Droevige Dagen De Algemeene Werkstaking Rond de Wereld SpKM 52 Öp Zaterdag U September i912 5 centiemen *t blad 47Tjaar. Ta I inert 2419 Te trekken bij den Uitgever, 7k 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 3 frank jaars Dagklapper van den 14 tot den 21 Sept. 16' Evangelie van den Zondag na Pinksteren ia m m m m m m m m m m ALWEER Frankrijk Fngeland Oostenrijk-Honga rie Spanje Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal gss .j* sg >j§ s# sal: SÉ SÉ. s# s# De gelukkigste 'ffï 'ifP gS s# «ai sÉ is# sÉ sÉ sfil sg isfift1 "sA fL a iiaiiiiiiWiiBiiMWaBHi imuatiautta«^aa DIT IS M1CTTM7CS11I ATI vim WWW Hia£iy isISIjaIJ VAi* II jyi EN OMMELANDS 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en *s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER- STRATE, Tk 36, te Yper. De bekendmakingen kosten o fr. i5 de reke binnen *t blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. r overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brussel, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. z 14. He Kruisverheffing, vervoering van het H Kruis uit Persen naar Jerusalem in 629. H. Cyprianus, b. H. Maternus, b. van Keu len. Tongeren en Trier. Zalige Frans Titel man van Hasselt. Z 15. H. Nicodemus, pr. ra. H. Albin, b. HH. Aper en Leobin, bb. - H. Porpbyrius.m. m. 16. H. Cornelius en Cypriaan. Cornelis Pausen tri. Patroon tegen de vallende ziekten. -Cypriaan, bm. H8 Euphemia, mgm. H8 Edith, rag. d. 1™. H. Franciscus Wondmalen. S. Pie- ter, m. H® Columba, mgm. H. lanobert, b. van Maastricht, m. 10 18. Josef a Cupertino. HHe Sophia Irene, mm. H. Thomas de Villanova, b 11555. d [9 HH Junuarius en anderen, mm. Men bewaart bloed van den H. Januarius te Napels, «n iaarlüks op gestelden dag, wordt het vloei baar. H8 Maria de Socos. - Zalige Servaas van Leuven. v 20 H. Kustaas, die met zijne echtgenoote iH« Theopistn en zijne twee kinderen HH Agapi- tus en Theopistus doodgegloeid wierd. H. Töeodor en H8 Philippa zijne moeder, mm. Doen wij eens te zamen het overzicht van de verschillende standen der Samenleving en trachten wij te weten wie de gelukkigste mensch der wereld is. en Te dien tijde kwam Jezus op een sabbat in het huis van een van de hoofdmannen der Parizeen om den maaltijd te nemen, en zij hielden hei oog op Hem gevestigd- En zie, daar wasvoor Hem een waterzuchtig mensch. En Jezus nam het woord en richtte zich tot de wet|el.e®r.d®°e„n Farizeën, zeggende: Mag men op Sabbat gene zen 1 Maar zij zwegen. En Hij raakte hem aan en fenas hem en zond hem weg. En Hü nam het woord en zeide tot hen Van wien uwer zal een ezel of rund in een put vallen, zonder dat by het ■er uit trekt op den sabbatdag En ze waren nie .in staat, Hem daarop te antwoorden. Maar Hy «prak tot de genoodigden eene gelijkenis, met het oog erop, hoe ze eerste plaatsen uitkozen, en zeide tot hen Wanneer ge door i®.raand bruiloft wordt genoodigd, ga dan niet op de eerste plaats zitten, opdat het u wellicht niet «ebeure dat een aanzienlijker dan gij door hem genoodigd is, en dat hü die u en hem genoodigd beeft u komt zeggen Maak voor dezen plaaL, en ga dan met schaamte de laatsteplaats gaat innemen. Maar wanneer ge genoodigd wordt; ga dan heen en zet u op de laatste plaats opdat hü die u genoodigd heeft, wanneer hij komt u zegge Vriend, ga hooger op. Dan za|hetu_tot eer zün voor die met u aanzitten. Wanl wie zichzelven verheft zal vernedert, en wie zich- zelven vernedert zal verheven worden. 