s m m f 5 K f •w. Fï inï Sg-lB 5-EEg 3 k CD rt >_0-s - 3 2 c a 2 M a 0 m 8 I N m s D O Lampernisse II 1915 pel s s a I s B s fi) Ü1 T -■■■ waa O 5 9 s I s L - Ss s» 2 3 J i tti O ^0 aS. eigenaardiger! steenen trap een wonder van uit voering ’t Is bijna zeker dat een Brugsche kunste naar er aan gewrocht heeft of het plan er van gemaakt heeft, want de gelijkenis tussch^n dien wenteltrap en dezen van den vierkanten toren rog bewaard aan den voorgevel der Normaalschool te Brugge is zoo groot dat men ervan geslegen is toch is of liever was deze van Stuyvekens stouter en bevalliger. Die toren wlerd, monument ver klaard. Wat de daden uit de geschiedenis betreft, in 1328 trokken de Stuyvekerkenaars met Zannekln naar Cassel op ’t bleven er 31 dood op het slag veld. In 1566 wierd de parochie verwoest door de Geuzen, de Kerke 't klooster van Vicolgnie wlerden geplunderd en gedeeltelijk geschonden. In 1578 vluchtten de houtlanders die over den Yzer woonden metal hunne goederen in Stuyvekens- kerke om hen te vrijwaren tegen de rooverijen der Malcontenten die het Vrije van Brugge afliepen. Op Ter Vate brak men de bruggen van den Yzer af, men trok den overstikbak op den dijk om hun allen toe gang af te snijden. In 1584 was de gemeente omzeggens onbewoond velen waren gevlucht of gestorven in den oorloge of kwamen om door de peste. In 1596 was het klooster van Vicoignie bezet met soldaten tegen de Oostendenaars die eenen Inval beraamden in Veurne-Ambacht. In 1650 wl*rd Stuvekenskerke weerom verwoest nu door de Franschen die er twee jaar nestelden, en in 1639 wierd het geplunderd door de troepen van Turenne. In 1790 wierd het geplunderd door de soldaten der Revolutie, en de pastor J. B. Maes nam men gevangen en men voerde hem weg, eerst naar Rochefort en dan naar Oléron. ’t vervolgt a aj T M S' s 8 2. cd* 9 A 2 §1 I’s e s I ■s I 3 5? <s 5? a S g sj R. 3 cb £5 85 E, §•3 2. ES ES E o o 5 a a CL Q- 3 2 Tweeluik Zijn rew{enleên, \ijn reuzenborst zijn schedel die \es eeuwen torst.... ’t ligt al vernield in ’tstof gebogen Waar blikt nu fier ten hoogen de trotsche toren onberoerd die ons ten heldentijden voert Vergruizeld twee tangs eiken kant als lijfwacht om den grijzen wand zijn ingestuikte drummersdroomen en schoudren mij de al schroomen, verpuinde kinders log en lomp, hun vaders dooden romp. Nu fingt de wind fijn doodsgeween daar bin de puin grof van steen. Nu slaat de tijd in de ij'{ren wanden en te allen kant fijn scherpe tanden. Daar ligt ten gronde, doodverwurgd de sterke burgt. Hij dood Bij de eeuw gen steen [gestaan voelt men fijn warmen adem gaan Hij dood In zijn verpuinde leden draagt hij nog trots een gansch [verleden Hij leeftal stierf het klokgebons van fijn zeseeuwig brons. Hij leeft, en schept een nieuwen tijd van mannenmoed en mannenstrijd, een heldentijd, wiens legerscharen vol roem den Y{er opwaarts varen het koningminnend heldenras dat stervend nog verwinnend was. Herbouwd fij ons naar d’ouden trant dit trotsche beeld van Vlaanderland Hem, die 't gebiedt, wij groeten ’t Is hij die aan fijn voeten sinds eeuwen rust, doch rust en vand, ’t fij stervend voor het vaderland, de man, de held naar de ouden fin de groote Zannekin. c a? S3 I S g co s o 0 0 ctj 3 8 5 CD - "2^ I A I 3 S B 2 Pg. t? s oq er D» d» CD 8 e* On r- S S P 3 c o 2? M *35 5 W s= Q- g- o* 01 v S' S' B sr -rf?’ og rs g.ts I 2 2 w B 8 0 s .7 8 a. S w ~S f S N K O CD* JL* E g 8 - g S p:2S-* o S S -g j= a I ca" 2 SeS-S-e g Ag i S- B. s. st *g.- 3 - 3 1 I I lfofs=^’= 52» g s sh'Spi 3 ^«^8-rsiSBS.g 31*5= 'i 5 80 a 5 B a o 2 2 ES M 3 2 g a 3* e- o s CD 9 cx o 0“ 4 3 b- C2 *■5 FS 2 2 H I a a s ET CD er c *0 O e* a 8 CD 0 s 3 o- o o o s CS a- «b ’S o s Ci r? i a 2. o- 2. A c pa ■H 5 O o o 5 CD Cü f— tb 't 3 O 2" C’ 2c cd ri CL 0 fid A ►S CD R B» CL r~ a «i 2. CJ CD fi» C s» CL <D «W C CD - 3 0 CD 3 0 0 O - Ra 3 a 3 3 B a> S P5 2 2 I 3 3 O w b» (D B O 0 O »ïj §s ^11 - STCR 'd' s* D CD B. C/3 0 CD 2 CR 0 o s. cn> CD c s, F" C- pr H SS g- 'J> P“ CD CR CD ?D 0 2 35 *-s 0 H o en CD O *0 C - ^2 «m. cd £2. o‘ M 5' O S3 ss B S’ W CD CD 0 0 a. O !-• ZS - CD s O o p-ts w. CD •a 3 a ET p5 - 2 2 -J t— ac? fi» CD 3 0 ex ar ►rf. o CD CD g.Es i=ï-J mïüiiiio QD El 3 CL *0' 0. CD *’•- 2 0 C S5 2. C a a, a- B 8 H 3 3 C ET ai- sr? r - 0 CD >1 cd cn s—<sw CD 0 5 o N g «kf* ^4 fi» >1 B C C §-»■* Er o Cb a» CD**«— -D 0 O e* H. NORDA. I— 2 2 st- Ei ÏE -- a' a I S’ 5 S’ -• s -3® CD

HISTORISCHE KRANTEN

Rond den Yzer (1916) | 1916 | | pagina 4