het Nieuwsblad van Yper - Zaterdag, 30 Maart 1912 Een klein verschil. Lentevoeder. aan 7 x 1 O x 2 Eenige wenken aangaande bemesting Wij stellen ons voor in dit arti kel te wijzen op eenige verkeerde begrippen,in zake van bemesting, die men nog op vele plaatsen hunne toepassing ziet krijgen. Stalmest. In vele streken nog bestaat het gebruik van aardap pelen en haver oppervlakkig met stalmest te bedekken bij de aard appelen legt men den mest tus- schen de rijen, bij de haver wordt, onmiddellijk na de zaaiïng, eene dunne laag stalmest over het veld uitgespreid. Wij hebben zelf eene proef met zulke toepassing van mest gemaakt en, wij moeten het bekennen, de opbrengstvermeer dering was nogal aanzienlijk. Evenwel schrijven wij dezen uit slag niet toe aan de voedende bestanddeelen in den mest bevat, wij denken eerder dat in plaats van eene scheikundige, hier eene natuurkundige oorzaak in't spel is de grond in kwestie was tamelijk licht en de uitgespreide mest bevorderde op voordeelige wijze de frischheid van den grond. Voor de haver is dit bijzonder van belang, omdat deze soms gezaaid wordt, groeit en gemaaid wordt, zonder dat ze veel regen ontvangt. Niettegenstaande dezen voor- deellgen uitslag, meenen wij toch zulke oppervlakkige aanwending van stalmest te moeten afkeuren, omdat zij eene verspilling is van voedende bestanddeelen, die eene groote waarde hebben. Een goed bemest land heeft overigens deze kunstmatige wijze van vochtver- schaffing niet noodig. Phosphaatmestcn. Thomas- slakken nu oppervlakkig, als dek- rnest, aanwenden op rogge in groei, dat is toch wel het bewijs leveren van verregaande onwe tendheid in zake van bemesting, en toch zagen wij dit in de laatste tijden herhaalde malen. Op lage weiden, die aan sterk vloeiende overstroomingen waren blootge steld, kan men nu nog metaal slakken uitstrooien, deze mest stof zal toch altijd hareuitwerking leveren. In landbouw moeten de phosphaten altijd ondergewerkt worden. In de Lente, op goeden akker, en op hoog gelegen land zal men de Thomasslakken vervangen door superphosphaat. Potaschmesten. Men maakt een slecht gebruik van de pot aschmesten, evenals van de phosphaten, indien men ze slechts oppervlakkig uitstrooit. Deze meststoffen moeten innig met de bouwlaag vermengd worden, zooniet blijven ze zonder uitwer king. Gebruik op dit tijdstip des jaars geen kaïniet meer, tenzij op eene 13 lage weide, 't zijn de zuivere zou ten, zwavelzure potasch of pot- aschsulfaat en chloorpotasch die nu moeten gebruikt worden. Chloorpotasch kan niet dienen bij tabaksteelt en in de moestuinen geve men ook de voorkeur aan potaschsulfaaf. Stikstof mesten. Het zou eene dwaling zijn nu een andere stik- stofmest te gebruiken dan soda nitraat de organische stikstof- mesten moeten ingewerkt worden en hunne uitwerking komt slechts na hunne ontbinding. De nieuwe slikstofmesten zijn nog niet genoeg gekend en hunne uitwerking op de verschillende teelten moet nog bestudeerd worden. Het ammoni- aksulfaat bereikt tegenwoordig eenen prijs, die verre de bemes- tingswaarde overtreft. Overigens deze meststof werkt niet onmid dellijk en kan ook niet als dek' mest gebruikt worden. De land bouwer moet dus het sodanitraat verkiezen. «Op de wintergranen is er dit jaar geen nitraat noodig», hoort men links en rechts bevestigen. Dit is eene dwaling. De Winter was zoo zacht dat de groei bijna