Henritje. 'k Geloof ook dat wij over het ailes voor de vriendjes moeten zwij- gen, willen we de oogen niet openen der flauwe katholieken, die dan voor hun deeltje van den koek, zooal» de baron dàt noemt, zouden kunnen vreezen en allen tegen ons stemmen. Angillis. Ze gaan u seffens naar de statie zenden en doen zien dat de stad daar 40 duizend franks verteerd heeft in afbre- kings- en opvullingswerken, enkel en alleen om aan het volk werk te geven en ze zullen u vragen waar er eene enkele stad kan ge- toond worden, die zooveei voor den werkman doet. Bouquet. En ze zullen u dan de straten der stad toonen, die, sinds het leggen der waterleiding, aile opnieuw gekasseid zijn, en ze zullen u vragen hoeveel daghuren de werklieden daarmede gewonnen hebben. Ik moet het bekennen, de liberalen doen ?oo- danig veel werken, dat men er stom bij staat, vooral als men ziet dat de stadskasse, niettegenstaande al dat werken nog altijd zoowel voorzien blijft. Begerem. Janiaar, 't zal nu al zijn en wat kan men niet al zeggen om de werklieden tegen de liberalen op te ruischen, nu dat eene ellendige wiuter voor handen is Nu zullen zij geen werk meer hebben van de stad. Het stadsbestuur is ten einde werk. Zeggen wij hun dat. Lovait je. In 't geheel niet. De stad zal nog veel doen werken. Zal zij niet eene nieu- we schietbaan laDgs den Boesingscben vaart doen aanleggen, waar er wel voor 60 duizend franks werk zal te doen zijn Pater Struye. Ja met de hulpgelden van den Staat. Ongelukkiglijk, aïs gij naar Brugge gaat of wel 't is om teprobeeren om de stads finan- tiën in slechten toestand te brengen ofwel het is om naar de kapel van 't heilig bloed te gaan paternosters knabbelen. Maar weet dat het zoo niet is dat men de belangen der lasten- betaalders verzorgt en de genegenheid der kiezers wint. Henritje. Gij zoudt zeker willen dat we voor de stad Yperen ailes vragen en be- komen en de liberalen de lekkerste brokjes van den koek toesteken? Maar't zal nooit geen waar zijn. ZoolaDg IJperen zoo liberaal blijft zullen wij al doen wat wij kunnen om de stad te benadeeligen. Angillis. Gij zijt er dom genoeg voor, en de kiezers hebben volkomen gelijk u al len buize op buize te doen slepen. Gij verdient maar dat. Surmont. Genoeg getwist, daarover geen woord aan niemand; want moest het volk onze genegenheid er voor kennen, het zou ons een broeksken passen. Colaert" We zullen toch een gepast zijn, weest er maar gerust over. Fraeys. Enfin het is maar een buize te meer, eene bij al de andere. Men moet zooveele verdragen om zijne ziele zalig te maken. Ernest Seys. We moeten ons beste doen om toch maar1 grieven te vinden. De sledelijke goederen, b. v. trektmen daar wel al het mogelijke profijt uit Kunnen wij het volk niet wijs maken dat die goederen onop- brengend zijn. Surmont.Ja en ze zullen u eene kleine vergelijking onder den neus vrijven; ze zullen zeggen zieteens: de stad heeft het justitiepa- leis met eenen ondergrond van ongeveer zes aren en ze verpacht dat aan de provin- cie voor eene jaarlijksche som van 3000 franks en gij kerkfabriekraad van St-Maar- ten hebt daar heel den blok van het klooster, groot 20 aren met al die ruime gebouwen, die eene voordeelige ligging hebben en gij verpacht dat voor 99 jartn aan de nunnetjes voor den jaarlijkschen spotprijs van 350 fr. De kiezers zullen daaruit besluiten dat gij de eigendommen |Voor nieten verpacht, die jaar- lijksch 8 of 10 duizend franks kunnen op- brengen.... Lowitje. En ze zullen ons nooit voor de bestuurders de stedelijke goederen willen. W lelantje.Permetteer,menheere baron. Surmont. 