DIT SpreeKSraaa S2 EN OMMELANDS Rond de Wereld Droevige Dagen op Zaterdag SO Maart 1912 5 centiemen 't blad 47e jaar. Talmerk 2404 Te trekken bij den Uitgever, 7k 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwmn ofte post, tegen 8 frank *s jam Dagklapper Frankrijk Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal pr il van den 30 Maait tot den 0 tr> ¥i §6 ifi. *1 Evangelic van Palmenzondag «P -w Landbouwers iïi $1 if' if- if if if Een Voorbeeld ps $5 ff, $fi jgS pi Wor'dt voortgezet. NIEUWSBLAD Til YPEft 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en "s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTËR- STRATF., Tk 36, te YPER. De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen "t blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i oerdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen vronen. gBaMmafigTsawagggMBaai s. 3 H. Quirinus. H. Ammeilée. Z 31 H. Benjamin. H. Guido. m. 1 April. Et*'t heodora. H. Walderyck. - H. Hugo. tl 2. - H. Frans de Paula. He Maria van Rgypten. w. 3. "H. Paucraas. H. Hy kaart. d. 4. - H. Isidor. H Josimus. H. Helde- bert. 5. p. Vincent Pevreri. He Juliana. H. Eva. H. Hector. Te dien tijde toen Jezus Jeruzalem uadeide en gekomen was te Bethpliage bij den Olijfberg, /.oud hij tvzee leerlingen en zeide hunGaat naar liet dorp, dat tegenover u ligt, en aanstonds zult «ij e n ezelin vinden, vastgebonden en met een veulen bij baar maakt ze los en brengt ze Mij. En zoo iemand u een opmerking maakt, zeg hern dan De Heer heeft ze uoodig, en dadelijk zal 1 y ze laten gaan. Dit alles geschiedde opdat vervult zou worden, wat door den Profeet was voor speld Zeg aan de dochter van Si on Zte, uw Koning komt tot u zachtmoedig en zittens op een eze', een veulen, het jong van een lastdier. De leerlingen nu gingeu en deden, wat Jezus hun bevolen had. Eu zij brachten de ezelin on het veulen, legde er hun kleederen over en deden Hem daarop zitton. En de talrijke menigte spreidde hun kleederen op den weg anderen hieu wen takken van de boomon en strooiden ze op den weg. En de scharen, die vooropgingen en die volgden, riepen: Hosanna den Zoon van David gezegend Hij, die komt in den naam des Heeren. De kiezingen zijn voor de deur. De liberalen komen van nu op u af, op hun zokken, gelijk de kat die op de muize kens loert. Zij noemen u mijne vrienden mijn lieve vrienden mijn allerbeste vrienden I Kseren wij eenige maanden terug. De ziekte had uwe stallen aangetast. U w vermagerde koeien stonden droog. De melk was raar. Zij kostte u de oogen uit den kop, aan werk en aan geld. Gij hadt den heelen Zomer geleden aan droogte. Met man en met paard hadt gij moeten verre trekken, om water naar uwe stallen en hoeve te slepen. Gij snaktet naar donder en onweer, al zijn zij u soms nog zoo vernielend, als naar uw eenige hulp nog. En er kwam geen donder en geen onweer er kwam geen zalvende regen. De aardkorst uwer landerijen spleet open van de droogte, uwe klaver brandde weg van de velden, uwe weiden lagen bruin en vaal, als geroosterd. Uw wintervoorraad moest worden aange sproken, om uw door ziekte verellendigd ve te voeden. Ge moest ze in 't leven houden met de duurbetaalde granen, turksc'ne tarwe en koeken. 