DIT
SpreeKSraaa S2
EN OMMELANDS
Rond de Wereld
Droevige Dagen
op Zaterdag SO Maart 1912
5 centiemen 't blad
47e jaar. Talmerk 2404
Te trekken bij den Uitgever, 7k 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwmn ofte post, tegen 8 frank *s jam
Dagklapper
Frankrijk
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
pr
il
van den 30 Maait tot den 0
tr> ¥i §6 ifi. *1
Evangelic van Palmenzondag
«P -w
Landbouwers
iïi $1 if' if- if if if
Een Voorbeeld
ps $5 ff, $fi jgS pi
Wor'dt voortgezet.
NIEUWSBLAD Til YPEft
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
"s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTËR-
STRATF., Tk 36, te YPER.
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen "t blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i oerdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen vronen.
gBaMmafigTsawagggMBaai
s. 3 H. Quirinus. H. Ammeilée.
Z 31 H. Benjamin. H. Guido.
m. 1 April. Et*'t heodora. H. Walderyck.
- H. Hugo.
tl 2. - H. Frans de Paula. He Maria van
Rgypten.
w. 3. "H. Paucraas. H. Hy kaart.
d. 4. - H. Isidor. H Josimus. H. Helde-
bert.
5. p. Vincent Pevreri. He Juliana.
H. Eva. H. Hector.
Te dien tijde toen Jezus Jeruzalem uadeide en
gekomen was te Bethpliage bij den Olijfberg,
/.oud hij tvzee leerlingen en zeide hunGaat naar
liet dorp, dat tegenover u ligt, en aanstonds zult
«ij e n ezelin vinden, vastgebonden en met een
veulen bij baar maakt ze los en brengt ze Mij.
En zoo iemand u een opmerking maakt, zeg hern
dan De Heer heeft ze uoodig, en dadelijk zal 1 y
ze laten gaan. Dit alles geschiedde opdat vervult
zou worden, wat door den Profeet was voor
speld Zeg aan de dochter van Si on Zte, uw
Koning komt tot u zachtmoedig en zittens op een
eze', een veulen, het jong van een lastdier. De
leerlingen nu gingeu en deden, wat Jezus hun
bevolen had. Eu zij brachten de ezelin on het
veulen, legde er hun kleederen over en deden
Hem daarop zitton. En de talrijke menigte
spreidde hun kleederen op den weg anderen
hieu wen takken van de boomon en strooiden ze
op den weg. En de scharen, die vooropgingen en
die volgden, riepen: Hosanna den Zoon van
David gezegend Hij, die komt in den naam des
Heeren.
De kiezingen zijn voor de deur.
De liberalen komen van nu op u af, op
hun zokken, gelijk de kat die op de muize
kens loert.
Zij noemen u mijne vrienden mijn
lieve vrienden mijn allerbeste vrienden I
Kseren wij eenige maanden terug.
De ziekte had uwe stallen aangetast. U w
vermagerde koeien stonden droog. De melk
was raar. Zij kostte u de oogen uit den kop,
aan werk en aan geld.
Gij hadt den heelen Zomer geleden aan
droogte. Met man en met paard hadt gij
moeten verre trekken, om water naar uwe
stallen en hoeve te slepen.
Gij snaktet naar donder en onweer, al zijn
zij u soms nog zoo vernielend, als naar uw
eenige hulp nog.
En er kwam geen donder en geen onweer
er kwam geen zalvende regen.
De aardkorst uwer landerijen spleet open
van de droogte, uwe klaver brandde weg van
de velden, uwe weiden lagen bruin en vaal,
als geroosterd.
Uw wintervoorraad moest worden aange
sproken, om uw door ziekte verellendigd ve
te voeden.
Ge moest ze in 't leven houden met de
duurbetaalde granen, turksc'ne tarwe en
koeken.
't Was droevig.
Toen de herfst was aangekomen, was er
ellende overal, en ook uwe hennen staakten
het leggen, zij vonden geen voeder meer;
gij moest ze voeden met voorschoten vol
geld.
Natuurlijkerwijze geraakten boter en eieren
duur.
En hoe duur zij ook waren, zij kostten u
nog veel meer.
