!Rond den "Augustinus
van Jansenius
Uit onze Kerkregisters
Beziet het portret tan Jansenius dat wij in de Tuin-
llokke 1938 Nr 6) lieten verschijnen. Op zijn ma
ger, ascetisch gelaat staan diepe ernst en groote streng-
iheid geprent. Zoo was hij inderdaad, van aard en van
gedrag. Een sterke geest, onvermoeibaar in 't werk.
Heel sober in zi,n levenswijze, was hij er nochtans
op gesteld in 't uitoefenen van zijn bisschoppelijke
bediening den prinselijken rang te voeren, zooals het
in die dagen gebruikelijk was.
Geschriften van Jansenius.
Vooral was hij een man van studie. Zijn talrijke
geschriften zijn er de vrucht van, en men zou den ge
leefde onrecht aandoen, wanneer men hem enkel be
schouwde als de schrijver van één boek, den Augus
tinus.
Behalve zijn commentaren op Bijbelboeken die
nog in moderne werken worden geciteerd publi
ceerde Jans'-nius een aantal gelegenheidsgeschriften,
•die blijvende waarde hebben behouden. Namelijk zijn
kernachtige tijdrede in de Abdij Afflighem gehouden
Oratio de interioris hominis reformati
on e over 's menschen inwendige bekeering», vaak
herdrukt en vertaald. Aan zijn pennetwist tegen de
Calvinistische predikanten, die het pas veroverde 's Her
togenbosch trachtten te protcstantiseeren hebben wij zijn
vlotgeschreven Alexipharmacum (Tegengiften
Notarum spongia Uitwischspons te danken.
Onder den deknaam Armachanus was Jansenius nog
de auteur van den Mars G a 11 i c u s, een allerheftig
ste satyre op de oorlogspolitiek der Fransche Koningen
in den loop der eeuwen naar aanleiding van het
bondgenootschap dat Richelieu met de Protestanten
tegen de Katholieke Habsburgers gesloten had. Hij
schreef dit werk samen met Pieter Roose, den pre
sident van den Raad van Vlaanderen.
Zijn groot werk Augustinus
Toen Jansenius als bisschop naar leper kwam (1636)
•was zijn Augustinus voleindigd. Twintig jaar had
hij er aan gearbeid. Het boek zou hij in zijn bisschop
pelijk paleis laten drukken. Reeds had hij zich papier
en letters aangeschaft en was met een drukker afge-
gesproken. Door 't landbeheer, bij octrooibrief van 23
Januari 1638 was hij gemachtigd om zijn werk uit te
geven en op 7 Maart 1638 bekwam hij het gunstig oor
deel van den boekcensor van Mechelen.
Na den dood van Jansenius (6 Mei 1638 werd het
handschrift van zijn Augustinus volgens zijn
uiterste wilsbeschikking toevertrouwd aan zijn vrien
den Calenus en Fromundus, om er de uitgave van te be
zorgen.
Te vergeefs werden pogingen aangewend om de pu
blicatie te verhinderen. Het boek verscheen in Juli
1640 te Leuven, in 1641 te Parijs, in 1643 te Rouen; een
lijvig infolio van 2000 bladzijden, waarvan de titel
luidt: Augustinus seu doctrina S. Augus-
•-t i n i, en dat een buitengewoon succes genoot, vooral
in Frankrijk en de Nederlanden.
De leer van den Augustinus
Het zijn ingewikkelde qusesties welke in den A u-
g u s t i n u s behandeld worden zuiver theologische
qutesties, nopens de oorspronkelijke gerechtigheid, de
erfzonde en haar gevolgen, de inwerking der genade,
de vrijheid van 's menschens wil onder die goddeüjke
inwerking, de praedestinatie of voorbestemming ter za
ligheid. Heel dit complex van de genadeleer gaf aan
leiding, sedert Luther en Calvyn, tot hevige en subtiele
twisten.
In welke richting zou Jansenius, geleerde en scherp
zinnige theoloog, een oplossing gaan zoeken Janse
nius wil terug naar de Traditie, terug naar den groot en
vertegenwoordiger der Traditie in de genadeleer Sint
Augustinus. Daarom stelt hij zich voor, in heel zijn uit
eenzetting, de leer van Sint Augustinus uitvoerig en
trouw weer te geven. Hierbij echter moeten wij doen
opmerken':
Ten eerste, dat de .Kerk, hoe hoog zij ook Sint
Augustinus schatte, toch nooit al zijn particuliere op-
opvattingen aanvaard en erkend heeftintegendeel is
zij er, op menig punt, bewust van afgeweken.
Ten tweede, dat Jansenius al te eenzijdig Sint Au
gustinus interpreteerde, met een vooropgezette tendenz,
wellicht onder den invloed van sommige dwalingen
die, sedert Bajus ("j* 1589), nog voortwoekerden aan de
Leuvensche Hoogeschool.
Wat er ook van zij, de conclusies van den Augus
tinus zijn effenaf pessimistisch. Het maakt den in
druk alsof God alleen de onbarmhartige strenge Rech
ter, niet tevens een liefdevolle Vader is. Volgens Jan
senius is de menschheid, door de erfzonde, een massa
damnatageworden vele menschen ontvangen niet
voldoende genade om zalig te worden, en Christus is
niet voor alle menschen gestorven.
Het moet ons niet verwonderen dat er in den A u-
g u s t i n u s dwalingen ontdekt werden, en veroor
deeld. Daarover spreken wij in een volgend artikeltje.
Door het doopsel herboren.
19 Juli, Guido Bouchaert, z. v. Daniel en Madeleine
Ververken, Adj. Masscheleinlaan24 Juli, Nicole De-
mey, d. v. Gaston en Amata Rosseel, Boomgaardstraat
31 Juli, Mariette Catteeuw ,d. v. Albert en Martha
Vanneste, Blauwe Leliestraat; 31 Juli, Hilda Decadt,
d. v. Jan en Adeline Cromheecke, Neermarkt4 Aug.,
Pierre Gaimant, z. v. Arthur en Maria Vanderghote,
Diksmuidestraat6 Aug., Pierre Burggraeve, z. v.
Gerard en Gabrielle Crock, KI. Pennestraat6 Aug.,
Maurits Cailliau, z. v. Joseph en Madeleine Merlevede,
Diksmuidestraat.
Door het huwelijk verbonden
16 Augustus, Raymond Barbiaux (Brussel en Yvon
ne Lebbe, Vanden Peereboomplaats18 Augustus, An
dre Vandeputte en Blanche De Caesemacker, Minne
plein: 20 Augustus ,Camille Verfaillie, wed"" v. Zulma
Baelen, en Adrienne Coene, Bruggesteenweg.
In den Heer ontslapen.
31 Juli, Emilie Claevs-Devos (1872), Boterstraat,