PAROCHIEBLAD VAN IEPER
ZONDAG 12 JUNI
Rond den haard
Priesterwijding
Als ge niet wordt
als kinderen
NEGENDE JAARGANG
1938
NUMMER 5
DE TUINKLOKKE
De Tuinklokke
Inzonderheid van Sint-Maartens
Administr itie
verschijnt
tienmaal 's jaars
Janseniusstraat, 5
Ik heb het gezien, moeder, als ik uw huis bin
nentrad tijdens de Meimaand.
Gelijk w ij in vroeger dagen, hadden ook u w
kinderen 't Maria-beeld versierd, en 'k stel me voor als
ze s avonds tezamen met u aan 't bidden waren voor
dat beeld. de kaarsen waren aangestoken, en de
bloemen geurden dat gij zoo blij zijt geweestblij
om de kinderlijke vroomheid van uw kinderen, blij
om al den zegen over uw huisgezin bekomen.
En gij mocht blij zijn
Want geuriger nog dan die bloemen, en helderder
dan dat licht, steeg hun kindergebed omhoog; en hun
stamelende klanken werden hemelmuziek.
En nu is het de Juni-maandl
Toen gij pas getrouwd waart, hebt gij het beeld
van het H. Hart doen wijden en zijn plaats doen geven
aan uw haard want gij weet dat, naar de belofte van
het H. Hart, zijn zegen neerkomt over al de haarden
waar Hij vereerd wordt, dat Hij daar vrede doet
heerschen, en troost brengt en hulp verschaft.
En nu zal, in deze maand Juni, het H. Hart weer
gevierd worden in uw huiskringen 's avonds zullen
de lichtjes weer branden, en de zilveren stemmen van
uw kinderen zullen bidden, en vanzelf zult gij de
woorden vinden om hun kinderhartje te winnen voor
de liefde van het H. Hart.
Zoo za! bij u in eere blijven de schoone familie-
godsvrucht.
En, mogen anderen meer schijn van geluk of schit
tering van goud hebben, ^u zal men kunnen benijden
om de vele familievreugde en om de zieleschoonheid
van uw kinderen.
Twee jonge geestelijken uit leper werden priester
gewijd ,te Brugge, op Zaterdag n Juni
E. H. Lucien Caignie, zoon van Mevrouw weduwe
Caignie-Dezeure, Oude Houtmarktstraat
en E.H. Daniel Nuytten, zoon van Heer Henri
Nuytten-Derycke, Zillebekestraat.
Eerbiedige en hartelijke gelukwenschen aan onze
nieuwe priesters.
Er was 'n onaangename spanning tusschen de apos
telen Ze hadden woorden gehad over de vraag,
wie van hen wel 't hoogste bij Jesus stond aange
schreven, wie van hen wel de eerste zou zijn in het
rijk Gods.
Toen Jesus nu te Capharnaum, waar zij hun ver
blijf hielden, waren aangekomen, riep Jesus hen bij
zich en vroeg hun
Waar hebt ge onderweg over gesproken
De apostelen zwegen Natuurlijk! Want ze be
gonnen zich leelijk te schamen over hun gedrag. Den
heelen weg hadden ze loopen kibbelen en twisten.
Ze voelden heel goed, dat ze erg klein en kinderach
tig geweest waren.
Maar Jesus wist toch wel, wat er gebeurd was
en bovendien Hij kon het heel duidelijk van hun ge
zichten aflezen. Het werd tijd dat Hij hun over
dit punt eens flink de waarheid zei. Jesus keek om
zich heen daar liep een klein kind te spelen. Hij riep
het bij zich en plaatste het midden de apostelen.
Dezen keken elkaar verbaasd aan. Wat zou er nu
gebeuren
«Voorwaar Ik zeg U sprak Jesus met ernstige
stem, «als ge niet verandert, als ge niet wordt als
kinderen, zult ge het rijk der hemelen niet binnen
gaan
Kijk eens naar dit kindzoo wilde Hij zeggen.
«Kijk eens, hoe klein het zich voelt tegenover U. Het
denkt er in de verste verten niet aan om zich hier
onder ons het grootste te achten. Integendeel, het voelt
en beseft zijn kleinheid, in het diepste van zijn eerlijk
kinderhart. Geheel zijn houding, de uitdrukking van
zijn gezicht, zijn oprechte oogjes, alles getuigt, dat
het tegen ieder van ons eerbiedig opziet en dat het
zichzelf volkomen vergeten heeft. Welnu, zóó, en niet
anders moet uwe houding zijn tegenover elkaar. Als
gij niet als kinderen wordt, zult gij den hemel niet
binnengaan I
De apostelen moeten zoo'n duidelijke, zoo'n aan
schouwelijke les wel begrepen hebben. Zij zagen in,
dat alleen nederigheid en onbaatzuchtigheid leidt tot
verheffing, dat alleen uit kleinheid ware grootheid ge
boren kan worden.