De nieuwe meubileéring van St-Jacobskerk Onlangs hadden wij de gelegenheid en't was ons een waar genoegen en tevens een hoog kunstgenot een half uurtje te praten met een geleerden Benediktijn, Pater Braun, die aan 't hoofd staat van de beroemde Kunstateliers der abdij van Maredsous. Aan die Kunstateliers zooals men weet, werd de nieuwe meubileering van St-jacobskerk toevertrouwd mits en na goedkeuring der ontwerpen door de Commis sie van monumenten. Vele lezers van de Tuinklokke zullen ongetwijfeld belang stellen in hetgeen E. Pater Braun ons vertelde nopens de opvatting en de uitvoering van die kostelijke meubileering. Een soort c persgesprek zoo ge wilt. Maredsous en de lepersche ambachtslieden Onze eerste vraag gin; over de uitvoering zelf Zou het waar zijn dal de lepersche ambachtslieden benadeeligd verden door het feit dat Maredsous met die meubileering gelast 1verd? Daar is niets vanklonk het antwoord van Pater Braun. Ik mag u verzekeren, dat de lepersche ambachtslieden, zooveel en veel meer gepresteerd hebben voorSt- Jacobs- kerk dan voor gelijk welke andere kerk in de stad. Terecht waren de leden der kerkfabriek van St-Jacobs erom bezorgd om, in dezen crisistijd, aan de lepersche werklieden de voorkeur te geven en zij besloten zooveel mogelijk het werk der meubileering door hunne stadsge- nooten te laten uitvoeren wel te verstaan onder toe zicht en naar de ontwerpen van Maredsous. Ter plaatse zal ik nu eens de stukken opsommen die door lepersche ambachtslieden of door deze van Maredsous uitgevoerd werden. Bouwtrant der meubileering Goed zoo. Laat mij echter toe u een andere oraag te stellen, een oraag betreffende den stijl of bouwtrant der meubileering... Iemand die onlangs St-Jacobskerk bezocht, oond er geen betere benaming ooor dan Moderne Bene- diktijner bouwtrant 't Was raak en juist gezeid I Modern zonder meer, zou onrustbarend schijnen. Met de bescheiden toevoe ging van Benediktijner» trant, valt de ongunstige indruk van't eerste bepaalwoord weg. Al heeft het modernisme- >n-de kunst niet den besten klank in vele middens, zijn misgrepen zijn nochtans niet voldoende om een vernieu wing in de kunst op zijn geheel te verwerpen. Mag men immers niet zeggen dat de meesterwerken uit alle tijden en tijdstippen ook eens modern waren Waarom geen gothische meubileering Wij hoorden de meening uitdrukken dat, in een kerk zuiver gothisch van bouw als St-Jacobs... de meabileering er een moest zijn in denzelfden trant. In 't geheel niet. Na den oorlogstelde die kwestie van bouwtrant zich heel anders voor het kerkgebouw van St-Jacobs dan voor het vervaardigen der meubelen. a) Vijftiendeeuwsch kerkgebouw In 1914 bestond de oude kerk in haar vijftiendeeuw- schen trant, met al de kenteekenen van haren oorspron- kelijken bou igewelven en houten beslag, spitsboogen en banden, zuilen met bladvormige kapiteeien, vensters met veel bladerige versieringen, koor met slanke verrières. Wanneer er na den oorlogsstorm spraak was het ver nielde gebouw herop te richten, oordeelde men, gelijk overal elders, dat men zonder aarzelen zoo trouw mogelijk het oude moest weer optrekken en aan de vaderstad haar uitzicht van weleer teruggeven. b) 't Waren Renaissance meubelen Maar heel anders was het gelegen met de meubileering. Sinds lang bezat St-Jacobs zijne oude gothische meubelen niet meer. Evenals in bijna alle oude kerken van 't land, waren ze hier ver rangen in den loop der achttiende eeuw door meubelen die toenmaals aan 'torde van den dag waren. We kennen al die rijke renaissance-altaren met hunne monumentale zuilen, hunne bewerkte kroongevels en kornissen, versierd met voetstukken en bloemen kransen; die predikstoelen in takken, twijgen,bloemen, bladeren en di :r;estaltendie biechtstoelen met gesti- kuleerende beeldendie wandbekleedingen met diepe muuluren en zware kornissen in 't kort heel die weidsche en kostelijke versiering uit het tijdstip van Rubens. Een dusJanige meubileering aanvatten, zooals zij wezenlijk voor den oorlog bestond, daar viel niet aan te denken noch de middelen, noch de heerschende smaak lieten dit toe. c) Zoogezegde c gothische meubelen? Zoogszegle gothische meubels uitwerken, in een trant die in eenklank zou zij a geheeten met het kerkgebouw, scheen nog minder aanlokkelijk want onnoodig is het te zeggen dat de zoogezegde gothische meubels, in de voorgaande e.euw helaas in zoo groot getal uitgewerkt, met moeite afgekeken m lakwerk kunnen genoemd worden. Welke betrekking is er te vinden tusschen die echt middeleeuwsche binnen bekleeding der gothische kerken en deze door onze oudheidkundigen van voor vijftig jaren uitgedacht? Ik wil geenszins loochenen dat daarin ook hooge hoedanigheden worden aangetroffen; maar wie zou heden ten dage dtar nog belang gaan in stellen? d) Oorspronkelijke kunst en aangepast Er was ten slotte maar één besluit te trekkenname lijk te doen zooals in ieder goed tijdvak waarin de kunst levend wis en oorspronkelijk zonder vooropgezette meeningen, zonder opgedrongen methodes, maar een voudig. logisch, volgens den geest en de manier van onzen tijd, gebruik makende van de beschikbare middelen en techniek en materiaal; daarmede te trachten gedachten te belichamen, in harmonie te blijven met den aard van het gebouw, met zijne ruimte en afmetingen, en steeds toeziende om aan de liturgische vereischten te voldoen. Zoo meenen wij dat, St-Jacobskerk heelemaal herop gebouwd als ze was voor den oorlog, ten minste door de m-ubileerng den meest tragischen tijd van hare geschiedenis zou vereeuwigd zien en dat zij alzoo, evenals vel* andere oude kerken, die stemmingsvolle bekoorlijkheid zou verkrijgen, welke haar de vele herin neringen in den loop der eeuwen binnen hare muren sp- eengestapeld, verleenen.

HISTORISCHE KRANTEN

Tuinklokke (1930-1940) | 1933 | | pagina 3