Mgr Lamiroy, bisschop van Brugge
Den 18 December 1931, overleed onze geliefde en
lioogvereerde bisschop, M8* Gustavus-Josephus Waffe-
laert. Als student aan het Sint Vincentiuscollege alhier,
had hij zijne jeugd te leper doorgebracht en rekende hij
onder de Ieperlingen Monseigneur zelf voelde zich
steeds aangetrokken tot de stad van zijne jeugd met be
geestering wist hij te spreken over de heerlijke kathedraal
van leper, de schoonste kerk van zijn bisdom. Men vertelt
dat hij verlangde den bisschoppelijken titel van leper
hersteld te zien en vereenigd met dezen van Brugge.
Telkens zich eene gelegenheid voordeed, was hij te
▼inden om de godsdienstige plechtigheden van onze stad
•met zijne pontificale assistencie op te luisteren. Zoo hij
met een fijngevoelig gebaar de consecratie van onze her
stalde kathedraal aan zijn Hoogwaardigen Coadjutor,
oud-deken van leper overliet, wilde hij toch op de
plechtigheid verschijnen en assisteeren op den troon,
't Was de laatste maal dat wij in onze kathedraal zijn
eerbiedwaardige en innemende verschijning mochten be
groeten...
Zoo hij leper lief had, dan was hij ook door alle
Ieperlingen bemind.
Meer dan duizend volwassenen verdrongen zich in onze
kathedraal voor zijn plechtigen Rouwdienst, den 28 De
cember II.
leper is sedert meer dan eene eeuw van den bisschops
luister beroofd. Maar, heeft het zelf geen bisschop meer
binnen zijn muren, het is als een kweekschool van bis
schoppen geworden
M81 Malou, (1848-1864) was een zoon van leper.
M81 Waffelaert (1895-1931) rekende zichzelf, met
recht en reden onder de Ieperlingen
Thans is de waardigheid van bisschop van Brugge op
zijn coadjutor overgegaan, den oud-deken van leper. Zijn
Hoogwaardige Excellentie, M8' Henricus Lamiroy.
Hoe kortstondig ook het voorbijgaan was van M81 La
miroy in onze stad, deze spanne tijds was meer dan ge
noeg voor hem om leper te leeren beminnen, voor ons,
om hem te leeren hoogschatten en vereeren. Geen pas
sende gelegenheid gaat er voorbij of die wederzijdsche
gelegenheid komt spontaan tot uiting. Met voorliefde
komt onze bisschop naar zijn leper terug, hij volgt
met belangstelling de verdere voltooiing van onze Kathe
draal. Bij zijne bisschopswijding was leper glansrijk ver
tegenwoordigd, en steeds zien we verlangend uit naar
zijn hoogvereerend bezoek.
De genegenheid en de verknochtheid der Ieperlingen
is welsprekend uitgedrukt door de drieluik, door den
kunstschilder Michiel Lowagie vervaardigd en onzen jeug
digen kerkvoogd aangeboden op het Sint-Maartensfeest
van het verleden jaar. Van deze drieluik geven we het
buiten aanzicht.
Rechts ziet men den patroon
dezer stad, Sint Maarten, in bid
dende houding, de handen smee-
kend opgeheven naar de verschijning
van Onze LieveVrouw van Thuine,
Op den wand vóór den heilige,
prijkt het wapen van Yper.
De linker luik stelt onzen gelief
den prelaat voor, insgelijks in bid
dende houding.
Op den achtergrond prijkt de
voorstelling van Sint Henricus
Keizer, patroon van M8T Lamiroy.
Het siertapijt op den bidstoel
draagt het wapen van den bis
schop, wapen dat zoo sprekend
gelijkt op dat van leper, en dat
een bewijs te meer is van zijne
gehechtheid aan onze stad.
Moge de geliefde Hemelmoe-
der, Onze Lieve Vrouw van
Thuine, hare machtige en milde
bescherming verleenen aan onzen
geliefden bisschop. Moge Sint
Maarten, de groote volksapostel,
hem bekomen een gezegende bis
schoppelijke loopbaan, tot heil der
zielen die Hij leiden moet In de
liefde van Christus
M81 Lamiroy, het verkleefde
en getrouwe leper wenscht U
van harte Ad muitos annos!