ALVERINGEM. MERKEM. Een bijdrage over dat ongure element vrouw en ter hoogte zinkt ze niet in. den grond van schaamte zulke dingen ook maar te denken. Dat we de eerste Zondag van Juli, wapneer mijn zuster met verlof was, al van Veurne komende, door een dondervlaag verrast en met een nat pak thuis gekomen zijn, is volkomen waar; dat heeft ze trouwens zelf gezien. Maar dat men zoo verdorven zijn kan om zulke dingen daar rond te fantazeeren, daar moet uw verstand bij blijven stil staan. Alzoo, ik OVERLIJDEN. Verleden week overleed te Brussel de heer Polydoor Van Glabbeke, oud-zee- kapitein en eere-havenmeester van de stad Oostende. De aflijvige was de va der van den heer minister van Binnen- landsche Zaken en de aanhoudingen, waarvan zijn zoon tijdens de bezetting vanwege de Duitschers het voorwerp was, schijnen een noodlottigen invloed op zijn gezondheidstoestand te hebben gehad. Wij bieden den heer minister A. Van Glabbeke, Mevr. Wwe P. Van Glabbeke en familie onze innige deelneming aan in het verlies dat hen getroffen heeft. Belofte en Voorstellingen aan «hm Führer. Führer, begin je nog niet te zuchten; we spreken je altijd, we leggen de laat ste- etape af en het blijft er altijd bij. Heel eenvoudige reden: we vinden er altijd nieuwe. Führer, span nog even al je krachten in, raap nog even al je moed bij elkaar, dan zal het recht van de rust te genieten, je nog duurbaar der toeschijen. Gentilie zien we ook in die rommel- doos blinken: al wat schoon is, springt precies jn het oog; iedere maal dat ze bij Gery, den koster, kuischen ging, klokten de glaasjes nazi-wijn gulpend door hare keel. Ze gloeide op en top, het Duitsche zweet brak haar door de. poriën. Gentilie, dat je zoo handig, zoo behendig de huizen der volbloed Duit schers kon schuren, hebben wij al dik wijls gemerkt, deze handigheid zou je nu heel goed van pas zijn gekomen in de villa „Berchtesgaden”, Hitler’s appar tement, het heiligdom der nationaal- socialisten, heeft oprecht een goeie rei niging, een harde schrobbing noodig. Führer, we hebben eigenlijk je lang met Gentilie bezig gehouden, kom, laten we ons spoeden, zie je niet dat Elza’s oog van „jaloerschheid vlamt, de maat van je liefde moet in rechtstreeksche ver houding staan tot den „aard” van de lief desbetuigingen, die van ’s vrouwenhart te incasseeren krijgt. Führer, dat de aard van Elza’s liefdesbetuigen waarlijk tot „het demonische” behoorde, zal in in hetgeen volgt wel beter afgelijnd naar voren treden; Führer, jij steldet Himmler aan, opdat deze bloedhond de eervolste decoraties kon uitreiken aan die beulen, die een mensch op de meest beestachtige, op wijze konden folteren de eigenschap bezaten langst mogelijk in leven Elza, de vurige - VLADSLOO. Ja, Beste lezers en lezeressen van „DE VRIJHEIDSECHO”, wij zijn hier terug met een overzicht over onze zwartjes uit onzen Langenhoek, waar er nog niemand aan gedacht heeft. Daar zit ten er nog wat van allerlei soorten. Hoor eens goed, Maurits, waar is de tijd dat gij meetingen ging geven naar den Mokker, naar Zarren, naar Bove- kerke en Vladsloo, met gansch uw ben de Nazis, waar gij propanganda voerdet tegen land en vorst ten gunste van de moffen? Gij hebt gansch de zwarte bende opgemaakt in den Langenhoek. Gij waart dan ook in het V.N.V. een „kwade man” en gij hebt niets mis daan, neen! Uwe plaats is ook bij uw vriend Romain te St. Kruis. Romain I