1 Ui, 22e JAAR. Nr. 30. WEEKBLA» In de naaste toekomst zullen de Vseprijskampen nog enkel toegang stamboekdieren verleenen, aan met gekende herkomst. ONKRUID EN ZIJN VERDELGING. deze vernie- en (sinapis' (stellaria media) netelen (Urtica- van hebben we aan den herik een afstand (’t Vervolgt). plant geknakt. len van onkruid gaat van zegge onkruid- daar ZONDAG 26 JULI 1942. niet te om niet kunnen te vroeg niet snei genoeg, als gevolg van de lage atmos ferische temperatuur. Dit doorschieten tot zaad kan ook nog geschieden ais ge volg van andere groeibelemmerende factoren als gebrek aan voedsel, droog en warm weder, wortelverlies bij het die uitgeplante andijviën onvol- waard buiten het bereik van ratten of z00 maar niet aan hun lot mag overla- Vergeet I muizen. ten, hoeft geen betoog. Het onkruid zou De zaden voortkomende van overwin- zich vrij sterk -~ veruit de beste. We licht, lucht, plaatsruimte en weten wel dat er in den handel veel za- I den verkocht worden die voortkomen van een zaaiing gedaan op warm broei bed gedurende de maand Februari, la ter dan in Maart op warme laag ver- speend, om dan eindelijk in April ter plaats te worden gezet. Dergelijke planten schieten dan snel door en bren gen hetzelfde jaar nog zaad op dat goed is, maar verre is van het eerstgenoemde te evenaren. Eens men den grond, voor ZORGT VOOR JEUGDIGE ANDIJVIE. vensbehoefte, terwijl de kultuurplant en warm weder, wortelverlies voor haar planten, zaad van doorschietende plan ten geoogst, enz. Om met de zaadteelt van de andijvie goed te slagen moet men eerst en vooral weten dat planten voor 15 Juni gezaaid nog hetzelfde jaar in zaad doorschie ten. Als zaaddragers zal men dus plan ten uitkiezen van de laatste zaaiing die in gunstige voorwaarden trachten te V Oppassen met het zaaien van plant; niet te vroeg zaaien of ze schiet op tot zaadstengels en wordt dan totaal verwaarloosd. Waaraan is dit opschieten wijten? Ziehier: de andijvive door te schieten moet snel doorgfóeien en indien men zaait dan verloopt de groei i van ratten of vaak komt te staan in een groeivermogen ongeschikte omgeving. Het blijkt aldus dadelijk dat het hier gaat om een strijd voor het bestaan tusschen beide gewassen en dat de wildgroeiende plant licht de bovenhand heeft zoo ze niet wordt klein gemaakt door de helpende hand van den land man. Sommige onkruidplanten als pe- men en hondsribbe hooren thuis in alle grondsoorten; sommige andere wijzen - koude serre. In April ’t dan toch zoo moeilijk weg te krijgen i plant. Beter weinig zaad dat goed ge- meter afstand is, mag 't wel de moeite loonen alles in vormd is, kloek het werk te stellen om zulk een vijand een verre weg te houden. ’t Mag te werking nog grooter, zoodat ze de ge teelde planten kan overrompelen. Moet men ze laattijdig verwijderen dan heb ben ze reeds in zekere mate de kultuur- Trouwens het immer gepaard met verplegingsarbeid, die des te moei- lijker wordt naarmate de onkruidplant kloeker is ontwikkeld. De strijd tegen woeker planten is des te moeilijker daar de wilde en onkruidgewassen in den bodem vinden de natuurlijke voorwaarden voor hunnen wasdom. Deze van-zelf- groeiende planten komen te voorschijn in een midden aangepast aan hun le- grondsoorten; sommige andere wijzen i koude serre. In April L tuurplant. Een klassiek voorbeeld daar- op de geaardheid van den bodem. Muurdaaropvolgende plant men deze --j(sinapigi (stellaria media) en netelen (Urtica- ze eischt een rijken, lossen en frisschen grond. Een grond die een jaar te voren is bemest geweest met 600 tot 800 kgr. stalmest per are, en grond dus die veel humus bevat en hierdoor sponsachtig, is geworden past opperbest voor andij- van elkander verwijderd men ze op 25 tot 30 centimeter volgens den doormeter die de planten bekomen. Om