DIT IS SpreeKSraad 12 EN OMMELANDS Droevige Dagen Rond de Wereld Stadsnieuws Op Zaterdag 3 A pril 191 5 centiemen 't blad 47'J jaar. Tslflaerfc 2406 Te trekken bij den Uitgever, Tk 86, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank 9s jaari Dagklapper Onze Missionnarissen Geen Ambachtsman Bewaren, verbeteren, beletten Frankrijk Portugaal Vereenigde Staten Duilschland Rtisïand Gemeenieraad Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch eif, bovenal, God getrouwe ik wezen zal van den 13 tot den 20 April |g #5 #5 IP. *5 ÉS te *5 ÉS Evangelie van Beloken Paschen «5? fcSl «i i2É sÉ SÉ. 'IÉ M if\ P*. P*. P* P*. P* P* P*. p*_ p? #5 5 ft ft ft ft ft P* i»7* '<jp S?* P* iT W', hfö sSfea NIEUWSBLAD TAS YPE 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en "s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, T" 36, te Yper. De bekendmakingen kosten o fr. 15 de reke binnen 't blad is 'i o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten Oost-& West Vlaanderen wonen. z. 13. H. Herminigilds. H* Ida H. Jus- tinus. h. Tibureis. H« Lïedwine. H. Banedictus. m is. HHe Basilissa en Anastasia. Z Gonzales. d 10. HH. Callistus en anderen. H. Dro- go. H. Benedietus Labre. 10 17 - H. Aoiceet. H. Geerwijn. H. Robert. H. Landri. - H. Theodoras. d. 18. H Appolonlus, m. Z. Iderbaldus H. Amideus. H. Aye. v. 19. H. Timonius. H. Leo IX, 151° Paus. B. ElpUegino. H. Uursmar. To dion tijde in den avond van dien zelfden dag, don eersten der week, terwijl de d6uren, daar waar de leerlingen zich samen bevonden, uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam Jezus en plaatste zich in het midden, en zegt hun Vrede zij u 1 En na deze woorden toonde Hij hun zijne handen en zijne zijde. De leerlingen dan verheugden zich, den Heer te zien. Hy zeide hun dan wederom Vrede zij u. Zooals My de Vader heeft afgezonden, zoo zend ook Ik u. En na deze woorden blies Hij over hen, en zegt hun Ontvangt den Heiligen Geest, wier zonden ge vergeeft, hun zijn ze vergeven wier zonden ge behoudt, hun zijn ze behouden. Thomas echter, een der twaalven, ook Didymus genaamd, was niet bij hen toen Jezus kwam. Hem zeide dan de andere leerlingen We hebben den Heer gezien, maar hij zeide hun Indien ik niet in zyne han den de wonde der nagelen zie en mijn vinger in do plaats der nagelen steke, en mijne hand in zijne zijde steke. zal ik niet gelooven En acht dagen later waren zijn'; leerliiigeD weder binnen en Thomas bij beu. Jezus komt, terwijl de deu ren gesloten waren, en plaatste zich in het mid den, en zeido Vrede zij u. Vervolgens zegt Hy tot Thomas Kom hier met uw vinger, en zie mijne handen, en kom met uwe handjen steek ze in mijne zijde, en wordt niet ongeloovig maar geloovig. Thomas antwoordde en zeide Hem Mijn Heer en mijn God Jezus zegt Hem Wijl ge My gezien hebt, hebt ge geloofd Zalig wie niet zagen en toch geloofden. Nog wel vele andere wouderteekenen hoeft Jezus ten over staan zijner lsarlingen gedaan, die in dit boek niot geschreven zijuDoch deze zijn beschreven, opdat ge golooven moogt, dat Jezus de Christus is, de Zoon Gods, eu opdat go, door te gelooven, leven mogen hebben in zijnen naam. De betöoingen ter eere 4ei' missionnarissen gaan immer voort, door geheel liet land. Wij: mogen zeggen dal het pleit beslecht is, en de missionnarissen heerlijk gewroken zijn over den smaad, welke hun door den heer Yandervelde in de Belgische Kamer werd aangedaan. De heer Yandervelde, socialistische hoofd man, heeft gemeend het ordesvoord te geven om Barrabas legen de missionnarissen Ie roepen. 