der in-
Fernand
SPORTNIEUWS.
WOESTEN.
Rederijkerskamer
Niet” deelt ons
de rede door den
Verantwoordelijk Uitgever: F. WILLB-
MYNS, Diksmuide.
Fabrlekswacht,
verstek tot levens-
OOSTVLETEREN.
VOETBAL.
Het verslag van den voetbalwedstrijd
S.V. Veurne - S.V. Diksmuide (4-2) werd
wegens plaatsgebrek uitgesteld en volgt
in ons e.k. nummer.
Krijgsraad te Brugge.
Mededeelingen van
Maatschappijen.
(Onder verantwoordelijkheid
zenders)
Kleine Aankondigingen.
Men vraagt een bekwame hoef- en
Landbouwsmidsknecht bij DEZEURH
Daniël, Smid, Zuidschote.
Op dien schoonen Herfstmorgen van
21 September 1941 trok onze vriend
Georges welgezind naar zijn werk, met
op zijn velo de driekleurige V. Was hij
daarover nu onwetend of waa hij op de
hoogte ervan dat verandert voor ons
niets ter zake. Als naar gewoonte plaat
ste hij zijn fiets langs het voetpad,
echter onder het waakzaam moffenoog
van die twee juffrouwen. Dat die V
voor onze postmeesteres en helpster
niet zeer gewenschi was kan men wel
denken. Ten einde in de toekomst der-
gelijke feitjes niet meer te moeten zien
vonden ae er niets beter op dan onze
beste Georges bij de F.G. kenbaar te
maken, met daarbij nas enkele vijven
en zessen. Verzachtende omstandighe
den kenden ze niet.... Zoo gebeurde het
dan ook dat onze brievenbesteller een
maand later het ongewensehte bezoek
kreeg van dien zo^ menigmaal gezienen
auto. Natuurlijk moesten zij evrgt naaf
het postkantoor gaan, omdat ze dach
ten dat hij daaf nog zou zijn. Hadden
de Verkliksters misschien zelf dat uur
opgegeven?? In ieder geval, hij was er
niet meer, doch Esther en Maria «ou
den de F.G. wel op den reehteh weg
zetten... Ofwel moest hij nog op het ge
meentehuis zijn ofwel in de Statie
straat. In weinig minuten hadden de
F.G. mannen hun
snapt; hij kon zijn brieventasch terug
dragen, wat andere kleeren aantrekken
en weg was hij, eerst naar Diksmuide
en Vervolgens naar Brugge. Het gerecht
was onverbiddelijk en de straf beliep 5
maand. Dergelijke overtredingen in den
toestand zooals ze kenbaar gemaakt
werden moesten zeker vermeden, daar
om moesten er zware straffen toegepast
worden.
Na een verblijf te Brugge, te St. Gilles
en te Merksplas keerde onzen gevange
ne terug, met de gedachte dat hij zijn
dienst zou mogen hervatten. Esther
wist er echter anders over te oordeelen
en zij ging er wel zorg voor dragen dat
hij zijn postje vaarwel kon zeggen. Zoo
gebeurde het dan ook!
Nu zijn de rollen gekeerd, nietwaar,
Esther? Nu zit gij in de gevangenis!
Dat had gij zeker niet Verwacht, maar
wij waren er van overtuigd en aan de
terugkomst van de hedendaagsche be
vrijders hebben we nooit een oogenblik
getwijfeld. Waar we ook nooit aan ge
twijfeld hebben is aan uw hedendaag
sche bezigheden, ergens in een inter-
neeringscentrum. Loontje komt om zijn
boontje, en ge kunt er fier op zijn en
kele jaren vroeger op pensioen gesteld
te zijn dan Verwacht. In het begin van
September ’44 hebt ge de pen neerge
legd en we zijn benieuwd te weten zoo
ge ze ooit nog zult moeten oppakken?
Wij denken het niet!
Stel gij nu maar uw betrouwen op???
Wij zorgen voor de rest.
ken er op dalt wij hier niet in naam van
Bara antwoorden en zelfs slechts rea-
geeren op wat den heer H. zelf schrijft!
