den. Eerste- de kerk van Eesen te sloot nooit meer Bij de afsteHing van den heer W. Van Ryswyck. KAASKERKE. Bernadette in ’t gedrang! rustpensioen doen gelden. Art. 2. Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 Mei 1945. Gegeven te Brussel, den 10 April 1945. Vanwege den Regent, KAREL. De Eerste Minister, A. Van Acker. geen hoop meer St. Kruis te verlaten, uit den grond van ons hart nooit ons dorp meer terug te zien. De rest van het nest zou ook mogen op onzen platten ook tegenwoordig. Ze be- de vuilkar geworpen worden. Ik hoop, Heer Ortskommandant, dat in het voordeel der beide partijen, wij goed zullen kunnen samenwerken, en bied u neer beleefd de uitdruk;’/tig van mijn hoogachting aan. zullen binnengaan vóóraleer de heer pastoor van de parochie zou verwijderd zijn. Hewel, burgers van Eesen, wat denkt u over zulke zwartjes? „De platten”, die heeft om nog wenschen wij Door het staatshoofd en den eersten minister werden dus de eerste stappen gedaan op een pad waar velen zich tot heden niet durfden begeven. Niemand, onder de magistraten, commissieleden, enz. die met een zuiveringsactie belast zijn, kan dus verontschuldigd worden .zoo hij niet ingrijpt in dergelijke ge vallen. Het land heeft niet alleen een onverbiddelijke en rechtvaardige epu- ratie noodig, doch vooral een VLUGGE zuivering EESEN. Na lang zwijgen, komen toch eens de oude vrienden van vroeger terug op het voorplan. Deze week willen wij het heb ben over onzen nazi-führer, bijgenaamd „de platten”. Onze platten, die thans voortstudeert aan de universitelt te St. Kruis, denkt van dag tot dag minder aan het welslagen in het examen vóór de rechtbank te Brugge. Hewel, Marcel, ’t was prettig hé, wan neer ge op het vliegplein aan dat poort je stond, 't geweer op den schouder en ’t zwart kostuum aan het nazi-lijf om uw medeburgers van Eesen hun enkele, stukjes hout, die ze dagelijks voor hun huishouden meenamen, af te nemen. Leelijke verklikker, weet ge het nog toen ge een kleinen jongen bij de Feldgendarmen aanklaagdet, omdat hij enkele strooibiljetten gevonden had en deze in zijn jas stopte? Groote onbe schofterik, herinnert ge U nog dien kaakslag, dien ge hebt gegeven aan een vaderlandslievenden onderwijzer, omdat uw zoon wegens een onoplettendheid in school door den meester werd gestraft? Geen reden daarvoor! Ze zouden beter uw zoon met zijn groen hemdeken, zijn zwarte das en zijn zwart broekje in een bijzonder instituut onderbrengen. Denkt gij misschien dat al de menschen reeds uw kwaad vergeten hebben? Maar daarmee is de gansche familie nog niet geschoren! Wij hebben dan nog zijn vrouw! Onze pastoor droeg spoedig na de be- vrijding een dankmis op voor onze zóó spoedige verlossing. Gedurende den preek sprak hij over 4e bevrijding, over onze bondgenooten en over de verraders. Van de zwarten zegde hij dat ze on verbiddelijk moesten gestraft worden. In die mis was nu de madame van (Vervolg van le blz. 2e kolom), gen te vervullen sinds de bevrijding. Hadden ze zich in alle stilte terugge trokken, dan hadden we misschien kun nen aannemen dat ze door hun actie ten goede, toch in sommige gevallen, het recht verworven hadden niet te moeten boeten voor hun vroeger gedrag. Doch ze willen op voet van gelijkheid staan met landgenooten die zich nim mer gecompromitteerd hebben met den vijand. Hoe het ook weze, eens te meer heeft minister-president Van Acker, voor wat hem betreft, den knoop door gehakt en een Salomonsbesluit getrof fen, fngegeven door de zuiverste logics en een juist begrip van ware vader landsliefde en de waardigheid van een hooger ambtenaar. We laten hier inte graal den tekst volgen van het door den regent en zijn verantwoordelijken mi nister onder teekend besluit, zooals het verscheen in het staatsblad van 20 An- ril 11.: ALVERINGEM. De hardvochtigheid houdt aan! We hebben destijds in „De Vrijheids- galm” geschreven over Leonard, den armen zieken sukkelaar, die bijna op sterven lag toen de agenten van den Veiligheidsdienst hem in Mei 1940 wil den bij de lurven vatten en op een bij na miraculeuse wijze heropknapte toen de grijsjes, uit het vaderland van de as pirines en andere geneesmiddelen, hier binnen vielen. Zijn herstel was echter niet duurzaam en de gezondheid van Leonard ging achteruit in dezelfde ma te als de Wehrmacht, door hem zoo be langloos en trouw gedurende bijna vier jaar gediend. Callens had echter geen vooraf klaargemaakte stellingen en in September 1944 kwam hij in één der ge vangenissen van den gehaten Belgiek terecht! Wat een schok voor zijn reeds onder mijnde gezondheid! En Leverkusen was zoo ver! De Igartelooze rechters uit den Brugschen krijgsraad veroordeelden Leo nard, hoewel hij bijna in zwijm viel, voor een paar kleinigheden, zooals ver klikking en hulp aan den vijand, tot levenslange hechtenis. De lezers zullen zich nog wel herinneren hoe Leonard, zijn ziekte vergetend, in een laatste op flakkering van energie, als een leeuw rechtsprong en tot zijn advocaat riep: „wij gaan in beroep, is ’t niet?”