niet onderbroke,. is geweest, van daar het krachtig uitzicht der granen. Doch merk wel op dat ook de nitrificatie of salpeterwor ding der stikstofbestanddeelen bijna niet onderbroken is geweest, zoodat er in den akker geen voor raad genoeg meer zal zijn, om een sterken oogst te vormen. Eik landbouwer moet zijn land ken nen, doch tot hen, die gezorgd hebben voor eene goede minerak bemesting, zeggen wij z nder aarzelen, gebruikt sodanitraat, ondanks het prachtig uitzicht uwer wintergranen op dit tijdstip. Voor aardappelen en beeten kan het nitraat door ge n anderen stikstofmest vervangen worden, doch een dwaling is het dezen mest te gebruiken zooals de guano eertijds, d. i. met eene kleine hoeveelheid nitraat bij den aardappel in het putteken te leg gen of onder het beetzaad in de rijen. Dit is verkeerd. Bij aardappelen kan men, op zwaren grond, al het nitraat in éénmaal uitstrooien onmiddellijk na de planting op lichten grond kan men in tweemaal uitstrooien een gedeelte na het uitkomen der aardappels, het ander vóór het aanaarden. Bij de beeten kan men een gedeelte van het nitraat, vóór de planting, als het land gereed is, uitstrooien, het overige gedurende den groei. Ara. d^r fruitboombeplantingen in het arron dissement Offenbach. De onderhoudskosten bedragen aldaar, voor 12.000 boomen, 11.100 fr., daarin zijn de kosten van fruitplukken begrepen. Dit maakt per boom en per jaar eene uit gave van Ofr.925. Op dit oogenblik heb ben 2500 boomen deh ouderdom van 14 tot 20 jaar bereikt en kunnen vruchten dragen. Van 1903 tot 1909 was de opbrengst per boom en per jaar lfr.45, dus eene kleine winst van 0fr.525. Doch deze winst zal toenemen met den groei dei boomen. In Duitschland bestaat van over vele jaren het gebruik van fruitboomen te planten langsheen de openbare wegen, waardoor deze aangenamer worden en tezelfder tijd eenige winst opleveren. Wij lezen daarover het volgende in het verslag Er zij tl toch nmnschen wier onbezon nenheid door niets wordt geëvenaard menschen, die de landbouwers voor oprechte simpelmeezen houden, gereed om hun geld zoo maar weg te smijten ten einde in het bezit te geraken van ©ene meststof, die wel duurder is dan het nitraat, maar toch, volgens hen, evenveel uitwerking heeft. Wij lezen tegenwoordig in de aankon digingen ten voordeele van het ammo- niaksulfaat, dat de landbouwer niet moet aarzelen voor het klein verschil van prijs der verschillende meststoffen die hem worden aangeboden Welnu, willen wij eens onderzoeken waarin bedoeld klein verschil van prijs bestaat Wij zullen daarbij zelfs veron- stikstof zooveel waarde heeft als de kg. nitrische stikstof. Dit klein verschil bedraagt tegen woordig 0.20 fr. per kg. stikstof als men dus onder vorm van ammftniaksul- faat zooveel stikstof gebruikt, als er bevat is in 10.000 kg. sodanitraat, dan werpt men tezelfder tijd, en zonder nut 1550 X 0.20 of 310 fr. weg Men moet'den belgischen landbouwer maar weinig kennen, om hem zulken dwazen raad te kunnen geven, vooral daar iedereen weet dat de veronderstel ling van gelijke waarde der twee stik stofsoorten geen steek houdt. Sommige schrijvers geven aan de ammoniacale stikstof eene waarde van 90 t.n van die der nitrische stikstof in dat geval zou bovengemeld klein ver- Verschil nog 30 frank meer bedragen, dus 340 fr., maar volgens de laatste proefnemingen staat de vergelijkende waarde van beide