Droevige Dagen
De Algemeene
Werkstaking
Rond de Wereld
SpKM 52
Öp Zaterdag U September i912 5 centiemen *t blad 47Tjaar. Ta I inert 2419
Te trekken bij den Uitgever, 7k 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 3 frank jaars
Dagklapper
van den 14 tot den 21 Sept.
16'
Evangelie van den
Zondag na Pinksteren
ia
m m m m m m m m m m
ALWEER
Frankrijk
Fngeland
Oostenrijk-Honga rie
Spanje
Echt en recht, 't oud Volk indachtig
Kinderlijk, niet kinderachtig
Ypersch, Vlaamsch en, bovenal,
God getrouwe ik wezen zal
gss
.j* sg >j§ s# sal: SÉ SÉ. s# s#
De gelukkigste
'ffï 'ifP gS
s# «ai sÉ is# sÉ sÉ sfil sg isfift1 "sA
fL a
iiaiiiiiiWiiBiiMWaBHi imuatiautta«^aa
DIT IS
M1CTTM7CS11I ATI vim WWW
Hia£iy isISIjaIJ VAi* II jyi
EN OMMELANDS
't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en
*s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon
buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een
geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald.
Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER-
STRATE, Tk 36, te Yper.
De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen *t blad is 't
o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. r overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder
boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken.
De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de
Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen
bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten
Oost-& Westvlaanderen wonen.
z 14. He Kruisverheffing, vervoering van
het H Kruis uit Persen naar Jerusalem in 629.
H. Cyprianus, b. H. Maternus, b. van Keu
len. Tongeren en Trier. Zalige Frans Titel
man van Hasselt.
Z 15. H. Nicodemus, pr. ra. H. Albin, b.
HH. Aper en Leobin, bb. - H. Porpbyrius.m.
m. 16. H. Cornelius en Cypriaan. Cornelis
Pausen tri. Patroon tegen de vallende ziekten.
-Cypriaan, bm. H8 Euphemia, mgm. H8
Edith, rag.
d. 1™. H. Franciscus Wondmalen. S. Pie-
ter, m. H® Columba, mgm. H. lanobert, b.
van Maastricht, m.
10 18. Josef a Cupertino. HHe Sophia
Irene, mm. H. Thomas de Villanova, b 11555.
d [9 HH Junuarius en anderen, mm. Men
bewaart bloed van den H. Januarius te Napels,
«n iaarlüks op gestelden dag, wordt het vloei
baar. H8 Maria de Socos. - Zalige Servaas
van Leuven.
v 20 H. Kustaas, die met zijne echtgenoote
iH« Theopistn en zijne twee kinderen HH Agapi-
tus en Theopistus doodgegloeid wierd. H.
Töeodor en H8 Philippa zijne moeder, mm.
Doen wij eens te zamen het overzicht van
de verschillende standen der Samenleving
en trachten wij te weten wie de gelukkigste
mensch der wereld is.
en
Te dien tijde kwam Jezus op een sabbat in het
huis van een van de hoofdmannen der Parizeen
om den maaltijd te nemen, en zij hielden hei oog
op Hem gevestigd- En zie, daar wasvoor Hem
een waterzuchtig mensch. En Jezus nam het
woord en richtte zich tot de wet|el.e®r.d®°e„n
Farizeën, zeggende: Mag men op Sabbat gene
zen 1 Maar zij zwegen. En Hij raakte hem aan en
fenas hem en zond hem weg. En Hü nam het
woord en zeide tot hen Van wien uwer zal een
ezel of rund in een put vallen, zonder dat by het
■er uit trekt op den sabbatdag En ze waren nie
.in staat, Hem daarop te antwoorden. Maar Hy
«prak tot de genoodigden eene gelijkenis, met
het oog erop, hoe ze eerste plaatsen uitkozen, en
zeide tot hen Wanneer ge door i®.raand
bruiloft wordt genoodigd, ga dan niet op de
eerste plaats zitten, opdat het u wellicht niet
«ebeure dat een aanzienlijker dan gij door hem
genoodigd is, en dat hü die u en hem genoodigd
beeft u komt zeggen Maak voor dezen plaaL,
en ga dan met schaamte de laatsteplaats gaat
innemen. Maar wanneer ge genoodigd wordt;
ga dan heen en zet u op de laatste plaats opdat
hü die u genoodigd heeft, wanneer hij komt u
zegge Vriend, ga hooger op. Dan za|hetu_tot
eer zün voor die met u aanzitten. Wanl wie
zichzelven verheft zal vernedert, en wie zich-
zelven vernedert zal verheven worden.
