het vee.
vernietigd in 2 da-
lokaas 51 slakken
gen.
Fr
Fr.
en
en bijzondere huizen.
M.
een
ka-
M. V.
roode
Bewaren van Groenten.
dagen voorkomen, heeft een zeker kwantum
voorbeelden
voorkomen
met
groentegewassen
BRUGGE
Telefoon 3.32.31.
Huis
Kosteloos Ontledingsbons Afleverend
volgens de Minister opgelegde voorwaarden
GROOTHANDEL
Origineel veredelde, Stam en Gekeurde Zaai
granen, alle Rassen.
INLICHTINGEN VOOR VERKOOP OF OVER
RASSEN OP AANVRAAG.
GEWAARBORGDE LEVERING.
Scheepsdale-
laan, 68
bestemd is,
worden, is het
een of
zich in den
bewaren
zoolang mo-
einde Octo-
ook
ze
11,50
90,00
het uiterlijk
van zijn
roepen ze
een volgroeid
Pakken van 25 Gr.,
500 Gr.,
2 1/2 Kg.,
EERSTE RANG ZAAD HU IS
G. DUMON
Erkenningsnumr 2044
Te bekomen in alle droogerijen
Zooniet schrijf rechtstreeks aan
ontvormen gedurig
andere moeten
Er is altijd voedsel noodig
om als
ander
handel
tientallen van' melkproductie.
Precociteit is dus een waardevolle eigen-
van goede teeltstieren schap; ik zou haast zeggen eèn mes dat
en vaarzen langs beide ziiden sniirit Hort dub_
F L E U R I X, AGENT VOOR BELGIE.
11-13, Jan Wellenssrraat, BRUSSEL - Tel. 33.34.57
De vroegrijpheid van
j een platgedrukte ronde vorm hebben 4)
Geene barsten vertoonen; 5) Goed vast ge-
3,00; 125 Gr., Fr.
45,00; 1 Kr., Fr.
5 Kg., bijzondere prijzen.
kwamen met de vleet de meet over.
Het exterieur van een dier,
voorkomen volstaat om te getuigen
vroegrijpheid. Als. jonge dieren
reeds hei beeld te binnen van
dier. Vroegrijpheid gaat gepaard met snelle
ontwikkeling. D.e snelle groei veronderstelt
een laagje stroo of enkele
luiken geplaatst aan den
vensters, worden in de Lente
houden, om te beletten dat
len, het lokaal zouden verwarmen
kooien aan den groei brengen.
Om de maand worden de kooien nagezien,
om al de rottende deelen te verwijderen.
Deze die slechte bewaringsteekenen toonen
zal men verkoopen of verwijderen. Al wie
deze enkele aanwijzingen wil in acht ne
men, zal heel gemakkelijk variëteiten als
Langedijker, late roode bewaarkool, en
Deensche witte, welke de beste zijn, kun
nen bewaren tot in de maanden April-Mei.
R.V.T.V.
voeders, die gedurig het tandvleesch prik
kelen verhaasten het tandschietentrou
wens die tandvorming is net als de snelle
ontwikkeling der lichaamsdeelen in zekere
mate een gevolg van de intensieve voeding.
Lijk we hooger reeds opmerkten spruit een
aanzienlijk voordeel voor de vroegrijpheid
voort uit een vroegtijdiger voortbrengen van
dierlijke producten allerhande als melk,
vleesch, vet enz. Dit is niet alles. Er vloeit
nog een merkelijk voordeel voort uit het
inkrimpen der onderhoudsrantsoenen. Naast
het productierantsoen moeten we rekening
houden met het onderhoudsrantsoen. Machi
nes hebben slechts een voortbrengstrantsoen
noodig; ze eischen slechts als b.v. een auto
j voedstoffen noodig wanneer ze in beweging
of in werking komen. Zoo is het niet met het
dier. Een paard dat op stal staat en geen
Wanneer het weder het toelaat, t.t.z. bij
I niet vriezend weder worden de planken-
1 schutsels weggenomen opdat alles goed zoude
opdrogen, en wanneer het tamelijk zacht is
lucht men aan de zijkanten, aan tegenover
gestelde kant van de windrichting, door een
stok of iets dergelijks te plaatsen onder de
zijkanten. Op deze manier is het mogelijk
zeer lang en op uitstekende wijze raapselder
te bewaren.
