o 3 i ir tr CD CL •4 M W 8 'I I - «I’ Waar ’t vliegen wilt I 1 IV. Bu de Waarzegster 3 s 3 s M 75 tn’ gij vrede wilt, oorlogt (Keizer 1 QI MEDOR RELUS. Indien Karel V). Van oorlog komt vroeg schade, laat profijt (Cats), Oorlogen en tempeesten duren niet. Wie eenen kwaden naam heeft is reeds half gehangen (Gats). Hij, die verre van den oorlog zijn land aan beploegen en bezaaien, is wel gelukkig. Die lest lacht, best lacht. Vrede maakt nesten, oorlog vernietigt deze. Men kan geen zege behalen zonder veld slag. Een krijger die zijn vaandel bemint, eert zijne moeder (Shakespeare). Men houdt niet altijd die belofte waarvan men het meeste gewag van maakt. Eene volle kas bekoort menig dief. Die geen goed soldaat was, zal geen goed overste zijn. Een kwade hond heeft altijd gescheurde ooren. De vijand slaapt nooit. Men heeft dikwijls een kleinere dan zich zelf noodig. o. CD 3 Si s I s 5 re 2. I o 3 3 s. fij SÜ te wachten tot dat eenander de gelegentheid gaf van oorlogenvan hem te zwichten van het perk, dit is Belgenland. Als ge daar aan roert, zei ze, ge zult uw eigen ongeluk be werken en uw grootvader heeft dit onthou den, en die streke gerust gelaten, 't was wel het voorzichtigste. Van geheel den nacht ’n koste de prinse geen ooge luiken, en ’t vloog al dooreen in zijnen kop: alleenlijk ’s nuchtens deed hij ’n kleen tukske en ’t was nog om van zijnen droom te droomenal met eens schoot hij wakker van verschothij had daar ’n beeld gezien zoo vreemde dat hem stuur bekeek, en ’t docht hem dat het de beeldnisse was van den groote Keizer, die als zijnen arm uitstak om hem den weg te ontzeggen. Hij beefde als 'n riet en wist niet waar eerst gekeken, als er van uit nen hoek ’n hooge magere gestalte van nen vrouwmensch voor hem uitrees. Ze kwam lijk uit den grond. Heur aanzichte was maar ééne rim pel, maar ’t gone dat wonder voorkwam, heur haar was nog blonde lijk zeem, en heur oogen zoo klaar of ne spegel, Eer dat de prinse ne stap koste verterden, of n’ woord koste uitbrengen, had die onderaardsche princesse hem al van top tot teen bekeken. Eerst in ’t kalk van zijn oogen, dan bezag zij nauwkeurig zijn onhebbelijke handen, en zijn voeten die maar waren om alzoo te laten, wel belettende dat de prinse daar over straf ongemakkelijk was. ’t vervolgt HL s o I o p CD CD "s' E. z S "SB s^o o p CD CD b: tri m po Twee uren later kwamen twee flinke rui ters te Herkenhove aan, stalden hun peerden zelve, trokken d’ afspanning binnen, dronken elk nen beker rijnschen wijn, gaven malkanders d'hand, en terwijle dat den een hem nederzette trok den ander boschwaart in zonder ommezien. ’t Was meer of ’n halve ure eer dat de prinse entwat geware wierd dat aan ’n klui- ze kon gelijken. Hij stond al met nen keer voor 'n wissen hekken, dat al binnen moest opengaan. Hij hoorde ’n lange touwe rispen langs de takken, en de houten deure sloeg open. Daar stond hij nu voor n doeninge uit ende uit gelijk den ijskelder van het oud keizerlijk park. Nen hoogen en breeden eerdhoop met nen diep nederkommenden trap in houten blokken geleid en t’ enden dien trap in den eerdberm de nauwe