Wat zag en wat hoorde men toen
Bij de bon Jgenooten der liberalen, bij de
socialisten, gingen er bandietenkreten tegen
u op.
In de liberale gazetten werd er uitgevaren
tegen de duurde der levensmiddelen, tegen
den boer die zijn waren zoo duur moest ver-
koopen.
En het opgehitste volk liet het daar niet
bij.
In de steden waar uw eeuwige vijanden dit
durfden, gingen zij de boeren en boerinnen
te lijve, zij plunderden de botermanden, zij
besmeurden ze rnet vuil, zij stolen de eieren
of smeten ze moedwillig stuk op de steenen,
zij sioegen zelfs de boeren en boerinnen met
knuppels.
Maar deze lieten zich niet gezeggen, zij
sloegen tegen, en er waren bloedige koppen.
En heel dat goddeloos gazettengespuis
raasde en tierde, en wilde zelfs u verplichten
uwe waren, die u reeds zoo duur kostten'
maar immer aan beterkoop te verkoopen.
't Is of voor die lieden de boer niet zou
léven mogen.
En wat oogstten zij in, bij de geledene
schade Wat blauw en wat rood gelach, en
dat was al
Voor den liberaal ea den socialist telt im
mers de boer niet.
Voor al wat hij gebruikt willen zij hem
lasten doen betalen, en al wat hij te verkoo
pen heeft, zou hij aan de laagste prijzen
moeten blijven verkoopen.
De boer is nachtans de verdienstelijkste
man der samenleving.
Hij voedt de natie hij is de man van orde
en rust de man van werk en van spaarzaam
heid, de eerste der nijveraars en de beste dei-
handelaars hij is ambachtsman en natuur
kenner tevens, hij zendt aan ons leger de
beste soldaten het boerenbloed spaart de
natie van verval, in één woord, hij is de
grondvesting der maatschappij, en voor
dien boer hebben liberalen en socialisten
nooit iets anders gedaan dan hem verkleind,
misprezen, veracht en benadeeld.
De landbouwer zal in Juni dat niet ver
geten.
Hij weet waar zijne vrienden zijn en die
vrienden zal hij steunen.
Leve de Boer
De jnisdadige aanslagen in Vrankrijk en
dé afschuwelijke bandieterijen, die „de Jioog-
dringende tusschenkomst den wetgeving nood
zakelijk hebben gemaakt, verwekken hier in
Bèlgië eene geweldige opschudding.
Met den schrik in 't -hart vraagt elkeen
zich af waai' het heen gaat, als men ziet
groot getal misdadigers hiet meer tellen kan,
en gewapende bandieten in volle dag en in
volle stad met hunne vuurwapens de bevol
king in bedwang ziet houden
Het fransch gouvernement komt nu een
crediet te stemmen Van ongeveer 1 mihioen
óm de politie te versterken tegen de aanvallen
dier roekelooze schelmen.
En helaas Het is niet met de politie
dat men het land regeert het is met de
Opvoeding der jeugd en met het voorbeeld
dat de lagere Standen van hooger krijgen!
En wat we nu in Vrankrijk te zien krijgen,
zijn doodeenvoudig de vruchten van het stel
sel dat de opvolgende regeeringen in het
laatste kwart eeuw in Frankrijk hebben be
stendigd. Er gebeuren overal misdaden, 't is
waar; misdaden onder den invloed Van den
drank, van ophitsingen, Van haat, enz., maar
men kan die gebeurtenissen steeds aanzien
als afzonderlijke gevallen, waar men geen
vaste, van hoogerhand komende oorzaak, kan
Vaststellen.
In Frankrijk, daarentegen „is het een ver
schijnsel van algemeenen aard, eene oul bin
ding van alle standen, die zich vertolkt door
het verlies van alle zedelijkheidsgevoel om
toog en -alle mensehelijke waardigheid hier
op arde en hij, hij: die de school veront-
christelijkt heeft in Vrankrijk, is de groot
ste, de eenige plichtige.