't Is een beetje moeilijk die vraag te beant
woorden.
Zeker is het waar dat ieder huis zijn kruis
'heeft.
Betrekkelijk moet er toch geluk zijn op
Eenieder spreekt van geluk Eenieder
zoekt en betracht het Er is iets in 's men-
schen hart dat hem dit geluk voor de oogen
toovert.
De katholieke Kerk zelve belooft vrede en
geluk, niet alleen in het ander leven, maar
ook in het ondermaansche
Mengelwerk van 't Nieuwsblad vanYpernr44
DOOR
HON ORÉ STAES
(Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds)
Nu hield men stil, en de jonge boer vroeg
aan de weduwe
(i Moeder, hebt gij geene koude
Buiten kijf is 't dat het de koningen en de
heerschenden dezer aarde niet zijn.
Om dit te bewijzen zou het voldoende zijn
de lijst op te geven van al de Staatshoofden,
die sedert honderd jaar vermoord werden.
Ziehier eenige der voornaamsten
1801 Tsaar Paul van Rusland.
1808 Sultan Selim van Turkije.
1851 Karei van Parma.
1859 De president van Haiti.
[860 Vorst Damilo van Montenegro.
1865 President Lincoln.
1868 Vorst Milosj van Servië.
1872 Kolonel Balta, president van Peru.
1872 Moreco, president van Ecuador.
1873 Gutherier, president van Peru.
1876 Sultan Abdoel Aziz.
1881 President Carnot.
1881 Tsaar Alexander II.
1896 De Sjah van Perzië.
1896 De Keizerin van Perzië.
1898 De keizerin van Oostenrijk.
1900 Koning Humbert.
1901 President Mac Kinley.
1903 Het Servisch koningspaar.
Marat, koning van Napels, en de keizers
Iturbideen Maximiliaan van Mexico werden
terecht gesteld,en vielen dus niet door moor
denaarshanden, hoe men overigens over
hunne processen ook moge denken.
Ten overvloede wordt door dit onvolledig
lijstje bewezen dat de gekroonde hoofden
juist niet rusten op hunne tronen
Neen, jongen,
was het antwoord.
Verliezen wij den moed niet. Onze -Lieve-
Vrouw moest met het goddelijk Kind ock
vluchten. Herodes verdween.
Jaak zal ook verdwijnen
Edward, mag ik uwe moeder nu dra
gen zegde de knecht.
Neen, morde Draeman. die schat is
te kostelijk.
Vervolgens wendden de beide mannen zich
om ten einde den brand te kunnen zien. Zij
waren reeds zeer verre van de hofstede ver
wijderd en op de plaats waar zij stonden,
was het volkomen duister.
Al de vruchten van vaders zweet,
Moet men den gelukkigsten mensch zoe
ken tusschen de rijken, die alles naar zin en
begeerte hebben
Men zou zich wel bedrogen bevinden,
indien men daar ging zoeken.
Denkt gij dat een Rotschild, een Hirsch,
een Lippens en andere millioenairs gelukkig
zijn, omdat zij het einde van hunnen rijkdom
niet kennen
O neen 't waar geluk bestaat niet in
goud en zilver op elkaar te stapelen of te
tellen Wat al zorg eischt het, wat al kom
mer vergt het rijk zijn en willen blijven.
Laten wij nog daar de droefheid, de smar
ten, de mislukte plannen die er zich mede
mengelen.
Oh neen zelfs degenen die 's morgends
moeten denken hoe zij den begonnen dag
moeten overbrengen, die den ganschen dag
niets anders doen dan geeuwen en gapen,
zijn niet gelukkig.
Want de mensch is geschapen om te wer
ken, gelijk de vogel om te vliegen.
De meesters, de patronen zijn ook door
gaans de gelukkigste meoschen niet der we
reld.
Zij brengen menige slapelooze nachten
door met plannen te overleggen de kansen
hunner ondernemingen, het voor en het
tegen te wegen.
