DIT IS
SpreeKSraad 12
EN OMMELANDS
Droevige Dagen
Rond de Wereld
Stadsnieuws
Op Zaterdag 3 A pril 191
5 centiemen 't blad
47'J jaar.
Tslflaerfc 2406
Te trekken bij den Uitgever, Tk 86, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank 9s jaari
Dagklapper
Onze Missionnarissen
Geen Ambachtsman
Bewaren, verbeteren,
beletten
Frankrijk
Portugaal
Vereenigde Staten
Duilschland
Rtisïand
Gemeenieraad
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch eif, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
van den 13 tot den 20 April
|g #5 #5 IP. *5 ÉS te *5 ÉS
Evangelie
van Beloken Paschen
«5? fcSl «i i2É sÉ SÉ. 'IÉ M
if\ P*. P*. P* P*. P* P* P*. p*_ p?
#5 5 ft ft ft ft ft
P* i»7* '<jp S?* P* iT W', hfö
sSfea
NIEUWSBLAD TAS YPE
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
"s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER
STRATE, T" 36, te Yper.
De bekendmakingen kosten o fr. 15 de reke binnen 't blad is 'i
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE Havas, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten
Oost-& West Vlaanderen wonen.
z. 13. H. Herminigilds. H* Ida H. Jus-
tinus.
h. Tibureis. H« Lïedwine. H.
Banedictus.
m is. HHe Basilissa en Anastasia. Z
Gonzales.
d 10. HH. Callistus en anderen. H. Dro-
go. H. Benedietus Labre.
10 17 - H. Aoiceet. H. Geerwijn. H.
Robert. H. Landri. - H. Theodoras.
d. 18. H Appolonlus, m. Z. Iderbaldus
H. Amideus. H. Aye.
v. 19. H. Timonius. H. Leo IX, 151° Paus.
B. ElpUegino. H. Uursmar.
To dion tijde in den avond van dien zelfden
dag, don eersten der week, terwijl de d6uren,
daar waar de leerlingen zich samen bevonden,
uit vrees voor de Joden gesloten waren, kwam
Jezus en plaatste zich in het midden, en zegt
hun Vrede zij u 1 En na deze woorden toonde
Hij hun zijne handen en zijne zijde. De leerlingen
dan verheugden zich, den Heer te zien. Hy zeide
hun dan wederom Vrede zij u. Zooals My de
Vader heeft afgezonden, zoo zend ook Ik u. En
na deze woorden blies Hij over hen, en zegt hun
Ontvangt den Heiligen Geest, wier zonden ge
vergeeft, hun zijn ze vergeven wier zonden ge
behoudt, hun zijn ze behouden. Thomas echter,
een der twaalven, ook Didymus genaamd, was
niet bij hen toen Jezus kwam. Hem zeide dan de
andere leerlingen We hebben den Heer gezien,
maar hij zeide hun Indien ik niet in zyne han
den de wonde der nagelen zie en mijn vinger in
do plaats der nagelen steke, en mijne hand in
zijne zijde steke. zal ik niet gelooven En acht
dagen later waren zijn'; leerliiigeD weder binnen
en Thomas bij beu. Jezus komt, terwijl de deu
ren gesloten waren, en plaatste zich in het mid
den, en zeido Vrede zij u. Vervolgens zegt Hy
tot Thomas Kom hier met uw vinger, en zie
mijne handen, en kom met uwe handjen steek
ze in mijne zijde, en wordt niet ongeloovig maar
geloovig. Thomas antwoordde en zeide Hem
Mijn Heer en mijn God Jezus zegt Hem Wijl
ge My gezien hebt, hebt ge geloofd Zalig wie
niet zagen en toch geloofden. Nog wel vele
andere wouderteekenen hoeft Jezus ten over
staan zijner lsarlingen gedaan, die in dit boek
niot geschreven zijuDoch deze zijn beschreven,
opdat ge golooven moogt, dat Jezus de Christus
is, de Zoon Gods, eu opdat go, door te gelooven,
leven mogen hebben in zijnen naam.
De betöoingen ter eere 4ei' missionnarissen
gaan immer voort, door geheel liet land.