het hergroeien ’t Mag te verwonderlijk voorkomen Het zaad rijpt in Augustus-September t° vervoordeeligen is het best te planten als we beweren dat de landman zelf de I en gezien het zoo gemakkelijk van het bii ^vertrokken of regenachtig weder, grootste schuldige is in ’t bevordereni omhulsel los gaat, snijdt men de sten- van onkruid. En toch is ’t zoc Do~cls ccnigc dagen veer dc volledigs rijp k Agros- meeste onkruidzaden worden op ’t land heid af en laat ze drogen op een wel-bladeren wat in om (klaproos,) gebracht door de zorgeloosheid van den! verluchte plaats. Eens droog wordt het doen verminderen, ook (al- landbouwer, inzonderheid door ’t uit- gekuischt en op een droge plaats be-1 nat men die uit - Werpen van granen en zaden 1 doende gezuiverd en getriëerd. niet dat ieder onkruidzaadje U jaren) lang veel last kan kosten. Immers geen I terde pianten' zijn zaden als de onkruidzaden zijn zoo rijk en machtig aan vermenigvuldigingsver mogen. Ze geven duizenden zaden, die op hun beurt moeilijk spel zullen leve ren. Weet U wel dat een enkele kolle- bloem (Papaver Rhocas) van gewone grootte rond de 50.0G0, zegge vijftig duizend zaden geeft. U berijpt wat ’n beteekenis het heeft als die zaden kiem- krachtig op den akker terecht komen. Denkt nu niet dat de kollebloem haar voortplantingskracht een uitzonde ring is. ze aan Onkruid noemen we elke plant of kruid, die niet behooren tot de beoogde kukuur, zoowel de nawas van vroeger geteelde gewassen als de eigenlijke on kruidplanten. Zoo is b.v. spurrie een ge was dat soms jaren lang last berokkent aan de volgende teelten. Eenige nadeelen van onkruid: 1) Het onkruid maakt het de kultuurplant moeilijk daar ze deze berooft van lucht, licht, plaats, voedsel,. 2) . Sommige onkruidplanten belem meren zoodanig de ontwikkeling van graangewassen dat de oogst op een mislukking uitloopt. We bedoelen o. m. het melkkruid, dat een tarwegewas als ’t ware versmacht; de vogelwikke en de wilde lens, cue de korenhalmen ten gronde halen; de ratelaars, (Rhinan- thuS) die hun wortels vestigen op de wortels der graangewassen en er als parasieten woekeren. 3) . Tal van onkruidplanten zijn een waardplant van ongedierte en schim mels, die ten gepasten tijde uit hun schuilplaats verhuizen naar de kul- 1 bloemigen (Cruciferae) spreken van fosfoorzuur; boterbloemen (ranuncu lus), zegge (carex acuta), zuring (humex) biezen (scirpus lacustris) wij zen cp overtollig nat en kalkgebrek. Voorkomende middelen. De bo eren - ne overwintert de slijmzwam Plasmo- diophore brassicae, die dè knolvoeten veroorzaakt op kruisbloemige planten als rapen, koolrapen, kooien. Het is voldoende bekend dat schade lijke dieren, schimmels, zwammen de oogstopbrengst terdege schaden en vaak doen mislukken. Waar we gaarne de aandacht op vestigen, is de kwalita tieve waardevermindering, des te meer daar deze minder opvallend is en toch groote schade kan berokkenen. Vooral de hoedanigheid van graangewassen kan door de aanwezigheid van sommige onkruiden terdege afnemen. Zoo zijn de zaden van bolderik (krok Agros- temna Githago), kollebloem maankop Papaver Rhoeas), look liunn giftig; daarenboven leveren zij last bij malen, daar ze San de moién- steenen kléven en staan ze het bewaren der melen in den weg, waaraan ze dan nog een sterken onaangenamen reuk geven. Veel herik maakt haverstroo minder waardig als veevoeder. Biezen, ranonkelen, paardenstaart (equisitum palustra), paardenvoet (klein hoefblad Tussilago Farfara) enz. Niet alléén verminderen deze onkruidplan ten zoowel de gebruiks- als handels waarde doch ze werken tevens schade lijk op de gezondheid der dieren 4). Onkruidplanten hebben allerhan de kwade gevolgen om het lijf; jong nog staan ze de ontwikkeling der kul- tuurplant in den weg; nemen ze toe in