SLACHTVEE.
Voeding der Dieren.
Volkswetenschap.
stellen en dan aan de nuisvaaers yoirowöiiö
vrijheid waarborgen in den keus der school,
Hoe dikwijls hoort men de hloem-
kweekers of bezitters van een klei
nen tuin, in de stad, klagen over de
overtollige aanwezigheid van
aardwormen. Ziehier een middel
dat ze kunnen aanwenden: maal of
vergruis met een stamper 60 wil
de kastanjes en zet dit meel te trek
ken, gedurende 48 uren, op 10
liters water.
Gebruik van deze oplossing 1 li ter
per emmer water en na begïeüng.
zult ge de aardwormen,tot op eene
diepte van verscheidene centime
ters, in den grond dood vinden.
hoek, langs voren van dit vierkant- I De laatste veranderingen hebben plaats
j I onder den invloed der fermenten, die op
vlak te vullen en om de voorpoo- Lerschillende plaatsen in de vertering*-
:en van het dier genoeg van elkan- buis worden gevormd.
der te verwijderen. Dieren met Reedsin den mond, waar het voedsel
enge borst eten gewoonlijk slecht, geknauwd en met speeksel wordt door
run gestel is niet krachtig genoeg mengd, komi er eene giststof of ferment,
om tegen gunstige voorwaarden W&tptyalieneen gedeelte der koolhydraten
r omzetten in druivensuiker. Deze omzet
vleesch te vormen. ting is maar gedeeltelijk en wordt in de
Het kruis moet breed zijn de ma5ag voortgezet. ook verlaat een gedeei-
enden diep en goed ontwik- te der koolhydraten de maag in den oor-
keld de ribben lang en sterk Lprohkelijken toestand en wordt slechts
jebogen, ten einde veel ruimte te verder aangetast,
verschaffen aan de organen, die I" de maag ontmoet het voedsel een
ze bekleeden ook moeten de rib-
ben vieezig zijn en de laatste Jden in eene gansche reeks opneembare
In een vorig nummer hebben
wij de eigenschappen opgesomd,
die, volgens hoogleeraar Wallace,
te Édimburg, door de Engelsche
veefokkers bij de melkkoeien wor
den vereischt.
Ziehier nu hoe dezelfde hoog
ieeraar de kenmerken bespreek
van het slachtvee, d.i. van de
hoornbeesten, die vooral met he
oog op de vleeschopbrengst wor
den gekweekt.
Deze dieren moeten een schoon
voorkomen hebben een zwaar en
goed geëvenredigd lijf, laag en
breed op de pooten de kop moet
kort zijn het voorhoofd breed,
vooral tusschen de oogen. Van
ter zijde gezien, moet het neus
been geen gebogen, noch holle,
noch bolle lijn vertoonen daar
echter groote neusgaten en breed
ontwikkelde lippen gewenscht
zijn, krijgt de prófiellijn langs
onder den schijn van een weinig
inwaarts te zijn gebogen. De
oogen moeten groot, helder en
zijn en
vooral moeten laag afdalen.
Er mag geene laagte voorko
men noch achter de schouders,
noch boven de flank, vóór het
dijbeen. De achterhand moet
vooral goed ontwikkeld, sterk
gespierd zijn. Er moet een groote
afstand bestaan vanaf het uiteinde taste koolhydraten opneembaar en pepto-
der heup, tot aan het uiteinde van niseeit de nog overblijvende eiwitstoffen.
het dijbeen I ^ost de vetst0^en °p> waartoe oob de
Dedunne, buigzame staart mag werkbij
aan den wortel geene verheven-1 d^e dej. ^.wee vorjge fermenten en zoo ver
heid vertoonen, maar moet met andert geheel het voedsel in opneembare
eene regelmatige afgeronde lijn bestanddeelen, die door de wanden der
uit den rug voortloopen. De billen dunne darmen kunnen heendringen en
moeten breed zijn, dik en vieezig, zich inbet bloed st°Iten- De niet ver^r;
vooral naar onder en langs bin-1 lichaam verwiiderd.
nen.
sterk zijn, geene dikke beenen
ze moeten goed geplaatst zijn
De algemeene lijnen van het
lichaam mogen niet hoekig voor
komen, ze moet afgerond en aan
trekkelijk schijnen.
Kervel kan gedroogd worden en
'swinters bij debereiding derspij-
zen dienen. In het najaar wordt
daartoe de noodige hoeveelheid
afgesneden, op een linnen uitge
spreid en aïzoo gedroogd.