Wij: mogen zeggen dal het pleit beslecht
is, en de missionnarissen heerlijk gewroken
zijn over den smaad, welke hun door den heer
Yandervelde in de Belgische Kamer werd
aangedaan.
De heer Yandervelde, socialistische hoofd
man, heeft gemeend het ordesvoord te geven
om Barrabas legen de missionnarissen
Ie roepen. 1
Zijne zoogezegde onthullingen bevatten ten
.ten andere niets wat men hun als eene grief
zoude kunnen aanrekenen.
Hij -heelt feiten aangehaald, dat de eene of
andere missionnaris aan den eenen of anderen
neger een oorveeg zou hebben gegeven.
Mengelwerk van 'tNicuwsblad van Ypernri9
DOOR
HON ORÉ STA ES
(Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds)
Schielijk begon het oog van Victor geest
driftig te schitteren, en Üe jongeling zegde
mei vuur
«Laat ons leger enkel Uit bperen beslaan.
Een belgisclie boer is drie Sansculotten weerd,
zijn vuisten zijn zwaar hls bookhamers. Heb
ben wij om te strijden, geene geweren of
kanonnen, wij hebben vorken, gaffels, bijlen
en zeisens, en daarmede kunnen wij de vreem
de boeven evengoed bevechten hls met welk-
danige wapens. Moed, jongens! Geven wij het
teeken tot den algemeenen opstand. Geheel
de buitenbevolking van ons land zal ons
dank beluigen. Edward, wilt gij onze
hoofdman zijn
Draeman ,tot wien deze Woorden gericht
waren, afcilwoordde mismoedig:
Victor, ik ook brand van verlangen om
ons land vrij te zien, en hadde ik enkel
een weinig hoop op overwinning, ik zou geenen
minuut wachten om tegen onze vijanden ten
strijde te trekken. Mijns dunkens bestaat er,
echter, op dit oogenblik voor ons geene de
Verondersteld dat het waar zij, wie zal dat
den missionnarissen verwijten.
Eenmaal zou een missionnaris, schijnt het
volgens hem, een wilden neger, die iels 'nog
grof mispikkeld had, voor een uur of twee
aan den band gelegd hebben, gelijk hier een
onderwijzer een wispelteurigcn leerling in een
hoek stelt.
Maar van de uitbuitingen, de moordenarijen,
die er gepleegd werden door gotldelooze uit
buiters der wilden, buiten de missiën, heeft
men gezwegen.
En 't geuzenboeltje zette de Belgische Ka
mer overhoop, als waren de Missionnarissen
beulen en moordenaars.
Doch het land heeft geantwoord in de mej
nigvuldige huldebetoogingen welke hebber!
plaats gehad en nog gedurig plaats hebben.
De Belgische bevolking kent de Missionna
rissen 1
Zij kent ze, omdat er bijna geene gemeente
in België is, welke geene missionnarissen on
der hare zonen of dochters telt.
Zij kent ze, omdat zij diegenen, priesters
en kloosterlingen, persoonlijk heeft gekend
in hunne jeugd, en weet dat ze onder hunne
gezellen uitblonken dooi' hunne deugd.
Zij kenl ze, omdlat ze hunne ouders en
familie kent, die aangeteekend staan als de
beste onder burgers-, landbouwers- en wer-
kersfamiliën.
Ze kent de missionnarissen, omdat ze door
eigen ondervinding weet, dal zij hunne fa
milie, vrienden en vaderland hebben verlaten,
niet om in een afgelegen land eene plaats te
bekleeden, waaraan eene schoone jaarwedde
en eerelileT verbonden zijn, maar om er
zicli onbekend op te offeren voor vreemde,
maar ongelukkige medemenschen.
Zij weet dat, verre van geld te verzamelen,
de missionnarissen hun eigen fortuin ten of
fer brengen uit menschenliefde.
Zij weet ook dat de meesten hunner, als
zij naar China, Amerika, Congo, of andere
wereiddeelen trekken, nooit meer zullen te-
rugkeeren, om hier een welverdiende rust te
genieten, of 0111 met eere-ambten en eere-
litels beladen te worden.