De rest laten wij aan Dara over of aan
wie het zich wil aantrekken! De feiten
van zuiver locaal belang laten wij ter
xijde, zooals schoolsoep, enz. Wat we
■yooiral verbazend vinden, is da# G.H, als
het eenvoudigste ;ter wereld zegt dab
bil SLECHTS een bivakmuts aan den
vijand gaft Al (Jacht hij dat Hitler den
■oorlog ging winnen, al had hij hem
werkelijk gewonnen, dan bleef dit
steeds hulp aan dep Vijand! Heeft H.
wel bedaehl wat het zou beteekend
hebben zoo ieder „goedhartig" Belg een
toivakmute geschonken had! Millioenen
bivakmutsen! Wat een som arbeid en
grondstoffen voor de Moffen uitge
spaard! En is een bivakmuts in de
Russische steppen dan geen geschenk
van belang?
Wie vrijwillig den Mof hielp, vooral
door geschenken bij een officieele in*
zameling, beging een verraderlijke daad
tegenover zijn eigen land. Vermits de
Moffen of hun aanhangers het ge
schenk aangenomen hebben konden zij
het gebruiken! En zoo G. H. inderdaad
zoo goedhartig is als hij het zelf be
weert, had hij wel een hulpbehoevend
landgenoot kunnen vinden, een slacht
offer der nazi’s, die dit „kleine” ge
schenk tot betere doeleinden had kun
nen bezigen! Dan hadden we mogen
gewagen van een goede daad van den
heer Handschoewerker! Een bivakmuts
voor de Moffen min en één meer voor
ons! „Dubbel in de keering” zooals men
te Pervijze zegt!
MERKEM.
EEN V HISTORIE.
Belofte is schuld en vooraleer Esther
te verlaten willen we nog heel eventjes
Vragen hoe zij nu oordeelt over die V-
kwestie van het jaar 1941. Naar het
schijnt zou ze reeds menig maal berouw
gevoeld hebben over haar begane mis
daden. Maar het is te laat den put ge
vuld als het kalf Verdronken is. Geen
medelijden zullen we kennen met hen,
die als Verklikker of Verklikster bij den
Mof dienst gedaan hebben. Zij hadden
Vroeger met ons ook geen medelijden.
Wie het aandurfde te wagen de Moffen
onaangenaamheden te bezorgen stelde
zich aan de zwaarste moeilijkheden bloot.
De bezetter kon niet alles zien, maar
hij Vond hulp en bijstand, bij ons zeker
in het postkantoor. Hoe dikwijls heb
ben we die Feldgendarmen-auto vóór
dit kantoor zien staan? Hoeveel kop
pen koffie met zouden de grijze pak-
kemannen daar gedronken hebben? Dat
ze daar goed ontvangen werden Valt
niet te betwijfelen, gezien ze maar
steeds meer en meer af kwamen; en ze
kwamen ook niet nutteloos....
MEDEDEEL ING.
Niettegenstaande onze vergrooting
van formaat moesten weer verscheide
ne bijdragen uitgesteld worden.
WOONHUIS uit ter hand te koop.
Zich wenden Kuiperstraat 3, KEIEM.
van gelukwenschen ijiede onderteekend
die namens „Heden Yet - Morgen Niet”
aan den Heer Minister Van GlabbeftiB
werd gestuurd.
We mogen hier ook wel herinneren
dat Polydoor Wyllie, in het openbaar
leven van onze stad, ala lid van de Com
missie van Openbaren Onderstand én
als gemeenteraadslid een niet onaan
zienlijke rol heeft gespeeld.
(Wordt voortgezet.)
harte.
zeggen
was en
trouwe Morgen-
nieters die zijn voorouders waren, ver
schuldigd was al het mogelijke te doen
voor den bloei der vereeniging.
Toen hij enkele jaren geleden door
ons meest vooraanstaand medelid, den
Heer Adolf Van Glabbeke, onzen hul
digen en kranigen Minister van Bln-
nenlandsche Zaken, naar Brussel werd
geroepen, moest hij, met spijt in het
hart, van zijn functie als hoofdman
afzien.
Met énnparigheid van stemmen werd
hij door het bestuur tot deken (Eere-
Voorzitter) uitgeroepen en met dezelf
de éénparigheid werd dit door de alge-
meene vergadering bekrachtigd.
Zoo bleef de aflijvige tot aan zijn
dood met de Morgenieten verbonden.