Overigens, niet al de schuld valt op de
bandieten. Zij, die aan de ipnge geslachten
htet voorbeeld gaven, "dienen meê gebrand
merkt te worden. Waarom ook zouden de
Garnier's, de Bonnot's, de Carrouy's, op een
menschenleven zien om aan 40.000 fr. te
meê aan 't regeeringsscholellje lekken, net
voorbeeld geeft van diefstal en plundering
in 't groot?
Vóór 1901 waren de vrije scholen in
gansch Frankrijk door Verspreid. Men leer
de er de kinderen hunne plichten tegenover
God, het vaderland hunne ouders en hunne
meesters. Zij werden allen, zonder béne uit
zondering, door de wet van 1901 gesloten
Wat meer is, in 1901 heeft men de wet
volledigd, en de laatste kloosterlingen, Wier
verd hebben, zij, die door het kweeken van
een ras, opgehitst tot walg, verachting en op
stand en tweedracht gezaaid hebben tegenover
eene maatschappij, die zij eerst hielpen uit
roeien en vernietigen
Met één millioen Voor de pofieie zal men
nu de maatschappij redden in Frankrijk
Neen J. 't is iiog enkel te doen door volledige
sociale heropbeuringe.
Wat er ons en ons België betreft, dat we
ons ten eeuwigen dage hoeden voor den weg
die Vrankrijk naar den afgrond voerde. 'tZij
voor ons een voorbeeld
Erf gij, christene Burgers en Werklieden,
welke die schrikverwekkende gebeurtenissen
en die roekelooze schelmstukken van ciag tot
dag bij onze Zuiderburen ziet vermenigvul
digen, o zorgt en waakt, beschermt en be
hoedt tegen des Vijands wreede klauwen, het
geen u duurbaarst is op aarde: uw kind;
gedoo'g niet dat liberalen en socialisten uw
I leve kroost van 't herte u rukken om liet van
eene walgelijke leering te laten doordringen
en bef fater, als bedorvene. wellicht ais ban
diet, u grijnslachend weer te geven
De school, de katholieke school is het
die gij kiezen moet,, en dan, dan alleen,
zat uw herte en uw geweten gerust en vol
daan wezen.
t Heeft er weêre schuw gegaan in t rraii-
sche De dieven én moordenaars hebban er
eens ten volle hunnen duivel ontbonden, en
dat nog bij klaren dage en,., in auto.
Maandag morgend, ten 8.15 ure, kwam een
automobiel van Parijs Haar Montgéron gere
den en sloeg hel bosch van Sénart in. „Vier
kerels, die met zakdoeken wuifden, deden
den autovoerder teeken dat hij stoppen moest.
Deze vertraagde den gang van den auto. Een
der kerels riepHet is dezen aulo dien wij
moeten hebben!» En zonder aan den voer-
naar Nizza bij kolonel de ïlouget. Het is eene
limousine van 18 PK., zwart-blauw geschil
derd, txragend liet nummer 179 W I.
Niet tevreden met die afschuwelijke moord,
hebben diezelfde bandieten
Een Bank geplunderd!
Maandag voormiddag, ten 10 1/2 ure, hield
deze automobiel met de zes bandieten stil
aan de sukkursaal der bank La Société Gé
nérale te Chantilly. Vier der kerels, met
den revolver in de vuist, verlieten den auto,
traden in den bank, schoten den kassier en
anderen bediende dood, kwetsten een derden
bediende met^ hem twee kogels in den rug.
te jagen, en Stolen eene groote brieventesch,
inhoudende voor ongeveer 40.000 frank bank
biljetten.
Middelerwijl stond de Vijfde medeplichtige,
gewapend met een karabijn, aan de deur op
wacht, terwijl de zesde aan ;t stuur van den
auto zat, gereed om te Vertrekken. De vijf
bandieten namen ijlings terug in den auto
plaats ep. verdwenen in volle vaart in de rich
ting van "Parijs.
Deze haastige vlucht 'had de aandacht Van
verscheidene personen gewekt, én deze rie
pen om hulp, doch de bandieten (antwoordden
met revolverschoten en konden verder onge
stoord verdwijnen.
Onmiddelijk 11a dit schelmstuk werd de
policie verwittigd en dan ook begon 1
De Achtervolging.
