EN OMMELANDS Dood van M. Augoste BEERNAERT Droevige Dagen SpreeKlraad m m m mm mm m Op Zaterdag 12 October 1912 5 centiemen 't blad 47e jaar. Talmerk 2423 Te trekken bij den Uitgever, 7* 36, in de Boterstrate, te Yper, en bij 's landsboodschapwezen ofte post, tegen 8 frank 9$ jaars Dagklapper Evangelie van den 20en Zondag na Pinksteren 't NIEUWSBLAD VAN YPER verschijnt 's Vrijdags, en *s Zaterdags na de markt, tegen 3 fr. 's jaars; 3 fr. en den vrachtloon buiten Belgenland. Het blad is niet min te trekken dan voor een geheel jaar en 't wordt op voorhand betaald. Alles moet vrachtvrij ingezonden worden naar de BOTER STRATE, Tk 36, te Yper. Echt en recht, 't oud Volk indachtig Kinderlijk, niet kinderachtig Ypersch, Vlaamsch en, bovenal, God getrouwe ik wezen zal De bekendmakingen kosten o fr. 15 de reke binnen *t blad is 't o fr. 3o van 's Rechters wegen fr. i overdruk 5 fr. 't honderd. Ieder boek, waarvan ons twee afdruksels zijn gezonden, wordt besproken. De Heeren van de AGENCE HAVAS, te Brusséf, Tk 34, in de Zilverstrate, en te Parijs, Tk 8, PLACE DE LA BOURSE, ontvangen bekendmakingen voor 't NIEUWSBLAD VAN YPER, van al die buiten Oost-& Westvlaanderen wonen. STAATSMINISTER Volksvertegenwoordiger van Thielt-Rousselare België komt zijn beroemste Staatsman te verliezen, M Auguste Beernaert. M. Beernaert, te Oostende geboren den 20 Juli 1829 hij was dus 84 jaar oud is in Zwitserland, te Lucerne, overleden. Hij was er niet gegaan voor zijn vermaak of ruste, maar om deel te nemen aan de werk zaamheden der wederlandsche vereeniging van Kamerleden, tot bevordering der vrede onder de volkeren. Als blyk van bewonde ring waarmede de Staatslieden harer landen naert, zijne echtgenoote, en M. Borel, zijn schoonbroeder. Zondag, 's namiddags om dure, gaf M. Beernaert, in bet gasthof van Lucerne, den geest. Do moeder van onzen Koning, Hare Koninklijke Hoogheid de Gravin van Vlaan deren, die zich juist te Lucerne bevindt, deed zich van uur tot uur op de hoogte hou den van den toestand van den zieke, aan wie zij eene bijzondere achiing toedroeg, als haren zoon, OEze Koning Albert, 't Is ge- i «ii M. den Staatsminister BEERNAERT naar een laatste foto.) hem omringden, werd hij tot voorzitter van dit Congres verheven. Over drie weken had M. Beernaert eene verkoudheid gekregen bij het verlaten van een der zittingen van het Congres te Genève. Hij moest zich te bedde leggen. Hij vertrok naar Italië, maar keerde welhaast terug. Terug in Zwitserland werd hij door eene nieuwe verkoudheid aangegrepen. Te Lu cerne verklaarde zich eene longontsteking. Zyn toestand verergerde spoedig. De door luchtige zieke gaf zich rekening van zijnen toestand. Hij vroeg zelf om de laatste HH. Sakramenten te ontvangen, t Was met stichtende godsvrucht, en volle overgeving aan Gods wil, dat hij Ons Heere ontving. Aan de bedsponde stonden Madame Beer- weten dat, sedert lange jaren, M. Beamaeri de raadsman was der familie van den Graaf van Vlaanderen en bij onzen vorst in het hoogste aanzien stond. Mengelwerk van 't Nieuwsblad van Yper 0/48 Om het leven ie beschrijven van M. Beer naert, zou men meer dan een boekdeel noodig hebben. Hij heeft immers eene aller grootste rol gespeeld in België s geschiede nis. Hij bekleedde er de hoogste ambbn. M. Beernaert was advokaat.een der groot ste van 't land, advokaat aan het Ver