Zij hebben hunne fortuin in hunnen han
del gestoken. Zullen zij het er uit trekken,
met winst, of met verlies
Zullen zij niet ten gronde gaan
't Is niet de gelukkigste, die tot het top
punt van eer en glorie gekomen is
De eerebeambten zijn lasten 1 zegt het
spreekwoord.
En hoe is men er maar al te dikwijls toe
gekomen
Door lage kuiperijen. Door eerrooverij
wegens anderen. Door verdrukking en on
rechtvaardigheid
Wat knaagt dit alles wanneer men eens
gekomen is tot de hoogste waardigheden
En als men tr toe geraakt is, dan begint
het gedacht te werken Voor hoelang zal
het nog zijn Hoelang kan dit nog duren?
De dood, zal zij nog lang wachten Hoe
bitter valt zij, omdat men dit alles moet ver
laten.
IJdelheid der ijdelheden. en alles is maar
ijdelheid
Maar 't is tijd te zeggen wie de gelukkigste
mensch der aarde is.
Hij die met alles tevreden is 't is te zeg
gen, die niets begeert dan 't noodzakelijke,
de omstandigheden en wisselvalligheden van
het leven aanneemt gelijk zij voorkomen, in
e'e'n woord, die gelijk men zegt van den
nood eene deugd maakt en denkt Wat is er
aan te doen, 't is weer alzool
Edoch, nog gelukkiger zal de mensch zijn,
indien hij bij die heidensche natuurlijke on
verschilligheid de bovennatuurlijke voegt en
denktDaar is een God, die alles bestiert en
zonder wiens toelating er niets geschiedt.
In zijne handen is ons lot In hem bewe
gen wij ons, leven wij
En die christelijke onverschilligheid maakt
den mensch gelukkig, hoe pijnlijk, hoe
smartvol dan ook iets voorvaile
De socialistische kopstukken weten wel, dat
de elgemcene werkstaking zai midukk n, maar
zijl zullen er toch weten gebruik van te maken
om hun rooden winkel le doen, draaien. Zij
hebben vooreerst al besloten dat de syndika-
ten geen geld zujlen geven om -ie beweging
te ondersteunen. De werkstakers moeten er
zeiven maat' voor sparen. Ook schreef «Le
Peoples dat er tijdens de werkstaking geen
spraak mag zijn van kleeren, schoenen of
meubelen te koopen.
Ook is men bezig met spaar tossen in le
richten voor de werkstaking. Dc werklieden
moeten daarvoor* een soort van zegels koopen
en het geid wordt in een greote kas bijeen
verzrmeld. Breekt de algemeene werkstaking
niet uit, dan zullen zij1, tegen inlevering dier
zegels, hun geld terug ki ij geril Men spreekt
echter niet van den inirgs'.
Is er werkstaking dan krijgen zij ook hun
geld terug, op voorwaarde dat Je werklie
den met die zegels naar de socialistische coö
peratieve gaan en daar hun aankoop doen.
I)aar de werkstaking natuurlijk den jprijs der
eetwaren zal doen opslaan, en de coöperatie
ven reeds van nu hunnen vooT-ufd opdoen,
zullen zij die toevoeging van 10 t. h. gemakke
lijk inhalen met ook hunne prijzen te ver
borgen, en zij zullen er zelfs nog op winnen.
't Zai de volkomene endergang zij a voor ye.'e
kleine neri ngdoeners.
Of dat nu oneerlijke concurrentie is, daar
bekommeren zich de roode kopstukken niet
om. u
E\cnals de glasblazers van Chaiieroy, ver
klaren de wevers van Vervicrs, aangesloten
bij de socialistische partij, dar de algemeene
poiiiieke werkstaking door niemand gewenscht
(wordt bij de werklieden, en dat zij tor niets
dienen zal. De huisvaders, de huismoeders,
die de lasten en de gevolgen zullen te dra
gen hebben, werden niet geraadpleegd, zeg
gen zij.
Den socialistisehen werklieden zoada t nog
wei de ioiogan kunnen opengaan, vooraleer die
tijd daar is
Te meer, daar zij; eindelijk wel zullen be
grijpen, dat de aanmoedigingen tot de werk
staking, die hun toekomen uit Duitsohland
en Engeland, hun verdacht moeien voorko
men.
Ligt het werk hier stil, dan komt het vreemd
goed met de massa hier binnen, on de vreem
de nijverheid doet aan de belgische eene a!
te gemakkelijke concurrentie.