't Was droevig. Toen de herfst was aangekomen, was er ellende overal, en ook uwe hennen staakten het leggen, zij vonden geen voeder meer; gij moest ze voeden met voorschoten vol geld. Natuurlijkerwijze geraakten boter en eieren duur. En hoe duur zij ook waren, zij kostten u nog veel meer. Wat zag en wat hoorde men toen Bij de bon Jgenooten der liberalen, bij de socialisten, gingen er bandietenkreten tegen u op. In de liberale gazetten werd er uitgevaren tegen de duurde der levensmiddelen, tegen den boer die zijn waren zoo duur moest ver- koopen. En het opgehitste volk liet het daar niet bij. In de steden waar uw eeuwige vijanden dit durfden, gingen zij de boeren en boerinnen te lijve, zij plunderden de botermanden, zij besmeurden ze rnet vuil, zij stolen de eieren of smeten ze moedwillig stuk op de steenen, zij sioegen zelfs de boeren en boerinnen met knuppels. Maar deze lieten zich niet gezeggen, zij sloegen tegen, en er waren bloedige koppen. En heel dat goddeloos gazettengespuis raasde en tierde, en wilde zelfs u verplichten uwe waren, die u reeds zoo duur kostten' maar immer aan beterkoop te verkoopen. 't Is of voor die lieden de boer niet zou léven mogen. En wat oogstten zij in, bij de geledene schade Wat blauw en wat rood gelach, en dat was al Voor den liberaal ea den socialist telt im mers de boer niet. Voor al wat hij gebruikt willen zij hem lasten doen betalen, en al wat hij te verkoo pen heeft, zou hij aan de laagste prijzen moeten blijven verkoopen. De boer is nachtans de verdienstelijkste man der samenleving. Hij voedt de natie hij is de man van orde en rust de man van werk en van spaarzaam heid, de eerste der nijveraars en de beste dei- handelaars hij is ambachtsman en natuur kenner tevens, hij zendt aan ons leger de beste soldaten het boerenbloed spaart de natie van verval, in één woord, hij is de grondvesting der maatschappij, en voor dien boer hebben liberalen en socialisten nooit iets anders gedaan dan hem verkleind, misprezen, veracht en benadeeld. De landbouwer zal in Juni dat niet ver geten. Hij weet waar zijne vrienden zijn en die vrienden zal hij steunen. Leve de Boer De jnisdadige aanslagen in Vrankrijk en dé afschuwelijke bandieterijen, die „de Jioog- dringende tusschenkomst den wetgeving nood zakelijk hebben gemaakt, verwekken hier in Bèlgië eene geweldige opschudding. Met den schrik in 't -hart vraagt elkeen zich af waai' het heen gaat, als men ziet groot getal misdadigers hiet meer tellen kan, en gewapende bandieten in volle dag en in volle stad met hunne vuurwapens de bevol king in bedwang ziet houden Het fransch gouvernement komt nu een crediet te stemmen Van ongeveer 1 mihioen óm de politie te versterken tegen de aanvallen dier roekelooze schelmen. En helaas Het is niet met de politie dat men het land regeert het is met de Opvoeding der jeugd en met het voorbeeld dat de lagere Standen van hooger krijgen! En wat we nu in Vrankrijk te zien krijgen, zijn doodeenvoudig de vruchten van het stel sel dat de opvolgende regeeringen in het laatste kwart eeuw in Frankrijk hebben be stendigd. Er gebeuren overal misdaden, 't is waar; misdaden onder den invloed Van den drank, van ophitsingen, Van haat, enz., maar men kan die gebeurtenissen steeds aanzien als afzonderlijke gevallen, waar men geen vaste, van hoogerhand komende oorzaak, kan Vaststellen. In Frankrijk, daarentegen „is het een ver schijnsel van algemeenen aard, eene oul bin ding van alle standen, die zich vertolkt door het verlies van alle zedelijkheidsgevoel om toog en -alle mensehelijke waardigheid hier op arde en hij, hij: die de school veront- christelijkt heeft in Vrankrijk, is de groot ste, de eenige plichtige. Overigens, niet al de