had ook niets misdaan, maar waarom I houden ze hem zoo lang vast? Hoort eens, Beste Vrienden, wij zullen het u vertellen. Romain was groot pro pagandist, ging zelfs rond met kranten ten voordeele van de Moffen, deed parachutisten-wacht te Diksmuide, was verklikker, zelfs zat hij een jaar met de hakenkruis-vlag achter zijn huis te wapperen. Vraagt het mgar aan Evarist, die weet het wel en zijn dochter nog 1 beter, als ze naar de Feldgendarmerie moest door Romain en zijn vrouw. En Camiel dan uit de herberg, hoe verging het die man van 50 jaar, oud-strijder van T4-T8 en echte vaderlander? Ro main dacht dat hij het al te zeggen had en het was ook zoo. Hij maakte een weg in het land van Camiel waar er geen weg was. Camiel versperde de zen weg met goeden nieuwen draad. Romain sneed dat door in eindjes en uit wraak gingen Romain/met Maurits en Kilo, als tolk, naar de Feldgendar merie met leugens en bedrog en ver klaarden daar dat Camiel hen gedreigd had hen te doen doodschieten Engelschen kwamen, iets miel door-- aanmelden bij de Feldgendarmen te Diksmuide. Hij dacht dat het voor den weg door zijn veld was. Daar gekomen, wat gebeurde er? Hem werden de hand- teekeningen getoond van Romain, Mau rits en Kilo en gevraagd zoo hij die na- men kende. Hij antwoordde ja. Zonder ondervraging of uitleg werd Camiel ge slagen tot hij over gansch het lichaam gekneusd was en daarna mocht hij het aftrappen! Hij kon niets anders doen dan naar den geneesheer gaan te Koe- kelare, die hem drie maand rust voor schreef! Nu nog lijdt hij ten gevolge van de barbaarsche handelwijze der moffen! Is dat niet laf, beste Lezeressen en Lezers, verdienen die geen twintig jaar en dat ze dat nu nog al zelf op den nek van Camiel, vrouw en dochter willen werpen, die zwarte beesten! De vrouw van Romain is niet veel beter dan hij. Hij heeft twee dochters die in de Dietsche Meisjesscharen wa ren. Hoe dikwijls werden ze niet gezien met hun zwarte rok en gele blouse als ze naar de vergaderingen gingen ter Diksmuide en elders! Dat zijn huisge zinnen, nietwaar! En Stanislas, houd u ook maar stil, want gij kunt misschien wederom uw oude plaats innemen te Oostduinkerke. Gij waart ook in het V.N.V. en parachutiste-wachter te Dik smuide, gij zijt ook maar voorloopig in vrijheid, denken wij. En Margriet, pas op dat gij bij uw dochter niet te recht komt in de hoogeschool. Gij zoudt daar ook geen kwaad van hebben. En gij, schele van achter het wegeltje met het rost spook uit de duinen, gij waart ook in het V.N.V. Vrouwenverbond. Er is ook nog plaats voor u. Uw beurt kan ook nog komen, hoor, wij vragen niet beter dan een grondig onderzoek en alle schuldigen de doos in, want allen waren gekant tegen ons. de meest sadistische en daarbij toch een mensch het 1 te houden. Elza, de vurige vereerster van Hitler’s Godheid, was uit hetzelfde hout gesne den, Iemand verklikken t.t.z. iemand door Feldgendarmerie of Gestapo naar een concentratiekamp doen overbren gen, iemand door haar toedoen, door hare schuld laten doodmartelen en de overlevende famieleden in het bitter ste verdriet te storten vond Elza een „goeie” daad van een „treffelijk mensch... en ijverde zij zulke daden te stellen. Concentratiekampen werden op gericht, door wiens bemiddeling werden zij gevuld? Door menschen van Elza’s fabrikaat! Wanneer je zoo iemand op straat ontmoette en je niet in regel* was met de naziwetten, dan