De bevolking weet dat, ze wist dat en
ze meende dat nooit iemand het wagen zou,
in de verste verte met slijk naar üe mission
narissen te werpen.
Toch is dat gebeurd, en 't is een socialist,
die zich aanstelt als een volksvriend bij: •uit
nemendheid, die hel teeken heeft gegeven
van den aanval tegen de missionnarissen,
die zich zeiven ten beste geven voor huil lij
dende broeders.
Dan is een kreet van verontwaardiging uit
de horst van het Belgische volk opgegaan,
en een onbeschrijfelijk concert van toejui
ching heeft do walgelijke taal van gezel Van-
dervelde verdoofd.
De taal van Yandervelde heeft onkel ge
diend pm iedereen wel te doen hooren, wel
ke onbegrensde haat legen de missionnarissen
en tegen de Godsdienst het hart der Socialis
ten vervult.
Zij heeft ook gediend om de aandacht
te vestigen op de onbegrensde toewijding wel
ke fde missionnarissen aan de menschheid
ten offer brengen.
Het optreden van Vandervelde was 1100-
dig om beter de aandacht daarop te Vestij
gen; wij' zijn zoodanig er aan gewoon, dat
wij er dan maar den glans van begrijpen,
als men poogt dien te verduisteren.
En nu, sedert de ontdekking van den brief
van den vrijmetselaar Wangermee, valt al Jiet
hatelijke van Vandervelde's doen op hem zei-
ven terug.
Het valt op heel het liberalism terug, Cn
de kiezers zullen den handschoen oprapenp
die de vervolgers van den godsdienst, onze
heldhaftige geloofspredikers hebben toegewor
pen.
Zij: zijn voor den godsdienst, zij, en zij
zullen den 2 Juni stemmen voor de verde
digers van hunnen godsdienst, tegen zijne
belagers, openlijke en bedekte vijanden.
Neen, dat nooit
En waarom niet, moeder I Is hij dan
niet braaf en deftig
Dat niet W-aar zijn uwe zinnen Gij,
eene burgersdochter, trouwen met een een-
voudigen ambachtsman Neen, dat kan niet.
Spreek er niet van aan vader... of...
En nochtans, moeder, hebt ge niet dik
wijls gezegd dat grootvader ook kleermaker
was en daarmeê... fortuin vergaarde?
Andere tijden, andere gebruiken. Ik heb
niets tegen hem. Had hij slechts eene andere
betrekking of positie.
Maar, moeder, hij wint een goecl dag
loon en bij ons huwelijk plaatst hij zich op
zijn eigen! Hij is oppassend.
't Kan niej en !t mag niet. Genoeg
daarover
Hoeveel Wuders hebben met zoo ie rede
neeren hun ikind in 't ongeluk gestort
En weerkman, een ambachtsman veel te
gemeen 1
't Is de mode geworden zoo te spreken
Dat een toekomende alles voor hem hebbe,
heeft hij dat tegen... niets te doen. Wat!
een ambachtsman tot schoonzoon!
Wonder toch, niet alleen rijke volk maar,
ook en vooral «parvenus spreken zoo, ver
getend als ware het eene schande
dat hun .vader een kleermaker of schoenma
ker, een schrijnwerker of meubelmaker was,
een ambachtsman
Geen wonder dus dat Trientje in den der
den hemel is als zij van haren toekomenden
kan zeggen
Hij schrijft op 'nen bureau!
Hij is bediende van den Slaat'
Schrijver op 'nen bureau, Staatsbediende!
Dikwijls groote woorden! Hier voorat past
het qude: Schoon van ver is dikwijls ver van
schoon. Niet dat Staats- en bureelbedienden
te misprijzen zijn! Neen! Maar dat ook een
werkman al onze achting en eerbied verdient,
en menige jonge dochter geluiger zou zijn met
een werkman... dan met een... opgeblazen pen-
nelekker.