schuld valt op de bandieten. Zij, die aan de ipnge geslachten htet voorbeeld gaven, "dienen meê gebrand merkt te worden. Waarom ook zouden de Garnier's, de Bonnot's, de Carrouy's, op een menschenleven zien om aan 40.000 fr. te meê aan 't regeeringsscholellje lekken, net voorbeeld geeft van diefstal en plundering in 't groot? Vóór 1901 waren de vrije scholen in gansch Frankrijk door Verspreid. Men leer de er de kinderen hunne plichten tegenover God, het vaderland hunne ouders en hunne meesters. Zij werden allen, zonder béne uit zondering, door de wet van 1901 gesloten Wat meer is, in 1901 heeft men de wet volledigd, en de laatste kloosterlingen, Wier verd hebben, zij, die door het kweeken van een ras, opgehitst tot walg, verachting en op stand en tweedracht gezaaid hebben tegenover eene maatschappij, die zij eerst hielpen uit roeien en vernietigen Met één millioen Voor de pofieie zal men nu de maatschappij redden in Frankrijk Neen J. 't is iiog enkel te doen door volledige sociale heropbeuringe. Wat er ons en ons België betreft, dat we ons ten eeuwigen dage hoeden voor den weg die Vrankrijk naar den afgrond voerde. 'tZij voor ons een voorbeeld Erf gij, christene Burgers en Werklieden, welke die schrikverwekkende gebeurtenissen en die roekelooze schelmstukken van ciag tot dag bij onze Zuiderburen ziet vermenigvul digen, o zorgt en waakt, beschermt en be hoedt tegen des Vijands wreede klauwen, het geen u duurbaarst is op aarde: uw kind; gedoo'g niet dat liberalen en socialisten uw I leve kroost van 't herte u rukken om liet van eene walgelijke leering te laten doordringen en bef fater, als bedorvene. wellicht ais ban diet, u grijnslachend weer te geven De school, de katholieke school is het die gij kiezen moet,, en dan, dan alleen, zat uw herte en uw geweten gerust en vol daan wezen. t Heeft er weêre schuw gegaan in t rraii- sche De dieven én moordenaars hebban er eens ten volle hunnen duivel ontbonden, en dat nog bij klaren dage en,., in auto. Maandag morgend, ten 8.15 ure, kwam een automobiel van Parijs Haar Montgéron gere den en sloeg hel bosch van Sénart in. „Vier kerels, die met zakdoeken wuifden, deden den autovoerder teeken dat hij stoppen moest. Deze vertraagde den gang van den auto. Een der kerels riepHet is dezen aulo dien wij moeten hebben!» En zonder aan den voer- naar Nizza bij kolonel de ïlouget. Het is eene limousine van 18 PK., zwart-blauw geschil derd, txragend liet nummer 179 W I. Niet tevreden met die afschuwelijke moord, hebben diezelfde bandieten Een Bank geplunderd! Maandag voormiddag, ten 10 1/2 ure, hield deze automobiel met de zes bandieten stil aan de sukkursaal der bank La Société Gé nérale te Chantilly. Vier der kerels, met den revolver in de vuist, verlieten den auto, traden in den bank, schoten den kassier en anderen bediende dood, kwetsten een derden bediende met^ hem twee kogels in den rug. te jagen, en Stolen eene groote brieventesch, inhoudende voor ongeveer 40.000 frank bank biljetten. Middelerwijl stond de Vijfde medeplichtige, gewapend met een karabijn, aan de deur op wacht, terwijl de zesde aan ;t stuur van den auto zat, gereed om te Vertrekken. De vijf bandieten namen ijlings terug in den auto plaats ep. verdwenen in volle vaart in de rich ting van "Parijs. Deze haastige vlucht 'had de aandacht Van verscheidene personen gewekt, én deze rie pen om hulp, doch de bandieten (antwoordden met revolverschoten en konden verder onge stoord verdwijnen. Onmiddelijk 