Over eenige n tijd werden de Zusters van
l.iefdc uit het gasthuis van Avignon verdreven.
Ze werden vervangen door wereldlijke zieken
diensters. Tegenwoordig is het gasthuis opge
propt met zieken, waartusschen talrijke ty-
phuslijdtrs. Er zijn zelfs zooveel zieken dat
het personeel ontoereikend is. Men heeft ove
ral nieuwe ziekenoppassersgezocht, doch men
heeft er neigens gevonden. Bovendien, dege
nen tot wie men ziclx gericht had, hebben ge
weigerd typhusiijders te verzorgen. Ten einde
raad waren de godsdiensthaters der gemeen
teraad Verplicht zich te wenden: tot het moeder
hui,-; der Zusters van Liefde., te Parijs, om de
kloosterzusters terug te vrager..
De zusters hebben geen verderen uitleg ge
vraagd. Zij. zijn onmiddelijk vertrokken, en na
een ganschen nacht reizen, zijn zij te Avi
gnon aangekomen, waar zij, na de H. Mis
bijgewoond en de H. Communie ontvangen
zuchtte Edward, die schielijk geweldig begon
te beven.
Och jongen, het zijn slechts aardsche
goederen, trooste de oude vrouw. God
gaf aan den Heiligen man Job tiendubbel
weder wat Hij hen ontnomen had.
Moeder, uw voorbeeld geeft mij kracht
om mijn kruis verder te dragen, i> sprak
Draeman. Zonder u zou ik er onder be
zwijken of, in mijne wanhoop, daden ver
richten die ik immer zou moeten betreuren.»
Herbouw de hofstede uws vaders, wan
neer de rol van Raeveloos uit is. De almach
tige zal voor bouwstoffen zorgen.
Op dit oogenblik klonk in de verte de
noodkreet Brand
De geburen hebben de gruweldaad be
merkt, morde de jonge man. Ongetwijfeld
zullen er velen toeloopsn om te blusschen.
Indien wij die gelegenheid te baat namen
om de Sansculotten....
(t Neen, neen, niet vechten, Edward,
vermaande de weduwe. Lijden met geduld
totdat Onze-Lieve-Heer tot de boozen zeg
gen zal Uw rijk is uit. Breng mij ergens
binnen, n
Nog gedurende eenige oogenblikken keek
Draemans met onbeschiijflijke smart naar de
reusachtige vlammen, die de erf zijns vaders
verteerden, dan sprak hij op doffen toon
Naar de gavers bij Marten van den
Broeck Daar zal moeder in veiligheid
zijn.
En met de oude vrouw tegen zijne zwoe
gende borst geklemd, trad hij, gevolgd door
zijnen trouwen dienaar, weder voort in de
duisternis.
XV
Het was een heerlijke Meimorgen. Ed
ward Draeman stond op den boord eener
gracht en leunde met den rug tegen eenen
boom. In de hand had hij eene blinkende
houthakkersbijl.
De jonge man was veel verranderd sedert
wij hem de eerste maal zagen. Toen was zijn
gelaat vol en blozend; thans zag het er mager
en bleek uit, en droeg het den stempel der
zorgen welke hij reeds maanden lang had
moeten verduren.
Nu echter moesten zoete gedachten 's jon-
gelings wee verlichten, want eene stille glim
lach speelde op zijne lippen.
Hij kwam uit het huis van den boer, lij
wien zijne moeder, sedert het verbranden
te hebben, onmiddelijk naar het gasthuis de
zieken zijiii gaan verplegen.
Zóo wreken zich de kloosterlingen, die de
liberale gazetten voor «zwarte pokken», uit
scholden.
De sneeuw.
Zondag avond om i i ure 3o, heeft het te
Parijs gesneeuwd. Ginscli den avond had de
hemel eene roodachtige tint en eene soort
gebroken sneeuw begon om 11 ure te vallen.
Elkeen stond er veislagen van Het was een
fijne dwarrelende sneeuw, die smolt, zoodra
zij den grond raakte. En zulks duurde tien
minuten.
Het sneeuwt overvloedig in de Voogeezen.
Te Hohneck is de laag sneeuw verscheidene
centimeters dik. Het is zoo koud als in
't midden van den den winter.
Akelige ontdekking.