1 Zijne zoogezegde onthullingen bevatten ten .ten andere niets wat men hun als eene grief zoude kunnen aanrekenen. Hij -heelt feiten aangehaald, dat de eene of andere missionnaris aan den eenen of anderen neger een oorveeg zou hebben gegeven. Mengelwerk van 'tNicuwsblad van Ypernri9 DOOR HON ORÉ STA ES (Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds) Schielijk begon het oog van Victor geest driftig te schitteren, en Üe jongeling zegde mei vuur «Laat ons leger enkel Uit bperen beslaan. Een belgisclie boer is drie Sansculotten weerd, zijn vuisten zijn zwaar hls bookhamers. Heb ben wij om te strijden, geene geweren of kanonnen, wij hebben vorken, gaffels, bijlen en zeisens, en daarmede kunnen wij de vreem de boeven evengoed bevechten hls met welk- danige wapens. Moed, jongens! Geven wij het teeken tot den algemeenen opstand. Geheel de buitenbevolking van ons land zal ons dank beluigen. Edward, wilt gij onze hoofdman zijn Draeman ,tot wien deze Woorden gericht waren, afcilwoordde mismoedig: Victor, ik ook brand van verlangen om ons land vrij te zien, en hadde ik enkel een weinig hoop op overwinning, ik zou geenen minuut wachten om tegen onze vijanden ten strijde te trekken. Mijns dunkens bestaat er, echter, op dit oogenblik voor ons geene de Verondersteld dat het waar zij, wie zal dat den missionnarissen verwijten. Eenmaal zou een missionnaris, schijnt het volgens hem, een wilden neger, die iels 'nog grof mispikkeld had, voor een uur of twee aan den band gelegd hebben, gelijk hier een onderwijzer een wispelteurigcn leerling in een hoek stelt. Maar van de uitbuitingen, de moordenarijen, die er gepleegd werden door gotldelooze uit buiters der wilden, buiten de missiën, heeft men gezwegen. En 't geuzenboeltje zette de Belgische Ka mer overhoop, als waren de Missionnarissen beulen en moordenaars. Doch het land heeft geantwoord in de mej nigvuldige huldebetoogingen welke hebber! plaats gehad en nog gedurig plaats hebben. De Belgische bevolking kent de Missionna rissen 1 Zij kent ze, omdat er bijna geene gemeente in België is, welke geene missionnarissen on der hare zonen of dochters telt. Zij kent ze, omdat zij diegenen, priesters en kloosterlingen, persoonlijk heeft gekend in hunne jeugd, en weet dat ze onder hunne gezellen uitblonken dooi' hunne deugd. Zij kenl ze, omdlat ze hunne ouders en familie kent, die aangeteekend staan als de beste onder burgers-, landbouwers- en wer- kersfamiliën. Ze kent de missionnarissen, omdat ze door eigen ondervinding weet, dal zij hunne fa milie, vrienden en vaderland hebben verlaten, niet om in een afgelegen land eene plaats te bekleeden, waaraan eene schoone jaarwedde en eerelileT verbonden zijn, maar om er zicli onbekend op te offeren voor vreemde, maar ongelukkige medemenschen. Zij weet dat, verre van geld te verzamelen, de missionnarissen hun eigen fortuin ten of fer brengen uit menschenliefde. Zij weet ook dat de meesten hunner, als zij naar China, Amerika, Congo, of andere wereiddeelen trekken, nooit meer zullen te- rugkeeren, om hier een welverdiende rust te genieten, of 0111 met eere-ambten en eere- litels beladen te worden. De bevolking weet dat, ze wist dat en ze meende dat