11a dit schelmstuk werd de policie verwittigd en dan ook begon 1 De Achtervolging. Een automobiel met zes opzieners Van ide veiligheidspolicie, onder de bevelen van M. Guichard, brpeder van den overste der open- nare veiligheid. i« ;i« u. - is geweest, vertrokken, terwijl vijf an dere aulomobiels met Veertig goed gewapende agenten" gansch het Voorgeborgte der hoofd stad rondreed. De auto verlaten teruggevonden. zocht, doch donderdag avond „had mep. nog niets over hun spoor of hunne mogelijke aanhouding vernomen. Was het de bende Bonnot? Tot hiertoe is het aan Bonnot, Garnier,. Car- rouy en consoorten dat men de misdaden van Montgéron en Chantilly toeschrijft. Nogal tal rijke getuigen hebben 111 de barbaarsche au tomobielrijders de vermoedelijke aanranders van Gaby en Van den agent Garnier her kend. Zij hebben misschien gelijk,, doch linen kan zich ook, te goeder trouw, Vergissen over de persoonsbeschrijving van een man dien men slechts gedurende eenige seconden gezien heeft en dan nog op een angstwek kend oogenblik. Er zijn ongelukkiglijk in Frankrijk een groot gelat kwaaddoeners, die tot de lafste misdaden bekwaam zijn, en liet zou betreurenswaardig zijn dat men déze straffeloos zou laten begaan, onder voorwend sel dat men alleen de bende Bonnot bekwaam acht van zulke ongehoorde stoutmoedige da den Eene premie van 1.00.000 frai#.en. In tegenwoordigheid van de schrikkelijke misdaden die te Montgéron en te -Chantilly gepleegd zijn, heeft de «Société Générale» eene premie van 100.000 frank uitgeloofd aan den persoon, die, door zijne inlichtingen, de daders zal doen aanhouden. M. Lépiue Was verwittigd! Zaterdag avond had M. Lépine, prefekt van policie, eenen brief ontvangen, onderteekend Bonnot waarin men hem verwittigde dat er den maandag gen slag tegen bene 'ageneie van de Société Généralezou beproefd Dat is nu toch wel het toppunt van de stoutmoedigheid i De man met de valsclie baarden. /Ujit het ojiderzoëk is gebleken dat Bon not de koning der grimeerders is. Tijdens eene Maandag voormiddag, ten 11 1/2 ure, I huiszoeking,die men Verleden jaar in zijn eenige misdaad was: geloof, deugd en vadei- den tj;ci le jaten te protesteeren schoot tandsliefde te onderwijzen, Werden als mis- 1 Mengelwerk van 'tNieuwsblad van A per nr 17 DOOR HONORÉ STA ES (Overdruk met toestemming van 't Davidstonds) VII Wanneer zij de tweede maal afkwamen, Lie gen wij gedurig het bezoek van legerbenden die óns nooit verlieten,"" zonder van hier mede te hemen wat zij dragen konden. Velleden jaar werd er aan de christene menschen ver boden nog in het openbaar te biddenj da processie mocht niet meer uitgaan, al de kruisen werden van de kapellen geworpen, de Jacobijnen jaagden onze nonnekens weg, en het klooster, dat die godvruchtige zielen met hun eigen geld gebouwd hadden, Werd aange slagen. Eindelijk kregen onze priesters het verbod, nog het geestelijk kleed te dragen. En wat gebeurt er nu Nu is onze keik gestoten en worden Onze priesters .vervolgd als dolle honden. Nu veroordeelt de Republiek ons om te sterven zonder IIH. Sacramenten. Burger-commissaris, ik beef wanneer ik aan al die weldaden denk. Jaak had glimlachend haar den grijsaard zitten luisteren. Nu de ouderling zweeg, zeg de hij dadigers uit het klooster verwezen. Wat ze£ ik Uit het land zelve gebannen en ver jaagd I En in plaats Van meer geleerdheid en meer zedelijkheidsbegrippen te oog sten, is het öantal ongeletterde® op schrik wekkende