Onze Relikwieën Uit onze Kerkregisters Inleiding en aanleiding tot deze verhandeling. Den 29" Januari vieren wij den feestdag van Sint Fran- ciscus de Sales, kerideeraar en bisschop van Geneve. Toen ik nu, in 't vooruitzicht van dit feest, een en ander over dezen heiligen inzag, viel mijn oog op een brief van zaliger Deken de Brouwer, geteekend van 19 Juni 1913, waarin 't volgende We bezitten ook een stool, door het kapittel van Geneve destijds aan 't kapittel van Yper gezonden, waarvan, zooals blijkt uit den medege- zonden brief, de H. Fransciscus de Sales zich bediende voor biecht en predxatie Benevens hare ontelbare kunstschatten bezit onze Kathedraal ook hare godsdienstige schatten en herinne ringen. Veel ging verloren met de fransche Revolutie, en nog eens veel met den wereldoorlog. Die gedachtenissen opzoeken en bijeenbrengen kan nog een niet onbelangrijk hoofdstuk uitmaken van onze geschiedenissen daarbij een onuitgegeven hoofdstuk. We hebben, om ons daarin te helpen, een kostbaar handschift van zaliger Kanunnik Luyssen, gestorven te Brugge den 19 October 1910, en die in zijn kortstondig verblijf te Yper, als onderpastoor op Sint Maartens van 1875 tot 1876 een inventaris maakte van al de archiefstukken der kerk waarin over de relikwieën gehandeld werd. Eerste deel Algemeene ge dachten over relikwievereering. I. Wat zijn relikwieën en waarom worden ze vereerd? Relikwieën zijn, zooals we in den Catethismus leeren, overblijfselen en aandenkens van heilige personen hun lichamen of gebeenten, hun kleeren, de voorwerpen die ze in hun dagelijksch leven in gebruik hadden, en waar van het aanzien ons die heiligen in 't geheugen brengt. Relikwieën vereeren we zooajs de beelden der heili gen 't is, zooals dit geheeten wordt, een betrekkelijke eeredienst Dat wil zeggen dat de vereering langs de relikwieë op de heiligen zelf overgaat. Dus geen mis bruik, geen afgoderij zooals de Protestanten het ons verwijten, maar een heilzame gewoonte die tot den oor sprong van het Christendom terugklimt. II. Hoe werden de relikwieën vereerd in de oudheid De vereering der relikwieën is met de geschiedenis der Kerk als vergroeid. Reeds in de eerste eeuw van onze tijdrekening zien we de overblijfsels der martelaren met eerbied begraven en bezocht. Herinneren we ons dat de graven van Sint Pieter en Sint Paulus, van 't be gin af, een beevaartoord der christen wereld zijn ge weest. Op de graven der martelaars ging men,jaarlijks, op den sterfdag, het Misoffer vieren, en dit is de oor sprong der heiligenfeesten van den kalender. Toen de vervolgingen voorbij waren, bouwde men, bij die graven, prachtige kerken, waarvan het hoogaltaar juist boven het graf zelf gelegen was. Zoo zingt Pius XI zijn pauselijke hoogmisse ten Vaticane, boven het graf van zijn heiligen voorzaat, dien Christus zelf heeft ge heeten grondsteen zijner Kerk. Ja, zoo diep was die gewoonte bij onze voorouders ingeworteld, dat ze naar hun nieuwe kerken, waar ook deze gebouwd werden, heiligenlichamen en relikwieën overbrachten, om ze onder het altaar te begraven, en hun kerken als niet ge wijd beschouwden zoolang die overvoering niet gebeurd was. Twee zaken zijn ons van die gewoonte overgebleven eerst dat elke altaarsteen relikwieën van martelaren moet bevatten, en dan dat in de plechtige kerkwijding, derge lijke relikwieën in triomfstoet naar het gebouw worden gebracht, om door den bisschop in het altaar te worden ingemetseld. Zij die onze heerlijke kerkconsecratie hebben bijgewoond zullen zich wel dien triomfstoet her inneren, waar de relikwieën in een onzer oude en kost bare rijven werden rondgedragen. III. Hoe de relikwieën vereerd werden in de middeleeuwen. Met de middeleeuwen, de tijd van het groot geloof en van de reusachtige kathedralen is de vereering der ieli- kwieën tot een hoogtepunt gekomen. Men bleef weliswaar een gedeelte van de heilige overblijseien onder den altaar steen bewaren, maar de bijzonderste relikwieën werden gesloten in kostbare schrijnen of rijven, bekleed met goud en zilverplaten, versierd met émail en edelgesteen ten. Deze rijven waren niet 't jaar door uitgesteld, ze kwamen te voorschijn in plechtige processies en feestelijke omstandigheden. Prinsen, koningen en bisschoppen namen soms, bij hunne intrede, hun volk in bescherming daor een plechtige gelofte uitgesproken met de hand uitgestrekt over de rijve of fierter, alsof de heiligen wier gebeente erin rustte, tot getuigen aan den eed genomen werden. In de gewone omstandigheden, stonden de rijven in bewaarnis in de thesaurie of schatkamer der kerk, een stevig afgesloten kapel waar de kostbaarheden verzameld waren. De Pausen in hun Lateranenpaleis, hadden ook zoo'n schatkamer die heette Sancta Sanctorum» of Heilige der Heiligen In vele kathedralen, zoo bij voorbeeld in Engeland, was de thesaurie, het oostelijk gedeelte der kerk, achter het hoogaltaar. Zoo in Kantel berg, Westminster, Saint Albans, Winchester. Zoodat we in Sint Maartens geen nieuwigheid zouden invoeren, moesten we, wanneer het noodig zou blijken, een Reli kwiealtaar en Schatkamer oprichten in de afgesloten absis der kerk. vervolgt Door het Doopsel herboren 25 Dec., Betty Fox, d. van John en Adrienne Dumortier, Bruggesteenweg. 25 Dec., Marie-José Berten, d. van Valère en Goce- Iieve Duflou, Veurnesteenweg. 27 Dec., Suzanne Callens, d. van Paul en Bertfa Faes, Noordlaan. 28 Dec., Gabrielle Tommeleyn, d. van Edouard en Rachelle Duprez, Noordlaan. 4 Januari, Denise Mulle, d. van Henri en Eveline Ghesquiere, Dixmudestraat. 18 Januari, Patrick Waterblée, z. v. Pieter en Gode- lieve Vandenbulcke, Elverdinghestraat. Mogen die kindertjes, naar het voorbeeld van het Kindeke Jesus, opgroeien in jaren, in wijsheid en genade, bij God en bij de menschen

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1931 | | pagina 3