Een automobiel met zes opzieners Van ide
veiligheidspolicie, onder de bevelen van M.
Guichard, brpeder van den overste der open-
nare veiligheid. i« ;i« u. -
is geweest, vertrokken, terwijl vijf an
dere aulomobiels met Veertig goed gewapende
agenten" gansch het Voorgeborgte der hoofd
stad rondreed.
De auto verlaten teruggevonden.
zocht, doch donderdag avond „had mep. nog
niets over hun spoor of hunne mogelijke
aanhouding vernomen.
Was het de bende Bonnot?
Tot hiertoe is het aan Bonnot, Garnier,. Car-
rouy en consoorten dat men de misdaden van
Montgéron en Chantilly toeschrijft. Nogal tal
rijke getuigen hebben 111 de barbaarsche au
tomobielrijders de vermoedelijke aanranders
van Gaby en Van den agent Garnier her
kend. Zij hebben misschien gelijk,, doch linen
kan zich ook, te goeder trouw, Vergissen
over de persoonsbeschrijving van een man
dien men slechts gedurende eenige seconden
gezien heeft en dan nog op een angstwek
kend oogenblik. Er zijn ongelukkiglijk in
Frankrijk een groot gelat kwaaddoeners, die tot
de lafste misdaden bekwaam zijn, en liet
zou betreurenswaardig zijn dat men déze
straffeloos zou laten begaan, onder voorwend
sel dat men alleen de bende Bonnot bekwaam
acht van zulke ongehoorde stoutmoedige da
den
Eene premie van 1.00.000 frai#.en.
In tegenwoordigheid van de schrikkelijke
misdaden die te Montgéron en te -Chantilly
gepleegd zijn, heeft de «Société Générale» eene
premie van 100.000 frank uitgeloofd aan
den persoon, die, door zijne inlichtingen, de
daders zal doen aanhouden.
M. Lépiue Was verwittigd!
Zaterdag avond had M. Lépine, prefekt van
policie, eenen brief ontvangen, onderteekend
Bonnot waarin men hem verwittigde dat
er den maandag gen slag tegen bene 'ageneie
van de Société Généralezou beproefd
Dat is nu toch wel het toppunt van de
stoutmoedigheid i
De man met de valsclie baarden.
/Ujit het ojiderzoëk is gebleken dat Bon
not de koning der grimeerders is. Tijdens eene
Maandag voormiddag, ten 11 1/2 ure, I huiszoeking,die men Verleden jaar in zijn
eenige misdaad was: geloof, deugd en vadei- den tj;ci le jaten te protesteeren schoot
tandsliefde te onderwijzen, Werden als mis- 1
Mengelwerk van 'tNieuwsblad van A per nr 17
DOOR
HONORÉ STA ES
(Overdruk met toestemming van 't Davidstonds)
VII
Wanneer zij de tweede maal afkwamen, Lie
gen wij gedurig het bezoek van legerbenden
die óns nooit verlieten,"" zonder van hier mede
te hemen wat zij dragen konden. Velleden
jaar werd er aan de christene menschen ver
boden nog in het openbaar te biddenj da
processie mocht niet meer uitgaan, al de
kruisen werden van de kapellen geworpen, de
Jacobijnen jaagden onze nonnekens weg, en
het klooster, dat die godvruchtige zielen met
hun eigen geld gebouwd hadden, Werd aange
slagen. Eindelijk kregen onze priesters het
verbod, nog het geestelijk kleed te dragen.
En wat gebeurt er nu Nu is onze keik
gestoten en worden Onze priesters .vervolgd
als dolle honden. Nu veroordeelt de Republiek
ons om te sterven zonder IIH. Sacramenten.
Burger-commissaris, ik beef wanneer ik aan
al die weldaden denk.
Jaak had glimlachend haar den grijsaard
zitten luisteren. Nu de ouderling zweeg, zeg
de hij
dadigers uit het klooster verwezen. Wat ze£
ik Uit het land zelve gebannen en ver
jaagd I
En in plaats Van meer geleerdheid
en meer zedelijkheidsbegrippen te oog
sten, is het öantal ongeletterde® op schrik
wekkende wijze vermeerderd, alsmede het ge-
lal van hen die alle zedelijkheid en men-
schelijk gevoel verloren en versmacht heb
ben en die wij nu alle dagen aan 't werk
zien. Ja, de bandieten hebben de vesting ver
overd, maar '1 zijn zij, die haar bewaken
moesten, die ze hun overgeleverd hebfcen.