wijze vermeerderd, alsmede het ge- lal van hen die alle zedelijkheid en men- schelijk gevoel verloren en versmacht heb ben en die wij nu alle dagen aan 't werk zien. Ja, de bandieten hebben de vesting ver overd, maar '1 zijn zij, die haar bewaken moesten, die ze hun overgeleverd hebfcen. Zij hebben haar overgeleverd door God te verjagen uit de school, uit de gasthuizen, uit de kloosters, uit het gerechtshof, eh voor al uit de ziele van het kind Zij hebben de bedorvene, haar overge leverd door het boek-, het dagblad, de gpot- print, door al de vuiligheid, die, hélaas! straf feloos uitgestald is op straat en zelfs tot in dc huiskring doordringt. Zij hebben, de verdwaalden, haar överge- hij hem met een revolver dood Een jon geling, die zich in den auto bevond,, vluchtte en werd door een tweede schot aan de hand gekwetst. De bandieten namen dan plaats in dra auto, en werdenvervoegd door Rwee medeplichtigen die zich in de kabien van den kantojnnier schuil gehouden hadden. Zij vertrokken in de richting van Parijs. De ban dieten namen dan plaats in den auto, 'en wer den jen 9 ure op de baan naar. Parijs, na bij Villeneuve-Saint-Georges, door een wiel rijder ontmoet. Het tijk van den ongelukkigen autovoerder, werd, door twee voerlieden, die de misdaad bijgewoond hadden, naar het gemeentehuis van Montgéron gebracht. 'De burgemeester Van Montgéron telefoneerde ten 9.10 ure naar de parijzer Veiligheidspolicie. De poorten van Pa rijs werden onmiddelijk ieder door een op ziener en drie agenten van de Veiligheid be waakt. De beschrijving Van den automobiel werd vervolgens, met de persoonsbeschrij ving van een paar der bandieten in alle rich tingen rondgezonden. Het rijtuig was op weg kwam de automobiel 179 W I, waarvan de diefstal reéds te Asnières gekend was, langs deze gemeente gereden. De policieagenten, die op de groote baan op den uitkijk stonden, lie pen er achter ön haalden het Tijtuig maar in, toen het nabij de statie vna 'Asnières ver iaten stond Hadden deze agenten maar êen auto (er hunner beschikking gehad De (ban dieten moeten langs den spoorweg gevlucht zijn, met over de borstweering te klauteren, want in dte statie zelf heeft inen er ^geen spoor van gevonden. In den verlaten auto heeft men, jiuiten andere voorwerpen, drie met bloed besmeurde zakdoeken gevonden, alsook een overjas, met. in den binnenzak, 15 revolverkardoezen eene brieventesch van geldomhaler, inhoudende prospectussen der bank van Chantilly, feu verder, voorwerpen, die 'aan den aangevallen reiziger moeten behooren. Een der ruiten is door een revolverkogel verbrijzeld men heeft ook verschillende bloedsporen gevonden en op het Vloertapijt een zeker getal revolverkardoezen. Carrouy Een der getuigen van de bandieterij kou, in de photographie Van Carrouy, die hein geloond werd, een der daders van den aan slag herkend hebben. De bandieten worden, zooals men wel denken kan, Ieverig opge- logement te Lyon deed, ontdekte men er, in allerlei geheime bissen, talrijke valsclie baarden van alle' kleur. Volgens de verkla ringen van verscheidene getuigen kent bic- mand beter dan hij de kunst, om jn ren wenk iemand van .gelaat te veranderen. Hij veranderde zich dikwijls ïn eenen ouderling met langen baard of in eenen sapeur en zijne vrienden zelf hadden moeite oni hem te her kennen. 