sin rwt n DROOGONTSMETTING M ZAAIZADEN W: x T ROOS KRUIS xxnx en GROENVOEDER. I scheer- tijdens den ventilatie kan worden verbe- i VERZORGING EN VERPLEGING VAN HET MELKVEE. bloedstroom belemmerd pluim kunnen uitvallen. ge- schaal WWW. WK u v- mBiiiiiBiuiimiiinBiiiiiBiiimnHimiinMiiiiiBHiiiHiuiiwiiniBiiiiiBiiiiwiniiBsiuHiiiiiBiiuiMnniBiniiBiiniBiiiiiiBiiiiiBiiniBiiiiiBiiiiiBiiiiiBnHMiiiiiBniiiiB-iiiiBiiniiHfiHiBiiuwiHWinwii» X M X K X K K M SBflMSC KM9UK NMX MMMK MMXX JOMX MWtK Op Donderdag 17 December 1942, om 10 u., Bijgevoegde Stierenkeuring. Daarna prijskamp voor ingeschreven stie ren: le cat. geboren van 1 September tot 31 December 1941, en 2e cat. van 1 Januari tot 1 April 1942. Mogen deelnemen aan den prijskamp, alle kweekers van Stamboekvee. Prijzen naar ge lang de deelnemers. MS!M?MB38M MM >®i®OCSOOtt®W« JCK» NHMX nWBK Het blad van mergkool bevat 2,2% ver teerbaar ruw eiwit en de stronk 1,3%. Bo- verdien is de zetmeelwaarde van het blad ook nog wat hooger dan van de stronk. x x X X X X X xs&tx X35!®£ wxx XXXX XMKX Onder het woord «groenvoeder» is te ver staan die planten, waarvan de bladeren en de stengel in groenen sappigen toestand worden verorberd. Niettegenstaande hun hooge watergehalte, zijn toch de meeste groenvoeders als gras, klaver, luzerne, enz., zeer voedzaam en ge zond, en ook door onze konijnen uitermate gaarne gewild. Daarom mag men onze lang- ooren ruimschoots groenvoeder verstrekken, hoewel het wel altoos een heel bezwaarlijk werk zal blijven, juiste hoeveelheden op te geven. Hieromtrent mag de waarheid vol staan, dat er niet spoedig gevaar is, dat er te veel groenvoeder wordt toegediend als dit maar van goede kwaliteit is. Inderdaad, er zijn gevallen genoeg bekend, waar de dieren enkel met gras worden groot gebracht. Dat zulke dieren zich niet zoo voordeelig ont wikkelen dan die, welke daarnaast nog krachtvoeder ontvangen, ligt voor de hand; doch het is toch een bewijs daarvoor dat een konijn niet gemakkelijk zooveel groenvoeder wordt toegediend, dat daardoor stoornissen in de spijsverteringsorganen ontstaan. Tallooze konijnenhouders begaan nog de groote fout veel groenvoer in eenmaal te verzamelen; zij halen soms voor 4 a 5 dagen te gelijk. Spreidt men dit groenvoeder uit, dan kan het aan het eind van zoo’n periode nog wel gebruikt worden, doch vele gooien het maar eenvoudig op een hoop. Door de ontbinding welke er plaats vindt, wordt het groenvoeder verhit, en dat is dan hoogst ge vaarlijk. Ontegensprekelijk moet daaraan de doodsoorzaak van vele konijnen toege schreven worden. Daarom zal men zich steeds aan den regel houden, nooit niet meer groenvoeder te halen, dan voor een dag in een stal noodig is. Of dit gras dan iets klam is door regen of dauw, doet al zeer weinig ter zake, vooral als de dieren hieraan van jongs af gewoon zijn. Dat versch vochtig groen geen bezwaar kan zijn, ligt algeheel voor de hand. Inder daad, wanneer men bijv, in de heete zomer dagen de konijnen een bak met drinkwater voorzet, kan men bestatigen dat de dieren er een gretig gebruik van maken. Aan zui ver, versch en gistvrij drinkwater is, voor zoover bekend, nog nimmer een mensch of dier gestorven, tenzij de hoeveelheid te groot is of het water te haastig na gezweet te hebben gedronken wordt. En of nu dat water in klaren vorm dan wel als een ver pakking om te stelen en bladeren van ’t groenvoeder in het dierenlichaam komt, is vrijwel onverschillig. Zorgen wij dus er voor dat het groenvoe der altoos van beste kwaliteit zij. de menschen, die hierin moeten werken. Laat elke veehouder daarom eens nagaan, of zijn stal aan de te stellen eischen voldoet. We hebben nu in ’t kort uiteengezet op welke wijze de melkwinning 1 staltijd door terd. Reinheid van de staartinplanting, de koe- koeksholten, banden of hoe de veehouders die plaatsen ook noemen, heeft tot gevolg, dat de koeien rustiger zijn en veel minder met de staarten slaan. Verwijdering van huidschilfers op het vleezige gedeelte van de staartpluim, veroorzaakt minder jeuk en be vordert de rust. In sommige melkerijgebieden is het reeds jaren gewoonte, om de koeien, behalve eens per week te rossen en