DIKKE ZADEN.
MELKERU-
aan
he t Nieuwsblad van Yper Zaterdag, 29 Juni 1912
Oordeelende naar het prachtig
uitzicht onzer graanvelden tijdens
den Winter en in den beginne der
Lente, heeft men in verscheidene
bladen reeds geschreven dat de
oogst rijk zal zijn en voorzeker de
gemiddelde opbrengst der gewo
ne jaren zal overtreffen.
Wij hebben die zienswijze niet
gedeeld en daarom schreven wij
hier, op deze zelfde plaats, in het
begin der Lente Men hoort links
en rechts bevestigen dat er dit
jaar geen nitraat noodig is op de
wintergranen dit is eene dwa
ling.
De Winter was zoo zacht, dat
de groei bijna niet onderbroken
is geweest, doch ook is de nitri-
ficatie bijna niet onderbroken ge
weest, zoodat in den akker geen
voorraad stikstof meer zal zijn
om een sterken oogst te vormen
Aldus redeneerende, steunden
wij op de ondervinding van het
vorige jaar. Op hetzelfde tijdstip,
een jaar vroeger, schreven wij
inderdaad het volgende De gra
nen hebben zich sterk ontwikkeld
in den Herfst en alsdan reeds eene
groote hoeveelheid stikstof ver
bruikt. in den Winter zijn er maar
weinige dagen van sterke vorst
geweestdaarenboven was de
grond beschut door het dicht uitge-
stoelde graan, zoodat gedurende
de geheele wintermaanden bijna,
de nitrificatie zich heeft voortge
zet. De gevolgen daarvan zijn 1°
Verlies van genitrifieerde stikstof
gedurende den Winter2° Krach
tige ontwikkeling van de planten
in het eerste groeitijdperk der
Lente, dank aan de reeds opge
nomen stikstof3" Ontoereiken
de stikstof voor verdere ontwikke
ling en graanvorming.
De landbouwers hebben kun
nen waarnemen dat onze vooruit
zichten zijn verwezentlijk gewor
den en nu ook kunnen wij reeds
voorspellen, dat de opbrengst aan
graan niet zal beantwoorden aan
t de verwachtingen van vele land
bouwers
Wij hebben eenen oogslag kun
nen werpen op de roggevelden in
de provinciën Limburg, Antwer
pen en Brabantoveral zijn wij
getroffen geweest én door de
bleekgele kleur der nog groeiende
halmen én door het groot getal
kleine aren, wier lengte slechts
4 tot 5 centimeter bereiktde
zaden zullen fijn blijven en de
oogst zal vóór het gewone tijdstip
kunnen plaats grijpen. Stroo zal
er in overvloed zijn en ook van
goede hoedanigheid, de op
brengst aan graan zal de goede
middelmaat niet bereiken.
Wij hebben ook het genoegen
gehad eenige velden te bezoeken
van landbouwers, die onze raad-
16
gevingen van het vroegjaar in toe
passing hadden gebrachtniette
genstaande het prachtig uitzicht
van hun roggeveld, hadden zij
toch nog wat Chilinitraat uitge
strooid. ofwel deze meststof ver
vangen door vloeimest. Reeds van
op afstand kon men die landerijen
onderscheiden,door hun levendig
groen en ook door de prachtige
ontwikkeling der aren.
Wij willen met deze waarne
mingen, die eene goede les voor
de toekomst bevatten, ons artikel
niet eindigen, maar ook nog een
woord toevoegen over den huidi-
gen toestand onzer akkers.
Elke landbouwer moet in aan
merking nemen, dat de onder
grond geen grooten voorraad
water bevat. Zelfs indien de
Zomer niet overdreven droog
wordt, zullen toch de gewassen
niet zooveel water kunnen ver
dampen, als zij zouden noodig
hebben om uit eenen weinig
vruchtbaren grond genoeg voe
l'dingspstoffen op te nemen.
De ondervindingrijke landbou
wer zal daaraan reeds gedach
hebben,toen het land werdgereed
gemaakt voor haver, zomergars
en aardappelen, maar allen moe
ten eraan denken voor de teelt der
na- of tusschenvruchten.