1/n die grimeerderskoriing wandelt wellicht in Parijs, onder den schijn van een ouderling, met' grijs haar en witten baard. Aanhouding te Bergen. Sedert den janslag van Chantilly wordt er in de statie van Bergen door de gendarmen en de policie een bijzondere waakdienst inge richt. Ai de treinen worden streng nagezien. Donderdag morgend, ten 4 ure, slenterde er een onbekende rond in den omtrek der sta tie, kort na de aankomst van den 'trein uit Parijs van 3 ure 47. Hij had een rijwiel bij zich dat hij in de goederenloods plaatste. De kerel werd in 't oog gehouden. Rond 9 u. keerde hij terug ejr de statie en nam „er een kaartje-enkel voor Brussel. Het rijwiel was in cfen ïourgon geplaatst. Toen de kerel plaats genomen had in een kompartiment, kwam de treinwachter om zijn kaartje te knippen. Hij weigerde echter het te tonnen. Twee gendarmen in burgerkleeding maakten y Vriend Bruyninckx, het eenig doel der is en elke ontroering hem nadeelig moet zijn. Républiek is de volkeren vrij en gelukkig te Straks hoorde ik u zeggen dat gij verlangt maken. Dat kan echter niet'gebeuren zonder bloed te storten, aangezien de dwingelandij haren troon niet wil verlaten. Gemakkelijk is het te begrijpen dat oorlogen veel geld kost. Daarom is bet noodig schattingen te vragen. Wat nu de maatregelen betreft, die de Republiek ten opzichte der geestelijkheid hem weder gezond te zien. Welnu, heb vre de met zijne gevoelens. Het gelaat van den Sansculot straalde van blijdschap, nu hij de blikken van het meis je smeekend op hem gevestigd zag. Lachend zegde hij Vader Bruyninckx, wij zullen ons gesprek gebomen heeft, deze zijn ten volle gewettigd: over cje Republiek staken. Wees in alle ge- het sluiten van sommige kerken en het op- vaj verzekerd dat het volk van Vliereghem schorsen der godsdienstoefeningen is enkel van mij niet zal te klagen hebben. Mijne te wijten aan de stijfhoofdigheid van som- plichten als kommissaris zal ik trouw vol- rnige priesters en nonnen, die zich aan de brengen, doch verder zal iedereen, die een wijze wetten der Republiek niet willen onder- j Weinig goeden wil heeft, in mij eenen vriend werpen. Het is echter te hopen, dat die verblinden weldra de oogen zullen openen, om den pijnlijken toestand te aanschouwen, waarin hunne eigenzinnigheid het volk ge bracht heeft. Op het oogenblik dat zij op hóuden zullen met de verdrukkers van het vólk te heulen, zullen de strenge maatrege len, die het bewind gedwongen was tegen over hen te hemen, ingetrokken worden. Wij waren tevreden met ons lot en heb ben de mannen der Republiek niet geroe pen om ons (e komen verlossen. Zoolang die verlossers hier blijven, zal ons hart toe- genepen /.ïjn ran schrik. Lira zag dat het gelaat van Raeveloos min vriendelijk werd. Daarom zegde zij met zoete stem: Burger-commisaris, gij ziet dat vader ziek en beschermer vinden. Dank voor uwe goedheid,murmelde Lira. Het is mijn vurigste verlangen de lief de mijner onderdanen te winnen, ging Rae veloos voort. Dat zal zeer moeilijk zijn,morde de ouderling. Ik weet dat ik niet bemind word,sprak Jaak, altijd lachend. Immer was ik een tamelijk wilde jongen, meermaals heb ik de lieden van Vliereghem wat te sterk geplaagd. Welnu, van heden af zal ik toonen dat ik spijt gevoel over mrjn bedreven kattekwaad, door al mijne kracht in te spannen om vrede en welvaart in mijn geboortedorp te doen heerschen. Dan zullen alle menschen van ons dorp u achten en beminnen, burger-commissaris,» zegde Lira. s Zal Lira Bruyninckx mij dan ook achten en beminnen Ik zal doen gelijk de andere menschen, burger-commissaris, Zal ik dan mogen hopen