Zij hebben haar overgeleverd door God
te verjagen uit de school, uit de gasthuizen,
uit de kloosters, uit het gerechtshof, eh voor
al uit de ziele van het kind
Zij hebben de bedorvene, haar overge
leverd door het boek-, het dagblad, de gpot-
print, door al de vuiligheid, die, hélaas! straf
feloos uitgestald is op straat en zelfs tot in
dc huiskring doordringt.
Zij hebben, de verdwaalden, haar överge-
hij hem met een revolver dood Een jon
geling, die zich in den auto bevond,, vluchtte
en werd door een tweede schot aan de hand
gekwetst. De bandieten namen dan plaats in
dra auto, en werdenvervoegd door Rwee
medeplichtigen die zich in de kabien van
den kantojnnier schuil gehouden hadden. Zij
vertrokken in de richting van Parijs. De ban
dieten namen dan plaats in den auto, 'en wer
den jen 9 ure op de baan naar. Parijs, na
bij Villeneuve-Saint-Georges, door een wiel
rijder ontmoet.
Het tijk van den ongelukkigen autovoerder,
werd, door twee voerlieden, die de misdaad
bijgewoond hadden, naar het gemeentehuis
van Montgéron gebracht. 'De burgemeester Van
Montgéron telefoneerde ten 9.10 ure naar de
parijzer Veiligheidspolicie. De poorten van Pa
rijs werden onmiddelijk ieder door een op
ziener en drie agenten van de Veiligheid be
waakt. De beschrijving Van den automobiel
werd vervolgens, met de persoonsbeschrij
ving van een paar der bandieten in alle rich
tingen rondgezonden. Het rijtuig was op weg
kwam de automobiel 179 W I, waarvan de
diefstal reéds te Asnières gekend was, langs
deze gemeente gereden. De policieagenten, die
op de groote baan op den uitkijk stonden, lie
pen er achter ön haalden het Tijtuig maar in,
toen het nabij de statie vna 'Asnières ver
iaten stond Hadden deze agenten maar êen
auto (er hunner beschikking gehad De (ban
dieten moeten langs den spoorweg gevlucht
zijn, met over de borstweering te klauteren,
want in dte statie zelf heeft inen er ^geen
spoor van gevonden.
In den verlaten auto heeft men, jiuiten
andere voorwerpen, drie met bloed besmeurde
zakdoeken gevonden, alsook een overjas, met.
in den binnenzak, 15 revolverkardoezen eene
brieventesch van geldomhaler, inhoudende
prospectussen der bank van Chantilly, feu
verder, voorwerpen, die 'aan den aangevallen
reiziger moeten behooren.
Een der ruiten is door een revolverkogel
verbrijzeld men heeft ook verschillende
bloedsporen gevonden en op het Vloertapijt
een zeker getal revolverkardoezen.
Carrouy
Een der getuigen van de bandieterij kou,
in de photographie Van Carrouy, die hein
geloond werd, een der daders van den aan
slag herkend hebben. De bandieten worden,
zooals men wel denken kan, Ieverig opge-
logement te Lyon deed, ontdekte men er,
in allerlei geheime bissen, talrijke valsclie
baarden van alle' kleur. Volgens de verkla
ringen van verscheidene getuigen kent bic-
mand beter dan hij de kunst, om jn ren
wenk iemand van .gelaat te veranderen. Hij
veranderde zich dikwijls ïn eenen ouderling
met langen baard of in eenen sapeur en zijne
vrienden zelf hadden moeite oni hem te her
kennen. 1/n die grimeerderskoriing wandelt
wellicht in Parijs, onder den schijn van een
ouderling, met' grijs haar en witten baard.
Aanhouding te Bergen.
Sedert den janslag van Chantilly wordt er
in de statie van Bergen door de gendarmen
en de policie een bijzondere waakdienst inge
richt. Ai de treinen worden streng nagezien.