Een werkman, met arme nelte kleeren,
zoo schrijft van Bremscheid, met zijn aan
gezicht bruin gebrand van de zon en zijn han
den vol eelten van te werken, een man, die
in, dag uit, onverdroten en neerstig zijn
zwaar werk verricht, 't zij in fabriek, 't zij
in werkwinkel, 't zij te lande of te Velde, ver
dient duizendmaal meer achting en aanzien,
en is duizendmaal meer eere .iweerd, dan ben
voorname straatjonker, dan een rijke tijd-
vermoorder die den lieven langen dag anders
rjiets zoekt dan vermaken. Iemand die overleg
heeft en karakter, zal vol eerbied den hede-
rigen werkman groeten en vol misprijzen he-
derzien op die zwierende luiaards, die niets
stichten tenzij kwaad in de samenleving».
Schoone zingt de vermaarde dichter Weber:
Het eerekruis op menig borst
Loont wat een dappre strijder dorst
Op 't slagveld wal een penne
Met scherp verstand geschreven of
Gedicht heeft. Glorie, eere en lof
Verdient dat doch 'k en kenne
Geen schooner eereteeken dan
Twee eeltevuisten voor een man.
In deze drie woorden is gansch het katholiek
programma samengevat.
Wat! schreeuwen de kartelmannen, is het
anders niet? Dat zijn maar woorden in den
wind.
Nochtans, ja, dal is ons programma, hoort
5't, antiklerikale blauwen en rooden
Wij zullen BEWAREN wat goed is.
Wij zullen VERBETEREN wat slecht of
onvolmaakt is.
Wij zullen BELETTEN dat gij; revolution-
nairs, het bewind in handen krijgt, dat gij
meester spelet.
Welnu, heeren kiezers, is dal geen puik
programma 1
O ja, wij weten het goed; onze tegen
strevers zijn van een heel ander gedacht; hun'
programma is de tegenstelling van het onze
BEWAREN is voor hen alles kort en klein
slaan 1
VERBETEREN, den boel 't onderste boven
zetten 1
BELETTEN beteekent bij hen, het kwaad
hoven en het goede onderdraaien.
Ik geloof niet dat onze vlaamsche land
lieden de kartelmannen daarin zullen helpen;
neen, zij zijn er nog niet, en zij komen er
nooit!
Bandieten aan 't werk
Op T gehucht Fresh oy, te Lys-bij-Lannoy,
woont de 79jarige Henri Defreune. Deze man,
die heel alleen, in een klein huis zonder ver
diep, verblijft, leeft op zijne renten.
Woensdag morgend, rond I uur. drongen
drie bandieten, als grensschuimers gekleed,
langs een venster binnen. De oude man,
door het gerucht wakker geworden, rilde yah
angst cn schrik. De drie bandieten sloegen
en stampten den ongelukkige deerlijk, en ge
bruikten de onmenscheiijkste middelen om
den ouden man te dwingen de bergplaats zij
ner spaarpenningen aan te wijzen. Zij sleep
ten den ongeukkige nalar de keuken en zeg
den hein idlat hij! zonder genade ging ver
moord worden, indien hij zijn geld niet afgaf.
De mjan wees eene kas aan, zeggende dat
daar in een houten doosje, zijn spaargeld iag.
De bandieten braken de kas open, en Von
den er 300 frank. Daarmede waren zij niet
tevreden. Zij: herbegnonen den sukkelaar nog
wreeder te mishandelen, totdat hij eene twee
de bergplaats aanduidde; eene marmit onder
de assche van den heard bedolven. De ban
dieten haaiden de marmit te voorschijn en
vonden er nog 300 fr. in. Zij vertrokken
na hun slachtoffer gebonden en den mond
hij middel yan vodden en een grooten rooden
zakdoek gestopt te hebben. Eene uur na het
vertrek der bandieten kwam het slachtoffer
terug tot bezinning. Dank aan zijn ijzersterk
gestel kon de man de boeien loswringen
en haar een naburig huis sukkelen, waar
hij de beste zorgen ontving. Men vreest even
wel dat de onderstaiie mishandelingen nood
lottige gevolgen voor Henri Defreune zullen
hebben. Woensdag avond was zijn tpestand
nogal voldoende.