Zoodra de groente daartoe droog
genoeg is, wordt ze tot poeder
gevreven, nog een wei nig gedroogd
en daarna in eene blikken doos
gedaan ter bewaring. Deze kervel
behoudt zijn smaak en kan geheel
zacht zijn dit schijnt een kentee-1der» winter gebruikt worden,
ken te zijn van rustigheid en spoe
dige bemesting.
Het onderkaakbeen moet sterk
en goed gespierd zijn. De haartop
mag een dikken bos goivend haar
vertoonen, vooral bij de horen-
looze rassen.
De horens moeten fijn en sier
lijk zijn, meestal een weinig plat
de ooren moeten niet te dik aange
zet zijn, langs binnen en langs
buiten moeten de haren die de
ooren bedekken fijn zijn ais zijde.
De nek moet kort of van middel
matige lengte zijn, dun, spits uit
loopend naar den kop, waaraan
hij niet met eene verdikking mag
vastgezet zijn. Waar de hals in de
schouders overgaat, moet hij dik
zijn. De bovenlijn tusschen schoft
en kop moet bijna recht zijn,
behalve bij de stieren waar zich
eene verhevenheid mag vertoonen
vóór den haartop der horens.
De romp moet lang, rond, ton-
vormig, goed geëvenredigd, glad
en vleeschachtig zijn, vooral in
die deelen waar het beste slacht-
vleesch zich bevindt.
Geen uitstekende heupen en
schouders. Wanneer men den
romp van ter zijde beschouwd
moeten de boven- en onderlijn
ongeveer gelijkloopend zijn, en
een langwerpig vierkantvlak vor
men de borst moet genoeg ont
wikkeld zijn om den ondersten
j
liet schijnt dat de vogels, benevens
andere voorrechten, ook dat van em
zeer lang leven genieten. Be zwaan
kan, naar men beweertdrie eeuwen
oud worden. Volgens sommige natuur
kenners leefde een zee-arend, gevan
gen in 1715, tol in 1819, en een gier,
die in 1706 werd gevang en stierf slechts
na 110 jaar opsluiting. Papegaaien en
kraaien kunnen ook honderd jaren
leven.
't Is onbetwistbaar dat de opsluiting
hel leven dier vogelen verkort, maar
toch zijn er voorbeelden genoeg van
20jarige gevangschap bijv. bij eksters,
Een haan leeft een vijftiental jaarde
duif ongeveer tien jaar en de merel
kan gemakkelijk vijftien jaar in zijn
koot iven. Een twingtigjarigen kana
rievogel heeft men ook gezien zijn
fluiten was nog slechts een zacht ge
kweel en zijn hoof Be was even al)> bij
een ouderlingeen kleiskopje gewor
den.
De vraatzucht der vogelen is bui
tengewoon Als men het gewicht van
hel voedsel vergelijkt met het gewield
van den vogel, dan eet eene lijster die
eene rups verslindt, zooveel in verge
lijking, als een mensch die een gansche
ossenbil zou verorberen
De Vertering.
De gewone Vlieg.
Briefwisseling.
wordt aancf-i-in/d O rratTfonrr^ fill
V
men. Hij verwachtte den trein zoo gauw niet.
c
'k peize erop maar d achterpoorte van anooi- nouaing, uuor uwe uuverfceujh.uare
fiphanra on ia nncr niat o-aalnton
UIIVUCI IliK
5° Besparing van tijd en geld;
6° Mogelijkheid der samenwerking.
Het nut der kunstmatige ontrooming
wordt niet meer betwijfeld, men aarzelt
soms nog enkel in de keus van een goeden
afroomer.
The Dairyman.
(Verboden nadruk).
bestanddeelen
Bij het verlaten der maag ontmoet het
voedsel de gal, die door de levei wordt
afgezonderdhet alvleeschsap en het darmsap
Deze drie fermenten volledigen de her:
voiming van het voedsel.
Het alvleeschsap werkt op het voedsel
zooals het speeksel, maakt de onaange
maar in een volgend artikel zullen wij
zien hoe de rantsoenen moeten berekend
worden, wanneer men zich steunt op de
hoeveelheid kracht of op het warmtege-
vend vermogen der verschillende voedei-
middelen.
F. Pirard.
(Landbouw-ingenieur)
(Nadruk verboden)
j i u: I de stoffen worden als uitwerpselen uit het
en van
in de
tei
do.
bei
sta
dei
vei
vet
B
ges
me
kat
lijk
om
me'
B
wei
vor
en J
't
ace:
ver
H
losg
M
van
K
en c
ond
ami
ban'
van
Ju.
omtreiH, epgewonaen, znne
verontweerdisins lucht eraf too-en rl mi haonTüa.ili
lichaam verwijderd.
