Wacht niet...
Evangelie
WACHT NIET tot morgen om uwen
plicht van heden te volbrengen.
WACHT NIET, gij die reede eenen
voet in ’t graf hebt, om u te herinneren dat
de mensch niet op de aarde gekomen is om
er te blijven en dat er na dit leven nog een
ander is... en dat de trompetten van ’t laat
ste oordeel al de menschen in de vallei van
Josaphat bijeenroepen om te beginnen ge-
looven dat alles wel ingezien, de eeuwig
heid geen lachedingen is.
WACHT NIET tot den 3i October of
tot de week der 3 Zondagen om eens goed
het werk uwer zaligmaking aan te pakken
en wacht niet tot dat er witte kraaien vlie
gen vooraleer gij u tracht te volmaken.
WACHT NIET, om uw lichaam in
’t leven te houden, dat de kwakkels u ge
braden in den mond vallen en noch min
om uwe ziel te voeden totdat de bovenna
tuurlijke gaven u worden toegewoipen als
de manna in de woestijn, zonder de minste
moeite noch inspanning.
WACHT NIET tot datgeziek of zuchtig,
of gebrekkig wezet eer gij de behoefte
gevoelt de hulp van den A lerhoogste af te
smeek en, of om u te herinneren dat er daar
boven een God in den hemel is en dat deze
recht heeft aan onze hulde van aanbidding,
van liefde en van gebed.
WACHT NIET tot dat het onkruid het
goede zaad versmacht heeft om het zonder
aarzelen uit den akker uwer ziel te rukken,
noch dat de verwelkende adem der zonde
uw hert bedorven hebbe om deze te laten
opgaan in eene vurige zuivere en allesver-
slindende liefde tot God.
WACHT NIET tot dat de eerste zonder
draadmare uitgezonden door de planeet
Mars aan de inwoners der aarde zij toege
komen om uwe eigene gebeden naar de
Hemellingen op te sturen, noch dat het
rekord van 3o.ooo meters hoogte in vlieg
tuig geklopt weze om uw hert boven de
aardsche sfeeren te verheffen.
WACHT NIET tot dat St-Antonius
uwen verloren regenscherm hebbe doen
terug vir. den om u aan te zetten uwen uitge-
doofden christenen geest te doen herleven,
noch dat St Hubert uwen hond geneze van
de razernij eer dat hij in uw hert den bli*
kenden haat koele dien gij uwen broeder
toedraagt.
WACHT NIET tot dat het te laat zij oxq
In dien tijd sprak Jesus tot de Opperpries
ters en Farizeërs in gelijkenissen
i. De Kerk die God voor Zijn volk wilde
stichten, de geestelijke goederen die Hij
hun wilde Schenken, worden voorgesteld
door een bruiloftsmaal tot hetwelk zij
uitgenoodigd waren, maar tot hetwelk zij
geweigerd hadden te komen
Het Rijk der hemelen is gelijk geworden aan
een koning :in het Rijk Gods, Jesus’ Kerk,
gaat het gelijk het ging in het geval van
zeker koning, die een bruiloftsmaal voor
zijn zoon had aangericht. De koning is
God; ’s konings zoon, de bruidegom is
Christus, die Zich door een hoogheilig
verbond komt vereenigen met de menschen,
met Zijne Kerk, de bruid. Het bruilofts
feest zijn de geestelijke goederen van gena
de en zaligheid die den menschen aange
boden worden. De dienaren, waarover r.u
verder, zijn de Godsgezanten, Joannes de
Dooper, de Apostelen en andere.
En hij zond, naar Oostersch gebruik de
uitnoodiging op den dag zelf van het feest
herhalend, zijn dienaren om de genoodigden
tot de bruiloft te roepen, en zij wilden niet
komen. Wederom zond hij andere dienaren
en sprak Zegt aan de genoodigden Ziet, ik
heb mijn maaltijd gereed, mijn ossen en mest’
vee zijn geslacht en alles is bereid komt ter
bruilojt Doch zij sloegen er geen acht op en
gingen heen, de een naar zijn hoeve, de ande
re naar zijn handel en de overigen grepen
zijn dienaren, mishandelden en doodden hen.
Bedoeld worden de Joden, waarvan de
eenen onverschillig en ongeloovig Gods
roeping zouden verwaarloozen en versma
den, en de anderen de door Jesus gestich
te Kerk en haar Oversten zouden vervol
gen, ja ter dood brengen.
19de Zondag na Sinksen
Het waren de laatste weken van Jesus’
sterfelijk leven. Drie jaar lang had Hij
gansch Palestina in alle richtingen door
kruist overal Zijn verhevene leer verkon
digenden de goddelijkheid Zijner zending
en Zijner leer door mirakelen bevestigend.