Donderdag morgend, ten 4 ure, slenterde er
een onbekende rond in den omtrek der sta
tie, kort na de aankomst van den 'trein uit
Parijs van 3 ure 47. Hij had een rijwiel
bij zich dat hij in de goederenloods plaatste.
De kerel werd in 't oog gehouden. Rond 9 u.
keerde hij terug ejr de statie en nam „er
een kaartje-enkel voor Brussel. Het rijwiel
was in cfen ïourgon geplaatst. Toen de kerel
plaats genomen had in een kompartiment,
kwam de treinwachter om zijn kaartje te
knippen. Hij weigerde echter het te tonnen.
Twee gendarmen in burgerkleeding maakten
y Vriend Bruyninckx, het eenig doel der is en elke ontroering hem nadeelig moet zijn.
Républiek is de volkeren vrij en gelukkig te Straks hoorde ik u zeggen dat gij verlangt
maken. Dat kan echter niet'gebeuren zonder
bloed te storten, aangezien de dwingelandij
haren troon niet wil verlaten. Gemakkelijk
is het te begrijpen dat oorlogen veel geld
kost. Daarom is bet noodig schattingen te
vragen. Wat nu de maatregelen betreft, die
de Republiek ten opzichte der geestelijkheid
hem weder gezond te zien. Welnu, heb vre
de met zijne gevoelens.
Het gelaat van den Sansculot straalde van
blijdschap, nu hij de blikken van het meis
je smeekend op hem gevestigd zag. Lachend
zegde hij
Vader Bruyninckx, wij zullen ons gesprek
gebomen heeft, deze zijn ten volle gewettigd: over cje Republiek staken. Wees in alle ge-
het sluiten van sommige kerken en het op- vaj verzekerd dat het volk van Vliereghem
schorsen der godsdienstoefeningen is enkel van mij niet zal te klagen hebben. Mijne
te wijten aan de stijfhoofdigheid van som- plichten als kommissaris zal ik trouw vol-
rnige priesters en nonnen, die zich aan de brengen, doch verder zal iedereen, die een
wijze wetten der Republiek niet willen onder- j Weinig goeden wil heeft, in mij eenen vriend
werpen. Het is echter te hopen, dat die
verblinden weldra de oogen zullen openen,
om den pijnlijken toestand te aanschouwen,
waarin hunne eigenzinnigheid het volk ge
bracht heeft. Op het oogenblik dat zij op
hóuden zullen met de verdrukkers van het
vólk te heulen, zullen de strenge maatrege
len, die het bewind gedwongen was tegen
over hen te hemen, ingetrokken worden.
Wij waren tevreden met ons lot en heb
ben de mannen der Republiek niet geroe
pen om ons (e komen verlossen. Zoolang
die verlossers hier blijven, zal ons hart toe-
genepen /.ïjn
ran schrik.
Lira zag dat het gelaat van Raeveloos
min vriendelijk werd. Daarom zegde zij
met zoete stem:
Burger-commisaris, gij ziet dat vader ziek
en beschermer vinden.
Dank voor uwe goedheid,murmelde
Lira.
Het is mijn vurigste verlangen de lief
de mijner onderdanen te winnen, ging Rae
veloos voort.
Dat zal zeer moeilijk zijn,morde de
ouderling.
Ik weet dat ik niet bemind word,sprak
Jaak, altijd lachend. Immer was ik een
tamelijk wilde jongen, meermaals heb ik de
lieden van Vliereghem wat te sterk geplaagd.
Welnu, van heden af zal ik toonen dat ik
spijt gevoel over mrjn bedreven kattekwaad,
door al mijne kracht in te spannen om vrede
en welvaart in mijn geboortedorp te doen
heerschen.
Dan zullen alle menschen van ons dorp
u achten en beminnen, burger-commissaris,»
zegde Lira.
s Zal Lira Bruyninckx mij dan ook achten
en beminnen
Ik zal doen gelijk de andere menschen,
burger-commissaris,
Zal ik dan mogen hopen den schoonsten
droom mijns levens verwezenlijkt te zien?»
Het meisje had den Sansculot begrepen.