brekingshof en verschillige malen stafhou- der, voorzitter, ook van den Bond der Bel gische advokaten. Den 23 October 1873 werd hij, voor de eer8temaal, minister van openbare werken, in het ministerie van M. Malou. Weldra raakte zijne hand een menschen- hoofd. Moeder herhaalde hij, maar dit woord klonk thans als een noodkreet. Met zenuwachtige gejaagdheid liet Ed ward vervolgens de hand over het ontdekte lichaam glijden. Hij schudde het eerst zach tjes, daarna geweldiger over en weder en huilde eindelijk Mijne moeder is dood Die woorden maakten eenen onbeschrijf- lijken indruk op de menigte, en weekreten en bedreigingen tegen Raeveloos gericht, klommen in verwade galmen ten hemel. Den commissaris insgelijks troffen zij ge- weldigDe Sansculot sidderde door al zijne leden, en hij deed eene poging om te ont- In 1884, toen het liberaal ministerie Frère- Bara-Van Humbeeck bezweek onder het ge wicht eener hatelijke politiek, was Mijnheer Beernaert voorzitter van den Bond der ka tholieke kriügen en kiesvereenigingen. In deze hoedanigheid sprak hij te Marche.eene redevoering uit, die den val van het mi nisterie van den schooloorlog voorspelde. Onder het nieuw katholiek ministerie was hij beurtelings minister van landbouw en openbare werken, hoofd van het minister ie en minister van geldwezen. 't Was onder zijn ministerie dat de grond wet herzien en de maatschappelijke wet geving aangevangen werd. Man van over- heerscbend talent, waB M. Beernaert tevens een vooruitstrevende geest,die zich rekening gaf van de noodwendigheden van den tijd waarin hij leefde. Dank aan zijnen invloed, sloeg de katho lieke partij al meer en meer den volksgezin- den weg in, zoo verwijderd van den klassen strijd der socialisten als van de verkeerde gedachten van het versteend liberalisme. M Beernaert zegde esns, te Brugge, op het jubelfeest van zijnen ouden trouwen vriend burgemeester Visas tD- katholieke g zindheid is geene politieke partij meer, 't ia de natie zelf. Daarmcê wilde hij be- teekenen dat al degenen die onze nationale instellingen genegen zijn, zich meer en meer onder de plooien der katholieke vlag zouden scharen, daar het liberalisme meer en meer met het socialisme op het dwaalspoor zou geraken. De uitslag der kiezing san 2 Juni bekrachtigde nog eens, en op wondere wijze deze voorzegging. M. Beernaert was een der eerste partij gangers der evenredige vertegenwoordiging Zonder die verandering in de kieswet, zou de liberale partij niet meer bestaan, want sedert deze Staatsman het algemeen stem recht, in 1892,invoerde, was het lib ralisme overal in minderheid. Daardoor toonde M. Beernaert, eens ta meer, zijne g--matigheid, die de reden is waarom de katholieks partij sedert bijna dertig jaar aan 't hoofd blijft. M Beernaert was ook geruimen tijd Voorzitter der Kamer. Als oudste lid der Kamer, dus ais ouderdomsdeken, zat hij den laatsten buitengewonen en zoo geweldigen zittijd voor. In de vreemde landen en bij hunne be sturen stond M. Beernaert zeer hoog aange- teekend. Dat kon men be3f bemerken in de Wereld- Conferentie van den Haag door de mogend heden bijeengeroepen, om het scheidsgerecht te bespreken. Toon bracht M. Beernaert zelfs deze gezanten van alle landen naar Brugge waar zij bet steekspel van het Gulden Vlies op de Groote Markt bijwoonden. M. Beernaert werd,overigens, verschillige malen