mocht jij je een streng vermaan van harentwege laten welgevallen, dan mocht je de er aan verbonden gevolgen van verwach ten. Haar echtgenoot heeft enkele maanden in ’t pensionnaat van Oost duinkerke doorgebracht, dat er geen plaatsken voor haar opengehouden is geweest, blijft voor ons een vraag*, daar zou zij tenminste een beetje Belgische opvoeding hebben genoten. Om te eindigen willen we de vrouw tjes niet vergeten, die, alhoewel ze geen propaganda voerden en dus niet als Duitschgezind gebrandmerkt stonden, toch niet vies waren van de Moffen als er een cent mee te verdienen viel, niet waar, Maria van Gustj es, Maria van Marcels, Schosma. Wanneer deze vrouw tjes een autoritje met de Duitschers maakten, verkeerden de menschen in de meening dat zij afgehaald wierden, deze vrouwtjes wisten wel beter het waarom van de zaak: het gold hier za kenkwesties. Past het niet in de lijn van een waar vaderlander met „Belgen” handel te drijven en niet met Duitschers, ons dunkt dat Duitschers geen landge- nooten zijn! „De Stem van het Geweten”. Een bijdrage over Merkem moest uit gesold worden. Toekomende week kun nen onze lezers iets meer vernemen over een parade die daar gehouden werd, in den „goeden ouden tijd” der Mofsche bezetting. Naar het schijnt steken sommige heertjes wel eens hun neusje op - om niet te spreken over da mes - maar daar kunnen we ons toch niet te veel aan storen. Alzoo, ik daag u dus uit met open vizier. En laat ik er terloops bijvoegen, dat ik nog nooit wandelingen of fiets tochtjes met sodaten gemaakt heb. En wat u daar zinspeelt op de schoenmaker der compagnie en die schoentjes! ’t Was wel iemand die somtijds vroeg „Alfred wil U dit, of Alfred wil U dat” dat kunt u best katzenoogen vragen. En dan het thema van den onderofficier van Beerst en dat overvloedig eten, waar niets van is; maar dat het nu nog zóó ware, me dunkt het zou u toch niet aangaan, daar het van ons eten zou geweest zijn. Of had u zoo een ziekelijke verbeelding en was u jaloersch omdat het bij u niet was dat hij in overvloed eten kon, zooals het nog met menige andere het geval geweest is, waar ik nu niets tegen heb. En dan moet u gaan zinspelen op „uw Oberbeslagmeister waarom u juist hem uitverkoren hebt, is me een raadsel, misschien omdat hij Oberbeslagmeister is en „eerbied”, wat een schoon woord, u zegt het voorzeker onbewust. Welnu, dat er meer eerbied ware bij de menschen, dan ware er veel verdriet uit deze wereld geholpen; dan ware, bijvoorbeeld, om maar één ding uit de vele te noemen, Opa de deur niet gewezen en u zult toch goéd bedenken dat de appel niet ver van den boom valt. Wat u daar uitkraamt: gedanst en gedronken; dat ik me daartoe niet lee- nen zou, hoef ik niet eens te zeggen en tweedens hadden we meer eerbied (daar is dat schoone woord weer) voor moe der, en derdens zou hét door moeder en broer niet toegelaten geweest zijn. Nu hét volgende. Hoe stond het ook weer? Door zeven niet? En was dat met zeven te samen of had elk zijn beurt, of waren het die zeven, die in uw aan genaam gezelschap een paar toertjes gesteld worden voor zijn heldendaden... en voor die wan anderen! Maar in afwachting dat onzen melkerijbaas vóór het gerecht zijn ver diende loon bekome, zijn we zoo vrij hem heel in het bijzonder bij minister Lalmand aan te bevelen. Onze minister van ravitailleering heeft de harten der ware Belgen veroverd, niet