5'
8
a
u
3
3
w
f
t
M
•4
M
M
M
t*
M
M
a
3
4
t
£g
a>
CD
s
•3 i
(X
3
s
s I g
ré
S'
o
m
u
S> n
z
ex
(X
2
- I
ex o
3. a s
78
Z
5
Ul
-
rr
o
1
zn
O
m
w
z
r*
w
O
ro
t
CD
2-
o
Sr
I—
CD
5
2
5
1
2-
X
X
s
ex
S3
g-
S'
5
<X
2:
S
ex
TOx.
2
2.
5
x
3
5
H.
=e
re
g 2-
o
x
CL
2
ff
2 2-
I St
2
o
g.
2
o
ex
CL
S: s
B
a
3
ex^
S'
ex
55
?b-
ex
s:
2s
2s
ex
2s
I
3.
3
2-
S' 3
g;
a S'
FT
s>
5
ft a.
S 3. 3 q
e- g. 3
2-
3 -
2, S
3
3.
2-
u
9* 3
S' S: St S’
2 g-3
3 -
3
<X
crq
o
(X
X-
o
5
2
X
3
3 2
S S'
>- 0
besluiten dat de een volkstam eene Kel
tische taal sprak en de andere een dietsche.
Dat er dus in ’t Noorden van oud Belgen-
land en voort al ’t Oosten volkeren zaten
van verschilligen oorsprong.
De laatste navorschingen der oudste
bronnen hebben een anderen uitslag. Te
dientijde waaraf schrijver spreekt, ge
heel Noord Oud Belgenland van ’t Noord-
Westen tot ’t Noord-Oosten was bewoond
door Noord-Kelten die eenen nederfran-
kischen tongval spraken.
Geheel Noord-Duitschland was Noord-
Keltisch, Nederfrankisch.
De Kelten bewoonden, als Noord-Kel
ten, geheel het Noorden van Oud Duitsch-
land. De Zuid-Kelten, van ’t Noorden
vroeger naar ’t Zuiden geweken en ver
smolten met die volkeren nagenoeg van
zelfden maar algemeeneren oorsprong zijn
die stammen die ’t midden en ’t Zuiden van
Oud-Duitschland bevolkten en eene meer
zuidersche uitspraak aan wierven. De taal
der Noord-Kelten of Noord-Franken of
Nederfranken is dus de oudste, gelijk het
volkswezen ook zijn keltischen aard, zijn
keltisch voorkomen best bewaard heeft.
Wat dit staaft en steunt is de bewering
der oude grieksche schrijvers die den edel-
dom der Noordfranken, de Saaifranken
kelticon ethnon noemen. In Oud Belgenland
ondergingen de Zuid-Kelten den room-
schen invloed en spraken naderhand ro-
maansch. Zij zouden met den inval der
Franken, te grooten deele wederom neder
frankisch geworden zijn, waren de Fran
ken door wederzijdsche twisten en kleene
oorlogen niet ten onderen gegaan en
naderhand opgeslorpt in dit gewest.
Die Zuid-Kelten hebben van hunne voor-
frankische voorkeltische taal ons in Belgie
en Frankrijk een overgrooten woorden
schat nagelaten die nog uit te baten is. De
Noord-en Zuid-Kelten met hunne talrijke
volksstammen droegen verschillige namen
bijna allen ontleend aan den aard der stre-
ke die zij bewoonden, en ’t geen moet in
aanmerking genomen worden, zij verande
ren bijna allen van name in den loop der
eeuwen hun naamreden was dus in hun
stamwezen niet gelegen. De groote groe
pen waaronder die stammen schuilden
droegen ook geen rasnamen noch de In-
gevones, noch de Herminiones, noch de
Istaevones kenschetsen noch stam noch
ras de naam van Kelten alleen wijst het
Noord blond ras aan; die naam alleen blijft
al de volkeren van de zelfde noordsche
sibbe aanduiden. Het woord Germanen,
wierd aangenomen door Tungri en over
gezet op al de Frankische volkeren innige
weerde ’n heeft het niet in de volkenkunde
het behoort tot ’t gebied der geschiedenis.