Hij heeft inderdaad op zijn lijdensbed
nog met de meeste voldoening den brief
De Koninklijke
„Heden Yet, Morghen
den tekst mede van
heer hoofdman Schallier uitgesproken
bij het graf van den heer Polydoor
Wyllie.
Beste Vriend André (i
Diep bedroefde familie,
Het is de eerste maal, sinds den X«r-
schrikkelijken oorlogsgruwel over ons
duurbaar Vaderland kwam, dat 11e, als
hoofdman van onze aloude Morgenie
ten, den treurigen plicht vervul, na
mens al onze medeleden, een laatsten
groet te brengen aan één onzer afge
storvenen en hem voor eeuwig vaarwel
te zeggen.
Het onverbiddelijk noodlot heeft ge
wild dat het gebeurt bij het graf van
onzen deken (Eere-voorzitter) gespro
ten uit een eeuwenoud Diksmuidsch ge
slacht, dat aan de stad Burgemeesters
en vooraanstaande ambtenaren schonk
en aan onze maatschappij gedurende
honderden jaren verknochte bestuurders
gezochten Vogel ge-1 en medewerkers.
De families Wyllie en Feys' waren met
onze oude Rederijkerskamer als ver
groeid. Geen wonder dat, bij de herop
richting van de maatschappij na den
vorigen wereldoorlog, de leden één
stemmig den heer Polydoor Wyllie tot
hoofdman aanstelden.
Gedurende jaren stond hij niet al
leen aan ons hoofd, maar trad actief
op in ons orkest en nam deel aan alle
repetities, zonder zich om vermoeid
heid, weergesteldheid of om ’t even
wat te bekommeren.
Het welzijn van „Heden Yet Mor
gen Niet” ging hem zeer ter
„Noblesse oblige!” We mogen
dat hij deze spreuk indachtig
vond dat hij aan de
Dé krijgsraad heef® volgende veroor-
deelingen uitgesproken:
ADAM Adrien, wonende te Bovekerk».
Fabriekswaeht. Gedurende de bezetting
werd hij door ex-gouverneur Bulckaert
tot schepen benoemd. Adam wordt ver
wegen tot 5 jaar hechtenis.
CON3TANDT Karei, 34 jaar oud,
leurder, wonende te Vladsloo. Spoorweg-
wacht en nadien Vaamsche Wacht.
Constandt wordt verwezen tot 2 jaar
hechtenis,
GOUWY Fernand, 31 jaar oud, klee»-
maker, wonende' te Diksmuide. Vlaam-
sche Wacht en wapendracht,
bekomt slechts 1 jaar hechtenis.
Paul,
Blankenberge. Bij
lange hechtenis.
CHEYNS Albert, Fabriekswachter,
vzonende tl Eernegem. Bij verstek tot de
doodstraf.
CHEYNS Albert -J ozef, Vlaamsche
Wachter, wonende te Westkerke, wordt
veroordeeld tot de doodstraf.
HM
XR&OM'
POPULIER
I
600 fr.
BARNUM.
«KIKI»
EEN DERDE HAANTJE
fc
GEMEENTE ST. JAKOBSKAPELLE.
Op ZONDAG 22 APRIL 1945, Prijskamp op des
B I L J A, R D
6*t fr. PRIJZEN
Bij Cyrfej DUMON.
Een commissie zal alles beslissen.
«SIM»
Na de bezoekjes gebracht aan onzen ex-burgervader en onzen
tweeden schepen, zullen we dan ook maar ons heel eventjes
binnenwippen bij onzen besten vriend Maurits. Heel eventjes
maar, want we zullen er zeker niet hartelijk verwelkomd wor
den. Die avokaat uit leper, de ex-gouverneur en misschien nog
andere Eliassen werden, daarvan zijn we goed op de hoogte
beter verwelkomd, maar wij doen onzen plicht en al onze mof
fenvrienden worden den een of anderen dag met een dergelijk
bezoekje vereerd.
Zonder commentaar van onzentwege zullen we U vertellen, wat
onze vriend zoo al te zeggen had eenigen tijd geleden, Hij zou den
>een of anderen dag een kar hooi op de markt zetten, voor AL
die ezels, (dus allemaal) die maar niet gelooven wilden dat zij
het zouden beklagen dat zij zich als lid van het V.N.V. hebben
laten inschrijven. Met het lidmaatschap alleen stond hen zooveel
te wachten Bewonder de Wbestenaren met hun zoo talrijke
inschrijvingen bij. het V.N.V. Straks worden die ter plaatse ge
pen® ionneerd...