Wanneer een grond maar wei
nig water inhoudt, moet de voor
raad voedingsstoffen des te groo
ter zijn.
Wie vroeger steeds rekende op
de nawerking der hoofdbemes
ting, zal nu voor de navruchten
beslist moeten superphosphaat,
potaschsulfaat of chloorpotasch
en chilinitraat aanwenden, wil
hij niet blootgesteld zijn aan de
noodlottige gevolgen van voeder
gebrek voor het vee.
Vergeten wij niet, dat eene
overvloedige bemesting grooten-
deels in gebrek aan water kan
voorzien.
De bemesting der navruchten
zal in het volgend nummer behan
deld worden.
Ara.
De tuiniers moeten niet vergeten
dat op dit tijdstip des jaars de asperge
volledig moet bemest worden.
Zoodra de plant nu mag doorschie
tenmoet ze overvloedig voedstoffen
vinden om tot voorraad opgenomen
ie worden voor de volgende lente
Geeft per are 8 kg. superphosphaat,
4 kg. chloorpotasch en 7 kg. Chili
nitraat.
Ontbranding van hooi. Men
weet dat er in te vochtig ingeschuurd
hooi verhitting ontstaat, waarvan
zelf-ont bran ding het gevolg kan zijn
Daartegen kunnen, volgens M. E.
Mer, de volgende voorzorgen worden
genomen
l°Nooit gias binnenbrengen op den
dag dat het gemaaid werd altijd eeni
ge dagen het hooi op de weide laten
opdat het water zou kunnen verdam
pen.
2° Nooit te dikke lagen hooi in eens
opstapelen men strooie het hooi over
de gansche oppervlakte van den schelf
uit, en zoo men over- 'wee bergplaatsen
beschikt, brengt men beurtelings op
elke eene laag hooi aan.
3° Het hooi moet nauwkeurig uiteen-
geworpen worden, opdat er zich geen
pakken of nesten vormen ook moet
men hetzelve niet te vast aanduwen,
wanneer het niet zeer droog is.
4° Een houten vloer is' beter op den
hooischelf dan een steenen.
5° Toch moet men uit vrees van ont
branding niet al te lang hooien, daar
door verliest het hooi zijne goede hoeda
nigheid.
't Is beter dat de gisting, welke
onvermijdelijk tot stand komt, in de
mijten en niet in dé schuur plaats
grijpt.
7° Ondervindt men dat de verhitting te
sterk wordt, dan kan men uit den hooi-
stapel diepe lagen hooi uittrekken.
Bruin hooi. Wanneer in den
hooitijd het weder ongunstig is. kan
men om bruin hooi te maken als volgt
te werk gaan Wanneer het gras droog
genoeg is geworden, zoodat men het
hoort ruischen wanneer het bewerkt
wordt, dan zet men het in mijten: de
hooilagen worden goed vast aange>
drukt en de mijt wordt met een strooi
en dak gedekt. Ntf korten tijd ontstaat
de gisting en het hooi wordt zeer heet
in de mijt. Na 4 of 5 weken is deze ver
hitting voorbij en het hooi kan binnen
gebracht worden. Eene te hoogever
hitting (-f- 100°) waardoor er zeifont
branding ontstaat, moet vetmeden wor
den het is dus noodzakelijk van tijd
tot tijd den warmtegraad in de mijt te
onderzoeken, en dezelve te openen zoo
dra men vreest voor ontbranding. Te
groote mijten stellen aan te groot ver
lies bloot men zal slechts 2000kg. dro
ge stof per mijt ophoopen
ln Beieren wordt bruin hooi gemaakt
met gewoon hooi, dat nog betrekkelijk
veel vochtigheid inhoudt en waarbij
men 1 tot 2 keukenzout voegt.
Het gebruik van keukenzout bij het
in bergen van gewoon hooi is toch
altijd aan te bevelen.
