Het nieuw glasraam
in de Doopvont
Het voorbeeld van
Thomas Morus
Bij het Eeuwfeest
van "de H. Familie"
Het is een feit dat het brandvenster, onlangs in, de
Doopvont geplaatst, niet eenieders bewondering en
instemming heeft weggedragen.
De eenen zijn van oordeel dat het niet geheel en al
past in het architecturaal kader der St Maartenskerk,
omdat het wat modern is opgevat anderen geven de
voorkeur aan de brandvensters van het benedenkoor en
van de kapel van O. L. Vrouw van Tuine, omdat die
glasramen dichter staan bij de aloude modellen uit de
Middeleeuwen.
Dit alles kan verdedigd worden al moet men ook
-erkennen dat hefl het probleem ten slotte neerkomt op
deze vraag Mag men, in Middeleeuwsche gebou
wen, kunststukken plaatsen die min of meer den stem
pel dragen van den huidigen tijd en de uiting zijn der
hedendaagsche kunstopvattingen Welnu, het gezond
verstand antwoordt daarop bevestigend, want, zoo men
zich steeds vastklampt aan het oude, hoe wilt gij dat
een nieuwe kunst, kind van onzen tijd geboren worde,
gedije en tot wasdom kome
Het verschil in standpunt voor het beoordeelen van
dit glasraam, neemt, ons inziens, niets weg van zijn
innerlijke waarde als kunstwerk.De heer Camiel Gan-
ton, uit Gent, heeft een kleurrijk raam geleverd, dat op
een treffende wijze hel Doopsel van Christus voorstelt.
De overgang van het donker blauw en het vlammend
rood uit de bovenste geledingen naar de meer getem
perde kleuren der midden- en onderste paneelen, is
volmaakt doorgedreven. De fijne schakeeringen in het
purper kleed van den If. Joannes Baptista en de weer-
galooze afwisseling van kleuren in het doek door den
Engel in handen gehouden, alsmede in diens vleugels,
getuigen van knappe techniek en grondige kennis der
kleurcngamme.
Breekt dit brandvenster eenigzins af met 'n zekere
traditieniemand zal zijn uitstekende verdiensten
durven te loochenen.
Hendrik VIII, Koning van Engeland, had zijn wet
tige echtgenóote verlaten en leefde met een andere
vrouw.
Omdat Morus, die Rijkskanselier was, deze verhou
ding niet als echtverbintenis en Hendrik niet als hoofd
van de Engelsche kerk wilde erkennen, werd hij ge
vangen gezet en ter dood veroordeeld.
De koning beproefde eerst door de pijnbank het
verzet van den alomgeachten kanselier te breken. Toen
zond men Morus' lievelingsdochter, om den vader te
bewegen. Tevergeefs. Toen kwam de vrouw van Morus
in den kerker en smeekte hem toch toe te geven en
alzoo zijn leven te redden voor zijn familie. Thomas
vroeg haar Hoe lang zouden wij nog samen kun
nen leven Minstens nog twintig jaar antwoordde
de vrouw. Och, zei Morus, als ge nu nog eens dui
zend had gezegd, maar voor 20 jaar een eeuwigheid
verliezen r
Plicht kan hard zijn. En de gedachte aan de eeu
wige belangen onzer ziel zal ons helpen, met Gods
genade, om sterk te staan tegen verleiding en bekoring.
In 1934 heeft leper's bisschoppelijk College zijn
honderdjarig bestaan geestdriftig en luisterrijk herdacht
(cf, Tuinklokke 1934, N1 7 en 8
In 1936 vierden de Rousbrugge-Dames het VIIe
eeuwfeest van hun roemrijke Abdij (cf T u i n k I ok-
k e 1936, N" 3 en 6
In 1940 komen de zeer verdienstelijke «Zusters van
de H. Familieaan de beurt, We weten niet of de
tijdsomstandigheden zullen toelaten dat hun Eeuwfeest
met al de gewenschten luister zou gevierd worden.
Reden te meer om hier openlijk hulde te brengen
aan de jubileerende, steeds offervaardige Congregatie,
en de historie ervan te vertellen.
Enkele woorden, vandaag, over het ontstaan van
«de H. Familie», waaiaan de naam verbonden is van
een edelen priester uit leper. E. H. Louis Struye.
E. H. Struye was bezield met oprechte liefde tot
de armen en de verstootenen. De straatkinderen, de
verwaarloozing hunner zieltjes vooral, deden hem pijn
lijk aan. Een H.Vincentius a Paulo gelijk, zag men
hem dagelijks door de straten der stad trekken in
gezelschap van arme kleuters en oude gebrekkelijke
lieden. Hij bracht ze in zijn huis binnen, schonk hun
spijs naar ziel en lichaam maar voelde meteen ook zoo
grievend hoe ontoereikend zijn eigen krachten waren
om die kleinen en die grooten naar behooren te verzor
gen.
Hij zocht naar hulp... en vond er... Juffrouw
Julie Vanheule, dochter van den toenmaligen burge
meester der stad leper, stelde zich ten dienste van, den
goedhartigen onderpastor om zich, in dezes woning der
Bellewaardestraat, met al die ongelukkigen bezig te
houden, 't Was den 5» Augustus 1836, 'twas een eerste
overwinning van zijn medelijdende liefde.
Nieuwe ongelukkigen kwamen met den dag het ge
tal aanvullen van degenen die, om zoo te zeggen, bij
hem reeds een vast onderkomen hadden gevonden.
Ook Juffrouw Vanheule won medewerksters, edelmoe
dige zielen, die zij stilaan in de taak van moeder, on
derwijzeres en verpleegster der armen inwijdde.. De
rozenknop was aan 't zwellen gegaan vol belofte voor
een spoedig ontluiken bij Gods warme liefdezon.
's Priesters hart jubelde.
Nog meer moest er gedaan, de knop zou openbre
ken en daar moest gezorgd, niet voor een bloei van
enkele jaren maar voor «een bloei die bestendig zou zijn.
Daarom moest een onverbreekbare band de zielen van
haar die zijn werk zouden voortzetten, aan den god-
delijken Werkgever vastsmeden. Eerw. Heer Struye
stelde een regel op, die een eerste kerkelijke goed
keuring bekwam in December 1840. Zijn liefdewerk
werd een geestelijke Congregatie onder den titel
Gemeenschap der H. Familie. Nog diezelfde
maand werden de eerste Zusters geprofest, en Juf
frouw Julie Vanheule, Zuster Marie, werd tot over
ste van de kleine gemeente aangesteld.