't Is een beetje moeilijk die vraag te beant woorden. Zeker is het waar dat ieder huis zijn kruis 'heeft. Betrekkelijk moet er toch geluk zijn op Eenieder spreekt van geluk Eenieder zoekt en betracht het Er is iets in 's men- schen hart dat hem dit geluk voor de oogen toovert. De katholieke Kerk zelve belooft vrede en geluk, niet alleen in het ander leven, maar ook in het ondermaansche Mengelwerk van 't Nieuwsblad vanYpernr44 DOOR HON ORÉ STAES (Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds) Nu hield men stil, en de jonge boer vroeg aan de weduwe (i Moeder, hebt gij geene koude Buiten kijf is 't dat het de koningen en de heerschenden dezer aarde niet zijn. Om dit te bewijzen zou het voldoende zijn de lijst op te geven van al de Staatshoofden, die sedert honderd jaar vermoord werden. Ziehier eenige der voornaamsten 1801 Tsaar Paul van Rusland. 1808 Sultan Selim van Turkije. 1851 Karei van Parma. 1859 De president van Haiti. [860 Vorst Damilo van Montenegro. 1865 President Lincoln. 1868 Vorst Milosj van Servië. 1872 Kolonel Balta, president van Peru. 1872 Moreco, president van Ecuador. 1873 Gutherier, president van Peru. 1876 Sultan Abdoel Aziz. 1881 President Carnot. 1881 Tsaar Alexander II. 1896 De Sjah van Perzië. 1896 De Keizerin van Perzië. 1898 De keizerin van Oostenrijk. 1900 Koning Humbert. 1901 President Mac Kinley. 1903 Het Servisch koningspaar. Marat, koning van Napels, en de keizers Iturbideen Maximiliaan van Mexico werden terecht gesteld,en vielen dus niet door moor denaarshanden, hoe men overigens over hunne processen ook moge denken. Ten overvloede wordt door dit onvolledig lijstje bewezen dat de gekroonde hoofden juist niet rusten op hunne tronen Neen, jongen, was het antwoord. Verliezen wij den moed niet. Onze -Lieve- Vrouw moest met het goddelijk Kind ock vluchten. Herodes verdween. Jaak zal ook verdwijnen Edward, mag ik uwe moeder nu dra gen zegde de knecht. Neen, morde Draeman. die schat is te kostelijk. Vervolgens wendden de beide mannen zich om ten einde den brand te kunnen zien. Zij waren reeds zeer verre van de hofstede ver wijderd en op de plaats waar zij stonden, was het volkomen duister. Al de vruchten van vaders zweet, Moet men den gelukkigsten mensch zoe ken tusschen de rijken, die alles naar zin en begeerte hebben Men zou zich wel bedrogen bevinden, indien men daar ging zoeken. Denkt gij dat een Rotschild, een Hirsch, een Lippens en andere millioenairs gelukkig zijn, omdat zij het einde van hunnen rijkdom niet kennen O neen 't waar geluk bestaat niet in goud en zilver op elkaar te stapelen of te tellen Wat al zorg eischt het, wat al kom mer vergt het rijk zijn en willen blijven. Laten wij nog daar de droefheid, de smar ten, de mislukte plannen die er zich mede mengelen. Oh neen zelfs degenen die 's morgends moeten denken hoe zij den begonnen dag moeten overbrengen, die den ganschen dag niets anders doen dan geeuwen en gapen, zijn niet gelukkig. Want de mensch is geschapen om te wer ken, gelijk de vogel om te vliegen. De meesters, de patronen zijn ook door gaans de gelukkigste meoschen niet der we reld. Zij brengen menige slapelooze nachten door met plannen te overleggen de kansen hunner ondernemingen, het voor en het tegen te wegen. Zij hebben hunne fortuin in hunnen han del gestoken. Zullen zij het er uit trekken, met winst, of met verlies Zullen zij niet ten gronde gaan 't Is niet de gelukkigste, die tot het top punt van eer en glorie gekomen is De eerebeambten zijn lasten 1 zegt het spreekwoord. En hoe is men er maar al te dikwijls toe gekomen Door lage kuiperijen. Door