gekozen als scheidsrechter, in ge schillen tusschen vreemde landen. West-Viaauderen is veel a m M.Beernaert verschuldigd. M. Beernaert vertegenwoordigde Thielt in de Kamer sedert den 4 Augustus 1874. Pas over eenige weken vierde Thielt prachtige feesten ter gelegenheid der katholieke zege- vluchten, die echter niet gelukte, daar zeven of acht zware handen hem vastgrepen. Draeman sprak geen woord meer. Hij stond langzaam op, trad, wankelend als een dronkaard, naar buiten en ging daar tegen eenen muur leunen. Z.jn gelaat was verwron gen door de droefheid, tranen rolden over zijne wangen, en smartvolle zuchten welden uit zijne borst op. Middelerwijl droegen Victor Cielaert en een andere dorpeling het lijk de oude vrouw uit het gevang en legden het zachtjes op den grond. Het was reeds koud en stijf, Er was evenwel geene enkele wonde of bloedvlek op te bespeuren. De pachteres is gewis van schrik gestor ven, zuchtte een boer, die dicht bij het lichaam der weduwe stond. Thans drong een lange magere man, ge kleed als boerenknecht, vooruit. Hij boog zich over het lijk en riep vervolgens met kalme stem tot het volk Christenen, de ziel dezer vrouw heeft onze onzalige aarde verlaten. Immers was de pachterse Draeman een toonbeeld van aller lei deugden, en hare laatste dagen waren da gen van beproeving. Hopen wij dat God praal van 2 Juni en waarin Thielt-Rousse- laere bijzonder uitgemunt hadden. Daar was Staatsminister Beernaert het vo;rwerp van de bewijzen der dankbare genegenheid van het katholieke volk. Het land ook is dank verschuldigd aan het ar rondissement Thielt dat,onafgebroken sedert 38 jaar, zulken doorluchtigen man als volksvertegenwoordiger koos en hem alzoo in de gelegenheid stelde aan het vaderland de uiistekendste diensten te bewijzen. M. Beernaert is gestorven al werkend voor het goede. Het dankbare vaderland zal hem op de lijst schrijven zijner grootste burgers, die België brachten tot dien hoogen graad van ontwikkeling en vooruitgang, welke alle volkeren bewonderen en loven. Met mannen als M. Beernaert toont de katholieke partij dat het lot van het vaderland aan geen betere, vooruitstrevender en bezadiger han den kan toevertrouwd worden. Geene eerbewijzen De decoratiëa en eeretitels van M. Beer naert zijn schier niet te tellen. Als Staatsminister en grootlint der Leopoldsorde had de afgestorvene recht met de grootste eerbewijzen begraven te worden. Maar M. Beernaert heeft dit alles geweigerd hij vraagt eene eenvoudige begraving hij vraagt gebeden, in plaats van praal- en p; achtvertoon. Fin-dag werd te Lucerne, in Zwitserland, een lijkdienst tot zijne ziellafer.is gecele breerd. Daarna heeft men het lijk onmid- dfdlü'r naar Brussel overgebracht. -x haar, om hare verdiensten en haar lijden, zal beloonen, en bidden wij Hem om vergiffenis voor hare menschelijke krankheden. Knielt allen ik zal de gebeden der overleden op zeggen. Plotsling verdoofden alle jammerkreten en bedreigingen onder de menigte. Men kniel de en bad. Een indrukwekkend schouwspel was het, bij het bleeke maanlicht, al deze mannen, die straks nog hunne smart en gramschap door kreten van haat en toorn lucht gaven, daar met gebogen hoofd te zien zitten, inge togen en stil, biddend, en voor eenige oogen- blikken vergetend dat zij met bijl, zeisen, vork en gaffel hunne woning verlaten had den om te