stikstofsoorten tegen over elkander als 100 en 75, zoodat het klein verschil eigenlijk bedraagt310 -j- het vierde van die som, of 337.50 fr. Ziedaar het verlies voor eiken wagon nitra.t vervangen door ammoniaksul faat. Maar dit is noeh alles nietDe land bouwer heeft het ongelijk steeds de hoe veelheid meststof te bepalen, die hij noodig heeft en niet de hoeveelheid voedende stof daarin bevathij zegt niet ik heb 1500 kg. stikstof noodig, maar wel ik moet 10.000 kg. nitraat of 10.000 kg. ammoniaksulfaat koopen, en zoo komt het dat hij dikwijls meer stikstof koopt dan hij noodig heeft. Bij boven gemeld klein verschil en groot verlies komt dan nog het volgende Veronderstellende dat nitraat 15.5 stikstof inhoudt, en ammoniaksulfaat 2Ó.5 hetgeen niet altijd het geval is, dan koopt men - met een wagon van 10.000 kg. 500 kg. stikstof meer indien men ammoniaksulfaat koopt, dan wanneer men nitraat koopt (2050-1550 ==500 kg.); met het klein verschil van hierboven maakt dat ons 500x0.20 of 100 fr. welke men kon besparen. Kleine beekjes vormen groote rivie ren door hun samenvloeien, en zoo wordt hier het klein verschil op eiken kilogram eindelijk eene aanzienlijke som. Met eiken kilogr. ammoniacale'stik stof een 'klein verschil van 20 centiemen wegwerpen, staat gelijk met het weg werpen van 477.50 fr. voor ee'n wagon van 10.000 k. ammoniaksulfaat477.5G fr. 't is de prijs eener koe Het is niet in do tegenwoordige om standigheden, na de droogte van 1911, na de stal verliezen door de muil-en poot- ziekte, dat men bij de landbouwers met zulke beuzelarijen moet afkomen, ondei voorwendsel dat het een nationaal pro duct geldt. In Gardeners' Chronicle worden onderzoekingen vermeld van M. Walter Collinge nopens bestrijding van knobbel ziekte (Plasmodiophora brassicae). De proefnemer bevond dat de ziekte veel doelmatiger bestreden wordt door middt 1 van kalk en zwavel,dan door middel van kalk alleen. Op een veld, dat zeer aangetast was, werd, in herfst 1909, 1900 kil. kalk in poeder aangewend. In de lente werd over hetzelfde veld zwavelzuurbloem uitge strooid, ten bedrage van 630 kil. per hec tare. Den volgenden herfst verkreeg men een zeer goeden oogst aan koolrapen, waarvan de wortels niet noemenswaardig door knobbelziekte aangetast waren. De lezers kennen die cijfers van de opgeloste guano. Wij zullen aan eik getal de hoogste waarde geven 7 kg. stikstof, berekend als nitrische stikstof fr. 11.97 10 kg. phosphorzuur, berekend als in superphosphaat fr. 3.92 2 kg. potasch, berekend als in chloor potasch fr. 0.80 100 kg. opgeloste guano hebben dm feitelijk eene waarde van 11.97-)-3.92 -j- 0.80=16.69 fr. en ze worden ver kocht tegen 21.25 fr. (1) dat zijn dus 4.56 fr. die de boer, verbruiker var guano, goedwillig uitzijn zak neemt, en in den zak der guanofabrikanten duwt. Of deze moet lachen met den sim pelen boer Het gaat nu niette komen uitleggen dat de guano een natuurlijke meststof is en daardoor meer waarde heeft alle landbouwkundigen zijn het eens om te verklaren dat de voedende bestanddee len steedsde uitwerking hebben, volgens den vorm waaronder ze voorkomen nitrische stikstof werkt altoos als nitri sche, ammoniacale s+eeds als ammoni acale, zwavelzure potasch steeds als zwavelzure, enz. 