De eiwitstoffen, die in het bloed zijn over-
De pooten moeten recht, kort en I gegaan, zullen de levende stof van het
lichaam vernieuwen door vorming van
myosine, in de spierweefsels,
osseïen, in de beenderen,
chondrien, in het kraakbeen,
keratienin de nagels,
neurine, in de zenuwen,
pepsine, in het maagsap,
ptyaline, in het speeksel,
albumine en caseine in de melk,
eiwithoudende bestanddeelen
eieren, in het bloed, enz.
De stikstofhoudendebestanddeelen van
het voedsel, die in overtollige hoeveelheid
zouden vooi komen en tot vorming dei-
bovenstaande stoffen niet noodig zijn,
kunnen dan ook denzelfden rol vervullen
als de vetstoffen en de koolhydraten: zij
kunnen dienen tot voortbrenging van
kracht, warmte, arbeid. Laat ons echter
opmerken dat de prijs der eiwitstoffen
altijd te hoog is om ze in grooter hoe
veelheid in het rantsen te brengen dan er
noodig is tot vorming der stikstofhouden
de bestanddeelen van het organism.
De koolhydraten worden na hunne ver
tering hervormd in glucose en verder door
de lever in dierlijke ameldonk of glycogeen.
Naarmate het lichaam zulks noodig
heeft, wordt het glycogeen door de lever
weer in glucose omgezet en in den bloeds
omloop gestort, waar zij de koolstof ver
brandt om de dierlijke warmte te ver
schaffen.
Zooals wij verder zien, ondergaan de
daarna deze verbreken en er uit kruipen.
Het diertje dat nu te voorschijn is geko
men is een worm zonder pooten, met
kleinen kop, zonder oogen en bijna geen
mond; de lengte daarvan is ongeveer
1.77 millim. Na 24 uren ondergaat het
diertje reeds eene eerste verandering en
groeit zijne gestalte tot het dubbel. In de
volgende 24 a 36 uren bemerkte men een
nieuwe verandering met wederom ver
grooting der gestalte. Na drie tot viei
dagen, gedurende dewelke het wezentje
zich voedt met vloeibare uitwerpselen,
verandert het eensklaps in eene pop, die
rolvormig is, hard wordt en den naam
draagt van puparium
Eindelijk na 5 a 7 dagen, dus 10 i5
dagen nadat het diertje buiten het ei is
getreden, ontstaat het insect, gelijk wij
het kennen.
Om nu tot eene doelmatige bestrijding
van het insect over te gaan, moeten wij
onze pogingen richten tegen de larven en
de nesten, die in den mesthoop bewaard
liggen-
In de huizen bestrijdt men de vliegen
op verschillende wijzen door giftpapier,
door kleefstoffen, door vangflesschen,
enz. deze insecten hebben gaarne met
warmte en licht om te gaan, daarom is het
voldoende een lokaal eenigen tijd gesloten
en duister te houden, om daaruit de vlie
gen te zien verdwijnen. Een net voor de
opening der vensters gespannen belet
hen langs daar binnen te dringen.
Fernand de Vinesky.
'Verboden nadruk)
De voedende stoffen zijn de stikstofhou
dende bestanddeelen, de vetstoffen, de
koolhdyraten en de minerale zouten.
Deze woorden, hoe vreemd in schijn,
moeten den gewonen lezer niet afschrik-
ken, men kan zeer gemakkelijk begrijpen, I vetstoffen dezelfde verandeiingen, maai
i 1 j... I F^txrüi t n-ram n 5 ral oriën verschaft-
waarvan er spraak is als men weet, dat
de melk, die een volledig voedsel is, tot
voorbeeld kan dienen de melk bevat
stikstofhoudende stoffen de kaas
vetstoffen de boter
koolhydraat de melksuiker
en minerale stoffen.
In het gewoon voeder der dieren vindt
men evenwel ook nog andere stoffen, zoo
als de amiden, de celsto de organische
zuren, enz. Maar in den tegenwoordigen
toestand onzer kennissen over de veevoe
ding, kunnen wij ons beperken tot
bespreking der volgende voorname stof
fen eiwitstof, vetstof, koolhydraten,
waarbij wij dan begrijpen de celstof
Met de overvloedige warmte, hebben
wij nu de vliegen talrijk zien te voor
schijn komen. Wat vervelende insecten
toch altijd vraatzuchtig, diingen ze
overal binnen, proeven aan alles, zuigen
de vloeistoffen op en vergasten zich ook
aan vas'e spijzen.