strijden. Alleen twee mannen knielden noch baden. De eerste was de commissaris. Alhoewel de genen, die hem straks vasthielden, hem los gelaten hadden om te kunnen knielen, deed hij geene poging meer om te vluchten, en stond metangstigen blik naarzijn slachtoffer te kijken. De tweede man, die niet deed als zijne geloovige dorpsgenooten was Edward Draeman. Zoozeer had de smart den jonge M. Reeriiaert's opvolger In de Kamer zal M. Beernaert als volks vertegenwoordiger opgevolgd worden door M. Emiel Goethols, de verkleefde burge meester van Meulebeke en sekretaris van den provincialen raad van We?t Vlaanderen. Hot laatste onderhoud van M. Beernaert met koning Leopold II t Was op 21 juli 1905, men vierde te Brussel op de Poelaertplaats,de 75e verjaring vBn Belgie's onafhankelijkheid. Op een ver hoog hadden plaats genomen de koning, prins Albert, prinses Clementine, prinses Elisabeth en de kleine prins Leopold. Dicht bij hen bevonden zich de staatsministers, de werkelijke ministers, de leden van Kamer en Senaat. Verschillige redevoeringen werden uitge sproken,maar de koning luisterde niet. Al met eens, binst dat M. de Trooz,hoofd minister, zijne redevoering uitsprak, keerde de koning zich om, roepende John De groot-maarschalk van 't hof, graaf John d'Oultremont, naderde, Dit feest is prachtig, zegde hem de koning. De geestdrift is algemeen. Men moet bet ijzer smeden binst het warm is. Roept Beernaert. De groot-maarschalk stond heel verbluft. Op dit oogenblik Uwe majesteit be geert zeker dat ik M. Beernaert roepe nadat M. de Trooz zal gedaan hebben met spre ken. Neen, onmiddellijk. Dat Uwe Majesteit mij toelate te doen opmerken dat zulks eene zekere opschudding zal verwekken. Volgens de regels van het hof, zouden de staatsministers te zamen moeten uitgenoodigd worden. Altijd opmerkingen antwoordde de koning op een grommigen toon. ('T is slechts de groot-maarschalk die opmerkingen van dien aard mag maken); ehwel, 't zij zoo ver zoekt hen allen van straks te komen. Deze samenspraak werd zooveel te meer opgemerkt dat M de Trooz nog altijd sprak- De hoofdminister scheen eenigszins onthuts, door dit tusschengeval waarvan hij niets verj stond. De minister zijne redevoering geëindigd hebbende, antwoordde de koning. Dit antwoord veroorzaakte de algemeene opschudding, want in plaats van te spreken vandejubile, handelde de koning van niets anders dan van de doorsnee der Schelde en van de versterkingen van Antwerpen, de volksvertegenwoordigers en senators om zeggens gebiedende zekere voorstellen te stemmen. Binst dat hij tot de volksvertegenwoordi gers sprak, sloeg de koning zijn stok tegen den grond. De vorst scheen zeer opgewon den. Eenige toejuichingen beantwoordden de redevoering des kocings. De graaf d'Oultre mont verhaast zich het hem gegeven bevel uit te voeren en noodigt de staatsministers uit bij den koning te komen. M. De Lants- heere trekt eerst voorbij. M. Woeste de tweede. Het onderhoud duurt maar een oogenblik. M. Beernaert komt'vervolgens vooruit. De koning, zeer kwaad, zegt hem De redevoering die ik kom te lezen, is voor u, M. Beernaert, voor u alleen. Ik hoop dat gij niet zult volherden in uwen tegen stand en dat gij het ontwerp, aan de Kamer onderworpen, zult stemmen. Sire, antwoordt M. Beernaert, het schijnt mij dat om van zulke zaken te spre ken, het hier noch de plaats noch het oogen blik is. 