nooit iemand het wagen zou, in de verste verte met slijk naar üe mission narissen te werpen. Toch is dat gebeurd, en 't is een socialist, die zich aanstelt als een volksvriend bij: •uit nemendheid, die hel teeken heeft gegeven van den aanval tegen de missionnarissen, die zich zeiven ten beste geven voor huil lij dende broeders. Dan is een kreet van verontwaardiging uit de horst van het Belgische volk opgegaan, en een onbeschrijfelijk concert van toejui ching heeft do walgelijke taal van gezel Van- dervelde verdoofd. De taal van Yandervelde heeft onkel ge diend pm iedereen wel te doen hooren, wel ke onbegrensde haat legen de missionnarissen en tegen de Godsdienst het hart der Socialis ten vervult. Zij heeft ook gediend om de aandacht te vestigen op de onbegrensde toewijding wel ke fde missionnarissen aan de menschheid ten offer brengen. Het optreden van Vandervelde was 1100- dig om beter de aandacht daarop te Vestij gen; wij' zijn zoodanig er aan gewoon, dat wij er dan maar den glans van begrijpen, als men poogt dien te verduisteren. En nu, sedert de ontdekking van den brief van den vrijmetselaar Wangermee, valt al Jiet hatelijke van Vandervelde's doen op hem zei- ven terug. Het valt op heel het liberalism terug, Cn de kiezers zullen den handschoen oprapenp die de vervolgers van den godsdienst, onze heldhaftige geloofspredikers hebben toegewor pen. Zij: zijn voor den godsdienst, zij, en zij zullen den 2 Juni stemmen voor de verde digers van hunnen godsdienst, tegen zijne belagers, openlijke en bedekte vijanden. Neen, dat nooit En waarom niet, moeder I Is hij dan niet braaf en deftig Dat niet W-aar zijn uwe zinnen Gij, eene burgersdochter, trouwen met een een- voudigen ambachtsman Neen, dat kan niet. Spreek er niet van aan vader... of... En nochtans, moeder, hebt ge niet dik wijls gezegd dat grootvader ook kleermaker was en daarmeê... fortuin vergaarde? Andere tijden, andere gebruiken. Ik heb niets tegen hem. Had hij slechts eene andere betrekking of positie. Maar, moeder, hij wint een goecl dag loon en bij ons huwelijk plaatst hij zich op zijn eigen! Hij is oppassend. 't Kan niej en !t mag niet. Genoeg daarover Hoeveel Wuders hebben met zoo ie rede neeren hun ikind in 't ongeluk gestort En weerkman, een ambachtsman veel te gemeen 1 't Is de mode geworden zoo te spreken Dat een toekomende alles voor hem hebbe, heeft hij dat tegen... niets te doen. Wat! een ambachtsman tot schoonzoon! Wonder toch, niet alleen rijke volk maar, ook en vooral «parvenus spreken zoo, ver getend als ware het eene schande dat hun .vader een kleermaker of schoenma ker, een schrijnwerker of meubelmaker was, een ambachtsman Geen wonder dus dat Trientje in den der den hemel is als zij van haren toekomenden kan zeggen Hij schrijft op 'nen bureau! Hij is bediende van den Slaat' Schrijver op 'nen bureau, Staatsbediende! Dikwijls groote woorden! Hier voorat past het qude: Schoon van ver is dikwijls ver van schoon. Niet dat Staats- en bureelbedienden te misprijzen zijn! Neen! Maar dat ook een werkman al onze achting en eerbied verdient, en menige jonge dochter geluiger zou zijn met een werkman... dan met een... opgeblazen pen- nelekker. Een werkman, met arme nelte kleeren, zoo schrijft van Bremscheid, met zijn aan gezicht bruin gebrand van de zon en zijn han den vol eelten van te werken, een man, die in, dag uit, onverdroten en