren in woestijnen. De handarbeid dreigt te zullen ontbreken en de rijkdommen onzer Kolonie zouden kunnen voor de ontginning verloren gaaa. Deze schrikkelijke plaag, die het Neger volk te neerslaat en de toekomst van Congo- land bedreigt, heeft reeds groothartige toe wijdingen verwekt. Iedereen weet met welke edelmoedigheid Z. |M.|Koning Albert bijge dragen heeft tot de studie en wetenschappe lijke navorschiugen der ziekte, tot het in richten van pleeghuizen et tot liet verzachten van het leed der zwarte en blanke zieken. liet hooge en edelmoedige initiatief Harer Majesteit de Koningin der,Belgen, *die, met de opbrengst vau het Werk van de Bloem der Koningin toe te kennen^ter leniging van de lijders der slaapziekte in Congo, heet aan allen een edel voorbeeld gegeven van kiesche liefdadigheid en voorziende vader landsliefde. Dd gelegenheid wordt aan al onze medeburgers aangeboden, iedereen volgens zijn vermogen en zijae vrijgevigheid, het zijne bij te dragen om eene onmetelijke droefheid te verzachten ea van onze Kolonie en ons Vaderland een dreigend gevaar af te weren. f V. ROELENS, Titelvoerend Bisschop van Djerba, Apostolisch Vicaris van Opper-Congo. De Bloem der Koningin is te verkrijgen bij M. Moncarey-Criem, Groote Markt, M. Dumortier, opv. Lafontaine, Boter- straat, M.Callewaert-De Meulenaere, Boter- straat. nooit wou hij zijn geboortedorp nog terug zien... nooit 1 Hij had zich, bij falies wat hem dierbaar en heilig was, voorgenomen, nooit nog den voet te zetten, daar waar men hem voor dief had gescholden, en nooit meel den grond te betreden, waar, om] zeggens, zijn hart met volle vezels aan vastgesnoerd was. En dat Hein in staat was zijn voorne men ten uitvoer te brengen, mag men vrij gelooven Waarom had Siska hem ook niet eens ge schreven Een vredelievend woord past zoo goed in den mond eener vrouw het vloeit als balsem in het mannenhartJa, waarom schreef zij niet Maar, zij had geschreven Zoo En... Ja, wanneer de landlieden hunne kinderen zoo vroegtijdig uit de scholen houden wan neer deze des zomers bijna geheel verlaten zijn, en knaap en meisje tehuis het werk van knecht en mei i moeten verrichten, dan ge beurt het voorzeker meer dan eens, dat men brieven schrijft zooals de weinig geleerde Siska. Op den omslag stond vermeld Aan mijn braven Hein hij is bij het voetvalk, in de hoofdstad. In den bovensten hoek rechts had zij het woordje zito opge plakt, en in den ondersten links, Vrij Wordt voortgezet

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1911 | | pagina 1