eerrooverij wegens anderen. Door verdrukking en on rechtvaardigheid Wat knaagt dit alles wanneer men eens gekomen is tot de hoogste waardigheden En als men tr toe geraakt is, dan begint het gedacht te werken Voor hoelang zal het nog zijn Hoelang kan dit nog duren? De dood, zal zij nog lang wachten Hoe bitter valt zij, omdat men dit alles moet ver laten. IJdelheid der ijdelheden. en alles is maar ijdelheid Maar 't is tijd te zeggen wie de gelukkigste mensch der aarde is. Hij die met alles tevreden is 't is te zeg gen, die niets begeert dan 't noodzakelijke, de omstandigheden en wisselvalligheden van het leven aanneemt gelijk zij voorkomen, in e'e'n woord, die gelijk men zegt van den nood eene deugd maakt en denkt Wat is er aan te doen, 't is weer alzool Edoch, nog gelukkiger zal de mensch zijn, indien hij bij die heidensche natuurlijke on verschilligheid de bovennatuurlijke voegt en denktDaar is een God, die alles bestiert en zonder wiens toelating er niets geschiedt. In zijne handen is ons lot In hem bewe gen wij ons, leven wij En die christelijke onverschilligheid maakt den mensch gelukkig, hoe pijnlijk, hoe smartvol dan ook iets voorvaile De socialistische kopstukken weten wel, dat de elgemcene werkstaking zai midukk n, maar zijl zullen er toch weten gebruik van te maken om hun rooden winkel le doen, draaien. Zij hebben vooreerst al besloten dat de syndika- ten geen geld zujlen geven om -ie beweging te ondersteunen. De werkstakers moeten er zeiven maat' voor sparen. Ook schreef «Le Peoples dat er tijdens de werkstaking geen spraak mag zijn van kleeren, schoenen of meubelen te koopen. Ook is men bezig met spaar tossen in le richten voor de werkstaking. Dc werklieden moeten daarvoor* een soort van zegels koopen en het geid wordt in een greote kas bijeen verzrmeld. Breekt de algemeene werkstaking niet uit, dan zullen zij1, tegen inlevering dier zegels, hun geld terug ki ij geril Men spreekt echter niet van den inirgs'. Is er werkstaking dan krijgen zij ook hun geld terug, op voorwaarde dat Je werklie den met die zegels naar de socialistische coö peratieve gaan en daar hun aankoop doen. I)aar de werkstaking natuurlijk den jprijs der eetwaren zal doen opslaan, en de coöperatie ven reeds van nu hunnen vooT-ufd opdoen, zullen zij die toevoeging van 10 t. h. gemakke lijk inhalen met ook hunne prijzen te ver borgen, en zij zullen er zelfs nog op winnen. 't Zai de volkomene endergang zij a voor ye.'e kleine neri ngdoeners. Of dat nu oneerlijke concurrentie is, daar bekommeren zich de roode kopstukken niet om. u E\cnals de glasblazers van Chaiieroy, ver klaren de wevers van Vervicrs, aangesloten bij de socialistische partij, dar de algemeene poiiiieke werkstaking door niemand gewenscht (wordt bij de werklieden, en dat zij tor niets dienen zal. De huisvaders, de huismoeders, die de lasten en de gevolgen zullen te dra gen hebben, werden niet geraadpleegd, zeg gen zij. Den socialistisehen werklieden zoada t nog wei de ioiogan kunnen opengaan, vooraleer die tijd daar is Te meer, daar zij; eindelijk wel zullen be grijpen, dat de aanmoedigingen tot de werk staking, die hun toekomen uit Duitsohland en Engeland, hun verdacht moeien voorko men. Ligt het werk hier stil, dan komt het vreemd goed met de massa hier binnen, on de vreem de nijverheid doet aan de belgische eene a! te gemakkelijke concurrentie. Over eenige n tijd werden de Zusters van l.iefdc uit het gasthuis van Avignon verdreven. Ze werden vervangen door wereldlijke zieken diensters. Tegenwoordig