Sommige groentegewassen kunnen
I zeer goed ter plaatse bewaard worden,
blijven veel frisscher en behouden hun goe
de smaak.
Wortelen zal men bedekken met eene laag
van 30 cm. droge bladeren, welke men kan
mengen met toemaat of kaf. Als hèt weder
goed is zal men dit deksel verminderen of j
zelfs wegnemen. Na den oogst doet dit ma- j
teriaal dan nog dienst als mest, het zal on- j
dergespit worden en zal zeker de grond ver-
beteren.
Schorseneer kan men ook op die wijze
bewaren, doch hier moet de laag bladeren
maar 20 cm. dik zijn, daar de schorseneer
met bevriest. v„f bladnerven kunnen zien; 3) Zij moeten
Sommige koolsoorten als savooien worden:
heel laat en met stam uitgestoken en tus-1
schen de greppels der winterbedden met den sloten zjjn
hebben doorgaans
en diepe borstkas,
hoeveelheid voeder-
stoffen in betrekkelijk korten tijd te ver
goed in ’t pak zijn, terwijl andere' werken. Bij vroegrijpe dieren grijpt alge
meen de tandwisseling vroeger plaats. Dit is
verschijnsel eigen aan deze dieren; doch
wordt eveneens beïnvloed
wat afwijking in voeding en meerdere uit- door den aard van voeders en voeding. Harde
batingsvoorwaarden, voor den kweek groot
voordeel opleveren.
Dieren, waar om zeggens geen vleesch aan
te krijgen is, zijn meestal nerveuze typen die
op stal weinig rust hebben en bij het werk
te driftig zijn en zich gestadig nutteloos af-
matten. Men spreekt dan wel eens van
„doorjagers”. Rustige kalme dieren integen
deel zijn door den band goede voederver-
werkers.
Bij den opfok van jong vee en veulens is
het een belangrijke factor er voor te zorgen
dat het kalm en rustig is in kalverhok en
veulensstal. Zachte omgang met de dieren
draagt er veel toe bij een rustige atmosfeer
In de schuur maakt men hoopen welke
omtrent 1,60 m. breedte hebben, ze worden
laagsgewijze geplaatst, van onder begint men
gewoonlijk met vier lagen van zes kooien in
de breedte, dan drie lagen van vijf stuks, en
de drie bovenste lagen van vier stuks. Deze
regeling geldt voor de prima kwaliteit. Tus-
schen twee hoopen laat
30-40 cm. De-kooien moeten op zulke wijze
Het tijdstip dat onze moestuinen zich ont
sieren van hunne prachtige groenten is in
getreden. Enkele groentegewassen, als veld
sla, porei, kervel en spinazie op goed be
schutte plaatsen zijn nog het eenige siraad
van onze groentetuinen. Vele van de na-
jaarsteelten zijn beschut en weggeborgen
in groeven .schuur, hangar en kelder om
daar mits vele goede zorgen nog een tijd
lang te bewaren, om ze te kunnen te gebrui
ken of te verkoopen wanneer er schaarste
komt aan groenten. Voor al de te
groenten, zorge men steeds ze
gelijk buiten te laten t.t.z. tot
ber begin November ,of tot wanneer er vorst
te vreezen is.
In groeven kan men heel goed de groene
sedersoorten bewaren. In vele liefhebbers-
tuinen, waar men over droge gronden be
schikt, wordt de groene selder best geplant
in kleine smalle groeven van lm. 50 tot 2
m. breedte. Over deze groeven kan men nu
erwtrijzen of boonstaken plaatsen waar men
dan stroo of bladeren overstrooit om de
planten te beschutten tegen regen, vorst en
koude. Langs voor en achter van de groef is
het geraadzaam bij droog weder de bedek
king weg te nemen, om luchttrok te veroor-
zou haast
vaarzen langs beide zijden snijdt dank zij haar
(Vervolg van 1 blz.)
vleesch en vet, van arbeid enz.
l.i dit opzicht bestaat er tusschen onze
nuttige' huisdieren een opvallend verschil.
- - i Proeven hebben in ’t licht gesteld dat, om
men een wegje van van melkdieren te spreken, d’eene rijke voeding vooral aan eiwit, vet en
dubbele voeder noodig
geplaatst worden, dat de snijvlakte van den da,. een andere om dezelfde hoeVeel-
1 heid botervet voort te brengen. recht. Vroegrijpe dieren
Voor dieren, die geen dierlijke producten
’.'veren, als bij paarden tijdens de Winter
komt het verschil van omzettingsvermogen
klaar naar voren.