alleen om de verbetering in den voedseltoestand van ons land, maar ook om de krachti ge taal door hem gevoerd toen hij vóór de micro beloofde dat de bedrijven der incivieken onder dwangbeheer gingen geplaatst worden. „Judisches Betrieb unter Deutsche Verwaltung” lazen we in den Moffentijd op de uithangborden van winkels met Joodsche eigenaars. Wij hopen weldra ergens te Pervijze te lezen: „Melkerij St. Catharina - Zwarte Onderneming onder Belgisch Beheer’ en voor zoo lang mogelijk! Sommige leden van het personeel mogen ook wel een bruine (vallende staart) ster dragen met een hakenkruis! „Oog om oog, tand om tand” is toch een oude Germaan- sche spreuk! En waarom ze niet op stambewuste volksgenooten toegepast? Minister Lalmand, vergeet a.u.b. on zen Pieter niet! BRIEVENBUS-ECHO. KEIEM. Ondergeteekende protesteert heftig tegen de laffe aantijgingen en laster praatjes van de vuile tong, die een on- noozele sukkelaar er toe heeft kunnen bewegen zulke onzinnige woorden op papier te zetten. Ze moet wel verteeren van haat, nijd en jalousie om zulke dingen uit te kramen en ten slotte is ze nog te beklagen want hoe onprettig moet het aanvoelen zoo gesteld te zijn, niets persoonlijk te kunnen zeggen, want dan moet het toch de waarheid zijn, er zoo zijn bekrompen geest te laten werken en zich in te spannen om toch een en ander te kunnen ver zinnen en aan elkaar te flanzen, om die gehaten te trachten te bekladden. Haar venijn moet ze kunnen uitspuwen of ten slotte stikt ze nog. Ze weet de lastertong, hoe goed we haar kennen, wat we over haar denken en hoe hoog we haar schatten en dat, dat kan ze niet ver kroppen. Welnu, ik daag uit, die eerlijke van.... te noemen. Hoe PERVIJZE. Zooals iedereen weet we hebben er destijds genoeg op gedrukt was de melkerij St. Catherina wel het broei- nest van V.N.V. Pieter was leider en ook eigenaar dezer inrichting en wie er ge- durende de bezettingsjaren wilde werk zaam blijven moest lid zijn of worden van het onzalig genootschap. Hoeveel werden er daardoor in het verderf ge stort? De allergrootste schuld dat sommige Pervijzenaars V.N.V.ërs waren ligt eerst en vooral bij Pieter. Zonder hem ware veel onheil voorkomen geweest, vooral bij de jongeren, die niet steeds beseften welk verraad zij pleegden door toe te treden tot deze kliek. Was hij het niet die vergaderingen belegde, sprekers deed optreden en zoo het verderf inpompte bij al wie tegen woordig was.... soms tegen wil en dank? Is hij niet de schuld dat twee onzer jongeren nog en misschien wel voor lang in het College te St. Kruis vertoe ven, om hun lidmaatschap bij de „Vlaamsche Wacht” uit te boeten? Was hij het niet die propaganda voer de om jongens naar het Oostfront te sturen en zich te slachtofferen voor het Hitler-regiem? In zwart officiers-uniform, stond hij schoon en wie weet als wapendrager, vermits hij toch een wapen bezat, dat hij heeft gebezigd toen de massa van ons dorp ging betoógen voor zijn zwart huis Als een Vlaamsche Wachter soms volgepropt door nazi-propaganda, soms te simpel van geest, veroordeeld wordt tot 10 jaar opsluiting, wat moet Pieter dan bekomen voor zijn verraad tegen over het land en zijn instellingen? Hij mag toch ten volle verantwoordelijk als de waarvan Ca- niets wist. Camiel werd verwittigd den veldwachter dat hij zich moest bij de ex;

HISTORISCHE KRANTEN

De Vrijheidsecho (1945-1947) | 1945 | | pagina 3