is het gasthuis opge propt met zieken, waartusschen talrijke ty- phuslijdtrs. Er zijn zelfs zooveel zieken dat het personeel ontoereikend is. Men heeft ove ral nieuwe ziekenoppassersgezocht, doch men heeft er neigens gevonden. Bovendien, dege nen tot wie men ziclx gericht had, hebben ge weigerd typhusiijders te verzorgen. Ten einde raad waren de godsdiensthaters der gemeen teraad Verplicht zich te wenden: tot het moeder hui,-; der Zusters van Liefde., te Parijs, om de kloosterzusters terug te vrager.. De zusters hebben geen verderen uitleg ge vraagd. Zij. zijn onmiddelijk vertrokken, en na een ganschen nacht reizen, zijn zij te Avi gnon aangekomen, waar zij, na de H. Mis bijgewoond en de H. Communie ontvangen zuchtte Edward, die schielijk geweldig begon te beven. Och jongen, het zijn slechts aardsche goederen, trooste de oude vrouw. God gaf aan den Heiligen man Job tiendubbel weder wat Hij hen ontnomen had. Moeder, uw voorbeeld geeft mij kracht om mijn kruis verder te dragen, i> sprak Draeman. Zonder u zou ik er onder be zwijken of, in mijne wanhoop, daden ver richten die ik immer zou moeten betreuren.» Herbouw de hofstede uws vaders, wan neer de rol van Raeveloos uit is. De almach tige zal voor bouwstoffen zorgen. Op dit oogenblik klonk in de verte de noodkreet Brand De geburen hebben de gruweldaad be merkt, morde de jonge man. Ongetwijfeld zullen er velen toeloopsn om te blusschen. Indien wij die gelegenheid te baat namen om de Sansculotten.... (t Neen, neen, niet vechten, Edward, vermaande de weduwe. Lijden met geduld totdat Onze-Lieve-Heer tot de boozen zeg gen zal Uw rijk is uit. Breng mij ergens binnen, n Nog gedurende eenige oogenblikken keek Draemans met onbeschiijflijke smart naar de reusachtige vlammen, die de erf zijns vaders verteerden, dan sprak hij op doffen toon Naar de gavers bij Marten van den Broeck Daar zal moeder in veiligheid zijn. En met de oude vrouw tegen zijne zwoe gende borst geklemd, trad hij, gevolgd door zijnen trouwen dienaar, weder voort in de duisternis. XV Het was een heerlijke Meimorgen. Ed ward Draeman stond op den boord eener gracht en leunde met den rug tegen eenen boom. In de hand had hij eene blinkende houthakkersbijl. De jonge man was veel verranderd sedert wij hem de eerste maal zagen. Toen was zijn gelaat vol en blozend; thans zag het er mager en bleek uit, en droeg het den stempel der zorgen welke hij reeds maanden lang had moeten verduren. Nu echter moesten zoete gedachten 's jon- gelings wee verlichten, want eene stille glim lach speelde op zijne lippen. Hij kwam uit het huis van den boer, lij wien zijne moeder, sedert het verbranden te hebben, onmiddelijk naar het gasthuis de zieken zijiii gaan verplegen. Zóo wreken zich de kloosterlingen, die de liberale gazetten voor «zwarte pokken», uit scholden. De sneeuw. Zondag avond om i i ure 3o, heeft het te Parijs gesneeuwd. Ginscli den avond had de hemel eene roodachtige tint en eene soort gebroken sneeuw begon om 11 ure te vallen. Elkeen stond er veislagen van Het was een fijne dwarrelende sneeuw, die smolt, zoodra zij den grond raakte. En zulks duurde tien minuten. Het sneeuwt overvloedig in de Voogeezen. Te Hohneck is de laag sneeuw verscheidene centimeters dik. Het is zoo koud als in 't midden van den den winter. Akelige ontdekking. Te Perreux, in een klein paviljoen der avenue de Rosny, woonde sedert lang een ouderling M. Jean Guigneau, 71 jaar oud, gewezen schrijnwerker, die er van zijne renten leelde. De ouderling was verlamd hij ging nooit uit en