In eenzelfde stoeterij waar paarden van
'benaderend gewicht in afzonderlijke eet-
bakken worden gevoed, zien we dat sommige
men paarden, bij gelijkwaardige rantsoenen,
steeds l
voortdurend de ribben vertoonen. Het spreekt
van zelf dat dieren, die steeds in goede con-een
ditie zijn, ondanks zwaren arbeid en soms1 dit verschijnsel
verrotting te
te vermijden plaatst
weinig schuins
De onderhoudszorgen voor eene goede
bewaring zijn de volgende: Men zal zooveel
het mogelijk is luchten, de zuivere droge i
luchtstroomen beletten de verrotting,
mag zelfs bij lage temperatuur 3-4° nog
veel luchten, en dit bijzonder voor roode
kooien, deze zullen zeer donkerrood gekleurd'
zijn, naarmate ze veel en koud gelucht wor
den na het reinigen. Men lette ook geduren-
bedekken met
De
der
ge-
zonnestra-
en de
’t licht gesteld dat,
s’.echts van melkdieren te
I koe meer dan het
i heeft .dan een andere
en hoe voordeelig het van
is dieren te bezitten, die
waarde en ge-
of voor
beenderstoffen. Zonder intensieve voeding
komt vroegrijpheid niet volledig tot haar
Vmooviinc rtioroiq hebben korte bee-
1 nen, omdat de kraakbeenschijven, ten ge
volge der rijke voeding, in verhaast tempo
tot verbeening overgaan en den lengtegroei
der beenderen stilleggen.
Vroegrijpe dieren
flink-ontwikkelde, breed
bij machte een ruime
stam, niet in aanraking komt, met de kool
bladeren der lagerliggende kooien, dit om
voorkomen. Om de aanraking
men de kooien een
schen de vroegrijpe typen eveneens dieren
worden aangetroffen, die alles behalve goe
de voederverwerkers zijn. Aan alle regels
zijn uitzonderingen. „L’exception confirme la verdwijnen,
règle Er is altiiri
Laatrijpe rassen worden veelal verdron-j warmte voort te brengen
gen door vroegrijpe.
Zoo wordt in de zandstreken het oud Kem-
pisch Ras meer en meer
het Rood-bonte ras, nauw
M.R.Y. (Maas, Rhyn, Ysselveeslag)
melijk vroegrijp is en geen
schen stelt op gebied T"
z.g. Kempisch ras in vele
streken, hoofdzakelijk in de
ten van Nederland, i-
het M.R.Y. is het gevolg
te schaal van dit vee. Sinds
jaren terug in de geschiedenis van
kweek werden er tal
uit Holland ingevoerd; pinken
Voor een uitgaaf van 3 franken, 236 slakken
- Met één enkel
zaken opdat alles wel verluchte en opdroge
en betere bewaring te bekomen. Liefheb
bers kunnen op deze wijze in groeven aller
lei groenten bewaren, zooals raapselder, an
dijvie met doel uitgestoken, e.a. Hoofdzaak
is vooi’ het bewaren van groenten dat ze
goed groen zijn, droog in de groef geplaatst
en goed verlucht worden, alle rottende
deelen moeten zorgvuldig en op tijd wegge
nomen worden.
Handelskweekers leggen ook soms groeven
aan voor het bewaren van raapselder. Ze
maken groeven van omtrent 2 m. breedte
om er gegolfde ijzeren platen over te plaat
sen. De raapselders worden op de gewone
manier ingegraven zooals in serren en bak
ken. Deze bewaren er heel goed. Des Winters
wanneer het vriest plaatst men een planken
schutsel aan voor- en achterkant. De zij
kanten worden afgedekt met toemaat, droge
bladeren of lang stroomest.
Wanneer het weder
weder
kop naar het noorden geplaatst. Waarom
naar het noorden zult U misschien vragen?
Wel heel eenvoudig omdat groenkoolen,
wanneer ze naar het zuiden moesten ge
richt zijn, min of meer zouden doorgroeien
en dan slecht bewaren.
