SpreeKdraad 58 OPGEPAST 21 Juli CONCERTEN Droevige Dagen m m Öp Zaterdag '20 Juli 1912 5 centiemen 't blad 47e jaar. Talnaerk 24-11 Te trekken bij den Uitgever, 7* 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodsc'hapmzen ofte post, tegen 8 frank 's jaars Dagklapper Evangelie van den 8en Zondag na Pinksteren Nationale Feestdag" te te te ëjp ësp ys y& y$ y$ y$ Algemeen Stemrecht Een Gevaar blijf bij uwe leest Over Vlaamsche Beweging 11 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en *s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, Tk 36, te Yper. Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen "t blad is "t o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE Havap, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN Yper, van al die buiten Oost-& West Vlaanderen wonen. van den 20 tot den 27 Juli z 20. S. Jeroon Emiliaan, f 1537. He Mar- griete, mgm. - S. Bolpe (Wilgefortis). 2 21. H° Praxedes. H« Fastrada, moeder van Gregoris van Utrecht. - S. Victor, m. 22. He Maria Magdalena. 23. H. Apolinaris, bm. De heilige m. van Roermond in 1572. to 24 H. Kerstine (Christina) mgm. en He Ker- stiné. de wonderbare mg. van Brusthem bij St Truiden,f 1224. 25. S. Jacob de meerdere apostel. S. Christoijels, m. H« Valentina, mgm. y 26. - He Anna, moeder der H. Maagd. 05 05 05 05 0* 05 05 05 05 05 Te dien tijde zeide Jezus tot zijn leerlingen deze gelijkenis: Er was zeker rijk man, die een rentmeester bad. En deze werd bij hem bechul- digd, dat hij zijne goederen verkwitstte. En Hij ODtbood hem en zeide hem Waarom hoor ik dat van u Geef rekenschap van uw rentmeester schap, want g\j kuntrgeen rentmeester blijven. Maar de rentmeester zeide bij zichzelf: Wat zal ik doen Want mijn heer ontneemt mij het rent meesterschap. Snitten kan ik niet, te bedelen schaam ik mij. Ikjjweet wat ik doen zal, opdat ze mij, als ik uit het rentmeesterschap ontzet ben, in hunne buizen opnemen. En hij ontbood één voor één de schuldenaars van zijnen beer, en hij zeide tot den eersten Hoeveel zijt ge mijnen heer schuldig Deze zeide Honderd vaten oliie. En hij zeide hem Neem uw schuld brief, en ga vlug zitten, en schrijf vijftig. Weer tot een anderen, zeide hij Maar gii hoeveel zyt va schuldig: Honderd mud tarwe. Hi; zeide hem Neem uwe papieren en schrijf: iTachtig. En de heer prees den bedriegeiijken rentmeester, omdat hü voorzichtig gehandeld had. Want de kinderen dezer wereld zijn voorzichtiger dan de kinderen des lichts, wat hun eigen kring aangaat. Ook ik zeg u Maakt u zeiven vrienden door middel van den bedriegelijken mammon, opdat ze, bij uw verscheiden, u opnemen in de eeuwige tenten. s* 5* f» S* sf 5* 'J» y* 't Is nu juist het oogenblik dat de gemeenteraden de lijst der kiezers zullen herzien. Nog altijd zijn er, die tijdens de kiezing klagen dat ze het getal stem men niet en bezitten waarop ze meenen recht te hebben. Anderen hebben vrienden of kennissen die in 't zelfde geval zijn. Het kieswetboek is voor velen te uitgebreid om geraadpleegd te wor den, en daarom hebben wij een tabel opgesteld dienstig voor de herzie ning der kiezerslijsten. Al de in lichtingen zijn]fzoowel geschikt dat men gemakkelijk en duidelijk alle voorwaarden tot het stemrecht kan toepassen. Deze tabel is te bekomen bij den uitgeverj van 't Nieuwsblad, Boterstraat, 36, voor den prijs van 50 centiemen. Onderzoek dus de lijsten en wend u tot de plaatselijke bestieren, of tot het bureel van den Katholieken Bond, Meenenstraat, te Yper, die uw recht zal doen gelden. 