Bemesting van afgemaaid gras
land.Het hooien zal aldra een vol
trokken werk zijn. Sommige heepaden
zullen eene overvloedige, andere- ee e
te geringe opbrengst hebben opgele
verd. In beide gevallen moet de beemd
verzorgd worden. Immers, na een over
vloedige opbrengst zijn er veel voeden
de bestanddeelen uit den grond der wei
de verdwenen en was de opbrengst
maar gering, dan zal het wellicht moe
ten toegeschreven worden aan een
ontoereikenden voorraad voedingsstof
fen. In beide gevallen moet men na de
eerste snede bemesten en, hoe winstge
vend deze handelwijze ook zij, toch
wordt ze maar zelden in toepassing
gebracht.
Men kan per hectare uitstrooien 500
tot 600 kg. metaalslakken en 200 kg.
kaïniet. Op drogen grond kan super
phosphaat de metaalslakken vervangen
De ontwikkeling der grasplanten zal
men bevorderen door het uitstrooien
van 150 kg. sodanitraat per hectare.
terugbetaalt voor de moeiten, die men
aan dit werk besteedt.
De distels kunnen uitgeroeid worden
door uittrekken bij middei van eene
houten tang, of door uitsteken met een
distelmes, hetwelk bestaat uit een
scherp en puntig lemmer aan een stok
bevestigd.
Het uitsteken is spoediger verricht,
doch het werk is niet zoo doelmatig,
want op den overgestoken wortel kun
nen nieuwe stammen uitspruiten en
dan moet men het werk herbeginnen.
Al is dit werk wettelijk voorgeschre
ven, toch blijft het veelal onverricht en
wordt de akker van den .zorgzamen
landbouwer doorde nalatigheid van een
buurman bedorven. De openbare bestu
ren moesten daar beter de hand aan
houden ze zouden eerstens zei ven moe
ten zorgen voor het uitroeien van de
distels langs de openbare wegen en
daarna de distels ook doen uitroeien op
de akkers der nalatige landbouwers,
doch op hunne kosten natuurlijk.
De uitgeroeide distels kunnen tot vee
voeder gebruikt worden de varken?
eten ze en, zoolang ze jong en niet te
hard zijn worden ze ook, ondanks de
stekels, door paarden en koeien ver
bruikt. Wanneerze hard zijn, moeten
ze gepletterd worden. Ziehier de
gemiddelde samenstelling van groene
distels.: Water 86.7 droge stof
13.3o/ostikstof bestanddeelen 2.9 vet
stoffen 0.9 stikstofvrije deelen 6.4 cel-
stof 1.4, minerale stoffen 1.96.
F. P. della Campagne.
(Nadruk verboden)
Op elke tafel, waar fruit wordt
opgediend, zou eene kom niet trisch
en zuiver water moetenter beschik
king der aanzittenden gesteld wor
den.
Verleden jaar kwam, vooral uit
Frankrijk, meermalen de tijding van
vergiftiging door het eten van onge-
wasschen druiven.
Sedert men allerhande stoffen,
arsenic, koper, zwavel, kalk enz.
gebruikt om de druiven tegen hare
vijanden te beschermen, is de druif
een gevaarlijk fruit geworden.
Nooit zou men eenig fruit moeten
eten, zonder hetzelve voorafgaande
lijk af ie spoelen, dit eischt de rein
heid en de gezondheid.
vens de kiem, ook het voedsel voorde
eerste ontwikkeling inhoudt. Hoe dik-
ter zaad, hoe krachtiger kiem en hoe
grooter de voorraad bestemd tot de eer
ste ontwikkeling.
Eene krachtige kiemontwikkeling is
een schutmiddel tegen de ziekten en de
wederwaardigheden bij het begin van
den groei.
Hiermede zijn het de verstandige land
bouwers overigens eenshet is door nala-
tigheid, door slecht berekend winstbe
jag of door valsche spaarzaamheid dat zij
verkeerd handelen.