Later nam de germanen groep der Istae
vones wederom de naam van Franken aan,
bij het smeden van den Frankenbond.
De duitsche taalgeleerden, weten niet
wat die naam beteekent zij geven hem op
hunne wijze weder in ’t duitsch en radbra
ken h :tn tot Istraiwen
Deze bemerking heb ik willen maken
omdat zij van het allergrootst helang is
voor de taalgeleerdheid van het oud En-
gelsch gelijk voor deze van het Oud Neder-
landsch en Fransch. Immers kunnen wij
daaruit besluiten dat de sleutel dier oude
taalkunde voor ons in Duitschland niet te
vinden is, daar al de oudste volkeren die
de Noordkelten in de oortijden aldaar voo-
renstelden naar het Westen zijn uitgewe
ken met hun uitgelezen stam de Saalfran-
ken aan ’t hoofd, en dat het aan die oor-
bronnen is, door de duitsche geleerden ver
waarloosd, dat wi] moeten putten.
Die oorbronnen zijn alhier in West en
Fransch-Vlaanderen vooral te vinden,waar
de eerste volksverhuizing der Noord-Saal-
franken, die Friso-Frankisch spraken, hon
derd jaren voor de Zuid-Saalfranken voor
goed is aangi land.
Ten slotte zouden wij den onvermoei-
baren Suhri.ver en navorscher iets durven
vragen. Op het einde der l6e eeuw, weken
veel Vlamingen ti’dens de godsdienstbe-
roerten naar Engeland. Maar’t geen wei
nig Vlamingen weten ’t is dat de grootste
handelshuizen van Yperen Yper-Cassehie,
met al hun volk, als eene echte stamverhui-
zing naar Engeland overstaken alwaar zij
niet weinig b’jbrachten tot de heropbeu-
ring van handel en nijverheid, en zelfs van
schoone kunsten. Ze bleven bijeen, en
hunne nazaten dragen tot heden toe hun
vlaamschen stempel niet hun vlaamschen
naam. Daarover wierd wel is waar sedert
lang geschreven en gedrukt, maar de zaak
behoorde wel eens door eenen vlaming
z°lve onderzocht en geboekt te worden.
Ware het te veel den schrijver dien last
nog op te leggen Eene vraag is vrii, en ’t
ontzeggen staat er bij. .1 V.
A Glance at the soul of the low Coun
tries, is te verkrijgen in de Belgischen Boek
handel, Ankerdreef, De Panne, en bij Alexis
De Carve, Drukker-Uitgever, Stavele.
3 *2-
of O Z
B I
o
rn
-
3.
5. Z °-
9
s O-
2*
-
3
re r>
E. O
o
■a ro
Z TO
*S1
•3: czj
o
3
zn
?x*
I
rn s-
3 2- 2 -
5 .2
s
S
a
-
8 a
I
N
a to
9
<5 2
2- ra
22.
r
L
a
a
s n,
3" c
9
3.
re
55'
3 2. S'
S' a 3 5 S
a-
8
a
sS
3 2_
3*
(X
fX XJ
fL
CL
7‘
3 3 n
E-cp o
- eS-
2- -
S' S. co
'A - 5- 3.
3 3
cr S-
3 E
re
CT"
r? 3C
S-
2
2-
2-
2-
2 2
S* 2
3 1 2-
o 3'
'S'
S 2
2
3
fL
pr
ex
<x
2 3
o
S 2
5 _-.
ré'
3 2
I S 8 eg
g
a
2 o-
a
*El 3
3- 3
ré' CT"
TO B5
3 3
o
p-
2-
fc3:
r re 2
S- -
o a
S
2
r
re
3
s. si
3
GO
3“
x
x
N
2f
cl
X
3“
c
er
co
3
3
CL
O
3
CL
CO
n>
o
o
3
3
x
CL
X
3
co
?r
>r
Oo
to
TO
TO
ft
?3-
(Z>
O
b
H
so
a
crq
re
re
fx
N
o
XJ
x
o
*o
X
3
3
3
o
CL
re
o-
o
x
3
Q.
