700s1' verjaring
De Gulden Mis
Het Gods-deel
In den loop van 1936 zal leper een merkwaardig
jubelfeest vierende zevenhonderdste verjaring van het
klooster der Rousbrugge-Dames, gesticht ten jare 1230
door Willem van Bethune en zijn echtgenoote, Eli
sabeth van Pont-Rouard. Deze vrome edellieden gaven
een deel van hun goed ten geschenke om te Rous-
brugge, aan den oever van den Ijzer, een abdij op te
richten voor reguliere Kanunnikessen van Sint-Augus-
tinusorde.
Te Rousbrugge in 1236.
Her klooster kende een snelle ontwikkeling. Tal
rijke jonge meisjes, waaronder velen behoorden fot
den alouden Vlaamschen adel traden er als religieusen
binnen. De graven van Vlaanderen, ja ook de konin
gin van Frankrijk, Blanka van Castillië, de ridderlijk
familiën der streek en de rijke burgers, brachten beurte
lings milde giften bij. Drie eeuwen lang groeide en
bloeide te Rousbrugge een prachtige abdij. Doch, toen
in de tweede helft der XVIe eeuw de geuzenfurië
losbrak, werd het klooster totaal vernietigd en moesten
de kanunnikessen een schuiloord zoeken in Fransch-
Vlaanderen, te Saint-Omer, waar ze verscheidene jaren
in diepe armoede leefden.
Was' t een ramp voor Rousbrugge, het kwam onze
stad ten goede. Toen immers de godsdienstberoerten
bedaarden noodigde de bisschop van leper, Petrus
Simons, de religieusen uit haar abdij herin terichten,
niet ter plaatse waar enkel puinen overbleven, maar
in zijn bisschoppelijke stad waar ze een Refuge»
bezaten en zij zich in den dienst van de bevolking
zouden stellen met onderwijs te geven.
Te leper sedert 1588.
Zoo gebeurde. En in 1588 werden de klassen geopend
in een huis nevens het «refuge» inden «Langemeersch».
In 1604 vermochten de Dames het een grooter eigendom
aan te koopen in de Boterstraat (thans de Stuersstraat)
en werd ook een kostschool ingericht waar de kinderen
der voornaamste familiën uit de streek talrijk aankwa
men.
Bij uitsluiting van een korte spannetijds uit de onge-
luksteuw hield dit pensionaat stand, ja zelfs de schrik-
jaren der Fransche revolutie lieten het onaangeroerd.
Het ontving binnen zijn muren honderdtallen onzer
jonge meisjes, die elkaar in onafgebroken reeksen op
volgden om door Rousbrugge-Dames degelijk te wor
den opgeleid in wetenschap en deugd. Het grootste
aantal leerlingen waren immer kinderen uit onze stad
en zoo heeft leper, op de eerste plaats, van de wijze
toewijding der Religieuzen genoten. In dank mag hier
worden herinnerd hoe zij onmiddelijk na den wapen
stilstand toesnelden, om op het nog rookende oorlogs
puin, in een schamele barak school te houden voor de
kinderen der familiën, die onverwijld naar de glorie
rijke maar verwoeste heimat waren teruggekeerd.
Zegen voor onze stad
En wie zal zeggen wat al zegen, bescherming, barm
hartigheid sinds vierhonderd jaar over onze stad neer
daalden dank zij de gebeden dier vrome kloosterge
meente, die benevens het lastig schoolgeven nog steeds
trouw het groote kerkelijk officie dagelijks psalmodi
eën.
't Zal dan ook passend zijn dat de heele bevol
king samen met de Religieuzen Gode zou dank zeggen
en Maria, die sinds 1238 de bijzondere patrones der
abdij is.
Welke feestelijkheden zullen worden op touw gezet
zal de «Tuinklokke» later, ten gepaste tijde, aankon
digen, maar van nu af aan biedt zij aan de eerwaarde
Dames haar beste wenschen aan, voor het welge-
lukken van het zevende-eeuwfeest der abdij.
In onze gewesten bedoelt men met «Gulden Mts»
een plechtige Mis die op Woensdag na den derden
Zcr.dag van den Advent dit jaar dus den 18 Decem
ber wordt opgedragen.
Zij wordt gecelebreerd 's morgens vroeg, en met
vele lichtenonder grooten toeloop van volk.
Httgeen in de Gulden Mis wordt vereerd is het
goddelijk Moederschap van Maria beter gezegd,
de blijde verwachting van haar aanstaande Moeder
schap. Daarom wordt zij vooral bijgewoond door
moeders of moeders te wege.
Al wie in nood is mag bijzondere hulp van de Gul
den Mis verwachten. Zij wordt aanzien als een voor
treffelijke, een zeer krachtige Misvan daar de bena
ming Gulden Mis, «En die nooit en gaan, gaan
toen zegt meester Guido Gezelle.
De Gulden Mis wordt ook M i s s u s-M i s gehee-
ten. omdat het Evangelie alzoo begint «Missus est», enz.
In den goeden eenvoudigen ouden tijd, placht men,
in onze christene familiën in sommige doet men het
nog wel op Dertien-avond, den avond vóór 6 Jan.,
Drie-koningen-dag, een goede, lekkere taart op te
dienen, en onder al de aanwezigen te verdeelenelk
kreeg zijn partdie 't part lukte waarin een boon
verdoken zat, was Koning voor dien avond.
Maar altijd bleef er een deel over, waaraan men
voor niets ter wereld had durven roereneen stuk
taarte, dat voorbehouden werd voor ievers een armen,
ziekelijken of gebrekelijken mensch. Ter liefde Gods
werd het hem geschonken't was het Gods-deel.
Dat Gods-deel bracht Gods zegen mede.
Menschen! Weet gij dat Onze Lieve Heer van elke
week het Gods-deel vraagt Elke week geeft Hij u,
vrijgevig, zeven dagen; eiken dag vier en twintig uren.
Van gansch die week, van al die uren, vraagt Onze
Lieve Heer u een uurtje te week: het uurtje dat
noodig is om naar de Zondag-Mis te gaan 1
Uw Zondag-Mis: dat is het Gods-deel uwer week.
Weigert het Hem niet I Het Gods-deel brengt u Gods
zegen mede!