Te Perreux, in een klein paviljoen der
avenue de Rosny, woonde sedert lang een
ouderling M. Jean Guigneau, 71 jaar oud,
gewezen schrijnwerker, die er van zijne
renten leelde. De ouderling was verlamd
hij ging nooit uit en bracht zijne dagen en
zijne nachten door in een zetel. Sedert lan
gen tijd had men hem niet meer bemerkt aan
zijn venster en terecht werden de geburen
ongerust. Zij belden, doch kregen geen ant
woord. De policie werd verwittigd, die in
huis drong. Een stinkenden geur kwam de
agenten te gemoet zij traden niettemin
vooruit en zagen in den zetel van M. Guig
neau een gekleed geraamte zitten. Op het
gerucht dat de binnenkomenden maakten,
ontsnapte een menigte muizen uit de kleede
ren en vluchtten langs alle kanten weg.
Eenige beenderen waren reeds afgevallen. Op
tafel lag een brief, gedagteekend van 19
maart 1911 en waarin de ouderling verklaar
de dat hij zich zelfmoordde. Hij was dus
reeds sedert achttien maanden dood en geen
der geburen had er iets van bemerkt.
Maandag heeft men in stilte met de groot
ste eenvoudigheid in het kerkhof van Mont-
parnasse te Parijs, eene Zuster, eene dochter
van den H. Vincentius a Paulo begraven. Zij
Stamde af var, eene adelijke familie, doch
dacht enkel op hare rijke bloedverwanten om
geld te vragen voor hare armen, alhoewel zij
er gansch haar inkomen, dat 45 000 frank
per jaar beliep, aan uitdeelde. Deze goede
Zuster was de voorzienigheid van het Reuilly
kwartier, waar zij een onvergetelijke herin
nering laat van goedheid en van liefdadig
heid.
Dinsdag verschenen voor de boetstraffe
lijke rechtbank van Be'ziers, de genaamden
Carratier Alfons en Louis Bardi, die, zooals
men zich herinneren zal, een hond met
naphte begoten en in brand gestoken hebben.
Het arm dier drong zich aan tegen een 6 jarig
meisje. De kleerkens van het kind vatten
vuur, en het bezweek aan de gevolgen zijner
brandwonden. De twee onmenschen werden
ieder slechts tot 2 maanden gevang veroor
deeld i!
Londen \onder licht.
Ten gevolge van een ongeval in de elek-
triciteitfabriek van Islington bleven, maandag
avond, twaalf der bijzonderste stadswijken
en eenige voor-iteden van Londen in de
duisternis gedompeld. In muziekballen eii
cinemas ontstond er angst en verwarring
tusschen het publiek, doch alles is zonder
ongevallen afgeloopen.
Eene sterke policiemacht moest ontboden
worden om de magazijnen te beschermen
tegen de plunderaars. In de schouwburgen
had er een oorverdoovend lawijd plaats. In
den Hollowayschouwburg kwam de bestuur
der met een rookende boegie op het tooneel
en deelde de personen de oorzaak van den
toestand mede en stelde hen gerust. De toe
schouwers eischten dat de kunstenaars in de
duisternis kwamen zingen.
Ongeluk met vuurwapens.
Eenige jongens te Wandsworth in Enge
land vonden op den rommelzolder een aantal
oude geweren, achterladers, die sedert den
Fransch-Duitschen oorlog niet meer ge
bruikt, maar herhaaldelijk schoongemaakt
en nagezien waren zonder dat men vermoed
de dat er nog een van geladen was. De veer
tienjarige Olaf Petersson nam er een in
handen, zette er een slaghoedje op en trok
den haan over. Het geweer sprong uit elkaar
en den jongen was op den slag dood. Na
42 jaar was het kruit nog afgegaan.
De godsdiensthaters aan 't werk.
Zondag heeft in gansch het land de uit-
deeling plaats gehad van een miljoen vlug
schriften, uitgegeven door de partijgangers
van het wereldlijk onderwijs, als betooging
tegen het eucharistisch congres van Weenen.
Het schijnt dat de policie 5oo aanhoudingen
gedaan heeft.
Hier is algemeene werkstaking uitgeroe
pen door de roode bazen. Daar zijn heele
industries die stil liggen, 't werkvolk is nog
maar aan den gang en ze roepen al om brood.
