De Roode Roozen e g r 1 3 nt;ih:ihiriïiB --11-8 o O m w i i oi Pi N m s 5 S S 0 5 s cd’ i - gih1 Of die Roode Roozen S. s is I I o I s Druk \e \orgvol op uw herte tot er andere open gaan, en verban nu pijn en smerte Vlaandrens hof \al nooit vergaan. H. VANHAMME. Of die roode roozen rooken vroeger’ tbloemrijkVlaandrenrond! Vlaamsche meisjes, knaapkens [slaopen daar waar ’t roode roosje stond. i? 3 cd' SL o o èp- r b« j\ s 2. Waar die roode rooien rooken heerscht er nu een lij ken geur waar ff uit hun botjes kroopen vloeit er bloed en vliegt er vuur. g S' g Moed Met versche roode roozen van den Y^er kom ik aan. Laat \e groeien bloeien bloo\en on^e taal -{al niet vergaan. Wilde woestaards, duitsche [drommen woedden rond den Yzervaart. sloegen af zoo meen ge blomme, trapten op dien roo^engaard. 2 SS g 8-S s -S’ 11 ê- S o’ ore. - s E 3 s a. g Sj? g til a 8 8 S "g s-’ - 8 7^ - Ss »-ö b-£ 2 S 5 - i s CD B CD ft" e S-sg- B 8 S' Z 8 2.-= sX-b-Skb- s s "IsSg o C <6 g 8 S o 3 (ra P- 3 I 3 era ta e w BS i. ê-e-g 5= 2 r s S c e- o B g S sagfrs:«ï 8-= r 5 g g B'B- 3 I 1 E» s hisflïi _jks-s- i? Ui c* SM F" C M 2 2 »- w 2 2 S' O CD CD B «J B w. Oei 2 2 W 7> Hl ‘s. o =5» C" 5. V*. 8 Q cd g B CL s cl o CL CD B CL E. cn O CT S CL g o EZ 2 a s os Stf tn cn CD B s B s B o CD N O B B B cd Met pit van reden mog >n wij veronderstellen dat het Fort litlum de verb tering, de v Itnkking is van h gj n men voordit n de z» wachte no mde of in sommige plaats n als te Veurne de wachte». Die wa-hte was onvoldoend;' g worden met het verschijnen d r zeegeuz n Sedert onheugelijke tijden heeft er altijd op de kuste eenezeewacht bestaan, doch de wachte waaraf hier sprake is zal eene bijzondere wacht geweest zijn gelijk wij uit het schrijven van Heinderycx wel kunnen goed doen. Hij zegt in zijne Jaarboeken III deel, bl. 95. De Guesen ende oproermaeckers... quamen op 2D April 1573 's nachts, met cleene boo'k» ns tot Coxide aen den st> ande met voornam n die prochie ende het clooster ter Duinen te plunderen. Sij waren reeds eenigen tij Jt aen lant, ende hadden selfs eenige hofsteden connen plunderen voor dat de gone die langst de zee wachte hielden hun vernamen, maer gelijk zij tronken naer het clooster ter Duinen be vonden sich daar een deel der soldaten de welcke de cass^lrie onderhielt, ends dese beschermden seer wel het clooster... In den aenval die de Guesen poochden schoten die der wachte vier hunner man nen doodt ende dese, daer naer het overige der bende in hunnevlucht vervolgende hebben ze noch drye rebellen gevangen, welcke corts na 't geval tot Veurne gehangen wierden. Het majstraet wil lende tegens alle verdere aanlandingen der vijan den in dese casselrievoorsiendede tweece ten ofte stallen maken e»ne in de duynen te Coxide. neffens de zee, ende ’t andere tot Oostduyokercke ter plaetse ter Yde genaemt. De wachte hadde daer door eene overgroote uitgestrektheid van den stran- de onder ’t oogh, ende omdat sij de custe mochte veylich houden, wiert hun getal soo van pecrdevclk als voetgangers vermeerdert