neerstig zijn zwaar werk verricht, 't zij in fabriek, 't zij in werkwinkel, 't zij te lande of te Velde, ver dient duizendmaal meer achting en aanzien, en is duizendmaal meer eere .iweerd, dan ben voorname straatjonker, dan een rijke tijd- vermoorder die den lieven langen dag anders rjiets zoekt dan vermaken. Iemand die overleg heeft en karakter, zal vol eerbied den hede- rigen werkman groeten en vol misprijzen he- derzien op die zwierende luiaards, die niets stichten tenzij kwaad in de samenleving». Schoone zingt de vermaarde dichter Weber: Het eerekruis op menig borst Loont wat een dappre strijder dorst Op 't slagveld wal een penne Met scherp verstand geschreven of Gedicht heeft. Glorie, eere en lof Verdient dat doch 'k en kenne Geen schooner eereteeken dan Twee eeltevuisten voor een man. In deze drie woorden is gansch het katholiek programma samengevat. Wat! schreeuwen de kartelmannen, is het anders niet? Dat zijn maar woorden in den wind. Nochtans, ja, dal is ons programma, hoort 5't, antiklerikale blauwen en rooden Wij zullen BEWAREN wat goed is. Wij zullen VERBETEREN wat slecht of onvolmaakt is. Wij zullen BELETTEN dat gij; revolution- nairs, het bewind in handen krijgt, dat gij meester spelet. Welnu, heeren kiezers, is dal geen puik programma 1 O ja, wij weten het goed; onze tegen strevers zijn van een heel ander gedacht; hun' programma is de tegenstelling van het onze BEWAREN is voor hen alles kort en klein slaan 1 VERBETEREN, den boel 't onderste boven zetten 1 BELETTEN beteekent bij hen, het kwaad hoven en het goede onderdraaien. Ik geloof niet dat onze vlaamsche land lieden de kartelmannen daarin zullen helpen; neen, zij zijn er nog niet, en zij komen er nooit! Bandieten aan 't werk Op T gehucht Fresh oy, te Lys-bij-Lannoy, woont de 79jarige Henri Defreune. Deze man, die heel alleen, in een klein huis zonder ver diep, verblijft, leeft op zijne renten. Woensdag morgend, rond I uur. drongen drie bandieten, als grensschuimers gekleed, langs een venster binnen. De oude man, door het gerucht wakker geworden, rilde yah angst cn schrik. De drie bandieten sloegen en stampten den ongelukkige deerlijk, en ge bruikten de onmenscheiijkste middelen om den ouden man te dwingen de bergplaats zij ner spaarpenningen aan te wijzen. Zij sleep ten den ongeukkige nalar de keuken en zeg den hein idlat hij! zonder genade ging ver moord worden, indien hij zijn geld niet afgaf. De mjan wees eene kas aan, zeggende dat daar in een houten doosje, zijn spaargeld iag. De bandieten braken de kas open, en Von den er 300 frank. Daarmede waren zij niet tevreden. Zij: herbegnonen den sukkelaar nog wreeder te mishandelen, totdat hij eene twee de bergplaats aanduidde; eene marmit onder de assche van den heard bedolven. De ban dieten haaiden de marmit te voorschijn en vonden er nog 300 fr. in. Zij vertrokken na hun slachtoffer gebonden en den mond hij middel yan vodden en een grooten rooden zakdoek gestopt te hebben. Eene uur na het vertrek der bandieten kwam het slachtoffer terug tot bezinning. Dank aan zijn ijzersterk gestel kon de man de boeien loswringen en haar een naburig huis sukkelen, waar hij de beste zorgen ontving. Men vreest even wel dat de onderstaiie mishandelingen nood lottige gevolgen voor Henri Defreune zullen hebben. Woensdag avond was zijn tpestand nogal voldoende. Een yojarige moordenaar De echlgenooten