BRIEVENBUS. KLERKEN. RAMSKAPELLE. niet geveegd. DARA. zielen telt, is de gelukkigste en NANTEN. Verantwoordelijke Uitgever: F. WILLEMYNS, Diksmuide. i u voldoende pens het geval Dewilde. Waren wij in onze handjes van af houden. Tot toekomende week. ZEER BELANGRIJK BERICHT zocht voorloopig geen kopij voor de Over een paar weken stellen wij ze schijnen wat we nog liggen hebben. Onze lezer® worden ver- brievenbus in te zenden, terug open. Eerst1 moet ver- F. W. per auto, fier als geweigerd wordt, vader secretaris) die ook graag de witte billekes bewonderde, was daar natuurlijk ook, Onkel, een groote vaderlandslievende burgemeester en Schoonvader is eerste schepenDat trio deed een goed woprdeke en klaar was Kees I Leve België. derwijzer en opleider der jeugd, of was het vriendjes genoegen te doen?) Nu rijden Edmond’s chauffeurke en André een pauw, terwijl echte vaderlanders zulks Moeilijk is dit niet, PERVIJZE. Aan den Patriot uit de brievenbus van 26 Februari 1945. Tn antwoord op uw schandelijk schrijven laat ik U weten dat ik een som van 50.000 fr. beloof aan wie kan bewijzen dat ik een brief of gelijk welk schrijven gericht heb tot de Feldgendarmerie om iemand aan te klagen voor verdoken of verjongde paarden. En waarom zou van twee gezinnen, elk acht kinderen, het ééne dat over een volle daghuur beschikt mogen ondersteund worden en het andere niet Omdat de vader geïnterneerd was Kwestie van opvatting en zin voor naastenliefde! En wat het pakje voor het Oostfront betreft de feiten zullen wel uitwijzen wie gegeven heeft. Indien iedereen maar zooveel op zijn kerfstok had ’Is ik, dan zou wel niemand moeten beschuldigd worden van tekort komingen tegen de naastenliefde, de eerbaarheid en de Vader landsliefde. En wat de schoolsoep aangaat, gij zoudt U beter ge wend hebben tot het komiteit om niet valsch ingelicht te worden zooals nu gebeurd is. Of is er misschien reden van afgunst van een kosteloos en ondankbaar postje ALOIS. Beste heer burgemeester, Antwoord op uw schrijven van 4 dezer. Met grootgenoegen hebben wij uw briefje gelezen aandachtig bestudeerd. Eerst en vooral moeten wij u bedanken voor de weigering van uw handteeken in de zaak Dewilde. Van een anderen kant gezien hadt gij nochtans beter gedaan in het geheel geen bewijs mede te geven, want gij weet toch even goed als ieder ander dezer gemeente, dat Dewilde in het openbaar propaganda gevoerd heeft, tot zelfs in de school toe. Dat hij niemand verklikt heeft is grootendeels te danken aan de bevolking zelf, die hem ‘goed kende. Ware hei geweest in een gemeente waar de personen, elkander nauwelijks kenden dan had hij er misschien genoeg voor zijn rekening gehad, want hij heeft er zelfs twee bedreigd met aankjaging. Gelukkig waren het nog vrienden, anders waren die ook in het land van den „grimlach”. Zoodus, heer burgemeester, wij denken dat er redenen genoeg zijn om het vrouwtje van Dewilde wandelen te zenden zonder goéde of slechte bewijzen. Wij dachten toch, heer burgemeester, dat gij goed op de hoogte waart van de handels wijze van den meester, aangezien gij toezicht moest uitoefenen op de gemeente. Ware het niet beter geweest de eerste dagen na de bevrijding rechtstreeks een aanklacht neer te leggen bij de bevoegde diensten, inplaats van een of ander geschrift .mede te geven, dat misschien zijn invrijheidstelling zal bespoedigen? Wij zouden het ten diepste betreuren moest zooiets geschieden, want wij vragen niets anders dan de bestraffing van alle verra ders. Hoe komt het dan, heer burgemeester, dat gij die tijdens de vergadering voor de aanstelling van het nieuw schoolhoofd verklaarde! niet te weten waar Dewilde en zijn zonen zich be vonden, nu in uw schrijven van den 4 dezer beweert dat zij te Maagdeburg it) de Junkerschool zijn en de dochter in dezelfde stad vertoeft’ Hoe gij dat te weten gekomen zijt sedert wij van de vrijheid genieten, 'lijkt een raadsel. Dat hij een zak aardap pelen en een zak tarwe heeft gekregen gelijk alle personen, dezer gemeente is zeer menschlievend, maar wij denken dat die zak ken zeer klein waren vergeleken bij die van den meester. Of is dat een voorrecht dat gij aan den meester geeft Zoodus, heer burgemeester, wij denken u voldoende ingelicht te hebben no- uw plaats wij zouden er Onze gemeente, die amper 1800 der provincie West-Vlaanderen. Wij hebben de eer en het genoegen twee eerbare burgervaders te bezitten, één vóór de kolen en één achter de koeien. Einde lijk is er in den loop der week, Vrijdag 9 dezer) een wagon