mantel in twee en gaf den helft aan dien armen man.
Zoo kon hij zich ten minste toch wat induffelen.
Den volgenden nacht verscheen O. L. Heer in eigen
persoon aan Maarten. Hij had de helft van Maartens
ruilersmaniel om zijn schouders. Dat deed Maarten
napeinzen: «Aan den arme gegeven is zooveel als
aan God zelve gegeven maar zou hij niet beter zich
zelve geheel en al aan God geven in plaatse van zijnen
mantei
Hij werd gedoopt door den bisschop van Amiens,
En de rest wees zijn eigen uit, buiten verwachtinge
goed kort na zijn doopsel kwam de keizer langs daar
voorbij en Maarten vroeg en verkreeg ontslaging van
den militairen dienst.
Zijn eerste apostolaat.
Nudalhii heelemaal vrij was en op eigen vleugels vlie
gen mocht, zou hij zijnen tijd niet meer verliezen. Zon
der slenteren trok hij naar Poitiers, bij den bisschop
Hilarius. Daar werd hij onderwezen in a:Ie gewijde
wetenschappen. Toen hij met zijn studie klaar was, be
sloot hij zijn ouders weer te zien. Ze leefden nog en
waren nog steeds heidensch gebleven. De weg van Poi
tiers naar Pavia was lang en moeiüikhij liep door
de bergen, en in dien tijd was het lange niet veilig
langs de bane. Zoo gebeurde het dat Maarten onder
weg in d handen viel van struikroovers. Veel hadden ze
wel aan hem niet te plunderen, maar toch. En daarbij
hi) was een sterke jonge kerel die nog ne cent zou
afleveren om als slaaf verkocht te worden. Eigenlijk
moet Maarten aan den kapitein van die rooversbende
tegengevallen zijn, want hij wist het zoover te brengen
dat hij den roover die hem bewaakte, bekeerde, en
weer op vrije voeten kwam.
Hij had hei geluk zijn vader en moeder tei bekeeren.
Anderszijds kwam hij tal van moeilijkheden en be
proevingen tegen, in zijnen ijver om het waarachtig
geloof te verkondigen tot dat hij eindelijk naar Poi
tiers terugkeerde.
Stichting van zijn klooster.
Met toelating van den bisschop, gaat Maarten nu
een eindje buiten de stad wonen, op e>en plaats die
Ligugé heet. Lang bleef hij er niet alleen; van ver
schillende kanten kwamen ook vrome mannen bij hem
wonen, om zich onder zijn leiding te stellen.
Dat was dan eigenlijk de stichting van zijn kloos
ter. Maarten zelf stond er aan 't hoofd van. Hij
schreef een levensregel voor zijn volgelingen, en hielp
hun door raad en daad om volgens dien regel te leven.
Het klooster van Ligugé werd een echten zegen
voor de streek, want niemand kwam er ooit ongelegen
entwat vragen of zijn beklag doen. De monnikken
stonden aan iedereen ten dienste, ze onderwezen ook
bet volk in den godsdienst en in allerlei ambachten.
Maarten zelf doorreisde heel de streek om aan de
menschengoed te doen. O.L. Heer had hem de gave
geschonken om mirakels te verrichtten. In de oude
schriften wordt zelf verhaald dat hij in dien tijd' twee
dooden weerom deed levend worden. Geen wonder
dat de menschen hem van alle kanten, in stilte, den
naam van «heilige;» gaven. En dat de menschen ge
lukkig waren zulk een klooster in hun streke te hebben.
Bisschop van Tours.
Ondertusschen was de bisschop van Tours gestor
ven. De menschen van daar zouden dol geern den
Abt Maarten als bisschop gehad hebben van hun stad.
Maar hoe cr aan geraakt 1 r Want 't was zeker dat
Abt Maarten zijn klooster of zijn paters niet zou ver
laten. De slimsten onder 't volk van Tours hadden, er al
gauw een middel op gevonden om Abt Maarten te van
gen. Ze zonden een bode naar hem, om hem te vra
gen dat hij zoo goed zou willen zijn om de zieken
van hunne stad eens te komen bezoeken. Maarten,
die niets vermoedde, liet zijn goed hexte spreken en
trok er op af. Ja maar, toen ze in Tours wisten dat
hij op komste was, liep al het volk van de stad en van
den omtrek te beene. Allen waren akkoord dat hij en
hij alleen hun bisschop moest worden.
En toen Abt Maarten de stad Tours binnen kwam
werd hij daar overvallen door heel die massa menschen
die schreeuwde en zongAbt Maarten moet onze
bisschop zijn! Leve Maarteneden bisschop van Tours!»
Hij ontving de bisschopswijding in 'tjaar 371, Hij
was toen 54 jaar oud.
Ook als bisschop bleef hij zijn arm en eenvoudig
leven van monnik trouw bewaren. Dicht bij de stad
stichtte hij een nieuw klooster, het klooster van Mar-
moutier. Hij zelf bestuurde het en verbleef er veel
iom er samen met zijn monniken te bidden.
Het leven van Maarten is een zegen geweest voor
zijn medemenschen. Overal waar hij kwam deed hij
goed. Een groot deel van den tijd was hij op rond
reis, om de menschen te onderwijzen en te troosten.
Zijn gave om mirakelen te doen gebruikte hij om
onheilen van hen af te keeren, om ziejken te gene
zen en ook om dooden op te wekken.. Het
schijnt zelf dat hij tot in de stad Doornik' is ge
komen en er heeft gepredikt.
Ziekte en dood.
Zooals zijn leven geweest is, zoo was ook zijn ster
ven: eenvoudig en stichtend.
Hij zelf heeft den dag van zijn dood voorspeld.
In groote menigte waren de monniken uit zijn kloos-,
ters gekomen om bij zijn sterven aanwezig te zijn en
zijnen laatsten zegen te ontvangen. Hij stierf op 8
November 397.
1 Duizenden waren op zijn begrafenis; ze geleek
op den triomfstoet van eenen overwinnaar die naar de
eereplaats wordt geleid. En van mond tot mond gingi
het gezegdeBisschop Maarten is een heilige 1
Van uit den hemel zal hij nog meer mirakels doen dan
hij er binst zijn leven gedaan heeftEn inderdaad
zijn graf werd een wonderoord van gebedsverhooring,
een bevoorrechte plaats waar mirakelen gebeurden.
Zij waren het onloochenbaar bewijs der waarheid van
het volksoordeel over bisschop Maartenhij was in
derdaad een heilige.
Einde en verre ging de mare van zijn macht. Het
volk vereerde hem en stelde veel betrouwen in hem.
Daarom werden ten alle kanten kerken gebouwd ter
zijner eer. En ook het goede volk van 'toude leper
bouwde zijn prachtige kerke ter eere van Sint Maarten.