Dit was een eerste stap naar het Fortalitium x>. Nochtans was die verbetering nog ontoereikend, wat bli’kt uit de verdere invallen der Guesen wei nigen tijd later; dit is ook waar te nemen uit het besluit van 'den abt der duinen abdie, die in 1578 liet weten dat hij zou vertrekken, indien geen meedere hulp aldaar toekwam, en inderdaad het zelfde jaar zijnen toevlucht n m naar Brugge, in zijne réfugié zooals Heinderycx bet ons ken baar maaktlatende de sorge des cloosters slechts aen eenige meunningen over Allen twijfel daarover wordt weggenomen als wij zien dat korten tijd na het vertrek van den abt de soldaten van ’t garnizoen van Veurne de kuste be trokken, maar het klooster ten Duinen in plaats van te beschermen, een weinig teenegader plunder den en alles openbaar te Veurne verkochten. Heinderycx Jaerboeken. bl. 124. In 1579 wierd het klooster ter Duinen zeer ge schonden door het leger van den Heere de la Noue die op verzoek van ’t magistraat van Veurne, met zijn volk in het voorgenoemd klooster ging liggen. Heinderycx Jaerboeken. bl 149. Niet lang daarna moet het Fortalitium tot stand gekomen zijn. Gelijk het gewon^lijk gaat zal men de uiterste maatregels genomen hebben als het voor vele zaken reeds te laat wasom dat het niet meer zoude gebeuren 1 Spijtig 1 ’t is juist rond dien tijd dat wij daar over geen oorkonden, geen geschiedkundige aan halingen van schrijvers, tot nu toe, meer vinden I Eenzakestaat vast,'tis dat menop toevallige hulp niet meer gerekend heeft, en dat de Magistraten, de eerst bestaande wachte zoodanig zullen ver boerd, v-rsterkt en verheven hebben dat zij tot een Fortalitium een machtigen en bestendiger v<rde liging zal bedegen zij t. Wij l unnen dit met reden gissen, omdat de z ifde oestanddeelen er in gebleven zijn Heinderycx met ons in eene enkele nota den naam van den bevelhebber der oude wachte kenbaar te maken, heeft ons den draad geleend waarmede wij in het vervolg alles kunnen l’hoope binden. Hij z«gt immers Francisco Martin voerde het bevel over alle die soldaten. Dus een Spanjaard. ^•s tros $2. B O H O O s B H c ST SS 6S CfQ OO i-* 75 -4 »-«. s .O- CT-g O Oi B Cl H a S. tB B gS5‘a *s C - 5.3 g CL g F- a,- 3 o-’S 2- B w S S’ b o 3 a S - B M cb er -s a’s 2-3 =r c o O 5 R O C* CD Cü »-s CL Cl cd L H 8 4 r ca b O - CD 5 a. STS o sa B 5. 10 n S O Jr R- B- B JL 8 B CL 1 CL 2.^ o ai (JQ CD B c 3 ff O B - D o r- B CD <D Q r-3 B BD.a-5 a>o>x^g!uS«>B--<D 3g. 2®oc<ratr-’’gsB§'agB~;«ê- 57 °B 0 pt g a L B -Si. r*hi CD ft 8 c^* R- -'■go 8 8 S3 S Z.l“ o g 5» B- s s 5 S B 2 r a -^B-g S-B £-“<« O e-oep 5 B CD g a a. era 2 O Ff £.0$ 3 o. ET 2. CD J5* 8 B- n-7- «5 X' E "O CL B 0'0 s- c -o Q- B- s* E. 5 I s-zB i 8 n tr® Ö®-2«s sS2o S.ÖÖ4 E B 3? E 3 2 7 S o S OWiKIflfhl; =f“ 5 B S a®L 3-^ «r* B c 8 CD -D 3 L g" B - B 3 e a B B CD 02 o B B Sr* 8 CD 2 a 3 CRi s B CD O e 8 9^ P Q-* 8 3 CD B <2 8 O X jT'. 3 B ss-gppl o S. B O .^2 S N. =-17® 2 cn C^ y. CQ 2. 0 CD O 5- g 7 éss«§fs- ««a.-»- Q B

HISTORISCHE KRANTEN

Rond den Yzer (1916) | 1916 | | pagina 4