't Zij zoo, antwoordt de koning. Maar dit onderhoud moet plaats hebben en zonder uitstel. Ik zal u in 't Paleis verwachten, na de plechtigheid, en in feestkleedij. Niemand had iets verstaan door het gerucht van het muziek. Maar M. Beernaert had geen een woord verloren. Volksvertegenwoordigers en senators trok ken naar de kamers terug. De feest geëindigd zijnde, zocht M. Beernaert een rijtuig en deed zich naar het Paleis voeren. De reeks incidenten was nog niet gesloten. Leopold II zeer opgewonden tegen zijn oud- hoofdminister, had sedertlang aan Prinses Clementine verboden met M. Beernaert te spreken. Welnu, op het oogenblik dat het rijtuig met M. Beernaert in de hovingen van het paleis aankwam, schikte Prinses Clemen tine met haar gespan, uit te rijden. De koning nam de frische lucht in het venster van zijn kabinet. Gijzegde de prinses tot M. Beernaert, heel verwonderd van hem in 't paleis te zien. - Zijne majesteit verwacht mij, ant woordde M. Beernaert. Op dit antwoord, meende de prinses dat het verbod gevallen was en zij sprak binst eenige minuten met den eerbeidweerdigen staatsminister die zij in hooge achting hield. De koning die alles kon hooren zegde geen woord. M. Beernaert trok dan het paleis binnen. Het onderhoud met den koning duurde een uur. Aangenaam was het niet. Meer dan tien maal hernieuwde Leopold II zijne pogingen om den staatsminister te overhalen tot het stemmen der Antwerpsche wetsvoorstellen. M. Beernaert toonde het gevaar dat men liep en verklaarde dat zijn geweten en zijne op vatting der ware belangen van het land, hem verboden aan 's konings verlangen te vol doen. Maar de koning drong maar altyd aan, altijd dezelfde vraag herhalende - Waarom wilt gij niet, aangezien ik het u vraag - Ik bid Uwe Majesteit niet meer aan te dringen, zegde M. Beernaert. 't Is met deze woorden dat het laatste on derhoud van den kening met M. Beernaert een einde nam. ling bedwelmd, dat hij geen besef had van wat er naast hem gebeurde. Welhaast was het gebed geëindigd. Nu stond Victor Cielaert recht, greep den Jacobijn vast en schreeuwde tot zijne mak kers Jongens, wij gaan dezen afschuwelijken moord ongewroken laten Maken wij Rae veloos niet van kant, morgen of overmorgen zal hij andere slachtoffers kiezen. Daar er thans in het land geene wetten bestaan om de misdadigers te straffen, bezitten wij het volle recht zeiven te vonissen. De hevige woorden wekten Draeman uit zijne geestverdooving. De jonge boer sprong naar den commissaris en riep wanhopig Ellendeling, gij hebt mij mijne goederen ontnomen, mijne moeder gedood, uw moor denaarsoog beloert de onschuldige Liva Bruynenckx. Uwe misdaden zijn talrijk ge noeg. Gij gaat sterven De man, die de gebeden over het lijk uit gesproken had, greep den jongeling vast en zegde angstig Edward, laat aan God de taak over de boozen te straffen. van den 12 tot den 19 Oct. z. 12. H. Evagris en anderen, mm. H. Wilfrid. H<= Harlinde te Maaseik. H. Ma- ximiliaan. H. Seraphijn. Z. 13. H. Edward, Koning van Engeland i 1066. H. Angelus. H. Colman. m. 14. H. Donatianus (Donaas), b. te Rhie- men 1389. Hij berust te Brugge, waar hy patroon is van het bisdom en van de bisschoppelijke stad. H. Callixtus, 16° Paus van Rome 233. He Fortunata, mgm. d. 15 H6 Theresia.stiehster der ongeschoei- de Carmelietent 1582. H. Bruno. H°Thecla. io. 