ZIJN SPOOK
Het nummer 10 centiemen
le Jaar N° 11
Westvlaamsche Vertellinge
HEINTEN HERTENAGELS
Excellente Cronike.
vervolg
Dal was du wel ’n wakker kommen na zulk
nen droom
Voor eenigte dagen was dien droom ook-
lijk weggetooverd en onze muziekant was
ontwekt in ne wereld waar hij geen weg ’n
vond; Hij was zoekende en tastende naar en-
twal dal hem uil d’handen gevallen was in nen
donkeren nacht, zonder te weten waar. Nu
zag hij wel klaar, maar dit licht was hem
geen dag, ’l scheen hem eerder nen nacht.
Dien dag ging nu en dan onder, en dan kwam
hem iets voor zijn oogen dat hem meer deed
hellen naar zijn oude wijze van zien en den
ken, en dat dien nacht verkoos voor dien
vreemden dag Ik ben uit mijn eigen gegaan,
dacht hij, 'k zag wel klaar maar de zonne die
in mijn eigen beluik niet ’n schijnt, wat kan
ze mij baten. Hij voelde zijn ouden nijd weere
kommen, zijn bloed kwam toe, en hij riep zijn
geburen torn: gezijt nog niet oud, en «tejong
mag geen kroone dragen. Waarom zoudt ge ’t
.opgeven als er veel andere nog maar begin
nen. Was zijn droom daar weere? zijn droom?
Ja; maar dien droom niet meer waarvan hij
geren droomde, maar dien droom welk hij nu
en dan van hem wilde afkeeren, maar die al
tijd weère als nen getergden hond hem te
keere ging. Hij bad hem liever niet gehad en
Augustus (le helft) 1916
VERSCHIJNENDE ALLE VEERTIEN DAGEN
Een klein land kan groot zijn Eendracht Een land zal groot blijven als het
als zijne ziel groot is. maakt macht. zijne kenspreuk getrouw blijft.
Drukker-uitgever ALEXIS DE CARNE, Stavele. Bijdragen te zenden Villa LEOPOLD, De Panne
Abonnement aan 2 fr. 50 ’s jaars. ’t Bedrag voorop betaalbaar ten Bureel R. D. Y. Stavele.
hij dacht zijn zelven te loochenen met hem le
laten varen. Ik ben er van bezeten zeide hij
bij zijnzelven, ’t is ’n ongelukvoor mijn leven;
en ’k gevoele nochtans dat ik er zonder niet,
’n zoude kunnen; o! daar staat hij weerom
voor mijn oogen lijk 'n spook.
.1! ij ’n wiste ’t niet, de jongeling, 'l was
wel zijn spook zijn spook dat hem kwam
aanvallen, als ne vijand die gedurig achler-
uittrekt, en hem meesleept zonder hem los te
laten, tot daar waar hij hem hebben wilt. In
de netten van dit spook zat hij vernesteld. tot
dal hij nog lid nog let meer zoude kunnen
roeren. Dan zou het spook staan, nen stap
vooruit doen en hem verworgen. Nu was hij
aan ’t wijken; hij had gerekend en geteld dat,
hoe jong nogi hij kon te oud worden om mêe
te dingen Een jaar schoot nog over Na dien
ouderdom was het aanbod geweigerd. Naar
Duitschland riep hij, in zijn zelven, daar zal
ik met de ondervindinge, in den vreemde op
gedaan, toch weer achtinge verdienen; ’k zal
er mijn laatste krachten, mijn laatste geldver-
mogen aan hangen. Hij verliet Frankrijk, ge
lijk, ne krakende wagen kwam in ’n volrijke
stad van Vlaandren aan, waar hij hem in ’n
reizend gezelschap van duitsche speellieden,
tijdens, de foore voor eenigte dagen ver
huurde. Daar viel hij ziek, de grijze jongeling
van beneden de dertig jaren, doodelijk ziek,
en wierd als «foreign» of vreemde marktgast
in het gasthuis verpleegd. Daar ook kwam
hem bezoeken en troosten ne schrandere man.
ook grijs, maar slechts van name, nog blond
en gezond spijts zijn jaren, die hem daar, ge-
DOOR
I IT DIE
ROND DEN yzer
Iietteifkundig tijdschrift voor Öelgenland