'k Permetteer u niemendal- le, zwijgen en schrijven moet ge,snotjongen. Heeft men ooit gezien... Brouicers. Dat gaat me. Begerem. En dan iedereen weet dat de liberalen voornemens zijn eene nieuwe wijk bij de statie in te richten. Zij wachten enkel op een koninklijk besluit om de bouwgron- den te verkoopen. Pater Struye.En er zijn er al die tôt 65 franks den meter geboden hebben. Wat ko- lossale som zullen die bouwgronden opbren- gen Colaert. 't Is niet te loochenen, de li beralen kennen het om ailes op zijn pootjes te stellen en de kiezers weten dat maar al te wel. Henritje. 't Is zeker dat de liberalen de stadsschuld, die maar 500 duizend franks bedraagt, iets dat zeer weinig is voor eene stad als IJperen, zullen kunnen uitbetalen en terzelfdertijd aan de werklieden veel, on- zeggelijk veel werk geven. Angillis. En de neeringdoenders, am- bachtslieden, ondernemers, in een woord iedereen zal er eene groote winst uittrekken kunnen dat valt niet te betwijfelen en do IJperlingen weten het maar al te wel. Daar- enboven de liberalen beloven niet, maar doen en wij helaas, alti.d beloften en geene daden. Surmont. Aile kansen zijn ons tegen. Begerem. En de liberalen, die wij misschien langs onzen kant zullen krijgen, zouden dat overdenken, eenen afschrik krij gen en hun kiesrecht tegen ons uitoefenen. En God weet welke nederlaag wij dan lijden zouden; want bijna gansch IJperen is libe raal. Liévin. Waarlijk, ware het niet van den dwang en het geld we zouden onze mat- ten seffens mogeu oprollen. Hier strijden ware niet mogelijk. We kregen geen honderd stemmen. Fraeys. Dat gevloekt blootvoetsloo- persvolk uit IJperen dat durft een rijk man oneerbiediglijk bekijken en zijnen stand en zijne fortuin minachten, ja, met hem den spot drijven Surmont. 't Is jammer dat we in de middeleeuwen niet meer zijn we zouden ze een dansje leeren. Colaert. En 't zijn zij nu die ons een dansje leeren. F'raeys. Er schiet mij iets te binnen, 'k krijge een gedacht. Colaert. Is 't waar? 't is zeker nog 't eerste van heel uw leven Men lacht. Fraeys. Ge zoudt beter zoeken lijk ik, ip plaats van te gekken en te lachen. Gij weet dat er in IJperen niet vele werk voor de menschen is, dat velen moeten naar den vreemde trekken om hun brood te winnen. Welnu laat ons zeggen dat het de schuld der liberalen is, die het volk geen werk geven. Lowitje. Gedeeltelijk, ja. Pater Struye. En meent ge dat de Staat zoo gemakkelijk die hulpgelden ver- leenen gaat Lowitje. Ze zijn reeds beloofd. Pater Struye. Ja, ze zijn het, 't is waar, maar ik zal mij volstrekt en uit al mijne krachten verzetten tegen de verleening van het minste hulpgeld, om dat werk te be- letten. Ten andere die nieuwe schietbaan is daar niet noodig en het ware veel beter er eene grot van 0. L. V. van Lourdes in te richten. Surmont. En de werklieden dan; meent ge dat zij ons dan genegen zijn zullen? meent gij dat zij ons, die hun werk en brood willen benemen, niet vervloeken zullen? Neen, Eerw. Pater, vriend, daarvan meugt ge nooit geen woordje van uwe tong laten rollen of 't is dan voor goed met ons gedaan. Angillis. Maar ge staat daar te babbe- len gelijk koffiewijven en gij hebt nooit het minste gedaan om in onze stad het minste openbaar werk tôt stand te brengen. Gij daar, Henritje, Lowitje en uwe kliek, hebt gij, sedert dat gij in het provinciaal bestuur zetelt, weleens een enkel woord ge- rept om een nieuw justiciepaleis in onze stad te doen bouwen? De magistratuur is zeer slecht gehuisvest, maar dat is uwe schuld en uwe schuld alleen, menheeren de provincie- raadsheeren! Haddet gij een greiutje ini- tiatief en wilskracht, ge zoudt wel beko- men wat wij vragen.

HISTORISCHE KRANTEN

Le Progrès (1841-1914) | 1887 | | pagina 7