kolen gekomen voor onze gemeente, natuurlijk de laatste pf een der laatste van al de omliggende gemeenten,; geen enkel inwoner is daarover verwonderd, want wij zijn aan zulke handelwijzen gewoon van ons bestuur, bijzonder wanneer het de algemeene belangen der bevolking betreft. Ons kolenvadertje, die een rijkbegaafd man is, vond het ge raadzaam de kolen te laten komen naar Staden. Waarom Nie mand weet het!... Is het misschien omdat dit station 6 tot 7 km. verder verwijderd is van Klerken dan Diksmuide? Of zijn er hier vervoerders, die aan voordeeliger prijs rijden naar Sta den Daar zal ons kole nivadertj e wel kunnen op antwoorden Deze rijkbegaafde man wil op die wijze vermoedelijk eens too- nen aan de kolenhandelaars van Klerken hoe en naar welk station zij hun kolen moeten laten komen, om ze aan de bevol king ten beste en het goedkoopst mogelijk te kunnen bestellen. Hadden die kolen dan nog bedeeld geweest zooals op andere gemeenten,-50 kg. per gezin (eenieder zou tevreden geweest zijn) maar neen, die practische persoon zou het eens naar zijn zin doen. Het was voor de bakkers, kraamvrouwen en ambachts lieden?.... en hij deed zulks zoo goed dat de eene kraamvrouw er (400) vierhonderd kg. kreeg en andere geen! Waarlijk, men zou zeggen dat er te Klerken een vijfde kolonne bestaat!... Wat zegt gij van die schandelijke verdeeling door dat manne ke gedaan, dat sinds vier jaar hier den scepter zwaait en wiens handelwijze hier genoeg gekend is ten tijde der Duitsche bar baren? Een schoone les voor onze kolenhandelaars!... Denke lijk heeft er nog nooit iemand geweten, dat er kolen te Staden gelost werden voor onze gemeente Onze eerbare burgervader, die nooit elders te vinden is dan achter de koeien, als men hem iets te vragen heeft, .laat maar alles draaien. Waarom? Durft hij niet optreden en zijn wettelijk gezag doen gelden tegenover zijn zoogezegden ambtgenoot Waarom Weet dit persoontje misschien ook iets van die aangebrande zaak in 1941, toen hij zulk een groote vaderlandslievende (leest onvaderlands lievende) daad wilde uitvoeren als burgemeester der gemeente Vermoedelijk heeft hij het reeds vergeten, maar wij niet. Indien men eens goed nadenkt is hef niet te verwonderen dat men soms zulke eigenaardige toestanden te Klerken beleeft. Dat rijvergunningen afgeleverd worden aan Sylvère en André, twee moedige Belgen van na de bevrijding (of herinnert gij het niet hebben wij uw Eerst en vooral van uw Wij verwachten een soortgelijk briefje aan, den kerkmuur voor Zondagmorgen, wie weet komt er geen rond sommeken bij van 50.000 fr. voor wie kan goedmaken dat U een pakket heeft gegeven voor het Oostfront. Wees nog voor éénmaal edelmoedig Vermits bet er voor u op geen 50.000 fr. op aan komt. Gutt is voorwaar bij u geen klant geweest, Iets over het broeinest der V.N.V.ërs. Melkerij St. Catharina is woortaan gebrandmerkt onder boven staande benoeming. Onze zwarte Albert is nog altijd bestuurder, hij maakt’het de boeren onmogelijk stand te houden met hun vetgehalte. Voortdurend zijn de vetgraden aan ’t verminderen. Kwestie betaling staat hij bij velen 3 maand ten achter, de rekeningen van December ’44 zijn nog niet allen uitbetaald. Ook heeft hij er een handje van weg kolen te besparen, ter wijl velen van onze brave menschen koude moesten lijden, vond hij het middel er 3000 kg. naar het pensionaat van Oostduinkerke af te zetten, die schamele zwartjes mogen toch geen koude lij den, zelf onze zwartjes en sympathisanten van de gemeente hebben er ook van medegedeeld. Wij vragen ons af hoe het mogelijk is dat dergelijke inrichtin gen, zooveel te veel brandstoffen ontvangen, terwijl de burgerij bijna van geen kolen hoort spreken. Wanneer wordt dit broei nest gezuiverd van het groote gespuis dat wij hier al te veel hebben zien rondloopen en dat maar goed genoeg is om hetgeen wat nog tc redden was van goede elementen in deze inrichting in het verderf te storten Zondag konden de lange Renétje en Ceryltje hun pret niet verduiken toen zij meenden dat wij den kop ingedrukt waren, door het hoogmoedig .aanplakbriefje, wie van dit armzalig trio zou kunnen zeggen wie laatst zal lachen In ieder geval zult gij het niet zijn, want de spons is geheel zeker over uwe zonden meer, Meester, ten tijde van het concert voor de moffen in de turnzaal te Klerken, waar die „Ubermeisjes” hun witte billekes tentoonstelden, was daar de plaats van een staatsbediende, on- misschien om uw

HISTORISCHE KRANTEN

De Vrijheidsecho (1945-1947) | 1945 | | pagina 4