den schoonsten droom mijns levens verwezenlijkt te zien?» Het meisje had den Sansculot begrepen. Zij werd eenigszins bleek en sprak Burger-commissaris, het is mij onmogelijk op uwe vraag te antwoorden, aangezien ik geenen lust tot trouwen gevoel. Mijne dochter heeft mij beloofd niet te trouwen zoolang ik leefmorde Bruyninckx. Jaak werd sehiebjk ernstig, kuchte en sprak daarna «Lira, ik had in mijne jeugd de geest gewrochten der onsterfelijke Fralischo wijs- geeren bestudeerd. Mijn geest was verlicht eh ik zag dat mijne medeburgers in het bij geloof gedompeld waren. Ik wilde hen hunne rechten leeren kennen. Zij begrepen mij niet en vervoïgden mij, bij zooverre dat ik moest uitwijken naar den vreemde. In het vrijheidslievende Frankrijk vond ik de gelegenheid (ongestoord le werken aan het heil der volkeren doch ik leed er aan een ongeneesbaar heimwee, daar ik in mijn ge boortedorp een wezen had ontmoet, aan welk ik jail mijne liefde had geschonken. Eindelijk kon ik niet meer wederstaan aan de aanlokkende beeltenis die mij naar Vlie reghem wenkte. Ik keerde er weder, eilaas 1 om opnieuw het slachtoffer te worden van haat en leugentaal. Gelukkigtijk werd ik dezer dagen gewroken ovej- al het onrecht d,at mij aangedaan was Het bewind van ons land vertrouwde mij, als belooning voor mijne dien sten, het eervolle en gewichtige ambt van commissaris van het kanton Vliereghem toe. Thans ben ik met macht en grootheid 'be kleed; en in de volle overtuiging dat mijne waardigheid mij gezuiverd heeft in de oogen der burgeres, die ik zoo vurig bemin, durf ik haar treden naderen om hare hand en haar hart te verzoeken. Lira had met kloppend hart haar de holle rede van den Sansculot geluisterd. Toen Rae veloos ophield van spreken, antwoordde zij Burger-commissaris, gij bewijst mij veel eer door mij zoo hoog in uwe genegenheid te laten klimmen. Ik moet u echter herhalen, dat het ,mij thans onmogelijk is aan een huwelijk te denken Uw vader zal fier zijn u_ de vrouw te te zien van een machtig man. Bavo uitte een dof gemor. Burger-commisaris hernam het meisje, mijn... Lira, gebruik dien kouden eerelitel hiet meer wanneer gij lot mij spreekt,onderbrak haar de Jacobijn. «Noem mij liever Jacques. Die naam zal mij duizendmaal aangenamer zijn. Verliefden immers gebruiken geene ti tels wanneer zij tot elkander spreken. Welnu, ik zal zóó noemen, vermits gij het verlangt. Jacques, mijn vader bemint mij zoozeer dat liet hem pijnigen zou een deel 'der liefde zijner dochter te Verliezen. Hij wil, dat ik hem met een onverdeeld hart bemiune. Ik alleen heb het recht hare liefde te bezitten,morde de ouderling. De commissaris bewoog zich ongeduldig op zijnen stoel en zegde ontevreden Lira, hoelang zal ik dan hog op de vervulling van mijnen grootsten wensch moeten wachten Ik kan u geene hoop geven, Jacques. In liet geheel geene hoop,gromde Bruy ninckx. Eenigszins spijtig sprak de Sansculot hu Baas ^Bruyxyngkx, gij wilt „mij1 dus belet ten aan uwe dochter te denken Iedereen is vrij le denken waaraan hij wil,zegde Bavo met zure stem. Jaak zat gedurende eenige stonden Vóór zich te zien. Dan sprak hij op bitteren toon Men mistrouwt mij hog altijd. Is mi.yie benoeming tot commissaris 'dan geen klaar bewijs dat al mijn streven edel was Zou de óppercommissaris zulke Verhevene bedie ning aan eenen onwaardige schenken Vader en dochter antwoordden niet. Rae veloos ging voort:

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1