voor
Terechtwijzing,
BARRA.
F. WILLEMYNS.
de
zulk machts-
DB SOLIDARITEIT GEBIEDT U ONZB
GETEISTERDEN TE HELPEN
V kunt zulks doen door uw kans te
wagen bij de
KOLONIALE LOTERIJ
Bij elke schijf
52.H4 loten van It# tot lt.686 fr.
60 loten van ?I.IW tot fr.
HET GROOT LOT
EEN MILLIOEN
PERVIJZE.
Alles was jleugen.
gelukkig
éénen na
genooten van harte geluk met hun va
derlandslievende houding en hun blij
den terugkeer. Bij een paar van onze
medeburgers, die mogelijk niet heele-
maal vreemd zijn aan de deportatie
van één of meer dezer jongens, zal de
zen „terugkeer in den schaapsstal” mis
schien geen groot genoegen doen; des
te grooter echter is de vreugde van de
familieleden en van de overgroot®
meerderheid van de bevolking.
NIEUWKAPÏLLE.
Met groot genoegen kan gemeld wor
den dat de vier gedeporteerden van!
Nieuwkapelle reeds thuisgekomen zijn, i
De andere gemeenten mogen ons dus!
benijden! We wenschen onze vier dorps- te ianaen; zjj loopen tegenwoordig zoo
patriotten. Nooit werd door één hunner
ook maar het minste tegen het vader
land ondernomen.
4. Noch bij de bevrijding, noch later
was zijn huis een schuilplaats voor
„zwart Renétje” of een anderen zwar
ten. Het huis werd den 7-9-1944 gron
dig doorzocht door vijf leden van het
O F. Diksmuide, waaronder zich één
Pervijzenaar bevond. Dit onderzoek le
verde niets op.
Waarvan akte.
schen doen „kort steken” heeft door de
nazi’s? Heeft hij u dat verteld? Of wat
heeft hij u wijsgemaakt?
Reheul, het schijnt dat gij overal
rondstrooit dat de diefstallen van velo-
en autobanden, enz..., die te Jonkensho-1
ve gebeurd zijn, gepleegd werden door'
„die” bende en gij zoudt nog enkele
namen, tot die bende behoorende, ge
noemd hebben. Wel, nazi-hond, vergeet
niet dat de leden van die bende niet
willen aanzien worden voor dieven en
dat zij daarmee niets te maken hebben.
Weet gij, valschaard, dat gij om zulken
praat te vertellen weer kunt in de
hoogeschool geraken? Gij hebt fijn uw
bek te houden, hoort gij? Wij staan nuj
onder het Hitlerregime niet meer?
En nogmaals van die „bende” gespro
ken., gij hebt hun naam niet te bezoede
len, kruiperig Hitlerkind. Want vergeet
niet dat ieder lid van die bende gedu-
V zx r\ V-v r\ n 4~ 4-t *-» rv zx-w
snel dat het u zou moeilijk vallen om
op Hitler’s begrafenis tegenwoordig te
zijn. Ge loopt dan voorzeker met een
rouwbandje op uw borst, zooals uw
trawanten ten tijde van Staf De Clercq
onzaliger gedachtenis.
Na een tijdje na haar voorloopige in
vrij heidsstelling te Brussel te hebben
vertoefd, waren wij gelukkig ze onder
onze oogen niet meer te zien, maar hei
zwarte schim is wederom bovengekomen
en is aangeland, lees wel beste vrienden,
in de normaalschool te Tiélt, waar zij
voortoopig in dienst is! Weet de be
stuurster van deze inrichting dan niet
met welk zwart spook zij te doen heeft?
Of is zwart geen zonde? Willen zij ze
kere vooroorlogsche anti-Belgische po
litiek begunstigen? Want als wij het
goed voor hebben heeft dat zwart
schaap daar ook gestudeerd!
rende de bezetting als een echte vader-!
I wat zij konden voor de eindoverwinning
van het groote Duitsche rijk, dat het
een genoegen was de Chamberlaintjes,
„afgeschoten vliegeniers boven Schoor-
bakke” te zien zweven en als het zoo
was dat zij Berlijn moesten bereiken
het nog lang ging duren, enz., onder-
teekend, met de gebruikelijke nazi-
groeten, door leidster Laura Duynslager.