. Cal lens is een man van zijn woord: hij ging dus in beroep en vertrouwde er op thans geen onmenschen te vinden als rechters! Helaas, drie maal helaas! Het is een echte vervolgingswoede te gen het arme zieke slachtoffer! Zonder de minste verzachtende omstandigheid te willen in acht nemen, heeft het krijgshof heel propertjes het vonnis van den krijgsraad bevestigd! Arme Leo nard! En op hulp uit het Oosten schijnt er in de eerste maanden niet te moeten gerekend worden! F.W. KAREL, Prins van België, Regent van het Koninkrijk, Aan allen, tegenwoordigen en toeko menden, Heil. Gelet op het koninklijk besluit van 16 Februari 1940, houdende inrichting i van de diensten van den Eerste-Minis- Gelet op artikel 6 van het besluit van den Regent, dd. 26 October 1944, hou dende instelling van een commissie be last met het geven aan de bevoegde overheid van haar advies omtrent de eventueel te nemen tuchtmaatregelen wegens hun gedragingen tijdens de be zetting, ten aanzien van alle ambte naars die tijdens de bezetting het ambt van vasten wervingssecretaris hebben uitgeoefend; Gelet op het besluit van 12 September 1944, houdende schorsing bij ordemaat regel van den heer Van Ryswyck, W„ uit zijn ambt van Adjunct-Vaste Wer vingssecretaris; Overwegende dat de heer Van Rys wyck, W„ tijdens de bezetting en onder meer toen hij de functiën van Vaste- Wervingssecretaris waarnam ernstige fouten heeft begaan, en zoodoende zijn plichten van hoog ambtenaar en van Belgisch burger heeft miskend; Overwegende dat de bij voormeld be sluit van 26 October 1944 ingestelde on derzoekscommissie na de lofbare en ge vaarlijke door hem vervulde handelin gen vergeleken te hebben met de ernsti ge door hem begane fouten, oordeelt’ dat hij niet meer geschikt is om gezag uit te oefenen op de onder hem hooren- de ambtenaren en hij dan ook niet in de administratie mag gehandhaafd blij ven; zij derhalve voorstelt hem de straf van het ontslag van ambtswege op te leggen, met handhaving van het genot zijner wedde tot op 1 September 1945; Overwegende dat het niet passend is den heer Van Ryswyck het genot van zijn wedde te laten na zijn heengaan uit de administratie; Op de voordracht van Minister, Wij hebben besloten en Wij besluiten: Artikel 1. De heer Van Ryswyck, W„ is van ambtswege ontslagen uit zijn functiën van Adjunct-Vast Wervings secretaris. Hij kan geenszins aanspraak op een Niet alleen de gevangenen van Buchenwald werden door onze bondge nooten bevrijd. Ook nog een heele boel andere lieden, die zich „toevallig” in het Moffenparadijs bevonden. Zoo ge beurde het dat, voorzien van papieren van gerepatrieerden, twee oude vrien den van onze gewezen ondergedoken werkwelgeraars, te Brugge aanlandden, Zaterdag 21 April j.l. Het moest hier blijkbaar om hooge personnages gaan, want liever dan hun eigen residentie op te zoeken, gingen ze naar een huis in het Peperstraatje. Ze konden echter, dank zij hun menigvuldige relaties in alle kringen, onmogelijk het incognito behouden en werdeh ontdekt door men schen waar ze zelf lang naar gezocht hadden. We moeten dus veronderstellen dat ze deze personen met veel genoegen zullen gevonden hebben! In ieder geval, de rijkswacht was zoo indelicaat zich het zaakje aan te trekken en beide hoeren, niemand minder dan de gewe- zen „Hilffeldgendarmen” Vanden Heede, uit Brugge en Maurice Lageirsse, uit Loo, voorheen Diksmuide, werden op staatskosten gehuisvest. De bevolking I van onze streek in het algemeen en die van Diksmuide en Loo in het bijzonder, zonder vooral de jongens te vergeten die niet heelemaal akkoord gingen met de besluiten van de Werbeetelle, onza liger gedachtenis, zullen met zeer veel genoegen den terugkeer „in der Heimat” van Maurrrrrice vernomen