Levensbeschrijving van
Cornelius Jansenius
Het artikel dat wij in de Tuinklokke (1938
Nr 4 lieten verse! i nen, was hoofdzakelijk gewijd aan
de ziekte en het afsterven van den beroemden bisschop
van leper (6 Mei 1638
Vandaag willen wij, ter intentie van onze weetgierige
lezers, zijn levensgeschiedenis samenvatten.
Kinderjaren en jeugd (1585-1602).
Cornelius Jansenius dal wil zeggen Jan's zoon
-werd den 28 October 1585 geboren te Acquoy, een
klein dorp bij Leerdam, Zuid-Holland Zijn ouders
waren minder begoedc landli-den.
Z jn begaafdheid werd algauw opgemerkt door pries
ters van Utrecht, en deze zouden hem laten studeeren.
Voor zijn La ijnsche humaniora bezocht hij de St-
Hieronymusschool te Utrecht.
Studiën te Leuven (1602-1605
Op 17-jarigen leeftijd kwam hij, met een studiebeurs,
naar de Hoogeschool van Leuven, in het college van
«de Valk» (waar nu 't krijgsgasthuis gevestigd is),
Hij was een schi terend student, zoodat hij, in 1604,
bij den gebruikelijken concursus der vier colleges, pri
mus in de Philosophic werd uitgeroepen.
Daarna studeerde hij theologie, in het Paus-Adriaan-
college, onder leiding van den bekenden hoogleeraar
Jacobus Jansonius, van Amsterdam, wiens opvattingen
den invloed hadden ondergaan van de veroordeelde
leer van Bajus Leuvensche professor "j" 1589).
Weldra echter werd Jansenius overspannen door zijn
al te grooten ijver in 't leeren en moest hij zijn geliefde
studiën onderbreken.
Verblijf in Frankrijk (1605-1616).
Hij giig naar Frankrijk, waarschijnlijk in 1605.
Eerst naar Parijs, waar l.ij innige vriendschap sloot
met Jean Duvergier de Hauranne, den toekomstigen
abt van St-Cyran en leider van den kring van Port-Ro-
yal.
Later gingen beide vrienden samen wonen in de
Zuid-Fransche stad Bayonne, ijverig in de studie der
kerkvaders, vooral van Sint Augustinus, verdiept. Dan
reeds bereidde Jansenius zijn «Augustinus Groot was
zijn aanzien en gedurende anderhalf jaar, (van 15 De
cember 1612 tot 1 Juli 1614 bekleedde hij het ambt
van Principaal aan het college van Bayonne. Zijn
verblijf ia Frankrijk duurde een dental jaren.
Professor te Leuven (1617-1636).
Dan keerde hij naar Leuven terug en werd presi
dent van het Hollandsch college eigenlijk een semi
narieiSinte Pulcheria (het huidig gesticht Paridaens).
In October 1619 promoveerde hij tot Doctor in de
Godheid en verwierf in 1630 den belangrijken leerstoel
in de H.Schrifuur.
Tijdens zijn professoraat te Leuven werd hij twee
maal in 1624-T625 en in 1626-1627 naar Madrid
afgevaardigd door de Universiteit om, bij den Ko
ning van Spanje, de handhaving der oude privileges
der Leuvensche Hoogeschool te gaan bepleiten. En
hij gelukte ten volle in zijn d plomatische zending.
Dient nog vermeld te worden zin verheffing tot
«Rector magnifi us», van Augustus 1635 tot Feb. 1636.
Bisschop van leper (1636-1638).
De zesde bisschop van leper, Mgr Georges Cham
berlain, was overleden den 19 December 1634.
Tien maanden later, den 28 October 1635, werd de
geleerde en vrome Jansen us door Philips IV, Koning
van Spanje, tot den bisschoppelijken zetel van leper
benoemd. En deze benoeming werd bekrachtigd door
een Bulle van Paus Urbanus VIII, van 21 Juli 1636.
Jansenius nam bezit van zijn B.sdom den 18 Sep
tember 1636, en werd den 28 October daaropvolgend
geconsacreerd te Brussel, in de Zavelkerk, door Jacobus
Boonen, aartsbisschop van Mechelen.
Slechts achtien maanden zou hij zijn bisschops
ambt uitoefenen. Hij deed het op uitstekende wijze,
de zinspreuk trouw welke hij in zijn bisschoppelijk
wapenschild voerde: In veritate et charitate,
In waarheid en liefde
Den 15 Mei, 1638 schreef Mgr. Stravius, zaak
gelastigde van den H. Stoel te Brussel, naar den Kar
dinaal Staatssecretaris te Rome In 't begin dezer
week heb ik bericht ontvangen van 't afsterven van
Cornelius Jansenius.' Het was een zeer beroemde bis
schop om zijn deugd en om zijn geleerdheid
Over zijn bedrijvigheid als schrijver, en vooral over
zijn «Augustinus», vertellen wij in het volgend num
mer van de Tuinklokke.