't Zal gaan in 't arm landeken, er is nog
geen armoede genoeg. En dat is dan al voor
't welzijn van 't volk
Juist gelijk in België te wege. De revolu
tionairekoorts pakt voor al de Walen aan
maar van de 100 werklieden in het land zijn
er nog geen 10 die mee doen. Zelfs sommige
socialisten willen niet mee. Andere willen
wel. maar op conditie dat de liberale bond
genoot hun ondersteunt en de vijftig rijke
vetleggers, gelijk Vandervelde en consoorten,
ook het hunne geven.
Zulke daden en algemeene rampen zijn,
volgens de meest anti-klerikaalste staatkun
digen tegen alle recht en reden dus heelt
harer hoeve, haren intrek genomen had. Hij
had er de oude pachterse in redelijk goeden
toestand gezien, en toen hij van haar afscheid
nam, had zij hem, door het venster, de lach
ende natuur getoond en gezegd Edward,
over eenige weken was hier alles doodsch; nu
is het vol leven Ook voor u en uwe bruid
zal het lente worden.
Goeden dag, Edward, sprak schielijk
eene fluitende stem achter zijnen rug. «Vrieii
delijkweder, niet waar 1 De vruchten staan
wonderschoon. Ik geloof dat de boerkens,
lachen.
Draeman keerde snel het hoofd op zijde en
zag dat wantrouwen verscheen op zijn gelaat.
Schoon weder, inderdaad, morde
hij.
Toen ik u daar zag staan, dacht ik dat
gij onpasselijk waart, ging Mie voort. Ik
had u sedert lang niet gezien, Edward. Het
schijnt mij dat gij mager geworden zijt. Dat
is te begrijpen. Eerst door de Fransche boos
wichten alles ontnomen worden, daarna uw
huis zien afbranden, en daarenboven nog
eenen geheelen winter eene zieke moeder
moeten oppassen.
Draeman wierp zijne bijl op den schouder,
en sprak nu tamelijk barsch
Ja, Mie, ik ben mager geworden, doch
heb tot hiertoe geene kracht verloren. Gij
moogt aan degenen, die mij vervolgen, zeg
gen, dat de drie eersten, die mij aanvallen,
mij niet zullen binden.
Wordt gij gevolgd, Edward zegde het
wijf met schreiende stem. Arme jongen!
vervolgd worden en zoo braaf zijn.Ik heb het
gisteren tot Wanne-Mie uit den Molen nog
gezegd de wereld zal niet lang meer staan,
want de menschen zijn te boos geworden.
Door wie wordt gij vervolgd, Edward
De jonge man bekeek de vrouw scherp en
vroeg dan bitter spottend
Mie, wilt gij voor rnij eene boodschap
doen
•t Zeker, Edward zeker, vriend Wan
neer ik mijnen evenmensch eenen dienst kan
bewijzen, ben ik altijd gereed.
Gij spreekt dikwijls met den commissa
ris, niet waar 1
Dikwijlsdat is te zeggen, Edward.
Die mensch komt van tijd tot tijd in ons
huis, daar mijn man lid van den Municipa-
len Raad is. Maar, rechtuit gezegd, ik begin
reeds te beven wanneer ik zijne voetstappen
hoor. Tot u durf ik stout spreken, vermits
ik weet dat gij mij niet verraden zult. Welnu,
Edward, ik, die Jaak Raeveloos van nabij
ken zeg dat hij een schelm is van de ergste
soort. Zóó de priesters en andere brave men
schen vervolgen is afgrijselijk. God zal hem
wel vinden. Ik heb reeds vele tranen gestort,
omdat Philip zich door dien man laat ge*
leidenmaar, gij weet dat Scheppaert een
dronkaard is,en aan dronkaards is geene zalf
te strijken. Mensch-lief, wat iser toch verdriet
in de wereld
En de helleveeg vaagde een traan uit het
oog.
Welnu, Mie, zeg hem, in mijnen naam,
dat mijn geduld bijna ten einde is.
Ik weet niet wat uwe woorden beteeke-
nen, Edward.
De commisaris zal uit mijne woorden
verstaan wat hij in het gevolg te doen
heeft.
Eensklaps weerklonk in den omtrek een
geweerschot.
Edward keek verschrikt rond en nam zijne
bijl van den schouder, de vrouw uitte eenen
benauwden gil
(\V.ordt voortgezet.}