05 05 0S' 05 '05 05 05 05 05 05 O lieve Vlaamsche dichterkunst, Gun mij vandaag de gaaf en gunst Ter eer van 't Vaderiand te dichteD, Dat mijne vaad'ren weieens stichtten. Aan Belgie mijne liefdegroet, Uit vrijheidszin en heldenmoed Ontstaan in achttienhonderddertig. Voor vrijheid vroom en strijclensveerdig Een goede Vorst, die veel gemeens Met mijne vaad'ren had, zei>ens De Belgen zijn goê onderdanen Maar willen vrij hun wegen banen, De leeuw wil meester zijn en vrij, En duldt noch dwang i och slavernij. Dat leerd' in achttienhonderddei tig Een koning die 't Volk onbermhertig, Stiefvaderlijk behacdl6n dorst, Maar zijnen naam verloos van Vorst. Het Volk koos eenen nieuwen Koning, Die, op den dag van zijne kroning, 't Land vrijheid, werk en liefde schonk, En Belgie's lot aan 't zijne klonk. Mijn hert is gansch aan U. Mijn Zonen, Riep Leopold, en ik zal toonen Hoe ik uw land en leven min, Ik ben aan U met ziel en zin En inderdaad die wijze Koning Schonk vrede en vrijheid aan elks woning, Prees d'onderlinge vriendschap aan, En vlijt om steeds vooruit te gaan, Terwijl hij wijslijk vriendschapsbanden Aan 't vlechten was met alle landen. Hij heerschte vier en dertig jaar, En weerde zorgzaam elk gevaar, Hij minde 't. Volk en 's Lands belangen, En bracht ons hoog in 's werelds rangen. Zijn zoon, zijn groote Leopold, Verhief nog meer op 's werelds bol 't Geliefkoosd land van zijnen Vader. Hij dreef de Belgen al te gader Naar hooger wil en werkzaamheid Eu buitenlandsohe bezigheid. Hij gaf ons Congo te beschaven, Aldaar ons meesterschap t'handhaven, En roem en rijkdom op te doen, Tot meerder eer van 's Lands blazoen. Hij kon binst vier en veertig jaren De vrede met elk land bewaren, De rust met 't werk doen sameDgaan, En 't Land voor goed doen voortbestaan. Hij schonk ons Land en Congo samen Aan zijnen goeden en bekwamen, Zijn welbeminden broeders zoon, Die weerdig was van Belgie's troon. 't Land juichte onlangs, in het jaar negen, En toond' hoe 't Albert was genegen, Toen Hij met zijne Elisabeth De Kroon wierd op het hoofd gezet. Nu viert 't Land weder zijnen Koning, Zijn vrede en rust in ieders woning, Zijn voorspoed, kunstroem en geluk, Zijn vrij zijn van elk vreemde juk. Welaan 's Lands vrij zijn weze op heden Gevierd, gefeest in feestlijkheden En aan den Meester van t Heelal, Aan God, zij lof en dank vooral. STAD YPER op Zondag 21 Juli 1912 ter gelegenheid van den Om 7 1/2 ure 's avonds, Beiaardconcert, door den stadsb&iaardier M. N. 1GODT. Programma 1. Brabanqonne. 2. Congo. Cyr. Tieberghien 3. Vous êtes jolie. Paul Delmy 4. Raopelle-toi. Georges Rupès 5. Van't schoone wiedsterke E. Hullebroeck 6. De kwikstaart. id. 7. O groene linde. J. Pauwels 8. O 't ruischen van het ranke riet. P. D'Acosta 9. Quand l'oiseau chante. D. Tagliafico 10. Strijd. A. Meulemans 11. Vers l'avenir. Gevaert Om 9 ure 's avonds, Concert door het Stads- muziek, onder,/ de leiding van M. J. WITTEBROODT. Programma 1® Deel 1. Allegro militaire. XXX. 2. Jeanne Hackette, ouverture. Allier 3. Hommage a lamémoire de Grétry. Van Calck 4. Giriméo Polka concertante pour petite et grande clariuette. D. Gatti 2e Deel 5. Marche triomphale. Paul Gilson 6. Démons et fées, danse caractéristique. J. Heymans 7. Hommage au Roi, caprice patriotique. Van Herzeele Nu dat de gemoederen tot hunnen gewo nen toestand beginnen terug te keeren mogen de Belgen de vraag stellen Moet het iemand spijten dat de katholieken overwon nen hebben. De socialisten zullen zeggen Nu krijgen wij het Zuiver Algemeen Stem recht niet, het eenig middel tot verbeteriug van onzen toestand. Daarop rijst onmiddelijk eene andere vraag Is het beter voor de werklieden daar waar Zuiver Algemeen Stemrecht bestaat In Frankrijk, bijvoorbeeld Daar bestaat het Algemeen Stemrecht na genoeg zooals onze socialisten het zouden willen. Frankrijk was in 1870 de eerste natie der wereld nu staat het op den vierden of op den vyfden rang. Per hoofd gerekend, onder ekonomisch oogpunt, staat Frankrijk weeral op den 4en of 5en rang, Belgie op den eersten ver uit. Is het in Frankrijk beter voor de werk lieden In Belgie hebben de werk!ieden een ouder domspensioen het is maar 65 fr. en men mag weldra verbetering verhopen. In Frankrijk zijn nog geene ouderdoms pensioenen er is wel eene wet op, maar die zal binnen 30 jaren vruchten afwerpen. Er is daar geene Bpraak van er verbetering aan toe te brengen. In Frankrijk, 7 fr. per 100 kilos rechten op tarwe zeer hooge rechten op tabak, koffie, stekskens, verkenvleesch. In Belgie niets van dat alles. In Frankrijk alle zonen soldaat. In Belgie een zoon per huisgezin. Zeg, wat zijn de Franschen met hun alge meen stemrecht gevorderd. In Portugaal joeg men over een paar jaar den Koning wee, het ging slecht voor de werklieden in Portugaalde republiek zou beteinis brengen. Het algemeen stemrecht bestaat er, maar bet Republikeinsche voorloopig bewind wachtte eerst 6 maanden eer het kiezing hield, en dan legde het de zaken zoo aan boord dat geen enkel kandidaat, die niet Republikeinsch was, zich kon aanbieden. Men hield hem aan eu stak hem in den bak. Al de gekozen waren natuurlijk republi keinen. De toestand verbeterde niet, maar ver slechtte nog. Gedurig braken onlusten uit, omdat het volk noch werk noch briod had. Zijn algemeen stemrecht heeft hem in niets geholpen. Wat den raDg van Portugaal betreft,onder handels- en nijverheidsoogpunt, Portugaal komt heel aan het steertje op den 20 steu en 25 sten rang. Genoeg niet waa Dat bewijst volkomen dat het algemeen stemrecht in 't geheel niet de beste gouvernementen vormt. s# .y$. iff st$ Ëf' In de Figaro een Parijzerblad, onder den titel Een Europeesch gevaar, schrijft deffieer Emiel Oilivier een artikel, waarin het volgende vooikomt, nopens algemeene werkstaking. De dingen welke zich te gelijkertijd voordoen in Engeland,in Belgie en in Frank rijk, werpen een vraagstuk op, dat de sa menleving tot hiertoe nog niet gekend heeft: een ontzaggelijk vraagstuk, aau hetwelk niet enkel den voorspoed en den vrede ver bonden zijn, maar weldra het bestaan zeiven der natiën. Dat vraagstuk is het volgende Mag er in eenen Staat, een burgerrecht bestaan, dat alle belangen, alle koutrakten, te boven gaat, en waarvan de plotselinge uitoefening, van alle toezicht ontbloot,gelijk van alle bekrachtiging, vau aard zal zijn den gang van alle nijverheden in gevaar te bren gen het maatschappelijk leven stil te doen staan de ellende, het lijden en de tranen te doen heerschen. Mag het toegelaten zijn aan eenige politie kers, die in de eene of de andere werkbeurs verccholen zitten, naar hunne beliefte, op het onverwachts, in een land dat enkel vraagt te kunnen werken, een soort van doodendar s van opstand te blazen, en alle betrekkingen met de buitenwereld af te breken, en ons af te zonderen in eenen wilden nood Zou zulk recht, indien het bestond, geene barbaarscbheid zijn, slechter dan de ariBtokratieke en monarchieke verdrukkin gen. Ik ben er vast van overtuigd De vraag welke de heer Oilivier opwerpt is van het hoogste gewicht. Zij luidt, kort samengevat, als volgtMag het aan iemand toegelaten zijn de algemeene werkstaking uit te roepen huisgezinnen in ellende te dompelen de nationale nij verheid verlies te doen ondergaan en haar bestaan in gevaar te brengen, evenals de openbare rust en veiligheid. Vroeger waren de ambachten en bedxijven geregeld werkstakingen waren verboden dat gaf aanleiding tot misbruiken en de re geling en wetten werden afgeschalt. Doch de onbeperkte vrijheid, dreigt ook aanleiding te geven tot misbruiken daar ook zal eene tegenwerking uit voortspruiten. '*0k if •-& '*J&, 1# Schoenmaker, Veronderstelt, lezers, dat een schoenma ker, die nooit aDders gewerkt heeft dan met zijne els en zijnen pekdraad, bij eenen meu belmaker komt, dezes werk gadeslaat en hem zegtBuurman, ge werkt verkeerd ge moet den beitel en de schaaf op die ma nier hanteeren ge moet dat meubel niet zoo, maar zóó ineenzetten. Die meubelma ker zal den schoenmaker rap op zijne plaats zetten en zeggen Kameraad, ge zijt zeker niet goed wakker Wat kent ge van mijnen stiel Blijf bij uwe leest. Zoo 00K, indien een metser aan eenen brouwer zou willen leeren hoe hij bier moet brouwen, of een landbouwer aan een archi tect hoe hij de planneu van een huis moet opmaken, enz., die brouwer, die architect, enz. zullen die nieuwe leermeesters rap aan de deur kegelen, denkende dat er hun in het hoofd iets hapert. En iedereen, die een gezond verstand heeft, zal hun volkomen gelijk geven en het spreekwoord herhalen Schoenmaker, blijf by uwe leest. Maar datzelfde gezond verstand schiet bij velen te kort in zake van godsdienst, bij voorbeeld, om maar.ée'n punt aan te halen, in zake van het lezen der slechte schriften. Aan wie komt het toe te oordeelen welke schriften, boeken of gazetten, slecht zijn? Is het een schoenmaker, metser, timmerman, fabriekant, rentenier, enz. die daarover moet oordeelen Of is dat het vak niet van hen, die door GOD aangesteld zijnom zijnen godsdienst te verdedigen en zuiver te bewa ren, te weten de H. Kerk,;den Paus en de Bisschoppen Ik vraag me dan af, wanneer de H Kerk oordeelt, en de Kerkvergadering van Trente heeft dit plechtig verklaard, dat schriften die den godsdienst (zijn bedienaars, sacra menten. ceremoniën,enz.) eu de goede zeden aanranden, slechte schriften zijn, ik vraag me dan af, zeg ik, op welk gezag een eenvou dige geloovige dan steunt, om te verklaren dat het geene slechte zijn, en ze te lezen tegen het verbod der H. Kerk Ik wil hier nu niet onderzoeken welke redenen, of beter gezegd, welke ijdele voor wendsels iemand kan hebben om zich een schijn van verontschuldiging te geven in het lezen dier slechte schriften. Ik stel maar alleen deze vraag Is het niet aardig dat, in tijdelijke zaken, het spreekwoord Schoenmaker, blijf bij uwe leest gedurig toegepast wordt, maar dat men het niet wi kennen in zake van slechte schriften en, in algemeen, in zake van godsdienst, ËS. sJf S# S# ËS| Sflt S# De Vlaamsche Beweging is dus niet alleen een taalstrijdgelijk het i dikwijls gezegd wordt. Wij weten wel dat Guido Gezelle waarheid sprak toen hij dichtte Die/geen taal heeft is geen naam weerd waar geen taal leeft is geen volk Maar bij het in eere-herstellen der moeder taal de ziel der natie kan de Vlaam sche Beweging zich toch onmogelijk be palen Zij voert ook in haar schild een krachtdadig veroveren der verbeurde vlaam- schejrechten. Doch daarom is zij niet een Mengelwerk van 't Nieuwsblad vanYpernr33 DOOR HON ORÉ STA ES (Overdruk met toestemming van 'f Davidsfonds) Tot hiertoe had ik te vergeefs pogingen aangewend om de schuilplaats van den voortvluchtigen pastoor van Vlieregem te ontdekken. Dezen morgen, echter, werd mij die schuilplaats aangewezen door eene bur- geres uit het dorp, die ik in mijnen dienst genomen heb. Deze vrouw was dezen nacht twee personen gevolgd, die in het poortje van uwen hof verdwenen. Zij had zich achter eenen boom verborgen, was daar tot tegen den morgen verbleven, en verklaarde mij een-en-dertig menschen gezien te hebben, die op deze wijze in uw huis gingen en, na eenigen tijd, terug naar buiten kwamen. Ik dacht dat mijne bespiedster eene spookge schiedenis vertelde, doch toen zij mij zegde dat het heden Allerheiligenis, en al die lieden gewis in het buis van Bavo Bruyninckx te biechten gingen, was het raadsel opgelost. Liva slaapt de pastoor nog Het meisje beefde en gaf geen antwoord de veekoopman rees recht en kermde Burger-commissaris, die vrouw heeft u bedrogen «Uw schrik bewijst dat zij waarheid sprak, spotte Jaak. De wet spreekt zeer strenge straffen uit tegen degenen, die onbe- ëedigde priesters in hun huis herbergen. Verontrust u echter niet: gij hebt het middel in uwe handen om alle straffen van u te keeren. En dit midde! is...?» vroeg Liva met trillende stem. Wordt mijne echtgenoote, Liva, en nie mand zal u, uwen vader of den pastoor deren. Het is waar, ik bega door die toegevendheid eene wetsovertreding maar ik heb aan de Republiek reeds zoovele diensten bewezen, dat zij mij die enkele ongehoorzaamheid aan hare bevelen wel mag vergeven. Het meisje zat gedurende eenige oogen- blikken roerloos vóór zich te staren, terwijl haar vader zuchtte en steende. Dan barstte zij in tranen los en vroeg Bnikkend En indien ik weiger uwe vrouw te wor den Dan, Liva, antwoordde de Sansculot, eenen somberen toon aan zijne stem gevende, zal ik mij verplicht zien de straf te doen uitvoeren, aan het misdrijf verbonden, waar aan gij en uw vader plichtig zijt. Gij zult mij echter die marteling sparen, want ik zou er meer door lyden dan gijzelve. En waarin zal die straf bestaan Vooreerst, uw huis zal in brand gestoken worden. Dat verlies is niet zwaar genoeg om er mij voor te slachtofferen.» Daarenboven zullen al de goederen uws vaders als nationale eigendommen aangesla gen worden. Mijn vader zal, in zijnen ouden dag, liever met mij gaan bedelen, dan mij uwe vrouw te zien worden. De Jacobijn beet van gramschap op de tan den, en ging voort Eindelijk, de gendarmen zullen hier ko men, de burgers van Hoeckeen Bruyninckx binden en wegleiden. Daarna zult gij hem, wien gij het leven verschuldigd zijt, nooit meer zien, daar niemand terugkeert uit de moorddadige luchtstreek, waarhenen de Re publiek hare vijanden doet vervoeren. Een scherpe kreet rolde uit de keel van den veekoopman. Liva vestigde eenen blik van onuitspreke lijke smart op den grijsaard en vroeg Vader, wat moet ik antwoorden Laat mij wegsleuren, kind, zegde Bavo. Ik bea oud en versleten en zal de martelin gen niet lang moeten verduren. Weldra zal ik naar den Hemel mogen gaan, waar ik op u zal wachten. noor die moedige taal versterkt, sprak het meisje En mijnheer de pastoor, vader Mijnheer de pastoor zal, evenals ik, wei geren zijne vrijheid te koopen aan den prijs, dien Jaak voorstelt. Nu keerde Liva zich tot Raeveloos en vroeg Burger, zal ik mijnen vader en mijnheer den pastoor in hun ballingschap mogen ver gezellen Liva, dien troost mag of kan ik u niet vergunnen. Daar gij evenveel schuld hebt als uw va- derzult gij ook aangehouden worden. Terwijl men de burgers van Hoecke en Bruyninckx naar Guyane zal overbrengen, zult gij naar eene gevangenis in Frankrijk gevoeid wor den. Vader, wat zegt hij nu zuchtte het meisje. Kind, verlies den moed niet, steende Bavo. Onze-Lieve-Heer zal immer bij ons zijn om ons te versterken. Een pijnlijke spotlach verscheen thans op Liva's lippen en zij zegde tot den Sansculot Raeveloos, uit onze woorden kunt gij opmaken, welk antwoord gij van mij te ver wachten hebt. Maar zijt gij beiden zinneloos riep de commissaris. Denkt wel aan het lot dat u tegengrijnst. Gij stelt eene akelige toekomst boven vrij zijn, weelde genieten, aangebeden worden door een machtig man, die zich den gelukkigsten der menschen zou rekenen te mogen vliegen op uwe wenken en uw heil te bewerken Waarlijk, gij zijt uitzinnig Liva had geheel en gansch hare zielesterkte herwonnen. Den rechterarm legde zij over den schouder haars vaders, den linkerhand strekte zij uit naar den Sansculot, en Jaak out beziende, sprak zij met kloeke stem Raeveloos, het lot, welk gij ons bestemt, is inderdaad vreeslijk,'en zou ons doen hui veren, indien wij niet wisten, dat er boven het blauwe hemelgewelf een God woont, die zijne kinderen beschermen en voor hun lij den beloonen zal. Ik heb u zooëven hooren zeggen, dat gij machtig genoeg zijt om ons van de folteringen, die ons wachten,te bevrij den; maar ik wil geen beroep doen op uw hart, daar ik weet dat het een afgrond van boosheid is. Ziehier nu het antwoord, dat ik te geven heb op uw huwelijksaanzoek?: Ik verfoei u en doorsta liever alle pijnen, dan uwe vrouw te worden. Zulke stoute taal had de Jacobijn niet ver wacht. Ook trof zij hem met verstomdheid. Welhaast, echter, ontvlamde hij in woede en schreeuwde Gij zegt dat gij mij verfoeit. Welnu, de blinde liefde die ik tot hiertoe voor u koes terde, is schielijk in haatveranderd. In plaats van u te liefkozen, zal ik u martelen, aan houdend rrartelen totdat gij bezwijken zultl» Op dit oogenblik werd eene deur geopend, en Raeveloos zag den ouden zielenherder van het dorp in de kamer treden. (W.ordt voortgezet DIT IS m YPER EN OMMELANDS

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1