Grange, beiden 70 jaar oud, eigenaars te Chaource, leverden zich sinds jaren aan den drank over. Schier alle dagen werd er in dit ongelukkig huishouden getwist en gevochten. Dinsdag avond was zulks wederom het geval, en veel heviger dan het ooit geweest was. Grange wierp zijne vrouw op de karpet, die voor het bed lag, en stampte de ongelukkige herhaaldelijk en met ware razernij; op de borst. Eenige 00- genblikken Later was de vrouw een ljjk. Een bijgeroepen geneesheer bestatigde dat vrouw Grange tien ribben gebroken was. De moor denaar loochendo evenwel alle plichtigheid. Men heeft hem aangehouden en in het gevang van Bar-aan-Seine opgei Toten. schappij der slaapwagens en M. Stinnes ge daagd tot betaling van 10.000 mark en eene jaarlijksche rente van 5.125 fr. tot op 65jari- gen ouderdom. M. Stinnes heeft 20 000 mark ineens aan geboden. Da rechtbank van Duisburg is nu met deze zaak bezig. Akelige klucht. Twee leerjongens eener fabriek, nabij Cassel, wilden zich vermaken en vonden niets beters dan een felle electrische stroom in betrekking te stellen met een deurklink. De eerste werkman, die de klink vastpakte, werd de hand ineens afgerukt. Een zijner vrienden snelde hem ter hulp zonder te weten wat er gebeurd was. Hij nam ongelukkiglijk ook de klink vast en werd op den slag ge dood. A anslag tegen een processie Op Paaschzondag heeft er elk jaar eene groote processie plaats te Chamuska doch dit jaar hadden de overheden ze verboden. De bevolking drong zondag in de kerk, nam de heiligenbeelden en richtte uit eigen bewe ging de processie in. De inwoners, die den godvruchtigen stoet volgden, waren ten getalle van vijf' duizend. Eene republikein- sche tegenbetooinghadplaats. Twee bommen werden in het midden der processie gewor pen en doodden en kwetsten verscheidene personen. Een echt gevecht volgde tusschen katholieken en republikeinen en slechts met dc grootste moeite kon de orde hersteld wor den. Er zijn in 't geheel vijf dooden en een dertigtal gekwetsten. A ardbeving Eene geweldige aardbeving heeft Vrijdag de inwoners van Solve met schrik geslagen. In zekere wijken der stad werden de huizen beschadigd. Duizende kubieke meters kiezel steen zijn van den berg op de haan ge rold. Te San-Francisco heeft men ook de aardtriüing gevoeld. Er zijn evenwel nergens ongelukken yan personen te betreuren. Wal eene verstrooidheid kost. M. Hugo Stinnes, een der grootste nyveraaj's in de Rijnstreek, bevond zich laatst in de statie van Duisburg, wachtend op den luxe- trein Hamburg-Genua. Ilij stond te pralen met eenen vriend en zij1 waren zoo zeer jn hun gesprek verdiept, dat de trein binnen kwam, weer wegreed, zonder dat zij het be merkten. Op 't laajste oogenblik echter wer den zij ydoor eenen bediende verwittigd. M. Stinnes snelde naar den trein, sprong op de voetpiank en duwde de eerste de beste portel open. D,at was nu juist de portel van de keuken van den restauratiewagen en toen AI. Stinnes ze openwierp, trof zij: het hoofd van den eersten kok, Wienecken, die ayn. 