Als vooraanstaand man bij het V.N.V. vond hij er niets beters
op dan zelf dagbladen te verkoopenOostvleteren moest toch ook
zijn propagandisten tellen, en daar moest Maurits zeker bij be-
hooren.
Hoe hadden die „domme” inwoners van Oostvleteren an
ders kunneh weten hoe goed het was in dat schoone Duitsch-
land? Wilde hij het niet met daden bewijzen en de werkelijk
heid laten zien, dan was de pers de eenige oplossing, „gaat
»aar Duitschland werken!” „Welstand door arbeid in Duitsch-
land!” en meerdere andere aanplakbrieven versierden muren
en vensters. Niettegenstaande al die propaganda hielden we
toch onze jongens thuis, en weet ge wie dat ook deed? Niemand
minder dan onze beste Maurits!... Ja, ja, zoo ver kwam het, dat
hij zijn eigen zoon, die goede jon,gen, verplichtte „Vrijwillige”
Arbeidsdienst in België te doen, teneinde hem aldus van het
moffenland thus te honden. Hoe goed het ginder ver was, beslo
ten we uit Maurits voorbeeld. Anderen opjagen en aanzetten,
daarin waren ze thuis... maar zelf.... neen, dat nooit! Zoo ging
het met honderden verraders, die zelf achteraan bleven staan.
Vriend Maurits, we danken u hartelijk voor ons bezoek en
mocht het u soms ver van aangenaam zijne dan vragen we u be
leefd u tevreden te stellen met uw welverdiende lot t e St.
Kruis.
ONZE REEKS
Allo! Allo! Hier „Radio Vrij Woesten” met een reeks uitzen
dingen voor onze goede vrienden patriotten en gewijd aan het
leven onzer Moffenvrienden. Verraders, verklikkers, propagan
disten en andere zwarte tam-tam vrienden hebben we bij de
vleet gehad. Waarom verdienden wij anders den naam van
„Klein-Duitschland”
Door „De Vrijheidsecho” zullen we nu, in de mate van het mo
gelijke, hun heldendaden openbaar maken.
Om te beginnen herinneren we ons een partijtje kaart met
onzen postmeester, gespeeld tijdens de bezetting... of, nader be-
paald, in den tijd toen de jacht op onze voortvluebtigen een aan
vang nam. Natuurlijk zetten velen van ons het op een loopeö
bij het naderen van „Feldezel®” maar onze goede vriend keurde
dat niet erg goed, want, zóó zegde hij Moesten de Feldgendar-
men er eens een drietal neerkogelen, dan zouden zij wel gaan!”
En zeggen dat deze man ook een van die patriotten was, die
vóór de bezetting te Oostvleteren steeds den 11 November vier
den, dus in dien tijd was dat nog „chique” volk. Ge moet im
mers weten dat zij, die het durfden wagen onder de bezetting
dien dag te vieren niet meer tot die hooge klam behoordenze
waren „crapule” geworden, (door zwarte oogen gezien natuur
lijk) Hierover werd te Oostvleteren reeds veel gesproken. Past
maar op, van dat „crapule”, dat het niet bijt zonder blaffen.
En de zoon van onzen postmeester dan?... Hij was toch zoo
verrukkelijk met die zwarte botten, bijzonder toen hij als pro
pagandist zijn moffenbladen aan het verkoopen was. „Volk en
Staat” en andere leugenpropaganda verkoopen was toch zoo
gemakkelijk. Ja, akkoord, maar nu aan de bevoegde overheid
daarover te oordeelen.
Intusschen zit onze postmeester toch nog veilig thuis, noch
geïnterneerd noch geschorst. Wij denken noebthans dat hij er
geen kwaad van zou hebben een volmakingcursus te volgen
gan de Hoogeschool van St. Kruis, D'aar wordt kostloos onder
richt gegeven aan alle soorten bottenlikkers. Als V.N.V,ër en als
100% Duitsch is zijn plaats te maar zeker niet meer in de
post.
Nu is het de plicht van elk goed patriot uit te brengen wat
hij weet en zeer wel weet en waarvan hij zelfs getuige geweest
is. Denkt daar eens aao, patriotten van Woesten, R.V. en A.V
niet uitgezonderd.