Herderslied De Herdertjes 't Is geboren... Vrede op aarde Muzie/^ Alf. Moortgat. Hoort gij 't lustige fluitgeschal Galmen over berg en dal, "t Blijde liedje der herders na Gloria, gloria, gloria 1. Toen wij lagen dees nacht in 't veld Qch, wij waren zoo ontsteld Daalde een engel naar ons beneên En een hemelsch licht verscheen. 2. De engel zei ons Weest niet bevreesd Gods woord is volbracht geweest, Dees gelukkige tijding zal Vreugde baren overal. 3. Heden daalde de Heiland neer, 't Is de Christus, uwe Heer, Pas geboren in Bethlehem, Aan dit teeken kent gij Hem Oud lied (voor 't volk) 1. De herdertjes lagen bij nachte, Zij lagen bij nacht in het veld. Zij hielden vol trouwe de wachte, Zij hadden hun schaapjes geteld. Daar hoorden zij de engelen zingen, Hun liederen vloeiend en klaar. De herders naar Bethlehem gingen, 't Liep tegen het nieuwe jaar. 2. Toen zij er te Bethlehem kwamen, Daar schoten drie stralen dooreen Een straal van omhoog zij vernamen, Een straal uit het kribje benêen. Toen vlamd' er een straal uit hun oogen En viel op het kindeke teer Zij stonden tot schreiens bewogen En knielden voor Jezus neer. 3. Maria, die bloosde van weelde. Van ootmoed en lieflijke vreugd De goede Sint Jozef, hij streelde Het Kindje, der menschen geneugt. De herders bevalen te weiden Hun schaapjes aan d' engelenschaar Wij kunnen van 't kribje niet scheiden. Wij wachten het Nieuwe Jaar. 4. Ach Kindjen, ach Kindje, dat heden In 't nedrige stalletje kwaamt. Ach, laat ons uw paden betreden, Want Gij hebt de wereld beschaamd. Gij kwaamt om de wereld te winnen, Den machtigsten vijand te slaan. De kracht uwer liefde van binnen Kan wereld noch hel weerstaan. Oude melodie. Refrein. 't Is geboren het Godlijk Kind. Komt, herders, speelt op uw feestschalmeien, 't Is geboren het Godlijk Kind, Dat ons allen zoo teer bemint. 1. 'k Zie een engel die daar gezwind. Dalend over de groene weiden, 'k Zie een engel die daar gezwind Bij hun schaapkens de herders vindt. 2. Schrikt niet, herders, weest blijgezind, Laat die schaapkens in die valleien. Schrikt niet, herders, weest büjgezind, Daar gij eerst den Verlosser vindt. 3. In een' stal ligt dat Godlijk kind. Op wat stroo moet 't zijn leden spieien In een stal ligt dat Godlijk Kind, Waar zijn moeder 't in doekjes windt 4. Zondaars boos, weent uwe oogen blind, I ,aat u Jezus niet meer verbeien Zondaars boos, weent uwe oogen blind. Daar Gods lijden de dood verwint Oude melodie geharm. door Aug. De Boeck- Refrein. Vrede, vrede, vrede op aarde aan alle menschen die van goeden wille zijn. 1. Door de liefde laat u wekken, Spoedt u, herders, op de baan. Om naar Bethlehem te trekken, En om naar den stal te gaan. 2. Wie komt hier ons ruste storen In het midden van den nacht Door zoo blijde jubelkoren, Samenspelend onverwacht 3. Vreest niet, herders, 't zijn goê maien Van eene onverwachte vreugd. Die ik Uliê kom verklaren Weest nu, herders, al verheugd 4. 't Is Messias die, op heden, Uit een Maagdelijn gebaard, Ons de rust brengt en den vrede Uit den hemel op de aard.

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1930 | | pagina 3