DE TUINKLOKKE
PAROCHIEBLAD VAN YPER
1931
hoogdag va in kerstdag
Cn2e Ker&tvierirg
In het Stalleken
TWEEDE JAARGANG-
NUMMER 11
inzonderheid van Sint-Maartens
Met bijzonderen luister zal Kerstdag aanstaande in
St-Maartenskerk gevierd worden.
Tot de plechtige Kerstnachtmis wordt iedereen toege
laten en ook vriendelijk uitgenoodigd. Zij wordt vooraf
gegaan kwart vóór middernacht) door de roerende plech
tigheid van het aanbrengen van 't Kindeke Jezus in de
kribbe en door het aandoenlijke Kerstlied Stille Nacht
Het weze, voor alle aanwezigen, een ware Kerstnacht,
geheiligd door een vurige H. Communie en de vrome in
getogenheid van ons christen volk.
Heel de kerk zal schitterend verlicht en deugdelijk ver
warmd zijn. Uitvoering der driestemmige Mis van
Schafstal!, door het gemengd Koor van St-Maartens,
onder leiding van den Heer Maurice Baert, kapelmees
ter. De H. Communie zal uitgereikt worden, van af
het Offertorium op drie plaatsen te gelijk vóór het
hoogaltaar, aan het altaar van O.L. Vrouw van Thuyne
en bij het beeld van Sint Maarten.
De kerk zal geopend worden een half uur vóór de
ceremonie, d.i. te II 1/4. Na middernacht wordt nie
mand meer binnengelaten.
's Morgens zullen leesmissen opgedragen worden van
af 6 u. tot 9 u. alsook te II 1/2. De sol. Herders
mis te 7 u. De plechtige Hoogmis te 10 u. (uitgevoerd
met orkest).
's Namiddags, te 3 u. sol. Vespers en Lof, met heerlijke
muziek door het gemengd koor van St-Maartens
O Salutaris O. Van Durme
drie gem. stemmen
O Sacrum J. Mitterer
(a capella)
Sub tuum J-S. Bach
(a capella):
Tantum ergo J-S. Bach
(a capella)
Om de Kerstviering te sluiten zullen, na het Lof,
mooie VI. Kerstliederen uitgevoerd worden een echt
geestelijk festijn waarvan iedereen zal kunnen genieten.
Het programma is samengesteld als volgt O Nacht,
door Fr. Verhelst; Hoort gij, door Alf. MoortgatKerst
lied, door Aug. Deboeck; De Herderk.es,door Fr. Ver-
helst 't Is geboren, oude zangwijze.
Nu was het er echt lekker, in die grot. Van achter, in
den hoek, knetterde een vuurken van droge takken die
Joseph met der haast op de berghelling had geraapt nu
legde hij er nog een handvol dor kruid op dat hijgeplokken
had. De vlam sloeg neer, maar flakkerde dan op, helder
en vroolijk, en bescheen het Kindje.
Het lag daar, schoon om te stelen, in dat kribbeken,
een holte van onder in den rotswand, die de herders langs
den voorkant met kleem hadden bijgewerkt, op een mal-
sche laag geurig hooi. Maria had het dan nog heelemaal
warm ondergestopt met hooi, dat zij niets meer van zijn
windeltjes zag, en enkel zijn koppeken met zijn oogskens
en mondje bloot lag.
Rommendom en boven het Kind dansten de vlammen,
op de donkere wanden op en neer, lijk waaiende gordij
nen, vaal en blauw geel en rood.
Joseph en Maria staan bij het kribbeken, kijken samen
op het Kindje, lijken te gelijk op en naar elkander, en
lachen enkel met hun oogen.
Eenvoudige menschen zeggen niet veel, maar voelen
diep.
Stem der Engelen
Hoor! wat is dat?... Daar wordt gezongen
Zoo schoon hebben zij nooit hooren zingen, zelfs niet in
den tempel te Jerusalem, door de Levieten bij het altaar
't Komt ven heel, heel verre, en tcch is het zóó dicht
en duidelijk dat het uit de wanden der grot klinkt 't zijn
veel, veel steirmen, en toch zóó wonder zoet en zacht
als een waterbronneken
Glorie aan God in den hooge I
En op aarde vrede
Aan de menschen van goeden wil I
Maria en Joseph
Maria en Joseph staan eerst met hun mond half open,
hun hart weidt week en smelt als was.
Maria haar gemoed schiet vol, ze zakt op de knieën
voor het kiibbeken, met haar hoofdop den rand, en snikt,
snikt, dat er geen einde aan komen zal.
Joseph heeft op zijn landen gebeten, maar zijn kaken
bibberen. Hij kan 't niet meer verkroppen. Hij legt zijnen
arm tegen den wand, zijn voorhoofd op zijnen arm, schud-
dekopt over en weer en begint dan stil te schreien als een