Talrijke proefnemingen hebben op
ontegensprekelijke wijze bet voordeel
van de zware zaden bewezen. Men zou
een boek kunnen schrijven over de bewij
zen van Lehmann, Schribaux, Hickx,
Dabney en vele anderen. Altoos heeft
men be vonden,dat uit de zwaarste zaden
de sterkste stengels, de best ontwikkel
de wortelen,de grootste en ook de beste
opbrengsten voortspruiten.
De vermeerdering van opbrengst door
zwaar zaad verkregen bereikt soms
50 °/o. Ook de vroegrijpheid is een onbe
twistbaar gevolg van de deugdelijkheid
van het zaad.
Teveel landbouwers zijn ongelukkig
lijk genegen om de beste granen en za
den te verknopen omdat ze duurder wor
den betaald zij bekommeren zich niet
om de goede hoedanigheid der zaden die
op hun eigen erf zuilen gebruikt wor
den zij offeren de toekomst aan het
heden op en vefgeten dat de zaadkeus
een vraagstuk van het allereerste belang
is, niet alleen uit het oogpunt van land
bouw beschouwd, maar ook uit het oog
punt van handel en zelfs van maat
schappelijk belang, vermits de goede
zaden de hoogste opbrengst geven tot
voeding van het grootste getal men
schep op een kleinstejoppervlakte.
F. d'Amay
Nadruk verboden)
Distelverdelging. Jaarlijks zien
wij in alle gemeenten de voorschriften
aanplakken nopens distels- en rupsen-
verdelging en toch blijft dit werk van
openbaar nut eene doode letter. Het
vernielen van distels wordt maar al te
zeer verwaarloosd, alhoewel de ver
meerdering van opbrengst rijkelijk
In het zaad ligt de kiem van het gewas,
welk zal opgroeien zooals dat waarvan
het zaad voortkomt. Het zaad vervult dus
een belangrijken rol, waarover veleland
bouwers en zaadhandelaars zelfs maar
een klein denkbeeld bezitten. Yoor deze
laatsten vooral is het zaad eene gewone
handelswaar, die op zicht wordt verhan
deld, zonder dat ze zichbekommeren met
de innerlijke hoedanigheden der zaden.
Het staat nochtans boven allen twijfel
dat bij de planten de overerving bestaat
zooals ook bij de dieren. Terwijl in vee
teelt nauwkeurig wordt nagegaan wel
ke eigenschappen op de afstammelingen
zullen kunnen overgezet worden, ver
waarloost men zulks meestal zoowel bij
hetzaad kweeken als bij hetzaadaankoo
pen. Niet alleen moet er aandacht
geschonken worden aan de reinheid en
dekiemkracht der zaden, ook moet men
den omvang en het gewicht in aanmer
king nemen, want hiermede staat de
handels- en ook de landbouwwaarde in
rechtstreeksche verhouding.De dikste en
zwaarste zaden brengende best ontwik
kelde gewassen voort. Ditisgemakkelijk
om begrijpen, aangezien hei: zaad, bene-
De melkerij-werktuigen moeten
zorgvuldig worden onderhouden
en bij het reinigen moet men som
mige voorschriften in acht nemen,
welke weieens mogen herinnerd
worden aan de landbouwers.
De gebruikte gereedschappen
zijn van hout of van metaaldeze
laatste zijn het best geschikt op
voorwaarde dat ze van goed fabri
kaat zijn en zoo weinig mogelijk
hoeken of naden bevatten.
Gebruikt men houten werktui
gen, dan zal men er op acht geven
dat ze in de spleten, die zich kun
nen voordoen, geen microben her
bergen. Zulke voorwerpen mogen
toch niet met de versche melk in
aanraking komen, ze kunnen
enkel dienen bij de bewerking
der boter. Om ze te reinigen wor-
nen ze eerst in heet, daarna in
koud water afgewasschen, dan
zal er geene boter aankleven.
Alle gereedschappen moeten
onmiddellijk na het gebruik ge
reinigd worden, eerst met lauw
warm, daarna met kokend heet
water. Gebruikt men te heet water
voor de eerste afwassching, dan
kookt de melk ter plaatse en kan
moeilijker verwijderd worden uit
de spleten, waar zich dan eene
L
ANDBODW