't is nu hetzelfde of die stoffen voorkomen in guano of in kunst mest. En de proefvelden roept men ons op zegevierenden toon toe. Ja, in een omzendbrief onlangs ver spreid, wordt een reeks van... twee proeven aangehaald, teKerkomon te Binckom, onder de directie van... die op wonderbare wijze de uitwerking der kunstmeststoffen op aardappelen doen uitschijnen Men moet geen begrip hebben over het gebruik der meststoffen om te han delen gelijk die proefnemers. Verbeeld u, lezer, dat die befaamde proefnemers, bij eiken aardappel, in het putteken, een weinig superphosphaat en een weinig potaschsulfaat hebben gelegd en... niettegenstaande deze kin derachtige handelswijze, geven de schei kundige meststoffen eene vermeerde ring van opbrengst van 2275 kg. te Kerkf m en van 1360 kg, te Binckom. Wat zou het geweest zijn, waren de meststoffen doelmatig toegepast gewor den Wat nu de bemastingsproeven betreft met opgeloste guano alleen aangelegd zij toonen op welsprekende wijze wat men kan verkrijgen bij aardappelteelt door aanwending van 7 kg. stikstof, 10 kg. phosphorzuur en 2 kg. potasch, maar, zooals hierboven werd bewezen, men moet die stoffen aankoöpen onder vorm van scheikundige meststoffen, zooniet betaalt men 4,56 fr. te veel op elke 100 kg. guano. Volgens de middengetallen der vijf laatste jarèn, moeten de verschillende landen van Europa als volgt gerangschikt worden a) voor de opbrengst beèten per hectare, b) voor de opbrengst aan suiker Beeten Ruw Suiker per hectare per hectare kg. kg. Duitschland 30 060 4.895 Zweden 29.070 4.347 Belgie 28.980 4.232 Denemarken 29.990 4.191 Oostem ijk-HoBgarië 25.630 4.062 Holland 26.270 3.931 Italië 30.340 3.682 Frankrijk 26.600 3.507 Weldra zullen de zonnestral n den grond opdrogen en za,l men de IeDte- zaaiingen kunnen uitvoeren. Gein lijd zal men dit jaar mogen verhezen om over te gaan tot het zaaien van veevoe der, want dit zal maar overal te kort schieten. Men moet vroeg zaaien, opdat de planten krachtig genoeg kunnen door groeien om te wtderstaan aar, de zonne hitte. Einde Maart, dus nu, zal men de lente- of zomerwikken zaaien, ver mengd met de een of andere gi aansoort, zoo erkrijgt men een uitmuntend voe der. Men zaait opvolgentlijk van Maart tot Mei. De hoeveelheid zaaigoed bedraagt 180 tot 200 k. per hectare met 10 tot 20 t. h. garst, haver of rogge. De zomerwikken vormen een uitstekend voede.', ze groeien gemakkelijk en in alle gronden, die zich in goeden toe stand bevinden. De teelt van dit gewas is V'toral nuttig ha een jaar van voeder- gehrek als' 1911. Men oogst van Juni tot September, wanneer de planten, bloeien De behaarde icikken kunnen ook in plaats der vorige geteeld worden. Zij geven vroegtijdig een overvloedig voe der. Zij weder staan beter dan de gewone wikken aan de lentevorst. Men onder scheidt deze wikken van de gewone door hun kl. iher en ronder zaad, zwart achtig van kleur met een blauwen weerschijn, terwijl de gewone wikken platter van vorm zijn met donkerbruine kleur. Men zaait de behaarde wikken te zamen met garst, rogge, haver of Hongaarsche moha. Mengebruikt 70 Kg wikken en 30 Kg haver per hectare, of 80 Kg "wikken en 20 Kg rogge(Dam- seaux); 80 Kg wikken en 40 Kg garst (De Cal uwe).' Nog een ander zeer geacht zomervoe- der is de paardeboön, die in goeden grond wordt gezaaid. Mèn heeft per -d.mua.tua.Ilor» dett d-o ammon iaealo Spanje 28,310 3.494 Rusland 10.670 2.440 (1) Al deze prijzen volgens «De Boer» 9 Maart,

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 5