DE TUINKLOKKE PAROCHIEBLAD VAN YPER TWEEDE JAARGANG 1931 NUMMER 6 in::::::::::::-:::::::::::-:::::: zondag 12 JULI O- L. V. van Thuyne Geen Yperling of hij kent ons mirakelbeeld van O. L. V. van Thuyne, maar velen zijn er ongetwijfeld die weinig weten van de eigenaardige benaming van dit beeld. Daarover zal een woordeke uitleg zeker welkom zijn. Elders ook Besluit Met Tuindag inzonderheid van Sint-Maartens Tuyn Tuyn of Thuyn is een oud vlaamsch woord dat zegt hekken, tralie, afsluiting. Het woord is eenigszins ver ouderd en weinig gebruikt, tenzij in de beteekenis van hof. Zoo spreken we van moestuin, kindei tuin, enz. In al die bewoordigingen hebben we eigei lijk wat de taalge leerden heeten een metonymia wij noemen een ge deelte om het geheele aan te duiden de omheining, de hage, de afsluiting van den hof, waar we 't hebben over den hof zelve. Onze oude kerkrekeningen spraken dikwijls van een thuyn daarmee beteekend de afsluiting der kapellen. Rond onze herstelde doopvonte staat er een thuyn aan de dekenskapelle en de S. Annakapelle van 't vroe ger S. Maartens Stond er een «thuyn van maimer, met koperen balusters en beeldjes van albast. In S. Walburga te Biugge stond er zulk een afsluiting of hekken voor de kapel van O. L. Vrouw, en op die afsluiting stond er een mirakuleus Mariabeeld dat, juist zooals ons beeld, heet O. L. V. van Thuyne. En te Yper Stadswallen, vestingen met muren en poorten kunnen ook thuyn heeten. Het is dan waarschijnlijk dat de Yperlingen, na hunne wonderbare bevrijding van 1383, bevrijding die aan O. L. Vrouw werd toegeschreven, aan hunne hemelsche bescheimster en patrones den naam van O. L. V. van Thuyne gegeven hebben omdat zij, beter dan sterke muren en die wallen, haar trouwe kinderen tegen den vijand had bescheimd. Daaimee heb ben die verre voorouders geen nieuwigheid ingebracht, want Maria wordt geheeten Toren van David dat is sterkte door David opgebouwd, en in de christelijke let terkunde heet ze nog de sterke stad Gods waarvan de muren worden beschut door duizende ondoordringbare schilden. Om die gedachten nog beter uit te drukken werd ons beeld gesteld op en midden een thuyn» van vlechtwerk met palen en ingangshekken. We moeten wel weten dat die schutsels van vlechtwerk een groote rol speelden in de krijgskunde der middeleeuwen. We mogen niet denken dat ons Ypersch beeld een nieuwigheid was, een uitzondering, een eenig iets. In de verluchtingschilderingen of miniaturen der elfde eeuw vinden we reeds voorstellingen van Maria, staande of zittend in een thuyn De afsluiting word gevormd door vlechtwerk, zooals bij ons, of door gekanteelde muren, of door ijzeren traliën. De gekanteelde muren zeg gen meer burcht of sterkte; het vlechlweik en de traliën doelen meer op een symbool van Maria besloten hof. Beelden werden ook gesneden volgens deze opvatting; liefst nog met eene tralie van kunstig gesmeed ijzer, die tegelijk diende als versiering en beschutting. In de fransch sprekende gewesten is deze O. L. Vrouw in den tralie geworden: Notre Dame de la Treille. Oude devoties vinden we onder deze benaming te Mors, te Douai. en meest nog te Rijssel waar de nieuwe kathedraal onder de traditioneele aanroeping staat van «Notre Dame de la Treille We hebben dus in onze Ypersche devotie een voor beeld van eigenaardige Maria-vereenng die in onze ge westen zeer verspreid was. Maar voor ons bevat die naam O. L. Vr. van Thuyne eene herinnering aan een belangrijk feit uit het verre verleden, aan de redding van onze geliefde stad, in 1383, door de voorspraak van Maria. We hebben een dubbele reden om aan deze traditie gehecht te blijven het is ons verleden in eere houden en onzen godsdienstigen aard getrouw blijven. Moge O. L. V. van Thuyne voor hare kinderen blijven de schutse en het verweer tegen alle gevaar dat ons be dreigt niet slechts naar het lichaam maaar ook naar de ziel, opdat Yper blijve wat het vroeger steeds was eene godsdienstige stad, de stad van Maria. Men is bezig de laatste buitenstellingen af te breken van de Kathedraal. Heel onze prachtige toren kcmt te voorschijn. Wij zijn blijde te mogen aankondigen dat de kerk, van TuinJag af, toegankelijk zal zijn èn langs het zuidpoitaal uitgevende op de Halle èn langs de groote poort uitge vende op de Leet. 't Is eeri verbetering, een aanwinst die zal gewaardeerd worden door ons christen volk.

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1931 | | pagina 1