Zij werd eenigszins bleek en sprak
Burger-commissaris, het is mij onmogelijk
op uwe vraag te antwoorden, aangezien ik
geenen lust tot trouwen gevoel.
Mijne dochter heeft mij beloofd niet te
trouwen zoolang ik leefmorde Bruyninckx.
Jaak werd sehiebjk ernstig, kuchte en sprak
daarna
«Lira, ik had in mijne jeugd de geest
gewrochten der onsterfelijke Fralischo wijs-
geeren bestudeerd. Mijn geest was verlicht
eh ik zag dat mijne medeburgers in het bij
geloof gedompeld waren. Ik wilde hen hunne
rechten leeren kennen. Zij begrepen mij niet
en vervoïgden mij, bij zooverre dat ik moest
uitwijken naar den vreemde.
In het vrijheidslievende Frankrijk vond ik
de gelegenheid (ongestoord le werken aan het
heil der volkeren doch ik leed er aan een
ongeneesbaar heimwee, daar ik in mijn ge
boortedorp een wezen had ontmoet, aan welk
ik jail mijne liefde had geschonken.
Eindelijk kon ik niet meer wederstaan aan
de aanlokkende beeltenis die mij naar Vlie
reghem wenkte. Ik keerde er weder, eilaas 1
om opnieuw het slachtoffer te worden van
haat en leugentaal. Gelukkigtijk werd ik dezer
dagen gewroken ovej- al het onrecht d,at mij
aangedaan was Het bewind van ons land
vertrouwde mij, als belooning voor mijne dien
sten, het eervolle en gewichtige ambt van
commissaris van het kanton Vliereghem toe.
Thans ben ik met macht en grootheid 'be
kleed; en in de volle overtuiging dat mijne
waardigheid mij gezuiverd heeft in de oogen
der burgeres, die ik zoo vurig bemin, durf
ik haar treden naderen om hare hand en
haar hart te verzoeken.
Lira had met kloppend hart haar de holle
rede van den Sansculot geluisterd. Toen Rae
veloos ophield van spreken, antwoordde zij
Burger-commissaris, gij bewijst mij veel
eer door mij zoo hoog in uwe genegenheid
te laten klimmen. Ik moet u echter herhalen,
dat het ,mij thans onmogelijk is aan een
huwelijk te denken
Uw vader zal fier zijn u_ de vrouw te
te zien van een machtig man.
Bavo uitte een dof gemor.
Burger-commisaris hernam het meisje,
mijn...
Lira, gebruik dien kouden eerelitel hiet
meer wanneer gij lot mij spreekt,onderbrak
haar de Jacobijn. «Noem mij liever Jacques.
Die naam zal mij duizendmaal aangenamer
zijn. Verliefden immers gebruiken geene ti
tels wanneer zij tot elkander spreken.
Welnu, ik zal zóó noemen, vermits gij
het verlangt. Jacques, mijn vader bemint mij
zoozeer dat liet hem pijnigen zou een deel
'der liefde zijner dochter te Verliezen. Hij
wil, dat ik hem met een onverdeeld hart
bemiune.
Ik alleen heb het recht hare liefde te
bezitten,morde de ouderling.
De commissaris bewoog zich ongeduldig op
zijnen stoel en zegde ontevreden
Lira, hoelang zal ik dan hog op de
vervulling van mijnen grootsten wensch moeten
wachten
Ik kan u geene hoop geven, Jacques.
In liet geheel geene hoop,gromde Bruy
ninckx.
Eenigszins spijtig sprak de Sansculot hu
Baas ^Bruyxyngkx, gij wilt „mij1 dus belet
ten aan uwe dochter te denken
Iedereen is vrij le denken waaraan hij
wil,zegde Bavo met zure stem.
Jaak zat gedurende eenige stonden Vóór
zich te zien. Dan sprak hij op bitteren
toon
Men mistrouwt mij hog altijd. Is mi.yie
benoeming tot commissaris 'dan geen klaar
bewijs dat al mijn streven edel was Zou
de óppercommissaris zulke Verhevene bedie
ning aan eenen onwaardige schenken
Vader en dochter antwoordden niet. Rae
veloos ging voort: