EN OMMELANDS Droevige Dagen SpreeKdraad 52 tip Zaterdag 31 Oogst 1912 g centiemen 't blad 47'' jaar. Tal merk 2417 Te trekken bij den Uitgever, 7k 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 3 frank 's jaars Dagklapper Evangelie van den 14en Zondag na Pinksteren )e algemeene werkstaking DOOD M. Leo De Lantsheere Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal van (len 31 Oogst tot den 7 Sept. if 1f 1f '#3 1f 1f if 'if if if* if 'if 'if. 'if 'if De Pastoor in de kerk 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en *s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, Tk 36, te Yper. De bekendmakingen kosten ofr. i5 de reke binnen 't blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de Agence Havas, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buitea Oost-& Westvlaanderen wonen. 2 3(. Haymond Nonnat (Ragimond), cardi- naal, i 1240. H. Aristidis. H. Amaat, b. Z. 1 Sept. H. Gilles, abt. H6 Anna, proiee- tesse te Jeruzalem. m. 2. - H. Stephanus (Stevens), koning van Ungarn f 1038. He Maxima, m. Zalige Mar- griete van Leuven, mg. f 1225. d 3. He Seropia, mgm. H. Remacle, leer ling van S. Eloy, b van Maastricht, apostel van de Ardennen t 674, te slavele. H. Mansuetus. p. He Basilissa, mgm. ic 4. He Rosalia, mg. Zij was aflcomsig van koning Karei Den Groote zij ontvluchtte het vaderlijk hof en sing leven in een spelonkeop eenen berg f 1160 H. Moyses, wetgever en profeet. ne Rosa et Viterbo. H. Marsellus, b. te Tongeren. d 5, H. Bertin, abt, was 100 jaar oud toen hij stierfin 7 >9. H. Laurentius Justinianus. v 6 H. Zacharias, prof. H. Onesiphorus, m.Gelukzalige Alvisius, geboren in Vlaande ren, b. van Atrecht t U48. Te dien tijde zeide Jezus tot zijn leerlingen Niemand kan twee heeren dienen, want hij zal of den eersten haten en den tweeden beminnen of den eersten aanhangen en den tweeden ver achten.Gij kunt God niet dienen en den mammon. Paarom zeg Ik u Weest niet bezorgd voor uw leven, wat ge zult eten, noch voor uw lichaam, waarmede gij u kleeden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam niet meer dan de kleeding? Ziet de vogelen des hemels zij zaaien noch maaien en verzalemen 'iet in schuren, en uw hemelsche vader voedt ze. Zijt gij niet veel meer dan zij En wie uwer kan doorzijn zorgen een el aan zijn levensweg toe voegen En wat zijt gij bekommerd over klee ding? Beschouwt de leliën des velds, hoe zij groeien zij arbeiden en spinnen niet. En j°ch zeg ik u. dat zelfs Salomon in al zijne heerlijk heid niet gekleed was als een van deze. Als God nu het kruid des velds, dat beden is en morgen in den oven wordt geworpen, zoo kleedt, boe- veel Ie meer dan u, kleingeloovigen Weest dus niet bezorgd, zeggend Wat zullen wij eten, of wat zullen wij drinken, of waarmede zullen wij ons kleeden Naar dat alles vragen de heidenen. Uw Vader immers weet, dat gij dat alles noodig hebt Zoekt dan eerst het rijk Gods en zijn gerechtigheid en dat alles zal u toegegeven worden. De Pastoor in de Kerk, de burgemeester op het stadhuis, de schoolmeester in de school, dat is het liberaal liedje, dat bij alle kiezingen gezongen en herzongen wordt, op alle voizekens, in alle liberale gazetten, groot en klein; en van zoohaast de liberalen aan 't roer geraken, zal hun eerste werk zijn te zorgen dat het zoo weze. Wat gaan de pastoors gelukkig zijn en rustig mogen leven Zij gaan immers ontsla gen worden van alle politiek en zullen zich in 't vervolg alleen in de kerk moeten bezig houden dat alles dank aan onze libera len, die schreuwen om het hoogstDe pas toor in de kerk 1 De pastoor in de kerk Dus buiten de schoolgeen godsdienst meer in onder wijs Mengelwerk van 't Nieuwsblad van Yper nr4i DOOR HONORÉ STAES (Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds) Moeder, antwoorde de jonge boer, ik heb alles gezien en gehoord. Die schel men zullen u doodmartelen. Gij moogt hier niet blijven. Ik zal u naar het huis van Stien Braeckels dragen. Het is koud, druk uw hoofd goed tegen mijn borst. Daarna keerde hij zich tot Gust en Tist eh ging voort Jongens, laat hen hier maar razen en tieren, zooveel zij willen. Tracht hen zoo- Veel mogelijk te voldoen. Vergeet niet voor feesten te zorgen. Hiermede nam hij de oude vrouw voor- zichiig in de armen en liep met zijne kostelij ke vracht terug naar buiten. Wat zullen de Sansculotten zeggen, wanneer zij de pachterse niet meer zien ZUchtte Tiste tot zijnen gezel. dus buiten de hospitalen, buiten de gevange nissen, buiten do kazerneD, buiten de fa milies. Depadoor in de kerk! Dus aan geen ziekenbed meer geen troost meer, geen steun, geene sacramenten meer aan sterven den. De pastoor in de kerk Dus geene proces sies, geene bedevaarten, geene godsdienstige jegrafenissen meer. De pastoor in de kerk 1 Dus verplichting voor den priester alles voor de vinger te zien wat buiten de kerk en de parochie om gaat tegen den godsdienst of die de zedelijke belangen der Helen benadeelt. Hij moet ze denbederf en ontucht vrijen gang laten, on godsdienstige scholen laten tot stand komen, vijandige maatschappijen laten oprijzen, verspreiding van slechte gazetten en ge schriften niet tegenwerken, kerkhatende kiesdravers vaische waar laten verkoopon Want dat alles voorkomen of bestrijden is immers voor den priester, zoo zeggen de liberalen, politiek drijven. Zou 't waar zijn En toch, zoo de priester dan vandaag jammerlijk in de politiek betrokken schijnt, aan wie dan de fout, zoo niet aan het libe ralism zelf, dat door zijne inbreuk op gods dienstig gebied, door zijn onophoudelijke aanvallen tegen het geloof, sinds lang de godsdienstkwestie in een politieke kwestie herschapen heeft en aldus den priester ge noodzaakt heeft buiten de kerk te treden. Zoolang het liberalism zich heeft bepaald eene partij te vormeu die enkel voor hot bestuur van het land streed en de stoffelijke belangen der burgers, handel, nijverheid, e'z. voor doel had, heeft de geestelijk heid zich buiten alle partijstrijd gehouden en is zij onverschillig gebleven tegenover regeeringszaken. Doch van toen het libera lism zijn recht te buiten ia gegaan en zich van zijne macht en zijn meesterschap van 's landsbestier bediend heeft om wetten te maken tegen de kerk om den godsdienst te verbannen uit de scholen, om kerkhoven te ontheiligen, om de hand te leggen op het bestuurder kerkfabrieken, om studiebeurzen door katholieken en ten voordeele der ka tholieken gesticht, in te palmen en te ont vreemden, ten voordeele hunner eigene scholen, om processiën te verbieden en de katholieken zichtbaar uit alle ambten te Bluiten, toen is het voor den priester een pijnlijke doch zware plicht geweestopentlijk in 't strijdperk te treden tot verdediging van godsvrucht en kerkelijke rechten, het liberalism te bestlijden, en de katholieke vrije partij, de eenige steun der kerk, door woord en daad te handhaven. Ziedaar de waarheid do geschiedenis is getuige er van, en geen enkel liberaal is bij machte dit zonder liegen te ontkennen. Laten wij de achterdeur open en gaan wij bij hen. Dan zullen zij gelooven dat de bazin weggesukkeld is. Geen enkele onder hen zal zich de moeite geven haar te zoe ken, a Gust, wij zullen hier wat zien en hooren, gedurende die acht dagen. Hoor, welk ge- druisch zij maken 1 De pachterse en Edward zullen hier niet vele meubels meer geheel vinden als zij wederkeeren. Raeveloos, die zelf naar de hofstee niet durft komen,uit vrees voor Edward,heeft on getwijfeld de huzaren bevolen, de bazinne te doen sterven van schrik. Hierop verlieten de twee mannen insgelijks de huiskamer. XIV Edward, de huzaren hebben hunne paar den uit de kerk gehaald en zijn vertrokken, sprak Pieter Draevelinck, terwijl hij in een hutje trad, dat op een duizendtal stappen afstand van Draemans hoeve stond. De commissaris houdt thans in het klooster met de gendarmen kermis. Ik geloof dat het spel geheel den nacht zal duren. Goeden dag, Draeman. Gij ziet er goed uit. Ik bevind mij heel goed, Pieter, ant- Omdat de priester in alle tijden de vrijheid en de rechten vau den godsdienst verdedigt tegen de vijanden van God en der zielen, en het volk aanmaant het katholiek bestuur te Bteunen. zou men den priester beschuldigen van politiek te maken en meester te willen spelen. Wat lage laster Hadden de priesters waarlijk den geest van oterheersching, welke de liberalen en socialisten hun toeschrijven, zij zouden heel anders te werk. gaan. Zij zouden het volk vleien gelijk de liberalen en socialisten doen; zij zouden het volk toegeven in zijn kwade neigingen om gaarne gezien te zijn en po pulaire te worden. Wilden zij politiek zijn, zij zouden spreken noch tegen godde- looze gazetten, noch tegen gevaarlijke ver gaderingen, en alzoo niemand storen. Wil den zij politiek zijn, zij zouden een gemak kelijke zedeleer onderwyzen, of liever, eenieder zijn eigene zedeleer laten maken of volgen, zij zouden met de grooten en machtigen van den dag vriend maken en door de vingers zien wat wordt gedaan om het volk te verleiden en af te trekken van den eerbied, de iiefde en de gehoorzaamheid aan de kerk verschuldigd Wilden zij politiek zijn, zij zouden iu één woord, meegaan met den bedorven en bedervenden stroom en alsdan zouden de liberalen en hunne gazet ten, voor die plichtige toegevendheid, die zelfde geestelij ken, diezelfde «brave pastoors» toejuichen en hemelhoog verheffen, ge'.ijk ze vandaag nog doen met een verdwaalden Fonteyne en met andere afgevallene geeste lijken of kloosterlingen dan zouden zeden lof zingen der goede priesters die zich met de politiek niet tegen hen bemoeien. Maar neen, God dank, zoo doen de pries ters niet zij zijn niet politiek genoeg zij zijn onpolitiek, omdat zij den zwaren last vervullen met al hunne krachten tegen den verderfelijken invloed, door het liberalism ingebracht, op te rukken. Daarom verdie nen zij den haat der blauwe aanhangers en de beknibbeling van anderen, door 't libera lism eenigszins betrokken. Wij zijn op een tijdstip gekomen dat er geen priester zijne plichten kan kwijten zonder tegenspraak. Alles wat aan de Kerk toebehoort, te beginnen met dea Paus tot den minsten piiester, die aan zijnen groep getrouw blijft, word aangerand met onge hoorde woede, niet alleen door de vijanden van geloof, maar ook door misleide schapen, die liever luisteren naar de vleiers en meer geloof hechten aan de slechte dagbladen, 't Is droevig, maar toch is het zoo. Mochten die rrenschen eens wel verstaan wat de hedendaagsche politiek is, zij zouden hunne priesters beminnen en onmeedoogend de deur wijzen aan de liberale dagbladen en kiesdravers. wier leuze is de priesters in de kerk, de burgemeester op het Stadhuis.de onderwijzer ia de school. woorde Edwards moeder, die bij den haard op een paar beddekussens zat. Hoe zou ik mij niet goed bevinden Stien en zijne vrouw hebben mij wel verzorgd, en mijn jongen is acht dagen lang bij mij geweest. Pieter, hebben de sahelmen iets geheel gelaten in de hofstede vroeg Edward, die Braeckels hielp klompen kappen. De bultenaar glimlachte pijnlijk en ant woorde niet. Spreek rechuitt, vriend,» zegde de pach teres. Het zal mij niet verwonderen u te hooren zeggen dat de Sansculotten er alles gestolen hebben. Zij hebben er niet veel ingelaten, sprak Draevelinck nu weder. De schoonste meu bels zijn geroofd, de oude eiken kleerkas is met bijlen aan stukken geslagen;al het bedde goed moesten Gust en Tiste naar de «gendar merie» voeren de vloer der keuken is bedekt met stukken van tellooren, glazen en potten Neen, het zijn geene menschen, die Sanscu lotten. En hoe het er in de stallen en op den graanzolder uit gromde Draeman. Zoo ledig als in het stalleken Bethlehem hooi, strooi, graan, alles is weggenomen. zal, lijk de Gsntsche roode Vooruit het voor spelt,' eene ALGEMEENE UITHONGERING zijn. Immers Vooruit zegt De werkstaking kan maar overwinnen als zij van langen duur is en wezentlijk algemeen. Dat elk zijne toebereidselen make van ten minste vijf of zes weken en, met het oog daar op, al spare wat hij kan. Pacha Anseele zegde dat men daags voor de werkstaking 500.000 mannen en 500.000 families zal hebben en 30 millioen hulpgeld zal noodig zijn. Waar die 30 millioen ge haald Nu 30 millioen voor 300.000 is 6u fr. voor ieder werkstaker. Iedere stakersfamilie man, vrouw en 5 kinderen, beweert pacha Aneeele, zou dan 5 a 6 weken kunnen leven. Maar ho9 zoo Volgens pacha Anseele, hebben de werkstakersfamiliën de eerste 14 dagen geen hulp noodig en kunnen zij de overige weken met 1 fr. 50 daags gemakke lijk leven. Dus fr. 10.50 voor 7 dagen. Eo als er meer kinderen zijn Bericht aan de liefhebbers 1 't Ziet er me lief uit met het plan van pacha Anseele eene beele toekomst van gebrek en hongerlijden in verschiet. Maar 't zullen de leiders Ansesle, Vaodi r- volde, Lampens, Pestrée niet zijn die hon ger zullen lijden. Ze zitten er immers warmtjes in... Z'nebben hunne schaapjes op 't droog 't is de werkman die op water brood zal zitten. Die algemeene werkstaking, of liever, algemeene uithongering zal eene ramp zij a voor België. De Bergensche correspondent van het liberale orgaan V Economie van Doom ijk, schreef zondag 11. Indien de algemeene werkstaking uitge- roepen wordt, z gde ons over eenige dagen een kolennijveraar, zal zij wellicht niet van langen duur zijn, maar \ij \al eene wezenlijke ramp zijn voor ons land. Eene wezenlijke ramp, ja, als meu het oneindig verlies daarbij rekent, dat nimmer kan ingewonnen worden den verloren tijd die niet meer kan ingehaald worden den ondergang van tal van nijverheden die niet zal kunnen hersteld worden,daar de klanten die in België niet gediend geraken gedurende een tweetal maanden, naar elders zullen loopen en er dikwerf blijven. Vele liberalen zijn inwendig gekant tegen de algemeene werkstaking, maar zij durven het iu hunue organen niet laten blijken uit vrees van hunne roode cartelbroeders te misnoegen. En waarom nu die algemeene werkstaking of uithongering Om de politieke eerzucht van eenige hoofdleiders te voldoen en ook de grijpzucht van dezen te vergemakkelijken die op 't plunderen der kerken en kloosters en ook op den roof der kerk- eu kloostergoederen uit zijn op zijn Fransch 1 Wat meer is Le Journal de Mons, liberaal blad, heeft eene inschrijving geopend om de werkstakers te hulp te komen.Over 14 dagen had het blad al 125 frank bijeen nu klimt de lijst al tot 143 franks. In 14 dagen 18 franks er bij Als 't zoo voortgaat zal de werkstaking wel kunnen uitbersten in 't jaar 3000 1 van M. Leo De Lantsheere, gewezen minister van justicie, katholieke volksvertenwoordiger van het arrondissement Brussel, is maandag morgend, ten 8 1/2 ure, overleden in het kasteel van Putberg, te Assche. Niets deed deze haastige dood voorzien. Zondag scheen M. De Lantsheere goed en gezond.Tusschen 10 1/2 en 11 ure 's avonds werd hij ongesteld. Zijn toestand verergerde spoedig en maandag morgend ten 8 1/2 ure, stierf de zoo geachte volksvertegenwoordiger. M. Leo De Lantsheere was den 3 septem ber 1862 te Brussel geboren. Hij deed zijne studies in het Sint-Michielskollegie, in de hoofdstad, en vervolgens in de hoogeschool M. Leo DE LANTSHEERE van Leuven. In 1885 lege'e hij zijn exaam af van doktor in de rechten, en in 1886 dit van doktor in wijsbegeerte. In 1889 werd hij be noemd tot auditor bij den Hoogeren Raad van Congo, ambt dat hij bleef bekleeden tot het oogenblik dat hij minister werd. In 1895 werd hij benoemd tot leeraar van strafrecht ter hoogeschool van Leuven. In 1889 werdM. De Lantsheere door het kanton Assche naar den provincialen raad van Brabant gezonden, en bleef dit mandaat vervullen tot in 1900. Bij de wetgevende kiezingen van 27 mei 1900 werd hij tot volksvertegenwoordiger van Brussel gekozen en sinds, bij elke kiezing, onafgebroken her kozen. Toen, in 1908, M. Renkin het ministerie van justicie verliet om naar het ministerie van koloniën over te gaan, werd door M. Schollaert het ambt van minister van justicie aan M. Leo De Lantsheere aangeboden. Hij aanveerdde, en bleef minister tot in 1911, toen hij, met M. Schollaert, zijn ontslag gaf, en vervangen werd door M. Carton de Wiart. De diepbetreurde overledene was een erva ren rechtsgeleerde, en zeer verdienstelijke beoelenaar van muziek en letterkunde hij verleende zijne medewerking aan verschei dene wetenschappelijke tijdschriften, en was de schrijver van een groot getal werken, meestal over oude rechtsgeleerdheid. Zijn overlijden is voor de katholieke partij een gevoelig verlies en voor zijne achtbare familie een vreemde slag. M Leo De Lants heere had reeds onschatbare diensten aan de goede zaak bewezen, en men mocht nog veel verwachten van den ervaren rechtsgeleerde en weisprekenden redenaar, die op nog be trekkelijk jeugdigen ouderdom zulke hooge ambten had bekleed en daarin aller achting had verworven. Zelfs zijne politieke tegen strevers moesten hulde brengen aan zijne onbetwistbare begaafdheden en aan zijn doorzicht van staatsman. Wij bieden de familie van den diepbe- treurden oud-minister en volksvertegenwoo;- diger de uitdrukking van onze christene deel neming in den rouw die haar treft. De laatste oogenblikken M. Leo De Lantsheere had zondag na middag een bezoek gebracht aan ridder Schel- lekens te Erembodegem. Hij was zeer wel te pas in zijn oud buitengoed van Assche terug gekeerd en had vroolijk met zijne familie het eetmaal genomen. Om zich na het maal wat te vermaken, had hij zich met het oplossen van eenige ingewikkelde vraagstukken van wiskunde bezig gehouden. Rond 10 3/4 ure 's avonds, na het avond gebed gezameotlijk gedaan te hebben, bega! hij zich naar zijne slaapkamer. Op 't oogen- blik dat hij te bed wilde gaan, wankelde hij plotseling en viel met het gelaat op den vloer. Toen men hem te bed legde was hij reeds den doodsslaap ingetreden Men moest, in den nacht, een geneesheer gaan zoeken en in haast den H. Hubert De Lantsheere balen, een neef, die in een naburig klooster verbli)ft. Dr Cuylits werd ook per teleloon ontboden hij kwam rond 1 1/2 ure per automobiel te Assche aan. Alle hoop was evenwel reeds verloren. Nochtans rond 3 ure 's morgends scheen de toestand wat te verbe teren, doch 't was slechts voorbijgaande ten 8 1/2 ure 's morgends bezweek M. De Lants heere aan eene bloedvergiftiging. Meest al de leden der familie bevonden zich aan het sterfbed mevr. De Lantsheere en hare vier kinderen zijn vader, de gou verneur van de Nationale Bank, en zijne eerbiedweerdige moeder, M. Karei en E. H. Hubert De Lantsheere, zijne neven. De an dere familieleden,onder andere zijne zusters, waarvan eene kloosterzuster te Brugge is, werden onmiddellijk per telegram verwit tigd. De koning heeft maadag in den voormid dag een zijner ordonnancieofficiers naar As sche gezonden, om zijnrouwbeklagaan mevr. De Lantsheere aan te bieden. Het is M. 