't werk was. De ongelukkige, een man ,van 35 jaar, kreeg eene schedelbreuk, die maan den zorg heeft vereischt om te genezen. Maar Wienecken kan zijn beroep niet meer her nemen. De geneesheeren hebben vastgespeld dat hij de helft van zijne beroepsbekwaam heid heeft verloren. Hij: heeft dus de maat- Te Moskouin het Alexandroff 's Ge slicht, is eene vrouw van 120 jaar oLud, Orloff genaam, overleden. Zij had Napoleon I te Moskou gezien. Verslag der openbare vergadering van Za terdag 6 April 1912. De vergadering wordt cm 6 uie geopend onder't voorzitterschap van M. Coiaert, Bur gemeester. Waren er tegenwoordig de hee ren Fraeijs de Veubcke en Vanden Boogaar de, Schepenen raadsleden, de heeren Fiets, Vanderghote, D'Huvettere, Bouquet, Sobry, I weins d'Eeckhoutte, Lemahieu, Bieluyck, Begerem, Baus, Seys, Struye. Het ambt van Sekretaris wordt door M. Boudry vervult. minste kans op goeden uitval. Een handvol boeren vermogen niets tegen een leger dat geheel Europa doel schrikken. Op dien stond trad Pieter Draevelinck in de herberg. Hij: was op zijn zondagsch fcn had eenen Republikeinsche.n hoed op het hoofd. Bij de verschijning van' den bultenaar, be gonnen de jongelingen te lachen, en Ed ward vroeg: i Pieter, zijt gij reeds werkelijk generaal De aangesprokene wierp het hoofd achter over, stak de borst vooruit, gaf aan Zijn ge laat eene norsche uitdrukking, en zegde met statige stem Burgers, eerbied voor den vriend van on zen wijzen en dapperen commissaris Uw vriend is de grootste schurk, die op de aarde loopt, gromde Victor. k Mijnheer Cielaert, gij hebt nooit .beter de waerheid gezeid, grinnikte de bultenaar. Waar zijt gij aan dien smerigen Sans- culottenhoed geraakt vroeg Edward. Bij eenen koopman, in oude kleederen te Gent. Gaai' ik de sleepdrager van zijne majesteit Raeveloos ben, moet ik ter gele- geheid van het Decadi-feest, als een echt Jacobijn voor den dag komen. Gij gaat toch dit feest bijwonen, nietwaar, jongens Het bevel van Jaak liet ons oijverschillig,. morde Draeman. Maar aan het verzoek van mijnheer van Vaerenberghe, die ons bad den commissaris geene stof tot ongenoegen te ge ven, hebben wij niet kunnen wederstaan. Vrienden, weest voorzichtig,sprak Pie ter nu zeer ernstig. Mijnheer de meier be tracht enkel uw welzijn. Men moet soms een klein kwaad laten gebeuren om een groot te vermijden. Maakt toch dep commissaris en de gendarmen niet kwaad. Ziet of hoort gij dezen namiddag iets op het dorpplein, dat niet aanstaat, denkt: «De Republiek zal niet lang leven. en wordt niet gram. Ik ken de gendarmen reeds op mijn duimpje. Het zijn halve duivels. Ik geloof piet, dat er een onder hen is, die ten minste geen half dozijn moorden op het geweten heeft. Daar gij allen op Jaaks boekje aangeteekend staat, zouden zij niet wachten naar u te schieten, indien gij op hunne teenen durfdet trappen. Wees genist, Pieter, wij zullen kalm blij ven, verzekerde Draeman. Maai' ook een .woordje spreken, als hel noodig is,voegde Victor erbij:. Mijnheer Cielaert, laat mij toe het u te zeggen: gij zijt een weinig te hevig.» sprak de bultenaar. In dezen ongelukkigen lijd is zwijgen diamant weerd. Ik moet bijna geheele dagen witzwartnoemen. Dat is zeer moeilijk, maar ik doe het om beterswil. Doe zooals ik en gij zult er best mede varen. Victor trok grommend de schouders op. Is er geen nieuws. Pieter vroeg Edward. «Wonderlijk nieuws,» grinnikte Draeve linck. 