bracht zijne dagen en zijne nachten door in een zetel. Sedert lan gen tijd had men hem niet meer bemerkt aan zijn venster en terecht werden de geburen ongerust. Zij belden, doch kregen geen ant woord. De policie werd verwittigd, die in huis drong. Een stinkenden geur kwam de agenten te gemoet zij traden niettemin vooruit en zagen in den zetel van M. Guig neau een gekleed geraamte zitten. Op het gerucht dat de binnenkomenden maakten, ontsnapte een menigte muizen uit de kleede ren en vluchtten langs alle kanten weg. Eenige beenderen waren reeds afgevallen. Op tafel lag een brief, gedagteekend van 19 maart 1911 en waarin de ouderling verklaar de dat hij zich zelfmoordde. Hij was dus reeds sedert achttien maanden dood en geen der geburen had er iets van bemerkt. Maandag heeft men in stilte met de groot ste eenvoudigheid in het kerkhof van Mont- parnasse te Parijs, eene Zuster, eene dochter van den H. Vincentius a Paulo begraven. Zij Stamde af var, eene adelijke familie, doch dacht enkel op hare rijke bloedverwanten om geld te vragen voor hare armen, alhoewel zij er gansch haar inkomen, dat 45 000 frank per jaar beliep, aan uitdeelde. Deze goede Zuster was de voorzienigheid van het Reuilly kwartier, waar zij een onvergetelijke herin nering laat van goedheid en van liefdadig heid. Dinsdag verschenen voor de boetstraffe lijke rechtbank van Be'ziers, de genaamden Carratier Alfons en Louis Bardi, die, zooals men zich herinneren zal, een hond met naphte begoten en in brand gestoken hebben. Het arm dier drong zich aan tegen een 6 jarig meisje. De kleerkens van het kind vatten vuur, en het bezweek aan de gevolgen zijner brandwonden. De twee onmenschen werden ieder slechts tot 2 maanden gevang veroor deeld i! Londen \onder licht. Ten gevolge van een ongeval in de elek- triciteitfabriek van Islington bleven, maandag avond, twaalf der bijzonderste stadswijken en eenige voor-iteden van Londen in de duisternis gedompeld. In muziekballen eii cinemas ontstond er angst en verwarring tusschen het publiek, doch alles is zonder ongevallen afgeloopen. Eene sterke policiemacht moest ontboden worden om de magazijnen te beschermen tegen de plunderaars. In de schouwburgen had er een oorverdoovend lawijd plaats. In den Hollowayschouwburg kwam de bestuur der met een rookende boegie op het tooneel en deelde de personen de oorzaak van den toestand mede en stelde hen gerust. De toe schouwers eischten dat de kunstenaars in de duisternis kwamen zingen. Ongeluk met vuurwapens. Eenige jongens te Wandsworth in Enge land vonden op den rommelzolder een aantal oude geweren, achterladers, die sedert den Fransch-Duitschen oorlog niet meer ge bruikt, maar herhaaldelijk schoongemaakt en nagezien waren zonder dat men vermoed de dat er nog een van geladen was. De veer tienjarige Olaf Petersson nam er een in handen, zette er een slaghoedje op en trok den haan over. Het geweer sprong uit elkaar en den jongen was op den slag dood. Na 42 jaar was het kruit nog afgegaan. De godsdiensthaters aan 't werk. Zondag heeft in gansch het land de uit- deeling plaats gehad van een miljoen vlug schriften, uitgegeven door de partijgangers van het wereldlijk onderwijs, als betooging tegen het eucharistisch congres van Weenen. Het schijnt dat de policie 5oo aanhoudingen gedaan heeft. Hier is algemeene werkstaking uitgeroe pen door de roode bazen. Daar zijn heele industries die stil liggen, 't werkvolk is nog maar aan den gang en ze roepen al om brood. 