Een yojarige moordenaar
De echlgenooten Grange, beiden 70 jaar
oud, eigenaars te Chaource, leverden zich
sinds jaren aan den drank over. Schier alle
dagen werd er in dit ongelukkig huishouden
getwist en gevochten. Dinsdag avond was
zulks wederom het geval, en veel heviger
dan het ooit geweest was. Grange wierp zijne
vrouw op de karpet, die voor het bed lag,
en stampte de ongelukkige herhaaldelijk en
met ware razernij; op de borst. Eenige 00-
genblikken Later was de vrouw een ljjk. Een
bijgeroepen geneesheer bestatigde dat vrouw
Grange tien ribben gebroken was. De moor
denaar loochendo evenwel alle plichtigheid.
Men heeft hem aangehouden en in het gevang
van Bar-aan-Seine opgei Toten.
schappij der slaapwagens en M. Stinnes ge
daagd tot betaling van 10.000 mark en eene
jaarlijksche rente van 5.125 fr. tot op 65jari-
gen ouderdom.
M. Stinnes heeft 20 000 mark ineens aan
geboden. Da rechtbank van Duisburg is nu
met deze zaak bezig.
Akelige klucht.
Twee leerjongens eener fabriek, nabij
Cassel, wilden zich vermaken en vonden
niets beters dan een felle electrische stroom
in betrekking te stellen met een deurklink.
De eerste werkman, die de klink vastpakte,
werd de hand ineens afgerukt. Een zijner
vrienden snelde hem ter hulp zonder te weten
wat er gebeurd was. Hij nam ongelukkiglijk
ook de klink vast en werd op den slag ge
dood.
A anslag tegen een processie
Op Paaschzondag heeft er elk jaar eene
groote processie plaats te Chamuska doch
dit jaar hadden de overheden ze verboden.
De bevolking drong zondag in de kerk, nam
de heiligenbeelden en richtte uit eigen bewe
ging de processie in. De inwoners, die den
godvruchtigen stoet volgden, waren ten
getalle van vijf' duizend. Eene republikein-
sche tegenbetooinghadplaats. Twee bommen
werden in het midden der processie gewor
pen en doodden en kwetsten verscheidene
personen. Een echt gevecht volgde tusschen
katholieken en republikeinen en slechts met
dc grootste moeite kon de orde hersteld wor
den. Er zijn in 't geheel vijf dooden en een
dertigtal gekwetsten.
A ardbeving
Eene geweldige aardbeving heeft Vrijdag
de inwoners van Solve met schrik geslagen.
In zekere wijken der stad werden de huizen
beschadigd. Duizende kubieke meters kiezel
steen zijn van den berg op de haan ge
rold. Te San-Francisco heeft men ook de
aardtriüing gevoeld. Er zijn evenwel nergens
ongelukken yan personen te betreuren.
Wal eene verstrooidheid kost.
M. Hugo Stinnes, een der grootste nyveraaj's
in de Rijnstreek, bevond zich laatst in de
statie van Duisburg, wachtend op den luxe-
trein Hamburg-Genua. Ilij stond te pralen
met eenen vriend en zij1 waren zoo zeer jn
hun gesprek verdiept, dat de trein binnen
kwam, weer wegreed, zonder dat zij het be
merkten. Op 't laajste oogenblik echter wer
den zij ydoor eenen bediende verwittigd. M.
Stinnes snelde naar den trein, sprong op
de voetpiank en duwde de eerste de beste
portel open. D,at was nu juist de portel van
de keuken van den restauratiewagen en toen
AI. Stinnes ze openwierp, trof zij: het hoofd
van den eersten kok, Wienecken, die ayn. 't
werk was. De ongelukkige, een man ,van
35 jaar, kreeg eene schedelbreuk, die maan
den zorg heeft vereischt om te genezen. Maar
Wienecken kan zijn beroep niet meer her
nemen. De geneesheeren hebben vastgespeld
dat hij de helft van zijne beroepsbekwaam
heid heeft verloren. Hij: heeft dus de maat-
Te Moskouin het Alexandroff 's Ge
slicht, is eene vrouw van 120 jaar oLud,
Orloff genaam, overleden. Zij had Napoleon I
te Moskou gezien.