Het Joodsche volk, wat de massa en in
zonderheid de hoogere standen betreft,
waren onverschillig gebleven, hadden
Jesus misprezen, waren vijandig tegen
Hem opgestaan. En met Zijn alziende oog
de toekomst doorpeilend, voorziet Jesus
hoe die armzalige toestand steeds erger en
erger en tot het uiterste zou gedreven wor
den Hem zouden ze voor de rechtbanken
valschelijk beschuldigen en aan ’t kruis
doen sterven, zooals ze ook later Zijne
Apostelen zouden lasteren en ter dood
brengen.
In het Evangelie van dezen Zondag
geeft Jesus ons een parabel dat dienen
moest om de volgende gedachte in te pren-
en de halsstarigheid en onwil der Joden,
de komende straf, de roeping der heidenen
in hunne plaats.
Het Joodsch volk, alhoewel het eerste
geroepen, zou verworpen worden en in
hunne plaats zouden de heidenen binnen
gaan in de Kerk.
Vreeselijk zouden dan ook de straffen
van God over het Joodsche volk neder
dalende Joodsche Staat zou ten onder
gaan hun heerlijke stad en tempel zouden
verwoest worden
Tien nu de koning dit vernam, ontstak hij
in toorn en hij zond zijn legerbenden en ver
delgde die moordenaars en stak hunne stad in
braad.
2. En toch zou Jesus' werk niet ten onder
gaan toch zeu Zijn geloof aanvaard, Zijn
Kerk verspreid worden. Waar het Joodsche
volk tot op het einde der eeuwen zou uitgeslo’
ten blijven van Geloof en Kerk, zou- diezelfde
Kerk wagewijd openstaan voor de heidensche
volkeren
Toen, na nopens de eerste genoodigden
dit bevel gegeven te hebben, zeide hij tot
zijne dienaren De bruilojt is wel gereed,
maar de genoodigden waren het niet waardig
eraan deel te nemen. Daarom gaat naar de
kruispunten der straten, daar waar men het
meeste volk kan aantreffen, en noodigt tot
de bruilojt allen die gij zult aantreffen. En
zijn dienaren gingen de straten op en verza
melden allen, die zij aantrojfen, slechten en
goedenwie zij waren werd niet onderzocht;
’t was genoeg dat zij de uitnoodiging aan
vaardden en de bruilojtsza.’al werd vol van
aanzittende gasten.
3 Zouden allen die het geloof aanvaar
den en deel uitmaken van de Kerk, daar
door zelf zalig worden Geenszins. Want
het geloof zonder de goede werken volstaat
niet ter zaligheid om een waardig lid te
zijn der heilige Kerk en eenmaal den he
mel binnen te gaan, om ir. volle werkelijk
heid te mogen deel nemen aan het heilig
bruiloftsfeest, moeten wij bekleed zijn met
het bruiloftskleed, het kleed der deugd en
der heiligmakende genade. Op het laatste
oordeel zal God de zondaars verwerpen
De koning nu kwam binnen om de aanzit-
tenden in oogenschouw te nemen, en hij zag
daar iemand, die niet gekleed was met een
bruiloftskleed. En hij zegt tot hem Vriend 1
hoe zijt gij hier binnen gekomen zonder een
bruilotlskleed aan te hebben En hij verstom
de. Toen zeide de koning tot de dienaars:
Bindt hem zijne handen, en voeten, en werpt
hem uit in de duisternis daar buiten.
bruiloftsfeesten werden inderdaad in den
avond en in den nacht gevierd daar
zal geween zijn en geknars der tanden.
Bedoeld word de straf der hel, waar men
nimmer meer uitkomtdaarom worden de
handen en voeten gebonden waar einde-
looze droefheid en wanhoop om het verlo
ren en nooit meer te herwinnen geluk
heerschen daarom wordt gesproken van
geknars der tanden. Want velen zijn geroe
penen, maar weinigen zijn uitverkorenen.
De uitgeworpene was er een die schuldig
was aan een zonde tegen den Heiligen
Geest Op Gods barmhartigheid zonder
deugden zich beroemen willen den hemel
binnengaan zonder goede werken. Al is het
nu niet onmogelijk bij God dat ook zulke
zonden vergeven worden, toch gebeurt
het maar zelden gering is het getal van
zulke uitverkorenen 1
Maandelijksche abonnenten op het
66 jParoctiieblad 0.70 fr.
WEKELIJKSCHE KALENDER
15 Zondag igde na Sinksen
H. Theresia van Avilla.
Evangelie De gast zonder bruiloftskleed.
16 Maandag H. Mummolinus.
17 Dinsdag H. Hedwigis van Polen.
18 Woensdag H. Lucas.
19 Donderdag H. Petrus van Alcantars.
20 Vrijdag H. Joannes van Kenty.
21 Zaterdag H. Ursula.
22 Zondag 20ste na Sinksen.
H. Mello.
Evangelie Jezus geneest den zoon des
oversten.
rg Oct. Nieuwe Maan 5 45 uur.