't Zal gaan in 't arm landeken, er is nog geen armoede genoeg. En dat is dan al voor 't welzijn van 't volk Juist gelijk in België te wege. De revolu tionairekoorts pakt voor al de Walen aan maar van de 100 werklieden in het land zijn er nog geen 10 die mee doen. Zelfs sommige socialisten willen niet mee. Andere willen wel. maar op conditie dat de liberale bond genoot hun ondersteunt en de vijftig rijke vetleggers, gelijk Vandervelde en consoorten, ook het hunne geven. Zulke daden en algemeene rampen zijn, volgens de meest anti-klerikaalste staatkun digen tegen alle recht en reden dus heelt harer hoeve, haren intrek genomen had. Hij had er de oude pachterse in redelijk goeden toestand gezien, en toen hij van haar afscheid nam, had zij hem, door het venster, de lach ende natuur getoond en gezegd Edward, over eenige weken was hier alles doodsch; nu is het vol leven Ook voor u en uwe bruid zal het lente worden. Goeden dag, Edward, sprak schielijk eene fluitende stem achter zijnen rug. «Vrieii delijkweder, niet waar 1 De vruchten staan wonderschoon. Ik geloof dat de boerkens, lachen. Draeman keerde snel het hoofd op zijde en zag dat wantrouwen verscheen op zijn gelaat. Schoon weder, inderdaad, morde hij. Toen ik u daar zag staan, dacht ik dat gij onpasselijk waart, ging Mie voort. Ik had u sedert lang niet gezien, Edward. Het schijnt mij dat gij mager geworden zijt. Dat is te begrijpen. Eerst door de Fransche boos wichten alles ontnomen worden, daarna uw huis zien afbranden, en daarenboven nog eenen geheelen winter eene zieke moeder moeten oppassen. Draeman wierp zijne bijl op den schouder, en sprak nu tamelijk barsch Ja, Mie, ik ben mager geworden, doch heb tot hiertoe geene kracht verloren. Gij moogt aan degenen, die mij vervolgen, zeg gen, dat de drie eersten, die mij aanvallen, mij niet zullen binden. Wordt gij gevolgd, Edward zegde het wijf met schreiende stem. Arme jongen! vervolgd worden en zoo braaf zijn.Ik heb het gisteren tot Wanne-Mie uit den Molen nog gezegd de wereld zal niet lang meer staan, want de menschen zijn te boos geworden. Door wie wordt gij vervolgd, Edward De jonge man bekeek de vrouw scherp en vroeg dan bitter spottend Mie, wilt gij voor rnij eene boodschap doen •t Zeker, Edward zeker, vriend Wan neer ik mijnen evenmensch eenen dienst kan bewijzen, ben ik altijd gereed. Gij spreekt dikwijls met den commissa ris, niet waar 1 Dikwijlsdat is te zeggen, Edward. Die mensch komt van tijd tot tijd in ons huis, daar mijn man lid van den Municipa- len Raad is. Maar, rechtuit gezegd, ik begin reeds te beven wanneer ik zijne voetstappen hoor. Tot u durf ik stout spreken, vermits ik weet dat gij mij niet verraden zult. Welnu, Edward, ik, die Jaak Raeveloos van nabij ken zeg dat hij een schelm is van de ergste soort. Zóó de priesters en andere brave men schen vervolgen is afgrijselijk. God zal hem wel vinden. Ik heb reeds vele tranen gestort, omdat Philip zich door dien man laat ge* leidenmaar, gij weet dat Scheppaert een dronkaard is,en aan dronkaards is geene zalf te strijken. Mensch-lief, wat iser toch verdriet in de wereld En de helleveeg vaagde een traan uit het oog. Welnu, Mie, zeg hem, in mijnen naam, dat mijn geduld bijna ten einde is. Ik weet niet wat uwe woorden beteeke- nen, Edward. De commisaris zal uit mijne woorden verstaan wat hij in het gevolg te doen heeft. Eensklaps weerklonk in den omtrek een geweerschot. Edward keek verschrikt rond en nam zijne bijl van den schouder, de vrouw uitte eenen benauwden gil (\V.ordt voortgezet.}

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1