en don kere kelderkele geschoord met palen en sta ken en verbonden met rijshout. Nu en dan ’n deure die voor zijn neuze openging. Bui ten zijn verwachtinge daar krijgt hij lijk ne weerlicht in zijn oogen 'n dubbele poorte stond rekwijd open, en hij was in ’n groote hooge luchtige plaatse met tafels stoelen, gerief van allen aard, met boeken en ge schriften, wijster kapeele al dooreen, ’t En den uit was het maar ééne openinge met 'n breed water er vooren. Hij was verbijsterd, ontlutterd, buiten zijn lood geslegen, en wreef onvrijwillig aan zijn oogen, lijk of hij ontwekte uit nen zwaren droom. 7 5' g 2- s E. E- 3 re 3. i/i 2 3 5 S O 2. Qrq C O E 2 2 3 2.^ 2 re -r 2, 3 o I s. I S 3 2 <- 3 s- re 8- c/T I 2 - o re jE s S. 3 S' re I s E g C>3 3 ra ft w 3 7” S 2 I o- 5 S m o re W 3 2. ra «5 2. a 8 2 C 3 3 S S-.sE. B B - re cl 3 S:2g-& 2- c re S I S^ E o 7 I re 3 2. n O 3 8 rp X o 3 3 E rt) .r* o 2 a 1 g N 5* LL - 3 3 °5- S: *g E. S' ra Si 3 2- F 3 E S 2. g a 5 7 5 2. ft E ft I c re “Se N 7? E 2 r E Ss re g re °2- 7^ ra b. 2J B I «rel 3 ^8 7 re> w S. E i—CD L- a 3 3 8 s c> 2 1 S 2 n 6 8 è5'- 114 (T> a N O B C/5 3 <5 C 3 3 Cl Crq r N 3 3 H t* M M a er n F' 3 FT 3 CL o o 3 3 O a 1/5 OQ 3 c 3* CD 3* C s o 75 75 re M 3 o •-t cl 3 1/5 1 3 Crq g- O 3 C/5 l f-ra (T ‘CD 3 3 3 C/5 n 3* 3^ «rp CL o FT O O 3 *3 3* C/5 3- E*. o N S -<T> <5 O t-3 f->. CD P CD CD OQ CD P CD t-3 o o p CD CD B Fï s f o ra s CL Q PC b: 75 B 3 5 o re re 3 N rt 75 CL s ra g* PO r- 75 re 3 ft ft Sï Ss C 3-’ 5T CL <T> 75 O O s re 2. O ra 2 n re re 3. re' re Sr CL g re 3 O ^3 3 (T N re O 3 3 E- O CL 3 3 r o 2. 5 2. c 5 re 1 re B 3 S 3 3. 3 re’ W £9 CD P4 e+ CA ct“ Q is s 2 N FT 3 «3: re B re n B1 17 E’ ET s <Xi B O. O O “t 3. re 3 3 re. 3 CO re t: c=: B n o BS ■B CL 8.s s 3 H r e- Ss we :2 2 Cl 2. 3^ 2 3* N 5 3 U C/5 N SL N re Tc O 3 I cS* I SF ^5 c? ft re B rè g 3 I 3 - 2.^ CD TQ TQ O 3 FT 3 O 3 -n 2 3 2 re- ra (T 3 B 3* G CTQ N 3 3 3 3* O O 3 Cl 3 TQ O 3 TQ rc 3 3 3 3* G - ra re a: B PC B ft- -i re Q"5 ft- ft ft ft C» Cu 3 y5 3* a o 3* O 3. 75* ra PC O re 70 g 3 3 3 re O O •-{ *-» -1 W5 3 3 CL O 3* 3 re 75 n B C 3 S: ra b ren x 3 2- 2. 5 re 3 C W o re w 3 3 N 2 3 M Jj O B. re [3 -re - n o re- rt> - GTQ W 3 - 3 3* T 3 O B 3 -1 G 3* FT 3 o o B 3 re^- a S B re 3 g- O C5 e: gs g H re g. re g cg S' g 2. B B S 8 3 O B 3 -7 M 3 B g- 3 3 ET G 3 FT 3 3 G G 3 n re- re i 3 75 re w re re w re re 3. S O O ra ra o ra t: 75 re ra ra PC te m 1 O <3: 3 3- .re-- B 5’ re re o C/5 3 3 VU 2* r'1 3 m O) CTQ O r* 7Q a o o -t o (T <T> 3 3 FT O -o 3 rt O 3 CL c Q. Cl 3 3 3 O 3 CL JS 3 3 B W 3 CL Cl rt S’ Cl 3. 3 B 2, 3 N. 3 ft- S’ o 2, o re E O o o n 3: a 3 FT o 3 Cl re S 3 w 5 N 3 re a o o c C -o 3 2 3 o re re 9 ft re re O 3 FT (T 3 ■Si. ft 75 SF re. ft O ra 75 re O C5 70 re 3 B ft- b: 3 3 ft- Sj ft 2 sft 3 ft w 3“ a O 3: «c:: ftK 5 ft z O aOrM B cl re gil C/5 -t 5 (T> ft o. ft 2 S 3 Cl O FT O 3 r~fr- 3 3 2. 3 re— CC re o re c CC s' Er g 3 3 3 3 hL ro 3 CD re- o o o 3 3 3 CL 3 Q. G *T1 3 1 CL O* K 3 x- s 3 3 5= 3 3. 3 *5 ‘n -t m 5 e=: 3 ft

HISTORISCHE KRANTEN

Rond den Yzer (1916) | 1916 | | pagina 4