16. De 270 HH. Martelaars. H. Floren- tijn, b. H. Eliphius, m. H. Bercharis, m. Zalige Boudewijn van Borrele. d. 17. He Hedwig, w hertogin van Polen f 1243. Zalige Raso Goegebeurs, abt van Dron gen. Zalige Margareta Maria Alacoque, mg. y. 18. H. Lucas, arostel. Zalige Koenraad van Leuven. Zalige Mono, m. ermfjt in 't Na- mensche. Te dien tijde was er een hofbeambte, wiens zoon te Gapharnaüm ziek lag. Deze vernam Je zus aankomst uit Judea en Galilea, en kwam naar Hem toe, en verzocht Hem ai te komen en zijn zoon te genezen, want hij lag op sterven. Jezus dan zeide tot hem Indien ge geene tee kenen en wonderen ziet, dan gelooft ge niet. De hofbeamte zegde tot Hem Heer, kom af,eer mijn kind sterft. Jezus zegt tot hemGa, uw zoon leeft. De man geloofde het woord, dat Jezus hem zeide, en ging. Maar reeds op den afweg ontmoetten hem de dienaren met de boodschap, dat zijn zoon levend was. Hij ondervroeg hen dan naar het uur, waarop de beterschap was in getreden. En ze zeiden hem Gisteren, te zeven uur, heelt de koorts hem verlaten. De vader begreep dan, dat het juist het uur was, waarop Jezus hem gezegd had Uw zoon leelt, en Hij geloofde, hij en geheel zyn gezin. De aangesprokene trachtte zich los te wringen, en riep, altijd even wanhopig Mijnheer de onderpastoor, poog mij niet te wederhouden. Ik wil mijne moeder wre ken l Raeveloos heeft reeds te lang geleefd Uwe moeder keurt van in den Hemel uwe handelwijze af, vermaande de priester, en hij hield Draeman nog steviger vast. Op dien stond kwam op het plein een man geloopen, die haastig zijn bed moest verla ten hebben, aangezien hij tot kleeding, en kel een rood baaien onderlijf, een broek en kousen droeg. Mijnheer de meierriepen eenige stemmen en andere voegden erbijJaak Raeveloos heeft de pachterse Draeman ver moord Van Vaerenberghe drong snel door het volk, plaatste zich tusschen den commissaris en den jongen boer, die nog tegen den pries ter worstelde, en vroeg Edward, gaat gij moordenaar worden Mijnheer de meier, daar ligt het lijk mij ner moeder kermde de landbouwer, ter wijl hij naar de doode wees. Het burgershoofd bezag ontsteld de afge storvene, doch bedwong spoedig zijne ont roering en sprak Zult gij de nagedachtenis uwer moeder door eene misdaad onteeren Zij moet dege nen, die haar ooit deden lijden, in het uur harer dood vergiffenis geschonken hebben, want zij was eene heilige. Deze woorden maakten eenen diepen in druk op het gemoed van den jongen boer. Hij zuchtte Mijnheer de meier, laat mij Raeveloos dooden om Liva Bruyninck te redden. Mijn vijand zal haar doen sterven omdat zij mij bemint. Liva Bruyninck is eene moedige chris- tene dochter. Ga haar raadplegen. Ik verze ker u dat zij liever sterven zou. dan haar be houd aan eenen moord te moeten danken. Draeman deed geene pogingen meer om zich uit de armen des priesters los te rukken en liet het hoofd voorover zakken. a Mijnheer de meier, is het dus uw wil dat wij als lafaards werkeloos blijven, terwijl een landverrader ons belet onzen godsdienst te belijden, onze priesters vervolgt en weer- looze vrouwen doodt vroeg de hevige Cielaert. CKor'dl voortgezet SBi r*< DOOR HONORÉ STA ES (Overdruk met toestemming van 't Davidsfonds) „«3 r. ran L" 1 1 r*i L*t 1* -

HISTORISCHE KRANTEN

Nieuwsblad van Yperen en van het Arrondissement (1872-1912) | 1912 | | pagina 1