't Kint, provinciaal raadsheer en burgemeester van Wolverthem, die M. Leo De Lantsheere in de Kamer opvolgen zal. De lijkplechtigheden De lijkplechtigheden van den gewezen mi nistervan justicie hebben donderdag morgend ten 11 ure te Assche plaats gehad. Toekomende week zal te Brussel een plech tige dienst gecelebreerd worden. Waarmede moeten de beesten nu gevoed worden zuchte de jonge boer. Zelfs de beesten zijn niet gespaard. Gust moet ze achter soldaten drijven. De brave man wilde in den beginne niet gehoorzamen, maar de schurken dreigden hem dood te schie ten. Draeman liet het bijlken, waarmede hij hout gekapt had, op den vloer vallen, en keek somber in de ruimte. Na eenige stonden bal de hij de vuisten en sprak met doffe stem «Jaak wreekt zich.Wanneer zal ik dien el lendeling tusschen mijne handen mogen ver pletteren. Laat de wraak aan God, jongen, sprak de weduwe. De boozen zijn ongelukkigger dan wij, Er zullen betere tijden komen, en dan zal het u niet moeilijk zijn terug te win nen wat uthans ontstolen is. Wilt gij mij nu naar huislaten brengen, Edward Pachterse, blijf nog eenige dagen bij ons bad Braeckels. Gij hebt reeds te veel gedaan voor mij, vriend, antwoorde de weduwe. Wij kun nen u voor uwe goedheid niet genoeg bedan ken. Pachterse, mijne vrouw zal vergramd zijn op mij, indien ik u Iaat vertrekken. «Monica heeft mij te lief om mij te kunnen bedroeven. Stien, ik verlang weder in het huis te zijn waarin mijne kinderen geboren zijn, en mijn man van afscheid nam om naar den Hemel te gaan. Daar zal ik sneller gene zen, of zal het sterven mij min pijnlijk val- indien Onze-lieve Heer besloten heeft mij tot hem te roepen. Bazinne, ik verhaal dat dat er geen bed- degoed in de hofstede meer is, n sprak de bultenaar. De geburen zullen ons slaapgerief leenen, Pieter. Nu stond Edward recht en sprak tot Braec kels Voldoen wij aan het verzoek mijner moeder, Stien. Ik ook verlang onze hofstede weder te zien. Daar de commissaris kermis houdt, denk ik dat er gevaar is. Geef mij een paar wollen dekens om moeder voor de koude te beveiligen. Ik zal haar naar huis dragen. Zien wij dat het niet mogelijk is er te blijven, ik breng haar dezen avond terug. Gij zult immer welkom zijn bij ons, verzekerde Braeckels. Een half uur later stond Draeman met zijne moeder in de armen geklemd, vóór de poort zijner hoeve. Vooraleer binnen te gaan, keek hij behoedzaam naar alle zijden, om te zien of er geen onraad was. Niemand te bespeuren, mompelde hij na eene poos. «Moeder, wij zijn weder te te huis. En gerust ging hij met de oude vrouw op den voorhof. Hij is in het net en zal er in blijven, want dezen avond moet er veel gevaagd en getimmerd worden in de hoeve, mompelde op dit oogenblik eene sissende stem, achter de dikbesneuwde haag van Draemaas' boom gaard Ik wist wel dat hij, na het vertrek der huzaren, spoedig zou komen zie hoeveel er overgeschoten is. Geraakt hij dezen nacht uit den weg, de commissaris kan trouwen en de burgeres Scheppaert ontvangt haar wel verdiend loon. En eene gebogene vrouwengestalte vluchtte er snel weg en verdween weldra in een sparrebosch. Het kon ongeveer middernacht zijn. De pachteres sliep. Haar zoon zat bij hare legerstede en scheen insgelijks te sluimeren. Gust, wiens hoofd verbonden was,ging op zijne zokken over en weer dcor het vertrek en leg- van lijd tot tijd luisterend het oor tegen een gebroken vensterruitje. CW.ordi voortgezet.).

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1