't Was dezen nacht alweder kermis in de «gendarmerie». Ik heb veel toeren moeten «doen ter eer»e van die nieuwe leden van onzen municipalen raad. Is er een nieuwe municipale raad Ja, gisteren avond is er tijding uit Brus sel gekomen. Brouwer Stijns, pachter Vael- man, en notaris van Hove, die sedert zoolang van den raad deel maakten, hebben .plaats moeten maken voor Raeveloos, Philip Schep- paert en Door van Acker, Mijnheer Van Vae renberghe is meier gebleven. Een gemor van afkeer ontstond in de ge lagkamer en Victor bromde: Philip Scheppaert, die van den morgen tot den avond dronken is, en Door Van Acker, de baldadigste kerel van Vüereghem Door zulke kerels zouden wij ons moeten laten be sturen! Zal de meier nu nog afkomen met het woordje voorzichtigheid, wanneer wij hem verzoeken kort spel te mogen maken met het gespuis, dat hier baas sjieelt <2 Troosten wij ons, mijnheer Cielaert, lachte de bultenaar. Na het onweer, zijn üe velden veel schooner dan vroeger. Is het niet zóó, baas Ileyndrickx «Zeker, zeker» antwoordde de waard, ter wijl hij Pieter een glas bier toereikte. Draevelinck dronk mei veel smaak eenige teugen en sprak daarna: Ik geloof dat er vreemde dingen in ons gemeentehuis zullen gebeuren. Zeker is het mijnheer de meier bij dje nieuwe raadsleden op zijn gemak niet zal zijn. Jongens, gij hebt niet veel tijd meer. Het is frijna half drie. Vergeet niet dat Faas Reutels, in den naam van den commissaris, in alle straten van hei ttorp geroepen heeft, dat alwie^ zonder gewichtige redenen, het feest niet bijwoont, eene boet betalen zal. Jaak zal wel wachten totdat wij komen, om het apenspel te laten beginnen,morde Victor. De bultenaar dronk nu zijn bierpot ledig en zegde, onder het maken van eene koddige buiging Goeden dag, burgers. Ik moet mij haasten, want de commissaris kan mijne hulp niet missen. Daarna liep hij de herberg uit. Volgen wij hem. Vijf minuten later kwam Draevelinck op het dorpspzlein. Hier waren vele menschen vergaderd. Er was echter geen geestdrift bij de lieden op tf merken. Zij zagen er, integendeel, bedroefd of vergramd uit. liet is geene vroolijke kei-mis, wanneer men de menschen moet bedreigen met eene geldboet oirt hen uit hun, huis te krijgen zegde Pieter tot zich zeiven. Ik vrees dat zij niet goed zal afloopen, want Victor Cie laert heelt gjet jeel geduld. Nu jdrong hij door het volk, totdat hij dicht bij den vrijheidsboom gekomen was. Hier stuitte*" hij: tegen eene omheining van houten palen. Binnen die omheining, nevens den boom, was eene toonbank yan planken ge plaatst, waarop eenige bloemkronen, een groo te stapel brooden en een npgerold papier ia- gen. Rond dit Verhoog stonden een zestal gendarmen met norsche blikken haar de dor pelingen te kijken. Langs het paalwerk zag men eene houten bank. Hierop zaten twaalf der oudste mannen van het dorp. Deze lie den keken bedrukt vóór zich, als ootmoedige beschuldigden, 'die hun vonnis afwachten. Te gen den stam van den vrijheidsboom stond een lange man., als veldwachter gekleed. Hij hield een lange sabel in de hand en keek bang, nu eens naar de gendarmen, dan naar de lieden, die buiten het paalwerk waren. De twee laatste personen, die zich binnen de om heining bevonden, waren de meier en de commissaris. De eerste hield de armen over de borst gekruist; hij scheen k^lm e* liet de blikken over d.e menigte dwalen. De tweede. Raeveloos, was opgesmukt als een pauw en sprak, met eenen uiterst vriendelijken lach op de lippen, tot de bedrukte ouderlingen, die zijne gezegden enkel door een bijna on merkbaar knikken of schudden van het hoofd beantwoordden. Wordt voortgezet.)

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1