Alles schijnt naar hun zin, doch bij
voorkeur azen ze op de vloeistoffen die
uit het lichaam worden afgescheiden;
speeksel, zweet en andere vloeistoffen.
Zij zijn verlekkerd op suikerrijk sap
zij vallen vleesch, fruit enz. aan. Zij ver-
stooten niets en van onze spijzen zien wij
ze overgaan naar de walgelijkste uitwerp
selen, maar ook omgekeerd.
De vliegen zijn de vuilste dieren die in
onze woningen met ons vertoeven, zij
brengén op onze meubelen, op onze klee
deren, op onze spijzen, aide vuilnissen
en ziektekiemen over, die ze op hunne
dwaaltochten overal oprapen. Wij mogen
nog van geluk spreken, als ze ons geene
vreeselijke ziekte inenten, zooals dit wel
eens gebeurt met de besmettelijke kool
ziekte.
Iedereen kent de gewone vlieg ze is
terwijl 1 gram vet 9-5 caloriën verschaft, aschgrauw van kleur, haar aangezicht
Uit de mededeelingen van het Internationaal
Landbouw-Instituut, te Rome blijkt dat de tarwe
oogst in Canada niet zoo rijk is als dit werd ver
wacht als men de opbrengst der drie laatste jaren
voorstelt door 100, bereikt de oogst der wintertar
we slechts 89 0/0. De zomertarwe komt echter dit
te kort in ruime mate vergoeden, vermits de
opbrengst 112«/o in vergelijking tot den middelma-
tigen oogst der drie laatste jaren bereikt.
In de Vereenlgde Staten wordt de opbrengst der
zomertarwe, in vergelijking tot de gemiddelde
opbrengst der 10 laatste jaren geschat op 84.1 o/0.
De tijdingen over den tarwe-oogst ln Rusland
luiden voldoende, bij uitzondering van het oostelijk
gedeelte van Europeesch Rusland.
Uit Egypte komen beter tijdlgen, daar bereikt de
verhouding tot de gemiddelde opbrengst der 10
laatste jaren 132 o/0 voor Hoog-Egypte en 117
voor Laag-Egypte.
d.i. warmte genoeg om p.5 kg. water een graad
warmer te makenlevert 1 gram koolhydraat
slechts 4 caloriën, dus ongeveer 2.4 maal
minder dan de vetstof. Hieruit kunnen
wij afleiden, dat 2.4 gram koolhydraat
gelijkstaan in de voeding met 1 gram vet
stof en daarom vermenigvuldigt men de
hoeveelheid vetstof met 2.4, in de bereke
ning der rantsoenen, vooraleer ze bij
de hoeveelheid koolhydraten te voegen.
De vetstoffen van het voeder worden ook
door het bloed opgenomen, en vormen
een voorraad, door ophooping in de weef
sels, zooals wij dit zeer gemakkelijk kun
nen waarnemen bij een gemest varken.
s
staan
,.,.j -
Deze voedingsstoffen worden door het I Wanneer er nu gebrek aan voedsel ont-
organism opgenomen, ondergaan er de I staat, hetzij door ontbering, door vasten
noodige veranderingen om benuttigd te I of zwaren arbeid, dan kan het lichaam
kunnen worden door de cellen van het I aan den voorraad putten. Vet levert 161 g
lichaam, die daarin hunne bestanddeelen I glucose per 100 gram, deze 100 gr
vinden namelijk stikstof, waterstof, J dus gelijk met 146 gr. ameldonk, i53 gr.
zuurstof, koolstof, zwavel, enz. suiker en 201 gr. eiwitstof.
De hervormingen of veranderingen I Alhoewel deze leering, volgens dewel-
welke het voedsel moet ondergaan zijn I ke de voedende bestanddeelen onmiddel-
tweeërlei de eene het uitwerksel van lijk door vertering in glucoos overgaan,
werktuiglijke bey/erking, van de verdee zeer waarschijnlijk is en door proefne-
lmg, het knauwen of malen der spijzen, J mingen is bekrachtigd geworden, wordt
de andere van scheikundige bewerking, I ze toch tegenwoordig door vele natuur
de verzeeping, de peptoniseering der geleerden niet meer aanvaard. Wij zullen
spijzen, enz. I daarover in geene bijzonderheden treden,
is zwart, hare zijden zijn geelachtig, op
voorhoofd en borst bemerkt men zwarte
strepen; haar buik is bleker van kleur en
de vleugels hebben een licht geelachtigen
weerschijn.
