Op het graf
van Jansenius
Nieuw Brandvenster
Het eerste bedrijf van het zonderling drama dat zich
afspeelde, te leper, om het graf van Jansenius, heeft
ons getoond hoe diep de genegenheid voor Jansenius
in de harten geworteld was. (zie T u i n k 1 o k k e
1938 Nr 9
Met het wegnemen echter van den grafsteen, in
1655, was de strijd tegen het Jansenisme niet ten
^inde. In 1656 vernieuwde Paus Alexander VII de ver
oordeeling der vijf proposities uit den Augu-
stinus (zie Tuinklokke 1938 N' 8). En later,
in 1665, stelde hij een «door alle geestelijken te on
derteekenen formulier opwaarin zij verklaren
«de 5 proposities... uit den Augustinus ge
nomen en in den zin door den schrijver bedoeld
te verwerpen en te veroordeelen.
Nieuw opschrift in 1672.
Door dit alles echter werd de bewondering der Ka
nunniken van leper voor hun beroemden bisschop niet
uitgedoofd zij werd veeleer versterkt en aangevuurd.
Den Zondag 27 Maart 1672, verscheen onverwachts in
de Kathedraal van leper, op het graf van Jansenius,
een nieuw latijnsch opschrift dat, door toedoen van
kanunnik Maes, op de keerzijde van den eersten steen
gebeiteld stond. Het luidt als volgt
In waarheid en liefde
Hier ligt begraven
Cornelius Jansenius,
7e bisschop
van Yper
Dit zegt genoeg.
Hij leefde 52 jaar,
stierf den 6 Mei 1638.
Zeg, gij die voorbijgaat
Hij ruste in vrede.
Amen.
Weggenomen in 1673.
De vreügde van Jansenius' vrienden was groot, doch
•van korten duur?"-
De Internuntius, Airoldi, na vruchtelooze pogingen
bij het kapittel zelf, wendde zich tot den gouverneur
der Nederlanden, Don Jean Domingo, graaf van Mon
terey (die in ons land gezag voerde van 1670 tot 1675
Deze zond den procureur van den Raad van Vlaande
ren, Van Costenoble, om een onderzoek in te stellen
nopens dit geheimzinnig herplaatsen van den grafsteen.
Zoo kwam men tot de kennis der volle waarheid, en
rond half-April 1673 ontving Mgr Van Halmale, toen
malige bisschop van leper, bevel van het opperbe
stuur den steen heimelijk weg te nemen hetgeen hij
•deeid in den nacht van 23 tot 24 April.
Hierdoor ontstond nogeens misnoegdheid en ver
bittering bij de vrienden van Jansenius die al de schuld
van het gebeurde op... de Jesuieten deden vallen.
En de vereering voor Jansenius bleef nog lange jaren
voortbestaan onder het volk.
Vier cijfers met een kruiske.
Naderhand, men weet niet hoe noch wanneer, ver
scheen de steen, met vier geheimzinnige cijfers en
't kruisken, zooals we nu nog zien in het koor der
St-Maartenskerk 'twas de laatste hulde aan Jansenius
gebracht door zijn getrouwe bewonderaars.
Heeft hij gedwaald, dit kruisken herinnert ons, chris
tenen, dat de Rechter van hierboven ook een barm
hartige Verlosser is - en zij alleen zijn schuldig die
wetens en willens zijne leering bestrijden.
In veritate et caritate was de leus van
Jansenius wij hopen dat hij rechtzinnig de waarheid
betracht heeft, en door haar de goddelijke liefde,
en de opperste bekroning ervan ontvangen heeft.
Een tweetal jaren vóói den oorlog 1914-1918, plaat
ste glasschilder Camiel Ganton, uit Gent, een brand
venster aan den hoofdingang der Kathedraal. Het werd
stukgeschoten, doch gelukkiglijk bleef het oorspronke
lijk plan bewaard. Thans prijkt het venster weer op
zijn oude plaats, uitgevoerd door denzelfden kunstenaar.
Het gaat niet op eene vergelijking te maken tusschen
dit glasraam en de glasramen der apsis, in opzicht
van kleur en tonaliteit. Die van het hoogkoor zijn ont
worpen in den stijl der 12e en 13e eeuwen, met hun
schitterend rood 'en blauw. Dit van het Westportaal
geeft een brandvenster weer uit de XVe-XVIe eeuwen,
toen de achtergrond meer naar het wit overhelde en
men de geweldige kleuren had laten varen.
Voorbeelden van vensters uit dit laatste tijdstip treft
men veel aan. Het weze genoeg die van St-Rombouts
uit Mechelen aan te halen.
't Onderwerp van dit glasraam is de Schepping. In
het bovenste vak troont God de Vader. In het recht
hoekig gedeelte treft men den«Z odiak of Dierenriem
aan d. i. een denkbeeldige gordel aan den hemel, met
de meestal naar dieren genoemde twaalf sterrenbeelden
of hemelteekens, welke de zon jaarlijks schijnt te door-
loopen. Die gordel of riem is verdeeld in 12 vakken,-
genaamd De Ram, de Slier, de Tweelingen, de Kreeft,
de Leeuw, de Maagd, de Weegschaal, de Schorpioen,
de Schutter, de Steenbok, de Waterman en de Visscher.
Ieder teek en duidt een maand aan en ging veelal ge
paard met den arbeid welken de mensch binst die tijd
spanne verricht. Vanaf de XTp eeuw bezitten de kerken
de teekens van den Dierenriem gebeiteld in hunne por
talen. De groote kathedralen der i2e en 13e eeuwen be
zitten allen dit versiersel. Is het niet gebeiteld in steen
of hout, dan vindt men het in de groote roosvensters
ofwel, zooals te St Omer op den kerkvloer, onder vorm
van mozaieken.
In de onderste vakken staan tafereelen uit de Schep
ping der wereld afgebeeld.
Dit brandvenster mag geslaagd heeten. Het vormt
een mooie achtergrond aan den Salvator Mund'i
Zijn zachte en getemperde kleuren, zijn fijne teekening,
zijn sierlijke motieven geven ons een voortreffelijk
brandvenster uit de 15e eeuw weer.