DE TUINKLOKKE
PAROCHIEBLAD VAN YPER
TWEEDE JAARGANG
inzonderheid van Sint-Maartens
n:::::::::::::::::::::::::::::::::: zondag 30 augustus
Of gij, madame, of gij, juffrouw
1931
NUMMER 7
Lijkverbranding-
Och, meneer, hebt ge ze niet gezien
Wie dat
Wel, mijn vrovw
En weer begon de man op handen en voeten rond te
kruipen om tot achteronder de banken te kunnen scharrelen
In heel de wachtzaal v.as er niemand meer die nog
haast had. Allen stmdtn ïond den man die daar aan
*tzoeken was...
Hebt ge uw reiskaartje verloren,? vroeg een ge
dienstige kaartjeknipper.
De man richt het hoofd op, terwijl hij op zijn knieen
blijft zitten en antwoordt.
Neen, maar mijn vrouw
Uw vrouw heeft uw kaartje verloren
Maar neen, ik-heb-mijn-vrouw verloren.
Daar haalde de man zijn zakdoek boven en begon wan
hopig te snikken. De tor schouwers sloegen vol medelij
den dit pijnliik tooneeltje gade en wisselden blikken van
verstandhouding om te beduiden
Of hij zijn vrouw verloren heeft, weten we niet
maar dat hij in alle geval zijn verstand is kwijtgeraakt,
dat is zeker.
De stationsoverste kwam naderbij om een verslag op
te maken, alvorens den sukkelaar in de handen der po
litie over te leveren.
Toe meneer ge moet het u zoo niet aantrekken
Is "t al lang geleden dat ge uw vrouw verloren hebt
Met 't potlood in de hand stond de stationsoveiste op
't antwoord te wachten.
De man stamelde
Vijf minuten geleden stak ze nog in mijn zak.
Wie clat
Wel, mijn vrouw, zeg ik u
Opnieuw begon de man onder de banken te zoeken,
terwijl de stationsoverste, ten einde raad, zijn notaboekje
toesloeg.
Was zij van u weggegaan, meneer vroeg een me
delijdende dame.
Van af gisteren, toen ze mij werd afgeleverd, heb
ik ze altijd warm in mijn overjas gehouden, behalve daar
straks in 't restaurant, waar ik ze naast mij op de tafel
heb gezet.
Wie dat
Wel mijn vrouw, zeg ik u I
En weer begon de man te snikken.
Zijt gij er wel zeker van dat gij ze niet in 't spijs
huis hebt achtergelaten vroeg iemand.
Maar neen, meneer, maar neer Ze weegt niet
zwaar meer, hoor Maar ziet ge, ik wilde ze thuis op
de schouw plaatsen, maar ze zal nu zeker van de bank
gerold zijn en zoo verloren geraakt...
Een agent, die in zeven haasten kwam aangespoed,
had de laatste wooiden nog juist gehoord. Hij maakte
aanstonds aans'alten om proces-verbaal op te stellen en
begon den armen zoeker te ondervragen
Was uw vrouw erg verslaafd aan den drank
Met een slag rees de man overeind en antwoordde op
bijtenden toon
Hoe is 't mogelijk Zij die, eenige minuten voor
haar dood...
Wat? Is uw vrouw overleden?
Zeker, meneer de agent, en gij moogt uit mijnen
naam een flinke belooning uilloven aan den eerlijken vinder.
Maar wat beteekent dat allemaal, vermits zij dood
is
Juist, meneer de agent, eergisteren werd zij in den
lijkoven verbrand en gisteren kreeg ik het doosje met
haar asch.
Wat een zucht van verlichting steeg er op uit de om-
staanders, als ze dat hoorden
De stationsoverste, de agent en een aantal andere
personen hielpen den armen weduwnaar zoeken...
Doch 'twas al verloren moeite...
Een flinke beloning wordt toegekend aan hem die het
doosje met de verloren vrouw zal terugvinden
In ons volgend nummer wordt een boeiende Kunstkro'
niek met foto gewijd aan het Laatste avondmaal 1
de prachtige schilderij van Ern. Wan te.