Om nu den strijd tegen dat onaa.nge
naam insect met goeden uitslag te voeren,
is het nuttig de levensbijzonderheden
daarvan minof meer te kennen. Velenzijn
er die daarvan weinig of niets kennen en
over eenige jaren nog waren het de geleer
den niet eens over de gedaanteverande
ringen, welke de vlieg tijdens haar leven
ondergaat. Daarmede hielden zich onder
anderen De Geer, Bouché, Réaumur,
Packard en andere geleerden bezig.
De gewone huisvlieg legt hareeiëren, bij
voorkeur, in den mesthoop,te midden van
een hoop uitwerpselen, waar de made
overvloedig vloeibaar voedsel zal vin
den. Deze eieren zijn langwerpig rond,
ze zijn bekleed met eene ondoorschijn-
bare schaal, welke in hare lengte en rond
om met zeshoekige vlakjes is ingeduwd.
Een eitje afzonderlijk vindt men niet, ze
liggen altijd in nesten te zamen van 60
tot 120 in getal.
Naeenigentijd,bij gunstige voorwaarden
van vocht en warmte, ziet men het levend
wezentje in de schaal zich bewegen en
De genaamde Jean Bloux, waarover wij het had
den in ons vorig Landbouw-Bljvoegsel, heeft ons
artikel beantwoord. Wij deelen echter dit antwoord
niet mede 1° omdat het niets nieuws bevat, 2°
omdat wij met een onbekende geen pennetwlst
willen aangaan. (Wij hebben reeds gezeid, dat er
geen enkel landbouw-ingenieur bestaat, die den
naam Jean Bloux draagt.
Wij willen echter hier nog verklaren dat Indien
j. B. wezenlijk landbouw-ingenieur is, hij in de
tegenwoordige voorwaarden verplicht is aan het
sodanitraat de voorkeur te geven boven de andere
stikstof mesten.
Een landbouw-ingenieur moet weten dat het
nitraat ook ongemalen gebruikt worden; dat het
malen slechts noodzakelijk is, dus regelmatig in
rekening kan gebracht worden, wanneer er spraak
is van vermenging van meststoffen; dat in dit geval
het sulfaat moet gezift worden, hetgeen meer kost
aan handwerk.
Een landbouw ingenieur moet weten van waar
het sulfaat, dat de belgische landbouw verbruikt,
bijna geheel en al afkomstig is en hij moet erken
nen dat het eene klucht is te vertellen, dat de ver
bruikers van het sulfaat rondom de fabrieken wo
nen die hetzelve vervaardigen.
Een landbouw-ingenieur moet weten, dat wan
neer er vraag en aanbod bestaat voor eene koop
waar, deze koopwaar ook moet bestaan en waarde
bezitten; welnu, er is voortdurend vraag en aanbod
voor nitraatzakken te Antwerpen en nooit voor
sulfaatzakken.
Een landbouw-ingenieur moet weten dat het
nitraat steeds in oorspronkelijke zakken, die zelfs
het chileensch fabrieksmerk dragen wordt afgele
verd.
Wij bevestigen dus dat al de bijgevoegde kosten,
van het nitraat, door den gezegden Jean Bloux
aangevoerd, enkellijk uit de lucht waren gegrepen.
Indien J. B, bevestigt dat het sulfaat zooveel
bemestlngswaarde heeft als het nitraat, antwoor
den wij daarop dat hij, als ingenieur, verplicht is
de wetenschappelijke werken te kennen die het
tegengestelde bewijzen of, indien hij de zienswijze
der geleerden niet aanneemt, dat hij, omwille der
wetenschap en omwille van zijn Ingenieurs-titel
verplicht is, zijne bewijzen kenbaar te maken.
Men kan hevig gedragen zijn voor het gebruik
van de eene of andere meststof, maar wanneer
men landbouw-ingenieur Is, moet die voorkeur
enkellijk op wetenschappelijke grondslagen berus
ten. P. P.
J-V>I rarnre verteiue altijd dat Cissen ne
kwaad was on dan JCnninc ön Prtrïf/
,hner I deedi heUosberstenin" 00rvtrd'h.a'J I 8?5P.a°, Me5.ri.' vfamertinghe, gaan plaat 2 fr. «J
«jiciisiiuieuiii-