hebben. Jam mer voor hem dat hij niet rechtstreeks naar huis is gekomen, want nu zal hij misschien jaloersch zijn van het geest driftig onthaal dat zijn collega’s Cout- teau, Roily, Blancke en Decae destijds te beurt viel. De bevolking van Diksmui de zou Maurrrrrice zeker op even har telijke en feestelijke wijze hebben ont vangen! Wat maakte Lageirrrrrsse zoo sympathiek in de oogen van het volk? Want zonder populair te zijn, was hij toch door iedereen gekend! Was het zijn beminnelijke manier om de „r” de rrrollen? Was het zijn mooi grijs uni form? Zijn legendarische beleefdheid tegenover al wie met hem in aanraking kwam? Zijn alom bekende bescheiden heid: Ik, Maurrrrrice Lageirrrrrsse..? Zijn onverdroten werklust, vooral wan neer het ging om de toekomst van Europa? Wie zal het zeggen? Waarop steunt de massa zich om iemand haar genegen heid te sehenke*? Uw zeer dienstwillige, de Strassenbauführer, (get.) J. DE GEYTER. De krijgsraad heeft zich eens te weer hardvochtig aangesteld en een arme zieke vrouw veroordeeld! Al wie Berna dette Verbanck gekend heeft toep ze in het college te Diksmuide een kuur on derging, zal zich herinneren dat bet lieve kind voortdurend onderhevig was aan zware crisissen, veroorzaakt door haar geschokte gezondheid (zenuwen of hersenen?) en misschien ook door de afwezigheid van haar lieve Mofsche aanbidders, die spijts de schoonste be loften, maar niet terugkwamen om haar uit de klauwen van de aan de Bolsjewisten verkochte barbaren te verlossen. Bernadetje was en bleef ge vangen Ze verscheen zelfs den 16* j.l. vóór den krijgsraad te Brugge. Daar bevond zich een man, de heer Smet- ryns, subst.-krijgsauditor, die het on tegensprekelijk op het arm schepsel gemunt had, want hij vertelde niets dan kwaad over haar en o.m. het vol gende: Louis Villers, die het „voorrecht” heeft echtgenoot te zijn van zulke lieve vrouw, kwam in November 1943 te rug uit Duitschland en had zich voor genomen niet meer naar het „Land van Belofte” terug te keeren. Dat vond Bertha geweldig jammer, niet alleen omdat de oorlogsproductie van het be vriende Reich er door zou dalen, maar vooral omdat de aanwezigheid van haar man storend had kunnen werken op de belanglooze vriendschap die ze zekere grijze kuituur dragers toedroeg. Villers, die niet wou toegeven aan den zachten drang van zijn echtgenoote om toch maar zijn plicht tegenover het bedreig de Europa te vervullen, zag zich ge noodzaakt een schuilplaats te zoeken bij zijn zuster Bertha. Den 11 December 1943 kwam Bernadette, in gezelschap van twee „vrienden”, haar eischen” bij haar schoonzuster, doch hij werd er niet gevonden. Ze gaf niet af en zegde: „ge moet hem niet wegstop pen, we zullen hem wel vinden!”, ’s Na middags kwam het Moffengespuis op nieuw, terwijl vrouwtje-lief den be wakingsdienst puik georganiseerd had. Ze werd dan ook voor haar moeite be loond en haar man werd „manu mili- tari” naar het Fritzenland gevoerd! De baan was vrijMaar toch zou er wrok overblijven tegenover haar schoonzus ter, die haar plicht tegenover de „Nieu we Orde", haar verdediger^ en haar vullkarren zoo slecht begrepan had. Ze verklikte dan ook Bertha Villers in Mei 1944, voor het verbergen van een revol ver op een plaats waar zelfs Hitler te voet gaat en waar hij nu meer dan vroeger komt! Dat is natuurlijk de ver sie van den heer Smetryns. Die van de schoonheidskoningin uit Kaaskerke is eenlgSBins anders, maar ongelukkig voor haar komen de Alveringemsche weerwolven Blancke en Decae twee goede oude kennissen! den heer sub stituut gelijk geven. Meester Felix werd van ambtswege met de verdediging van Bernadetje belast, doch hoe hij zich ook Inspande, ze krijgt van den raad de door den heer Smetryns gevraagde 10 jaar pensionnaat! We weten niet zoo ze door een crisis getroffen werd, doch zeker is het dat haar gezondheid er zal onder lijdenen dus ook haar stu diën in gezegd pensionnaat! EM KO. CRACK. JACQUES VLAEMYNCK. een nieuwe (orde) tijdrekening ingevoerd? HERZLIUH WILLKOMMEN IN DER HEIMAT, LIEBER MAURITZ! P.S- 'Twee bijdragen werden uitgesteld. (Wordt veertgeret.) We merken op dat het schrijven gedateerd is ,14/9/40 en gewag maakt van een onderhoud heden ochtend 13/9/40”. We veronderstellen dat het hier een eenvoudige vergissing betreft. Of hadden de Moffen reeds een i

HISTORISCHE KRANTEN

De Vrijheidsecho (1945-1947) | 1945 | | pagina 2