Is dit een bewijs van haar groote
deugden? Of liegt zij het nog af? Laura,
wij wenschten u vroeger over den Rijn
bij uw boezemvrienden, maar wij weten
niet wel waar wij unu zouden moeten
wenschen om zoo bij uwe vrienden aan
ALVERINCEM.
„Ons Afscheidswoord”.
Führer, krimpen je hersenen soms
van radeloosheid niet meer, nu Duitsch-
land in zoo’n wespennest gevangen zit,
nu jij je sleden tot akelige puinhoopen
en smeulende ruines hebt laten her
scheppen, nu jij je volk aan den oor
logsgod Moloch hebt geslachtofferd;
schiet het je nooit. te binnen dat wie
wind zaait storm oogst; vervloek
je nooit je eigen leven ooic aan expan-
sie-politiek, aan imperialisme gedaan
te hebben, je heerschzuchtigen adelaar
met zoo’n wilden vleugelslag te hebben
laten uitvliegen.
Wanneer jij de
JONKERSHOVE.
Wel Reheul, hebt gij uw studiën ge
ëindigd te St. Kruis? Of zijt gij slechts!
in verlof?? Vergeet niet dat gij nog
altijd even zwart zijt en dat uw dorps-
genooten dit niet vergeten zijn! En
naar het schijnt hebt gij tijdens uw
studiën in de hoogeschool van St. Kruis
een studiemakker ontmoet, ja, wat zal
ik maar zeggen, die mag aanzien wor
den als één van de grootste verraders
van het gansche land. Dat kan ook niet
mis.sen.hé, zwart beest, wan; soort zoekt schuld van haar zuster’s interneering.
Alles was leugen en bedrog - tot zoo
lander zijn plicht gedaan heeft en niets
dan zijn plicht. En dat zij niet meege-!
werkt hebben met de Duitschers zooals
gij, arendsjong! Dit weze genoeg en als
het soms nog zou gebeuren dat gij uw
tong niet kunt houden, dan zullen wij
eens zorgen dat gij aldra weer kunt
schoolloopen. Dag zwarte uil.
AMOR.
...Een heele zwerm maarschalken,
admiralen, generalen en Führertjes van
allerlei soort geraakte in geallieerde ge
vangenschap. Alles kraakt....
Wij zijn nu Donderdag middag. Wat
zal er gebeuren tijdens de weinige uren
die zullen verloopen tusschen het schrij
ven van deze regelen en het op de markt
hrengen van ons blad? Misschien zal
Doenitz intusschen de bolsjewisten ver
pletterd hebben, zooals zijn „voorgan
ger” destijds met een „Sondernmeldung
aus dem Führerhauptquartier”....
....En het Duitsche volk zal kunnen
jubelen: „das verdanken wir unserem
Führer”.... en Hitler zal zich misschien
nog eens zelfmoorden.... door verhan
ging!...
UITGESTELD is niet verloren! Weer
moesten sommige bijdragen, o.a. uit
Schore en een paar van de „Vrienden
van de Spaansche Republiek” verscho
ven worden.
Europeesche landen
met je fanfaroneerende legers onder de
voeten liep, was je van je succes verze
kerd; in ieder land had je het staats
gezag ondermijnd door de ontevreden
heid van zekere oproerige en douteuse
groepeeringen wakker te houden. Vóór
en na de overrompelingen was een van
je machtigste, van je krachtdadigste
wapens: HET VERRAAD. Ook gij
dacht dat de Belgen rijp waren om je
ideologieën voor lievelingslectuur aan te
nemen, dat de Belgen zoo laag gezon
ken waren het land van hun geboorte
te loochenen, aan hun eigen verleden
ontrouw te worden, gij dacht dat
Belgen, bedwelmd door
vertoon en wapensterkte, zich als lam
metjes voor je voeten zouden komen
neervleien; gij dacht door Judasgeld
en door daden van terrorisme de vlam
der vaderlandsliefde, die nog in menig
hart oplaaide, te verstikken. In je op
zet zijt gij leelijk mislukt, hebt gij den
Belg niet naar zijn werkelijke waarde
geschat. Duizenden en duizenden deedt
gij door de goedgedrilde Gestapo-beulen
naar concentratiekampen slepen, on-
derwierpt gij aan de meest geraffineer
de folteringen, plaatstet gij voor de
vuurp:iö:cns 'om die getrouwheid V?n
het vaderland te knuiken. De gezonde
levenskracht van ons volk hebt gij niet
kunnen breken, niettegenstaande er
menschen zich bereid vonden om in sa
menwerking met je soldaten, hun land
een doodelijken steek toe te brengen,
niettegenstaande er menschen alles in
het werk stelden om de laatste stuip
trekkingen van het stervende België
(zoo beelden ze het zich in) te verkor
ten.