te borstelen, ook de staartpluimen te wasschen. Het is een waar genoegen, dergelijke goed verzorgde veestapels te zien. Wanneer dan tegen melk tijd de uiers met een ruwe doek (uierdoek) goed worden afgewreven, zal men als regel zonder veel moeite zindelijke melk kunnen winnen en is het niet noodig die melk nog eens door een wattenschijf te filtreeren. Een bekende oude zegswijze luidt: „Be ter voorkomen dan genezen”. En deze is ook van toepassing op het vuil in de melk. Beter maatregelen, die voorkomen, dat de melk vuil wordt, dus toepassing van ver- plegingmaatregelen, dan naderhand gene zingsmethoden toepassen, in dit geval het vuil er uit te filtreeren, wat, nu er geen wat tenschijven meer zijn, toch al moeilijk te verwezenlijken is. Nu er ten gevolge van de tijdsomstandig- i heden moeilijk of bijna heelemaal geen melkfilterwatten verkrijgbaar zijn, valt het op, dat er de laatste weken veel meer melk- monsters met een hoog vuilgehalte zijn, dan in andere jaren. Maakt men de melkleveran- ciers op dit euvel opmerkzaam, dan krijgt men veelal tot antwoord: „Als de fabriek zorgt voor de wattenschijven, dan zullen i wij zorgen voor schoone melk”. Uit zulke op merkingen blijkt wel, dat vele melkveehou ders de melk schoon „maken” en niet schoon „winnen”. En op dit laatste komt het toch aan. Nu er geen wattenschijven meer verkrijg baar zijn, verdient het aanbeveling, dat de veehouder aandacht schenkt aan de volgen de punten: Wanneer het melkvee wordt opgestald, moeten er, ter wille van het winnen van zuivere melk, enkele voorzorgsmaatregelen genomen worden. Eerstens dienen de staarten der dieren op gebonden te worden. De koeien zelf en de stal ook kunnen, wanneer de staarten be hoorlijk zijn opgebonden, gemakkelijk wor den schoon gehouden. Niet opgebonden staarten, waarvan de pluimen in de groep hangen, worden met mest en gier doortrok ken. Deze stoffen spatten links en rechts op de dieren zelf en tegen de stalwanden, wan neer de koeien pogingen aanwenden om vlie gen van hun huid te jagen. Het eigenlijke opbinden van den staart geschiedt door het aanbrengen van een ver dikking in het bovenste deel van de staart pluim met raffia (gedroogde biezen kan ook) De verdikking is gedeeltelijk met de pluim- haren ingevlochten. Dit voorkomt het af glijden van het riempje, waarmede de staart wordt vastgehouden. De streng raffia moet losjes om den staart liggen, anders wordt de en zou de staart- De bevestiging ge schiedt door middel van een koord aan een wervel of muskaton, aan een dun kabbelt je gevlochten ijzerdraad en touw, dat aan de zoldering achter de koeien is aangebracht. Tweedens verdient het aanbeveling, ter wille van een goede huidverpleging en ook als zindelijkheidsmaatregel de melkkoeien met roskam en borstel „te lijf” te gaan. On derzoekingen hebben bewezen, dat een goede huidverzorging in hooge mate bevorderlijk is voor een goede gezondheid en een gunstl- gen invloed heeft op de melkafscheiding. Moeite en zorg hieraan besteed, worden dus beloond t.a.v. de hoeveelheid en zuiverheid der melk. In verschillende streken was het bruikelijk lederen herfst op flinke propaganda te maken voor het opknip pen of scheren. Aangezien de mesjes niet gemakkelijk vernieuwd kunnen worden, zal dit werk zich hoofdzakelijk moe ten beperken tot den uier en het achterstel. En in de derde plaats is het noodig eens per week of in de 14 dagen de staartinplan ting en omgeving te reinigen met lauw zeep water. Wanneer het „groote waschdag” ge weest is, dan is er altijd nog wel wat warm water met reinigingsmiddel beschikbaar. STIERENSYNDIKAAT LOO. Gebruik vt eens, U amït nooit r geen ander meer gehi-aiSfcen. 3@KKX De d»e» van 8 poeders fr. 4,ÖB De driedubbele d®oe SS poeders fr. 1R.Ö» Te verkrijgen in alle swede Apotheken at vrachtvrij tegen postmandaat. Waarom lijden aan MIGRAINE HOOFDPIJN TANDPIJN GRIEP RHEüMATIEK zenuwkoortsen PIJN DER MAANDSTONDEN XSW - als de Wonderbare BRUINE POEDERS van der Apotheek DE POORTERS SINT NIKLAAS WAAS B ^ogenblikkelijk, zonder schadelijke X gevolgen van deze pijnen uilen bevrijden

HISTORISCHE KRANTEN

Ons Boerenleven (1922-1965) | 1942 | | pagina 3