wasdom dan wordt hun schadelijke! men tracht zooveel mogelijk aarde aan is ’t zoo De gels eenige dagen voor de volledige rijp- de wortels te bewaren en men kort de l de verdamping te vie. Laat hoegenaamd geen stilstand in den groei optreden en wanneer ge dit bemerken zoudt, geeft dan binst den groei, voor een ophakking en liefst in tweemaal 4 kilo sodanitraat of 3 kilo zwavelzure ammoniak per are. Het zaaien gebeurt op wachtbed in kweekerij en 't meest met de volle hand; 1 gram zaad per m2 is ruimschoots vol doende bijzonder als U ’t zaad zelf ge wonnen hebt en in de vereischte voor waarden. Men dekt het zaad zoodanig dat slechts 1 cm. dikke laag grond er boven op ligt en met den rug der spade drukt men den grond wat’ aan. Door herhaalde begietingen met regenwater dat de temperatuur van de buitenlucht verkregen heeft, zal men het bezaaide perceeltje goed vochtig houden, om ai de hand te wer ken. Te beginnen van Mei tot einde Juli en om zoo lahg mogelijk van deze over- kostelijke groente te genieten, zaait - - -- v- winterde andijven op een goed voorbe- men zoo 2 tot 3 maal. Slechts deze ge- arvenris), waardplant waarop zoo gaar- 'ceae) verraden stikstofrijkheid; kruis- reid bed op een afstand van 50 tot 60 zaaid na 15 Juni kunnen als wintervoor- centimeter in alle richtingen. Wanneer de bloemstengels nu een centimeter bereikt hebben,'nijpt de koppen uit en later nijpt de vertakkingen in op 40 centimeter keld boven de zaadlobben en zijn van lengte. Laat zoo niet alles wild dooreen- I 12 tot 15 centimeter hoog. Men plaatst spreuk luidt: Onkruid vergaat niet. Als groeien en wil ook niet te veel zaad per de pianten in rijen op 30 tot 40 centi- M- <-> ■»-» 4- «V» xv 414 41— 4- 1 .44 -»-v1 <-» ■«-» 4- L> xvz-x v-» tTT/vi T-v irr^nn/lrlcil- fr/v/xzl 7TO n in S i J J en kiemkrachtig, dan en 0D de rij zet zaadvoortbrengst en te ontwikkelen en weldra voedsel aan de planten ontnemendit moet dus l dikwijls weggehakt worden en men zal terzelfdertijd den grond los houden en de haarbuiskracht breken om zoo het uitdrogen van den grond te beletten. Indien de planten niet sterk genoeg moesten groeien, dan moet ook een stik-, stofbemesting toegediend worden. Zoo bereiken we het einde van de maand Augustus, begin September, tijdstip waarop de zomerandijviën dienen wit- in ’t bezit van goed zaad zal gemaakt te worden; voor de winterva- het zaaien be- riëteiten mogen we wachten tot Sep- stemd, goed weten uit te kiezen en voor tember-October en zelfs nog later, wan- i magere droge grond neer we ze op vorstvrije plaatsen kun- j past hoegenaamd niet voor deze plant, nen inleggen. zoo het ontkiemen in overwinteren onder koud raam of in een Mei van het jaar kostelijke groente Zes weken na het zaaien wordt er ge hoopte van 60 i raad dienen. men woonlijk uitgeplant. De jonge planten men dan hebben alsdan 3 tot 4 blaadjes ontwik- centimeter ke]d boven de zaadlobben een In ’t geheel nietWe stippen om te wijzen op ’t gevaar on- kruid te laten zaad vormen op de akker. bereiden. Een (’t Vervolgt). A. MAS. groote flauw zaad. verwonderlijk voorkomen men Officieel Orgaan der LandbeavaamiaM, Veekweek» en Varkenssyndikaten van Oost- on We»t-Vlaanderen. DRUKKER-UITGEVER V. DECAN, Groote Markt, DIKSMUIDB. Tel. 9Ï. Alle aankondignigen mogen vrij aanveerd worden. JaarlijkscUe ei tijdelijke aankondigingen volgens overeenkomst. Üugeteekende artikels werden geweigerd. Ieder schrijver is verantwoordelijk voor zijn bijdragen. AfcoM»e««ientsprijs 90 fr. 'a jaars. Bijzondere prijs voor de le den der L«»dbóuwcomicen. Postcheckrekening 39.307. Alle sriikels, niededeelingen en aankondigingen sture vrauktTMj «p tegen den E'INSDAG avond. j-, - -- - -- J.J.1C wx aioizcii.iu v o

HISTORISCHE KRANTEN

Ons Boerenleven (1922-1965) | 1942 | | pagina 1