O
X
55
rx
er
x
x*
X
3
co
er
sr
N
X
N
CO
OQ
x
3
x
x~
X
3
x
3
x‘
3
.b
3
o
o
ex
2s
ex
<X
2i
3
3
ÏN
x
3*
x
2
3
n
x*
3
x
CL
3
N
X
x
3
3
O*
7’
x
3
Hl
z
r;
m
o
m
z
X)
2s
Oq
to
n_
3
re
3
3
CL S'
(X
N
o
3
CL
N
*3*
<5 fX K-.
.St
X
2. g
F”-1
Grq 32
x x
7) ex
PT
3*
3
CL
(X
C/j
X
3
3
CL
CTQ
X
N
o
3_
X CO
ex
CL r-C
3
3
7’
o
3
<o
re tn
x’
7Q
O
3
co
CL
3
35 35
ex
rx‘ 7’
ex
2s
3*
O
o
CD
3
7’ SL
ex ex
3- 2s
a
a
(t>
4
re
3
(X
3.§
CL CL
3 -t N
iff
CL O
(X 3
-* co
CL N
3 O
°2
co ex
2.
re
3 J5-
O. re
s
3- 3
s
Cu M
co 2.
’S s:
3 to
03 ex
Bo 5=
D. M
CO
Q.
ex ex
ex
2s
Co
S'
o
re
co CL
Pb ex
X 3
3
3
M- K-. r-
3 re n 3
- - - TO
- *- 2
(X 3
3 GTQ
3
(X
t—
o
o
CL
3
3
7’ s
o
o aq
CL X5
o
T5
OQ
2
3
>r
o
crq
2-
(X
3
(X
!-H (X
3- - 3
s <T>
rx 3
- s
3. re
3
N
re<:
ex
-* 3 ex c
c3-
3 -
S ÉO
3
h
crq 3*
(X o
o
crq
ex
3
3
3*
O
O
aq
ex
3
3 3
CL aq
2:
Co
ex
2s
O. 53
2S
ex
ex*
2s
2l
2s
ex
2L
TO?
TO °S
s.
?y to
r*-
3 N
e re
N N
2
3 <X
(X
3
on
(X
(X
3 Cw v j
3
CTQ
XJ
m
z
2^
x
ex
ex
re
to
CX
Ci g
TO TO>
TO
?3- Si
TO
<x ex
2s
2s
tx
R 3
3 co
crq 3
crq
N
(X
CL
o
o
CL
(X
<-*- crq
N
re
o. r*
3 C
3 H
E. CO
Q.
2
fX
2^
CX
2s
y. S- TO ré'
2- P TO S'
TO O
21 TO'
TOTO-,
M
TO
Q.
O
o
Q.
ex o.
re 3’
0^5 n re
TO 5 o 2. 2, E
TO 2 S - 3
3
3 3
O
(X
?X* 3
crq 3
re 3
S’ ex
O re
in 3
BS OS
3 kJ
3
CT- ré
rn 2
TO to
a TO- N
TO
TO
CTCi
(X
<x
3
3*
3
N
(Z)
3
3
3
(X
3
(X
cr P
CL
fX
3
CL
- rt> (X
-t -1
a>
2s
Crq
ex
2S
3
3
o
crq
3
(Z3_
O
O-V
3- 0Q
(X
(X
3
3 0
N - S
- 2. 3
3 crq
cr (X
g
3
S re
TO E 3
crq rt
«’J* J7
cl
t'rj <x‘
M 3
S’ 2- cl
O 3’
X
C^_
crq
o
X
3
3
3*
3
o
f? CL
CL 3
-
X -
re
Z a a
2- re
S X-
a
a. to* 2 sx
?gl!
ex
0)
o
2S
3
(7)
cë cc: HT 3 u-
TO' TO^ -V X 2
o
o re aq
3 re