Een eeresaluut zij gebracht aan die
jongelingen van Alveringem, die, al
wemelde hun gemeente van Hitlerlakei-
en, van menschen, die in hun fatalis-
tischen hoogmoed er alleen op uit wa
ren hun dorpsgenooten in het ongeluk
te storten, toch onderdoken (ik bedoel
hier niet Paul, Frans en Jefaan die
jongens, die, al nachtuilde menig ver
derfelijk verrader, toch met verf en
borstel er op uittrokken om dat zwarte
gebroed met het teeken van het verraad
te brandmerken.
Wij verwekken door onze artikels on
rust en twist, haat en nijd onder de
burgers. Wij vragen aan die kortzich
tige, stompzinnige menschen, die dit
beweren hebben die misdadigers, die
het beulskleed tegen hun eigen volk
hebben aangetrokken, die hun handen
in het bloed onzer martelaren wasch-
ten, hebben deze menschen den vrede
gesticht? Hadden zij zich van alle anti-
vaderlandsche daden onthouden, welk
een heerlijk, schoone vrededag zouden
we nu niet beleefd hebben en toch,
weigeren deze menschen hun fout in te
zien en toch zijn deze menschen geen
ietsje wijzer geworden. Nu willen die
Judassen als heilige sinten doorgaan,
willen zij den braven Jan uithangen.
soort. En. wat heeft die verrader u zoo Alles was leugen en bedrog - tot zoo-
ahemaal verteld: dat, hij. 15 oi 20 men- laJjg onz8 jongens in Duitschland ver
toefden, maar gelukkig voor hen en on-
Laura komen zij den
den anderen terug en wij
wenschen onze goede weerkeerende va
derlanders van harte geluk in ons dorp.
Laura was een propagandiste van de
ergste soort. Duitschland had zij boven
alles lief alsook de Mofsche onder-offi-
ciertjes. Geen greintje Belgisch bloed
vloeit nog in haar aderen, het volgende
alleen kan het bewijzen: Laura was
j hulpvaardig, bij de ontroostbare ouders
ging zij op zoek naar de juiste adressen
j van hun verbannen zonen om, zoo ver-
klaarde zij, de jongens wat troost te
I bezorgen, t.t.z. pakjes en goede lectuur
op te sturen. Dit laatste deed ze wel, het
eerste niet en zoo goed dat zij elk, voor
zoover zij de woonplaatsen kon te weet
komen,, een schooneni antivaderland-
schen brief bezorgde, waarin onder meer
te lezen stond dat zij goed en flink
moesten doorwerken, alles bijbrengen
In verband met het artikel „Lieve
Zwartjes”, verschenen in ons nummer
dd. 29-4-1945, laat de heer Nowé, brie
venbesteller te Pervijze, ons het volgen
de opmerken:
1. Noch hij, noch om het even welk
lid van zijn gezin, was ooit lid van het
V.N.V. of van een andere anti-vader-
landsche organisatie.
2. Zijn zestienjarige dochter is werk
zaam in de melkerij te Pervijze sinds
een paar maand ongeveer, zonder dat
haar om het even welke vernederende
voorwaarde werd opgelegd om de be
diening in kwestie te kunnen bekomen.
Ze doet er haar werk zooals het hoort
en wordt er voor betaald. Anders niets!