Kabuiskoolen bewaart men heel goed door
ze met hunnen kop in den grond te graven
op een speciaal winterbed. Men legt eerst
eene laag assche of oude erwtrijzen, daarop
plaatst men de kooien met den kop omlaag,
en iedere kool afzonderlijk. Tusschen de
koppen plaatst men de grond voortkomende
van greppels die gegraven worden langs bei
de zijden van het bed. De greppels dienen
dan als draineering. Bij strenge vorst kan
men dan deze bedden nog afdekken met
droge bladeren.
De handelskweekers bewaren hunne
I buiskoolen in speciaal gebouwde schuren,
i Mits enkele goede zorgen kan men ze hier
ji I tot in April-Mei van volgend jaar bewaren.
Deze schuren gemaakt in gewone baksteen
bestaan uit een gelijkvloers en een zolder.
Aan de zijkanten zijn kleine langsbinnen op
vallende vensters geplaatst. In de gevels van
het gelijkvloers is aan iedere zijde eene in
rijpoort aangebracht, groot genoeg om met
eene kar de kooien binnen te brengen. Op de
verdieping zijn ook aan beide kanten twee
groote vensters en deuren aangebracht om
een goede verluchting te verzekeren.
De late koolsoorten worden dus zoo laat
mogelijk geoogst. Men snijdt ze af met bij
na al hunne bladeren. De losse bladeren
dienen om tijdens het vervoer de kooien te
beschermen tegen kwetsingen. Ze worden
niet rechtstreeks in de schuur geplaatst.
Men laat ze enkele dagen in een luchtig lo
kaal om ze daarna van hunne losse en be-
I schadigde bladeren te ontdoen, ze worden
dan gesorteerd en in de koolschuur geplaast.
De eigenschappen van goede bewaring zijn
I de volgende
1) Wanneer de kool gekuischt is mag men
boven op de kop slechts twee bladeren be
merken; 2) Onder aan den stam moet men
te scheppen en bij de jonge dieren een kalm
temperament aan te kweeken.
De eigenschap het voedsel goed en flink
om te zetten is algemeen het aandeel van
vroegrijpe dieren, ’t Is of ze deze eigenschap werk verricht, lijk er bij winterdag zoovele
zoo wat in pacht hebben. Dit sluit echter
niet ook dat er tusschen laatrijpe dieren ook voederstoffen noodig om in leven te blijven
uitmuntende en zijn gewicht te behouden. Zoo is het
voederverwerking en anderzijds dat er tus-' eveneens met volwassene ossen en muntige
droogstaande koeien.
Al de organen van het lichaam der dieren
aan. Sommige stoffen
die vervangen,
om lichaams-
en de sleet van het
organismse te herstellen. Welnu al het voe
der dat er noodig is om een dier te behouden
bevindt, zonder
te leveren, heet
het onderhoudsrantsoen. Dadelijk springt
voor den vee
lijk uit den stal verwijderd worden. Inder
daad, de melk slorpt heel gemakkelijk en vlug
allerlei geuren op, en hoe warmer ze is, des
te beter ze de geuren opneemt.
5) Wanneer de melk
kindermelk verkocht te
raadzaam ze te filteren, met
goed toestel dat men
kan aanschaffen.
6) Zeker en vast draagt de reinheid der
melklokalen veel bij tot het zoet houden der
melk, waarom het geboden is deze lokalen
goed zuiver te houden, alsmede droog.
Aangezien de bacteriën het bederf der
melk veroorzaken, moet men bijgevolg alle
pogingen doen, om deze bacteriën zooveel
mogelijk te beletten in de melk te dringen,
alsook om ze te bestrijden.
Dat is alles.
de strenge vorst de kooien te
rietmatten,
buitenkant
gesloten
de
op zij gezet door in den staat waarin het zich
verbond met hetj een enkel dierlijk product
dat ta-men k
al te hooge ei- in d’oog, hoe voordeelig het
van voeding. Dat het houder is, nuttelooze onderhoudsrantsoenen
-D deelen der Zand- weg te cijferen;
grensgemeen- een anderen kant
zoo veel weg heeft van op jeugdigen leeftijd hun
van invoer op groo- schiktheid hebben voor slachtbank
den vee-
tlWctcl
Het doeltreffenst en krachtigste produkt
v»nr de vernietiging van slakken.
ge-
inHc ■f-i on 4-011 nvi tta vx 3 1