ROND DEN YZER Dit Het Boek tier Vluelitellugeu door JELIS DUPON. Zij n laatste Dies Ir as Letterkundig tijdschrift voor Belgeniand. Wijl cl’ oorlog woedt leJaar No 13 Het nummer IO centiemen September (H helft) 1916 Drukker-uitgeve? ALEXIS DE CARNE, Stavele. Abonnement aan 2 fr. 50 ’s jaars. VERSCHIJNENDE ALLE VEERTIEN DAGEN Een klein land kan groot zijn Eendracht Een land zal groot blijven als het als zijne ziel groot is. maakt macht. zijne kenspreuk getrouw blijft. Wijl d’oorlog woedt En ons zoo lijden doet, Wijl werk en alle zaken geblokt zijn en nu staken, Neem ik mijn dichtersharp En zingt ze zoet of zarp en mocht ik zelf vervelen, het kan mij wenig schelen. Ik dicht om mijnen tijd mijn smart, verlies en spijt eenieder mag het weten, te slijten, te vergeten. Een weinig teenegader was de lange lijk stoet weggetrakeld, de kerke uit. Door de opene endeldeur zag men tus- schen groene kerkhofzoden de hooggedre- gen lijkbare verdwijnen, en daarachter de krijgsoverheden in prachtgewaad, de solda ten ’tgeweer geschouderd deftig en op s tap, en laatst het peerd van den gesneuvelden ruiter, gekleed en gezadeld zonder zijn meester. Meer dan tien burgers ’n waren er in de kerke niet gebleven, een bedelare, een ge kwetste soldaat, drie vier vrouwen met kin deren, en t’ enden de kerke, een man die nu en dan zijn hoofd naardenhoogzaal keerde. Hij bleef daar nog lange, die man, als moeste hij gelijk het spreekwoord zegt den laatsten man den zak opgeven; h j bleef daar gelijk aan zijn stoel genageld. De lijkdienst was toch plechtig geweest, en daar was iejs dat hem getroffen had, gesle gen had, dat uitzijn gedacht niet ’n koste, iets dat hem bovendies aanging, en dat hij voordien altijdhad ter hertë genomen. Men mocht hem ter tijd het klavier voor een stond overnemen, als het te stade kwam hem zelfs vervangen maar dit zoude hij nooit aan iemand overlatende dies iraedit was en bleef hem voorbehouden, dit recht stond hij niemand af! Dit was hem immers te dierbaar, dit speelde en zong hij zelve. Zoolang hem God het leven junde. Grooten meester ’n was hij niet, nog min was hij gekend in de muziekwereld; maar Bijdragen te zendenVilla LEOPOLD, De Panne ’t Bedrag voorop betaalbaar ten Bureel R. D. Y. Stavele. ’13L Drome I Wilde werken woedden door mijn zwaren moeden Kop, en wit en bleek, d’ oogen wijd en week ’k Dook mij om te droomen ’k Voel nu stiller dingen mijnen geest deur dringen, waar ze gisten, gloên leven, gave groên ’k Dole rond en ’k drome. ’k Voel ze krachten krijgen, Klijven en bedijgen, wijl de scheppingskracht broedt in mijn gedacht. ’k drome, ’k drome, ’k drome. Kon ik eenmaal zingen, van die stille dingen, in de zoete taal van den Nachtegaal ’k Zonge zonder schromen. H. VAN HAM ME H. V. D. GUCHT,

HISTORISCHE KRANTEN

Rond den Yzer (1916) | 1916 | | pagina 1