Verslag der openbare vergadering van Za
terdag 6 April 1912.
De vergadering wordt cm 6 uie geopend
onder't voorzitterschap van M. Coiaert, Bur
gemeester. Waren er tegenwoordig de hee
ren Fraeijs de Veubcke en Vanden Boogaar
de, Schepenen raadsleden, de heeren Fiets,
Vanderghote, D'Huvettere, Bouquet, Sobry,
I weins d'Eeckhoutte, Lemahieu, Bieluyck,
Begerem, Baus, Seys, Struye.
Het ambt van Sekretaris wordt door M.
Boudry vervult.
minste kans op goeden uitval. Een handvol
boeren vermogen niets tegen een leger dat
geheel Europa doel schrikken.
Op dien stond trad Pieter Draevelinck in
de herberg. Hij: was op zijn zondagsch fcn
had eenen Republikeinsche.n hoed op het
hoofd.
Bij de verschijning van' den bultenaar, be
gonnen de jongelingen te lachen, en Ed
ward vroeg: i
Pieter, zijt gij reeds werkelijk generaal
De aangesprokene wierp het hoofd achter
over, stak de borst vooruit, gaf aan Zijn ge
laat eene norsche uitdrukking, en zegde met
statige stem
Burgers, eerbied voor den vriend van on
zen wijzen en dapperen commissaris
Uw vriend is de grootste schurk, die
op de aarde loopt, gromde Victor.
k Mijnheer Cielaert, gij hebt nooit .beter
de waerheid gezeid, grinnikte de bultenaar.
Waar zijt gij aan dien smerigen Sans-
culottenhoed geraakt vroeg Edward.
Bij eenen koopman, in oude kleederen
te Gent. Gaai' ik de sleepdrager van zijne
majesteit Raeveloos ben, moet ik ter gele-
geheid van het Decadi-feest, als een echt
Jacobijn voor den dag komen. Gij gaat toch
dit feest bijwonen, nietwaar, jongens
Het bevel van Jaak liet ons oijverschillig,.
morde Draeman. Maar aan het verzoek van
mijnheer van Vaerenberghe, die ons bad den
commissaris geene stof tot ongenoegen te ge
ven, hebben wij niet kunnen wederstaan.
Vrienden, weest voorzichtig,sprak Pie
ter nu zeer ernstig. Mijnheer de meier be
tracht enkel uw welzijn. Men moet soms een
klein kwaad laten gebeuren om een groot
te vermijden. Maakt toch dep commissaris
en de gendarmen niet kwaad. Ziet of hoort gij
dezen namiddag iets op het dorpplein, dat
niet aanstaat, denkt: «De Republiek zal niet
lang leven. en wordt niet gram. Ik ken
de gendarmen reeds op mijn duimpje. Het
zijn halve duivels. Ik geloof piet, dat er een
onder hen is, die ten minste geen half dozijn
moorden op het geweten heeft. Daar gij allen
op Jaaks boekje aangeteekend staat, zouden
zij niet wachten naar u te schieten, indien gij
op hunne teenen durfdet trappen.
Wees genist, Pieter, wij zullen kalm blij
ven, verzekerde Draeman.
Maai' ook een .woordje spreken, als hel
noodig is,voegde Victor erbij:.
Mijnheer Cielaert, laat mij toe het u te
zeggen: gij zijt een weinig te hevig.» sprak
de bultenaar. In dezen ongelukkigen lijd is
zwijgen diamant weerd. Ik moet bijna geheele
dagen witzwartnoemen. Dat is zeer
moeilijk, maar ik doe het om beterswil. Doe
zooals ik en gij zult er best mede varen.
Victor trok grommend de schouders op.
Is er geen nieuws. Pieter vroeg Edward.
«Wonderlijk nieuws,» grinnikte Draeve
linck. 't Was dezen nacht alweder kermis in
de «gendarmerie». Ik heb veel toeren moeten
«doen ter eer»e van die nieuwe leden van
onzen municipalen raad.