3. Al de leden van zijn gezin zijn goede
Het moet onze beste leveressen en le-
zerS nog in het geheugen liggen dat toon
Laura uit de Diksmuidestraat haar cur
sus voleindigde in het college te Dik
smuide en later te Oostduinkerke, uit
gebazuind werd dat' het schamele kind
zonder recht of reden gedetineerd was. I
Zij was geen leidster geweest van de
Dietsche Meisjes en was ook niet de
1
VLADSLOO.
(Vervolg)
Heeft Arseen ook zijn schoonbroeder
bedrogen met alllerlei beloften en rotte
appelen? Hij ging niet verplicht zijn
naar Duitschland te gaan zoo hij de
wacht langs den spoorweg wou optrek
ken. De jongen teekende als zoodanig,
maar hij kreeg een geweer in zijn han
den gestopt en mocht naar Gent
„marschieren”! Arseen was er niet
vreemd aan, noch de vrouw van den be
trokkene, een echte Moffenvriendin!
De „spoorwegwachter” zelf was vroeger
een brave jongen en niemand moest er
tijdens de bezetting schrik van hebben.
Zijn groote fout was zich door zijn
vrouw en schoonbroeder te hebben la
ten beetnemen!
Lucien gij verdient ook de straf te
dragen die zal opgelegd worden. Roger
was zoo slecht niet, maar toch ook ge
vaarlijk, wij hebben dat gezien in 1940,
toen hij een Engelschman te pakken
kreeg met Prosper. Wat een schande is
dat niet! Onze eigen mannen overleve
ren aan Hitler en dan nog gewapend
de wacht gaan doen om de parachu
tisten van onze geallieerde legers in
handen te krijgen! Hij zal zeker wel
een diploma krijgen als belooning!
Louis is te dom dat hij leeft. Wij moe
ten van zijn „Heim” niet veel spreken,
want dat vrouwtje is overal gekend.
Louis ’t is spijtig, maar ’t is te laat: uw
kostuum' en geweer zullen u wel kwaad
gedaan hebben en gij zult er nu de ge
volgen van dragen. André deed het nog
beter! Die goéde stielman was niet te
vreden! Reeds in 1941 ging hij mede
naar Rusland/om daarna bij de zwarte
bende te gaan op het vliegplein te
Kokzijde, ook als dienaar van Hitler.
Ewel André, gij ziet wel waar de
vrouwtjes het al te zeggen hebben dat
het slécht uitvalt, nietwaar! Gij waart
een groote Moffen-dienaar en uw vrouw
ook. Hadt gij uw stieltje voort gedaan
met behulp van uw kinderen, die al
kunnen beginnen werken, dan waart
gij thans gelukkiger geweest! Gij zit
daar nu ook met bijna vier jaar Moffen
dienst tegen onze geallieerde legers en
eigen land. Wat staat er u nu nog te
wachten? Gij zult en moet boeten, nie
mand zal u beklagen, gij waart oud ge
noeg om te weten wat er u te doen
stond.
Georges uit de dorpstraat is terug
thuis, maar, zeker niet voor goed. Waar
om werd hij gedecoreerd door van Van
Steepland? Voor zijn goede werken ge
daan tijdens de bezetting. Want men
moet groote dingen verrichten om een
eereteeken te ontvangen! Het gerecht
zal het wel vinden! Prosper was een ge
lukkige vent in zijn herberg maar een
hevige propagandist, die ook hielp den
Bngelsehen sukkelaar pakken in ’40.
Die heeft veel kwaad gedaan. Daarom
is het dat ze hem houden in het college.
't Is al de schuld, zeggen ze, van die
vrouwen, mav,r hij was al rond de veer
tig jaar en dus geen kind meer, maar
een ezel van eerste klas. Maurice uit
het „Vlaamsch Huis” is in vrijheid, hij
houdt zich stil en laat alleman gerust
en bekent dat hij misdaan heeft en
vraagt vergiffenis aan iedereen. Hij is
het slimst ook en nu trek ik langs de
Koddestraat naar huis....
niet wel waar wij unu zouden moeten
Atóéssasfla
esnwg-zja
(Wordt Voortgezet.)
(Wordt voortgezet.)
De Stem van het Geweten.