't Haantje op den Toren Een oude Pastoor heeft mij hier opgezet, boven op den toren, boven op het kruis, 'zóó hoog dat de meeste menschen duizelig zouden worden als zij hier moesten staan. En die Pastoor zei me dan Daar, haantje en blijft tot het einde der wereld de wekker van mijn parochianen. Lang is dat geleden, heel lang. Want die goeie Pastoor is nu een der eerste bazen in den hemelen zijn gebeente ligt hier beneden op kerkhof, in dien hoek vol netelen, onder dien geborsten zerk, waarvan de letters vol mos gegroeid zijn. Andere Pastoors hebben hem nagedaan, en elk eenen haan op hun kerktoren gezet. En nu staat heel het land vol gulden haantjes, zóó weid ge zien kunt. En eiken morgen als de zon begint te schijnen, knikken w.j van verre naar elkaar 'nen Frisschen morgen draaien allen te gelijk onzen bek en onzen kam den wind in, en laten onze blinkende steerten meewaaien met de wind mee... Menschen toch dat is een lustig leven, hier boven op den toren... Kam hoog op... En kunt ge nu gelooven, dat ik bij wijlen mijnen kam hoog opsteek, een groot gedacht van mijn eigen krijg, en peins Haantje, jongen, gij staat hier precies 'lijk de Paus te Rome...» In 't klein wel te verstaan. Want 't schijnt dat die Paus daar ook heel hoogstaat, boven de stad en boven de wereld uit, om de mensch ;n gedurig naar God op te wekken en aan te wakkeren. Zóó toch hebben mij de klokken verteld, die 's Zaterdags in de Goede Week uit Rome terugkomen en Paascheieren slodderen. En wij hebben eigenlijk aan de Paus geleerd, hoe hij dat doen moet. Want de eerste Paus, de heilige Petrus, was er nevens aan 't boeren... Ge weet wel, op dien nacht, toen hij bij hoog en leeg staande hield dat hij Christus niet kende, en dan aan 't vloeken en zweren ging... Maar dan is een haan aan 't kraaien gegaan, zóó luid dat heel de straat er van klonk. En Petrus schoot me daar in 'n schreeuw en de tranen sprongen uit zijn oogen. En daarom steek ik dikwijls mijnen kam zoo hoop op. Alles in 't oog... Dat valt nu nog wel voor, dat ik er menschen nevens zie boeren. Want ik kijk niet enkel naar de roode pannen daken en naar de toppen van de waaiboomen ik houd alles in 't oog wat op 't dorp gebeurt, en ik zie veel ge beuren, veel. Meer dan de menschen wel denken. Achter gevels en hagen, waar ze meenen dat niemand hen ziet op wegen en banen, waar geen huizen staan in velden en akkers waar alleen het graan te droomen staat. Maar ik zie het wel, want ik sta hier hoog boven de huizenen 't land uit. En als ik maar alleen het zag... Doch ook God ziet het, want die staat nog veel hooger dan ik. En als Hij me dan liet begaan, zou ik aan 't kraaien val len dat heel het dorp er van klonk Menschen, past toch op God ziet u... Ge speelt met uw eeuwig geluk! De wind die waait... Dan zou iederen keer heel het dorp naar mij opkijken. Nu zijn er ook wel die naar mij opkijken, en dikwijls. Winter en Zomer, om te zien uit welken hoek de wind waait, en of hij nog niet keert. Als ik met mijnen kop naar 't Westen blijf staan, dan grommelen zij Nat 't zal weer regenen naar 't Oosten Droog weer... misschien schraal naar 't Zuiden Warme da gen naar 't Noorden Guur tij Als ik die mannen dan zie staan, met den kop achter over in de nek, dan peins ik Jongens, ja, ik wijs den wind over de wereld aan, en dien moogt en moet gij ken nen... Maar ik wijs vooral 'nen anderen wind aan, die boven de wereld uitwaait, altijd uit denzelden hoek, altijd van beneden naar boven... De wind voor uwe zielen, den wind naar God en den hemel... Met dien moet ge u laten meewaaien... Daarom sta ik hier boven... Th. Van Tichelen. Uit onze Kerkregisters Onze gedoopten De volgende boorlingkens, uit onze goede christelijke familiën van St-Maartens, werden door het H. Doopsel tot God's kinderen herboren 9 Sept., Jean Tryssesoone, z. v. Remi en Louisa Proux, Boomgaardstr. 20 Sept., Eduard Van Blankenberg, z. v. Evarist en Maria Lattignies, Mondstr. 25 Sept.,Gérard Tiberghien, z. v. Jozef en Marie Flahault, Cartonstr. 29 Sept., Fernande Vandenhende, d. v. Hector en Maria Velghe, Pennestr. 1 Oct-. Christiane Proot, d. v. Laurent en Isabelle Caenepeel, Slachthuisstr. 5 Oct., André Vandenberghe, z. v. Camille en Emma Deconinck, Korte Thouroutstr. 19 Oct., Elisaboteth Desmedt, d. v. Gerard en Elvire Beernaert, Slachthuisstr. 20 Oct., Renée Arits, d. v. René en Germaine Glorieux, Hondstr. Onze gehuwden Hebben zich, in St-Maartenskerk, aan den voet van Gods altaar, aan elkaar verbonden dooreen heilig verbond dat door de dood alleen zal kunnen verbroken worden, een verbond dat door Jesus-Christus tot de waardigheid van een Sacramement der Nieuwe Wet verheven werd 1 Oct., Alois Lowier en Sylvie Hennekein, Brugsche- steenweg. 4 Oct., Eugène Lazoore en Maria Van Exem, Kaai- West. 4 Oct., Raymond Droulans en Marie-José Dobbels, Mondstr. 23 Oct., Raymond Masure en Marie Legein, de Stuerstr. 25 Oct., Jules Debergh en Jeanne Mortier, Korte Meersch. 25 Oct., Paul Wellens en Marcelle Vuylsteker, De Haernestraat. Onze hartelijke gelukwenschen vergezellen de nieuw gehuwden.

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1930 | | pagina 2