Is er een nieuwe municipale raad
Ja, gisteren avond is er tijding uit Brus
sel gekomen. Brouwer Stijns, pachter Vael-
man, en notaris van Hove, die sedert zoolang
van den raad deel maakten, hebben .plaats
moeten maken voor Raeveloos, Philip Schep-
paert en Door van Acker, Mijnheer Van Vae
renberghe is meier gebleven.
Een gemor van afkeer ontstond in de ge
lagkamer en Victor bromde:
Philip Scheppaert, die van den morgen
tot den avond dronken is, en Door Van Acker,
de baldadigste kerel van Vüereghem Door
zulke kerels zouden wij ons moeten laten be
sturen! Zal de meier nu nog afkomen met
het woordje voorzichtigheid, wanneer wij
hem verzoeken kort spel te mogen maken
met het gespuis, dat hier baas sjieelt
<2 Troosten wij ons, mijnheer Cielaert,
lachte de bultenaar. Na het onweer, zijn üe
velden veel schooner dan vroeger. Is het
niet zóó, baas Ileyndrickx
«Zeker, zeker» antwoordde de waard, ter
wijl hij Pieter een glas bier toereikte.
Draevelinck dronk mei veel smaak eenige
teugen en sprak daarna:
Ik geloof dat er vreemde dingen in ons
gemeentehuis zullen gebeuren. Zeker is het
mijnheer de meier bij dje nieuwe raadsleden
op zijn gemak niet zal zijn. Jongens, gij
hebt niet veel tijd meer. Het is frijna half
drie. Vergeet niet dat Faas Reutels, in den
naam van den commissaris, in alle straten
van hei ttorp geroepen heeft, dat alwie^ zonder
gewichtige redenen, het feest niet bijwoont,
eene boet betalen zal.
Jaak zal wel wachten totdat wij komen,
om het apenspel te laten beginnen,morde
Victor.
De bultenaar dronk nu zijn bierpot ledig
en zegde, onder het maken van eene koddige
buiging
Goeden dag, burgers. Ik moet mij haasten,
want de commissaris kan mijne hulp niet
missen.
Daarna liep hij de herberg uit.
Volgen wij hem.
Vijf minuten later kwam Draevelinck op
het dorpspzlein.
Hier waren vele menschen vergaderd. Er
was echter geen geestdrift bij de lieden op tf
merken. Zij zagen er, integendeel, bedroefd
of vergramd uit.
liet is geene vroolijke kei-mis, wanneer
men de menschen moet bedreigen met eene
geldboet oirt hen uit hun, huis te krijgen
zegde Pieter tot zich zeiven. Ik vrees dat
zij niet goed zal afloopen, want Victor Cie
laert heelt gjet jeel geduld.
Nu jdrong hij door het volk, totdat hij
dicht bij den vrijheidsboom gekomen was. Hier
stuitte*" hij: tegen eene omheining van houten
palen. Binnen die omheining, nevens den
boom, was eene toonbank yan planken ge
plaatst, waarop eenige bloemkronen, een groo
te stapel brooden en een npgerold papier ia-
gen. Rond dit Verhoog stonden een zestal
gendarmen met norsche blikken haar de dor
pelingen te kijken. Langs het paalwerk zag
men eene houten bank. Hierop zaten twaalf
der oudste mannen van het dorp. Deze lie
den keken bedrukt vóór zich, als ootmoedige
beschuldigden, 'die hun vonnis afwachten. Te
gen den stam van den vrijheidsboom stond
een lange man., als veldwachter gekleed. Hij
hield een lange sabel in de hand en keek
bang, nu eens naar de gendarmen, dan naar
de lieden, die buiten het paalwerk waren. De
twee laatste personen, die zich binnen de om
heining bevonden, waren de meier en de
commissaris. De eerste hield de armen over
de borst gekruist; hij scheen k^lm e* liet
de blikken over d.e menigte dwalen. De tweede.
Raeveloos, was opgesmukt als een pauw en
sprak, met eenen uiterst vriendelijken lach
op de lippen, tot de bedrukte ouderlingen,
die zijne gezegden enkel door een bijna on
merkbaar knikken of schudden van het hoofd
beantwoordden.
Wordt voortgezet.)